Regeling vervallen per 01-01-2020

Overlegregeling commissie voor Georganiseerd Overleg Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard 2019

Geldend van 10-05-2019 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 16-04-2019

Intitulé

Overlegregeling commissie voor Georganiseerd Overleg Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard 2019

Het bestuur van de Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard,

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 12 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling-Uitwerkings-overeenkomst (CAR-UWO);

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg op maandag 4 februari 2019;

BESLUIT

vast te stellen de Overlegregeling commissie voor Georganiseerd Overleg Bedrijfsvoeringseenheid 2019.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    a.

    De commissie:

    de in artikel 12:2 van de CAR-UWO bedoelde commissie voor het Georganiseerd Overleg

    b.

    De ambtenaren:

    ambtenaren in de zin van de CAR-UWO in dienst bij

    c.

    Het LOGA:

    het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden

    d.

    Advies- en arbitragecommissie

    de advies- en arbitragecommissie ingesteld door het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

    e.

    De organisaties:

    de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales die zijn toegelaten tot het centraal overleg met het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, voor zover deze verenigingen leden hebben bij de Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard

  • 2. De aan het slot van het vorige lid bedoelde centrales zijn in beginsel:

    • a.

      FNV Overheid

    • b.

      CNV Overheid

    • c.

      Andere vakbonden

Hoofdstuk 2 Samenstelling

Artikel 2

  • a. De commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het bestuur en werknemersorganisaties.

  • b. Het bestuur wordt vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur of bij afwezigheid zijn plaatsvervanger. Deze vertegenwoordiger treedt op als voorzitter van de commissie.

  • c. De voorzitter van de commissie kan zich laten bijstaan door één of meerdere adviseurs. Deze adviseurs kunnen aan de besprekingen deelnemen.

  • d. De vertegenwoordiging van de werknemersorganisaties bestaat uit medewerkers van de Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard die door hun vakorganisatie zijn aangewezen het lokale overleg over de arbeidsvoorwaarden te voeren. De vertegenwoordigde vakorganisaties zijn FNV Overheid en CNV Overheid. Ook andere vakorganisaties kunnen worden toegelaten. De voorwaarde is dat het gaat om een vakorganisatie die binnen de Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard representatief is.

  • e. De leden van de werknemersvertegenwoordiging kunnen zich laten bijstaan door adviseurs van de vakorganisatie. Deze adviseurs zijn geen lid van het GO en hebben dan ook geen stemrecht.

Artikel 3

  • a. De aanwijzing geschiedt bij elke nieuwe zittingsperiode van het bestuur en voorts telkens ter vervanging van hen die ophouden lid van het bestuur te zijn.

  • b. Degene die als lid of als plaatsvervanger is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid van de organisatie meer is, alsmede indien de organisatie schriftelijk aan het bestuur doet weten, dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.

Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden

Artikel 4

  • a. De commissie beraadslaagt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover in het overleg niet wordt voorzien in het LOGA tussen het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de centrales van overheidspersoneel.

  • b. Wordt over een onderwerp een regeling getroffen rondom de uitkomsten in het LOGA, dan doet het bestuur daarvan mededeling aan de commissie. Wordt geen regeling getroffen, dan wordt ter zake alsnog overlegd in de commissie.

Artikel 5

Besluiten over de in artikel 4 bedoelde onderwerpen worden door het bestuur niet genomen dan nadat daarover in de commissie overeenstemming is bereikt.

Artikel 6

  • a. De commissie, alsmede de vertegenwoordiging van de organisaties, zijn bevoegd aangaande de in artikel 4 bedoelde onderwerpen voorstellen te doen aan het bestuur.

  • b. De besluiten, die naar aanleiding van voorstellen van de commissie worden genomen, worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties meegedeeld.

Artikel 7

  • a. De commissie kan, als dat voor de behandeling van een bepaald onderwerp nodig wordt geacht, een technisch beraad instellen, bestaande uit de secretaris, adviseur(s), directeuren en de vertegenwoordiging van de organisaties.

  • b. De vertegenwoordiging van de organisaties kunnen vragen stellen over de documenten die tijdens de vergadering van de commissie aan de orde komen.

  • c. Het technisch beraad vindt twee weken voor de vergadering van de commissie plaats, tenzij daarover in de commissie een andere afspraak wordt gemaakt.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Artikel 8

  • a. De commissie vergadert, als de voorzitter dit nodig acht, op door hem te bepalen tijdstippen.

