Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2007

Geldend van 14-09-2007 t/m heden

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2007.

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1

  • 1 Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2 De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3 Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 4 De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1 De secretaris beoordeelt het verzoek om ambtelijke bijstand. Deze wordt verleend tenzij:

    • a

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c

      het bijstand, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, betreft dat onevenredig veel tijd vergt van de ambtelijke organisatie.

  • 2 Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris de ambtelijke bijstand.

  • 3 Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1 Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2 Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5

  • 1 Elk raadslid heeft recht op ambtelijke bijstand als bedoeld in art. 1, eerste lid, onderdeel c.

  • 2 De secretaris houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen:

    • a

      welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

    • b

      over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

    • c

      welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

    • d

      hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

    • e

      de reden waarom een verzoek is geweigerd.

  • 3 Het bedoelde register wordt bij de jaarverslaglegging openbaar gemaakt.

Artikel 6

De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register.

Artikel 7

  • 1 Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2 Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 8

  • 1 De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2 Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 200 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van €100 per raadszetel.

Artikel 9

  • 1 Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2 De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c

      giften;

    • d

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 10

  • 1 De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2 In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar..

Artikel 11

  • 1 Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 2 Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 12

  • 1 Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2. De ( mogelijke ) overschotten worden eveneens binnen drie maanden op de rekening van de gemeente teruggestort.

Paragraaf 3: Slotbepaling

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als verordening op de ambtelijke bijstand 2007 en treedt in werking op de dag na vaststelling

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de gemeenteraad van Baarle-Nassau op 13 september 2007

DE GEMEENTERAAD VAN BAARLE-NASSAU

Griffier

H.H. Dame

Voorzitter

Drs. J.P.M.M. Hendrikx