Beheersverordening Moscowa Arnhem 1994

Geldend van 01-01-1994 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening Moscowa Arnhem 1994

HOOFDSTUK I. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van Arnhem;

  • b.

    het personeel: het personeel van de Dienst Milieu en Openbare Werken, werkzaam op de begraafplaats en het crematorium Moscowa;

  • c.

    de dienst: de Dienst Milieu en Openbare Werken;

  • d.

    verordening op de lijkbezorgingstarieven Arnhem 1992: de verordening op de heffing en invordering van rechten voor de lijkbezorging;

  • e.

    Moscowa: de begraafplaats en het crematorium Moscowa;

  • f.

    bijzonder graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    kindergraf: een graf waarin lijken van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar begraven mogen worden;

  • i.

    urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitende recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • l.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • m.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • o.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van Moscowa of degene die hem vervangt;

  • p.

    rechthebbende: de rechthebbende op een bijzonder graf.

HOOFDSTUK II. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP MOSCOWA

Artikel 2 Openstelling Moscowa

  • 1. Moscowa is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op Moscowa kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat Moscowa niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op Moscowa te verrichten.

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen op Moscowa te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op Moscowa hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van Moscowa verwijderen.

  • 6. Aan personen, die zich onbehoorlijk gedragen of die hinderlijk voor anderen zijn, kan door burgemeester en wethouders de toegang tot Moscowa voor een bepaalde termijn ontzegd worden.

Artikel 4

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op Moscowa moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

  • 1. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2. Geen lijk wordt opgegraven voor herbegraving elders indien de aanvraag hiertoe wordt ingediend in de periode gelegen tussen zes weken en tien jaar na de datum van de ter aarde bestelling. De beheerder wordt bij elke aanvraag gehoord.

  • 3. Geen lijk wordt opgegraven indien boven dit lijk andere lijken ter aarde zijn besteld.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing bij een opgraving ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op een strafrechtelijk onderzoek.

HOOFDSTUK III. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van Moscowa.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van Moscowa op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  • 4. Grafkelders worden door derden geopend, op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.

  • 5. Het wegnemen en wederplaatsen van graftekens op bijzondere graven geschiedt onder de zorg en op kosten van belanghebbenden, onder toezicht van de beheerder.

  • 6. Het verzenden van een urn wordt door de Dienst, dan wel door de PTT verzorgd. Op aanvraag van de aanvrager van de crematie kan hij/zij de urn zelf overbrengen naar de gewenste plaats van bestemming. Legitimatie is dan verplicht.

Artikel 7 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1. Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula, de condoleanceruimte alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2. De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een half uur ter beschikking van de aanvrager.

  • 3. Indien de aanvrager eigen muziek wil doen laten spelen, dan dienen de hiervoor benodigde geluidsdragers ten minste 24 uur voor aanvang van de plechtigheid te worden overlegd aan de beheerder.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving of crematie mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een bijzonder graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een bijzonder graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.

  • 4. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven, cremeren en asbezorging

1.De tijd van begraven of cremeren is:

op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur;

op zaterdag van 9.00 uur tot 12.00 uur.

2.De tijd van het bezorgen van as is:

op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur.

3.Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK IV. INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op Moscowa kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      bijzondere grafkelders;

    • b.

      bijzondere zandgraven;

    • c.

      bijzondere kindergraven;

    • d.

      algemene graven;

    • e.

      algemene kindergraven;

    • f.

      urnengraven;

    • g.

      urnengraven in de urnentuin;

    • h.

      enkele urnennissen, ten behoeve van 1 urn;

    • i.

      dubbele urnennissen, ten behoeve van 2 urnen.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de bijzondere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op bijzondere graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de bijzondere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven en algemene urnengraven

  • 1. In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2. In de urnengraven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1. De bijzonder graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een bijzonder graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op Moscowa niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Categorieën

Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en bijzondere graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14 Termijnen bijzondere graven, urnengraven en urnennissen

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van Moscowa zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar het recht op een bijzonder graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het bijzondere graf is uitgegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van Moscowa zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een urnengraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het urnengraf is uitgegeven.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van Moscowa zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop de urnennis is uitgegeven.