  • b. Voorts belegt de voorzitter een vergadering als de commissie hem dit schriftelijk met opgaaf van redenen verzoekt en wel uiterlijk binnen een maand na ontvangst van het verzoek.

Artikel 9

  • a. De commissie wordt tijdig, in de regel drie weken van tevoren, uitgenodigd voor de vergadering. De uitnodiging vermeldt zoveel mogelijk de te behandelen onderwerpen.

  • b. Een vergadering kan slechts plaats hebben indien de voorzitter en ten minste de helft van de organisaties is vertegenwoordigd.

  • c. Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaats hebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen twee weken te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval worden behandeld.

Artikel 10

Elk lid heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken door schriftelijke opgave aan de voorzitter. Deze stelt die onderwerpen zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering aan de orde.

Artikel 11

  • a. De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • b. De voorzitter kan na overleg met de commissie, de directeuren, andere ambtenaren, alsmede externe adviseurs, uitnodigen de vergadering bij te wonen. Deze kunnen aan de besprekingen deelnemen. In elk geval worden de vaste adviseur of adviseurs, als bedoeld in artikel 2, uitgenodigd.

  • c. De vertegenwoordiging van de organisaties is bevoegd de onderwerpen van de agenda, binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken, aan een voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.

  • d. De voorzitter kan over het in de vergadering commissie behandelde en over de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken vooraf geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt niet ten opzichte van het bestuur, alsmede niet tegenover de hoofdbesturen van de vertegenwoordigde organisaties.

Artikel 13

De voorzitter kan op verzoek van ten minste één lid of zo dikwijls hij dit na overleg met de commissie nodig acht de vergadering schorsen voor een met de commissie te bepalen tijd.

Hoofdstuk 5 Besluitvorming en verslaglegging

Artikel 14

  • a. Indien in de vergadering moet worden gestemd brengt elke vertegenwoordiging, als bedoeld in artikel 2, lid a van hoofdstuk 2, één stem uit.

  • b. De stem van de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur wordt bepaald door hoofdelijke stemming van de aanwezige leden in of buiten de vergadering. Bij staking van de stemmen beslist de stem van de voorzitter.

  • c. De stem van de vertegenwoordiging van de organisaties wordt bepaald door stemming per vertegenwoordigende organisatie, waarbij voor elke organisatie zoveel stemmen worden uitgebracht als ambtenaren bij haar zijn aangesloten op de eerste dag van het lopende jaar, met dien verstande dat voor een organisatie niet meer stemmen in aanmerking komen dan het totaal aantal stemmen dat door de andere organisaties gezamenlijk wordt uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt de vertegenwoordiging geacht tegen te hebben gestemd.

  • d. Indien een organisatie in de loop van het jaar wordt vertegenwoordigd, geldt voor de toepassing van het derde lid het aantal aangesloten ambtenaren op dat tijdstip.

Artikel 15

  • a. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een kort, zakelijk verslag van elke vergadering.

  • b. Het verslag evenals de overige op de vergadering betrekking hebbende stukken zijn niet openbaar, tenzij het Georganiseerd Overleg anders besluit.

  • c. De secretaris zendt het verslag, bedoeld in het eerste lid, binnen drie weken aan de leden en de vaste adviseurs.

  • d. De secretaris ontvangt binnen twee weken na ontvangst van het verslag door de leden en de vaste adviseurs eventuele wijzigingen op het verslag.

  • e. De commissie kan besluiten omtrent een in een vergadering besproken onderwerp gezamenlijk te communiceren.

  • f. Indien besloten wordt tot gezamenlijke communicatie, worden zo spoedig mogelijk na de vergadering waarin het onderwerp is besproken, nadere afspraken gemaakt.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 16

In de gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur na overleg met de commissie.

Artikel 17

  • a. Deze regeling kan niet worden gewijzigd dan nadat het voorstel tot wijziging in de commissie is behandeld.

  • b. De commissie heeft het recht voorstellen omtrent wijziging voor te leggen aan het bestuur.

Artikel 18

  • a. Deze regeling kan worden aangehaald als “Overlegregeling commissie voor Georganiseerd Overleg Bedrijfsvoeringseenheid Bommelerwaard 2019”.

  • b. Zij treedt in werking op de dag van vaststelling.

  • c. Zij vervalt op het moment waarop de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking treedt.

Ondertekening

Aldus besloten in de bestuursvergadering op 16 april 2019.

De voorzitter,

J.H. de Vreede

de secretaris,

W. Wieringa