Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling toetsingscommissie functiewaardering BAR-organisatie

Geldend van 10-03-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling toetsingscommissie functiewaardering BAR-organisatie

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

- gelet op artikel 30 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie;

- gelet op het sociaal statuut en plan BAR-organisatie 2013-2017

- gelet op artikel 3:1 van de CAR-UWO en de procedureregeling functiebeschrijving en –waardering BAR-organisatie;

- gelet op overeenstemming met het Georganiseerd Overleg BAR-organisatie d.d. 3 juli 2014;

overwegende:

dat de werkgever het wenselijk vindt dat, in het kader van een gedegen besluitvorming over de plaatsing van medewerkers in generieke HR21 functieprofielen, de directieraad daarin geadviseerd wordt door een onafhankelijke externe adviescommissie;

besluit:

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

REGELING TOETSINGSCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING BAR-ORGANISATIE

Artikel 1 Definities

Toetsingscommissie functiewaardering

Onafhankelijke externe adviescommissie die de directieraad adviseert over de plaatsing van medewerkers in generieke HR21 normfuncties.

Directieraad

De gemeentesecretarissen uit de deelnemende gemeenten

HR21 functieprofiel

De generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. Deze normfunctie is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks).

Bevoegd gezag

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

Artikel 2 Rol en adviestaak

  • 1. De directieraad stelt een onafhankelijke externe toetsingscommissie functiewaardering in.

  • 2. De toetsingscommissie functiewaardering adviseert de directieraad over de plaatsing van medewerkers in een HR21 functieprofiel, voordat de directieraad een besluit neemt.

  • 3. De directieraad kan er voor kiezen om zonder advies van de toetsingscommissie functiewaardering:

    • a.

      een medewerker tijdelijk te plaatsen in een HR21 functieprofiel of

    • b.

      om een vacature open te stellen met een voorlopig functieprofiel uit HR21.

    In dergelijke gevallen brengt de toetsingscommissie functiewaardering een advies uit bij de eerstvolgende adviesronde.

  • 4. Bij haar advies houdt de toetsingscommissie functiewaardering rekening met zowel de evenwichtige opbouw van functies als het loongebouw binnen de afdeling en de gehele organisatie.

  • 5. De toetsingscommissie functiewaardering kan algemene aanbevelingen doen of opmerkingen plaatsen over het functiewaarderings-, plaatsingsbeleid, de opbouw van het loongebouw, de samenstelling van takenpakketten, de functiewaarderingsprocedure en het instrumentarium.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling commissie

  • 1. De directieraad benoemt, schorst en ontslaat de leden van de toetsingscommissie functiewaardering, nadat daarover overleg is gevoerd in het Georganiseerd Overleg BAR-organisatie.

  • 2. De toetsingscommissie functiewaardering bestaat uit:

    • a.

      één voorzitter, die wordt voorgedragen door de directieraad en de bonden gezamenlijk;

    • b.

      één lid, die wordt voorgedragen door de gezamenlijke bonden;

    • c.

      één lid, die wordt voorgedragen door de directieraad.

  • 3. De leden van de toetsingscommissie functiewaardering worden benoemd voor de duur van 4 jaar.

  • 4. In de toetsingscommissie functiewaardering participeert een gecertificeerd gebruiker als adviseur.

  • 5. Het secretariaat wordt verzorgd door de afdeling, belast met HRM-taken.

Artikel 4 Opdrachtverstrekking

  • 1. De afdelingsmanager, belast met HRM-taken, verstrekt namens het bevoegd gezag adviesopdrachten aan de commissie.

  • 2. De secretaris stuurt tegelijkertijd met de uitnodiging alle relevante documenten op naar de commissieleden, de adviseur van de systeemhouder. Betrokken medewerkers hebben inzicht in alle relevante gegevens.

Artikel 5 Onverenigbaarheden en vergoeding

  • 1. De leden van de toetsingscommissie functiewaardering mogen geen bestuurlijke, arbeidsrechtelijke of adviesrelatie vervullen bij de BAR-gemeenten en/of de BAR-organisatie.

  • 2. De vergoeding van de commissieleden bedraagt € 90 per uur. Voor de voorbereiding en de nabespreking gezamenlijk mag maximaal de vergadertijd in rekening worden gebracht. De reiskosten worden vergoed op basis van de dienstreisvergoeding voor de ambtenaren.

  • 3. De commissieleden dienen een schriftelijke declaratie in bij de ambtelijke secretaris van de commissie.

  • 4. De afdelingsmanager HRM regelt contractueel de vergoeding voor de adviseur van de systeemhouder HR21.

Artikel 6 Geheimhouding

De leden, de gecertificeerd gebruiker en de secretaris van de toetsingscommissie functiewaardering zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt, voor zover het belang van de medewerker dit vereist.

Artikel 7 Hoorzitting

  • 1. Medewerkers wordt de gelegenheid geboden gehoord te worden. Voordat de toetsingscommissie functiewaardering een advies uitbrengt hoort zij de leidinggevende en de medewerker die daarom verzoekt.

  • 2. Indien er louter sprake is van een technische overzetting van functieprofielen waarbij de niveaubepalende taken uit het onderliggende takenpakket niet significant zijn gewijzigd, dan kan de toetsingscommissie functiewaardering het horen achterwege laten.

  • 3. De ambtelijke secretaris van de toetsingscommissie functiewaardering verzorgt de uitnodigingen, de verslaglegging, voorbereiding van de besluitvorming door de directieraad, de verzending van de besluiten aan de medewerkers en het informeren van de betrokken HRM-adviseurs.

Artikel 8 Zitting en advies

  • 1. De zitting van de toetsingscommissie functiewaardering is niet openbaar.

  • 2. De toetsingscommissie functiewaardering is niet bevoegd tot het inhuren van externe adviseur, het extern inwinnen van advies of het extern uitzetten van opdrachten, zonder voorafgaande toestemming van de afdelingsmanager HRM.

  • 3. De toetsingscommissie functiewaardering brengt een schriftelijk en gedegen gemotiveerd advies uit aan de directieraad. De voorzitter ondertekent het advies.

Artikel 9 Slotbepalingen en inwerkingtreding

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het bevoegd gezag.

  • 2. Deze regeling, welke kan worden aangehaald als “Regeling toetsingscommissie functiewaardering BAR-organisatie”, treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie d.d. 27 mei 2014.
De gewijzigde regeling is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie van 15 december 2015 en treedt in werking per 1 januari 2016.
de secretaris, de voorzitter,
Hans Cats drs. Hans-Christoph Wagner

Wijzigingenoverzicht

1.Als gevolg van de invoering van het nieuwe hoofdstuk 3 van de CAR-UWO per 1 januari 2016 en het intrekken van de bezoldigingsregeling resp. het vervallen van de term bezoldiging is in de aanhef (van deze regeling) de verwijzing naar de bezoldigingsregeling vervangen door een verwijzing naar artikel 3:1 van de CAR-UWO en in artikel 2 lid 4 (van deze regeling) de term “bezoldigingsgebouw” gewijzigd naar “loongebouw”. Over deze wijzigingen is op 2 november 2015 overeenstemming bereikt in het GO. De gewijzigde regeling is op 15 december 2015 door het Algemeen Bestuur vastgesteld.