  • 4. Een recht als in dit artikel bedoeld wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 15 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een bijzonder graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een bijzonder graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het bijzondere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het bijzondere graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het bijzondere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een bijzonder graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5. Wordt het recht verkregen door of gaat het recht over op meer dan één persoon, dan moet de aantekening geschieden ten name van een der rechthebbenden die daarvoor door allen wordt aangewezen.

  • 6. Alleen degene die als zodanig in het register staat ingeschreven wordt tegenover de gemeente als rechthebbende beschouwd.

Artikel 17 Afstand doen van graven, urnengraven en urnennissen

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het bijzondere graf, urnengraf of urnennis. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 18 Sluiting van graven en urnengraven

  • 1. Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf of urnengraf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf of een urnengraf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf of het urnengraf gesloten wordt verklaard.

HOOFDSTUK V. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 19 Vergunning grafteken

  • 1. Voor het hebben van een grafteken is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2. Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de graftekens en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      het grafteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van het grafteken ondeugdelijk is.

Artikel 20 Grafbeplanting

  • 1. Het is de rechthebbende toegestaan grafbeplanting op het graf aan te brengen of te doen aanbrengen.

  • 2. Beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.

  • 3. Op een urnengraf is het aanbrengen van beplantingen niet toegestaan.

Artikel 21 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente, indien:

    • -

      geen aanvraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente

  • 1. Op de graven, welke zijn uitgegeven tussen 1 april 1966 en 1 januari 1992, zal de beplanting door de dienst worden aangebracht en onderhouden.

  • 2. Op de graven, welke zijn uitgegeven tussen 1 april 1966 en 1 januari 1992, zal het daarop aangebrachte grafteken door de dienst jaarlijks worden schoongehouden.

HOOFDSTUK VI. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf of urnengraf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of urnengraf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf of urnengraf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf of urnengraf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2. De bij de ruiming van het graf of urnengraf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van Moscowa.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf of in een algemeen urnengraf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvrage indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4. De rechthebbende op een bijzonder graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • 5. De rechthebbende op een urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

HOOFDSTUK VII. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 25 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van Moscowa nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 2, eerste lid, 10, tweede lid, 13 en 19, tweede lid van deze verordening.

  • 2. Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van Moscowa dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3. Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

HOOFDSTUKVIII INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 26 Lijst

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK IX. INRICHTING REGISTER

Artikel 27 Voorschriften

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK X. KLACHTEN

Artikel 28 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente van belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende Moscowa bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 3. Burgemeester en wethouders maken de beslissing terstond bekend aan de commissie voor Moscowa en de gemeenteraad.

HOOFDSTUK XI. COMMISSIE VOOR MOSCOWA

Artikel 29 Benoeming leden, taak

  • 1. De commissie voor Moscowa adviseert burgemeester en wethouders over de algemene aspecten van Moscowa.

  • 2. De leden van de commissie voor Moscowa worden door de gemeenteraad benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd.

  • 3. De commissie telt ten minste drie leden en ten hoogste acht leden.

  • 4. Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijke secretaris en kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen.

  • 5. De leden van de commissie treden na verloop van een periode van vier jaren af. Zij zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.

  • 6. Een lid dat ter vervulling van een anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

  • 7. Een lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de functie waarin de benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 8. De beheerder heeft zitting in de commissie.

  • 9. De commissie werkt volgens de bepalingen van een door haarzelf te maken reglement dat door burgemeester en wethouders wordt goedgekeurd.

  • 10. De commissie vergadert minstens twee keer per jaar.

  • 11. De commissie beraadslaagt in het openbaar.

HOOFDSTUK XII. SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot bijzondere graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 32 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 31 Strafbepaling

1.Hij die handelt in strijd met de artikel twee, derde lid en artikel 3, tweede lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt 1 januari 1994 in werking, met ingang van welke datum de bestaande verordening op de begraafplaats en het crematorium Moscowa Arnhem 1992 van 2 december 1991 vervalt.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening Moscowa Arnhem 1994.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 december 1993, 93.018269.

De voorzitter De secretaris,

P.Scholten H. Hofman