Budgetregeling gemeente Beek

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Intitulé

Budgetregeling gemeente Beek

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BEEK;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende Budgetregeling gemeente Beek.

BUDGETREGELING GEMEENTE BEEK

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De regeling verstaat onder:

a.Budget:

Een hoeveelheid middelen, zoals vastgelegd in de begroting of begrotingswijzigingen op kostenplaats/kostensoort niveau, om de resultaten van een programma, product of project op het gebied van de beleidsuitvoering en de bedrijfsvoering op een doeltreffende, doelmatige en rechtmatige manier te behalen. De looptijd van een exploitatiebudget is één kalenderjaar, de looptijd van een investeringsbudget kan jaaroverschrijdend zijn. Tot het budget behoren de lasten en baten op kostenplaats/kostensoort niveau, gebaseerd op de daarbij behorende resultaatverplichting;

b.Budgethouder:

Een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen functionaris binnen de ambtelijke organisatie, die op basis van mandatering verantwoordelijk is voor de uitvoering van de productenraming en de efficiënte en effectieve besteding van het hiervoor toegekende budget. De budgethouder is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten inzake levering, diensten en werken ten behoeve van de gemeente;

c.Exploitatiebudget:

Een hoeveelheid middelen voor het uitvoeren van (jaarlijks terugkerende) taken. Een exploitatiebudget wordt jaarlijks in de begroting opgenomen;

d.Investeringsbudget:

Een hoeveelheid middelen voor het doen van éénmalige uitgaven, waarvan het nut zich uitstrekt over meerdere jaren (= investering). De aan de investering verbonden lasten worden toegerekend aan de periode waarin de investering nut heeft;

e.Mandaat:

De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Waar in deze regeling wordt gesproken over “mandaat” kan dit ook worden gelezen als “Volmacht” of “Machtiging”.

Artikel 2 Aanwijzing budgethouders

  • 1. De in de ambtelijke organisatie benoemde afdelingshoofden zijn budgethouder van de aan hen toegewezen budgetten.

  • 2. Per budget wordt één budgethouder aangewezen.

  • 3. De aanwijzing als budgethouder vindt plaats op basis van de functie en is derhalve niet persoonsgebonden.

  • 4. De koppeling van budgethouders aan budgetten wordt door de afdeling Financiën en Belastingen in een register vastgelegd. Dit register wordt bekrachtigd door de gemeentesecretaris.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid van de budgethouder

  • 1. De budgethouder is op basis van mandatering verantwoordelijk voor te leveren producten en diensten door de gemeente en de efficiënte, effectieve en doelmatige besteding van het hiervoor toegekende budget.

  • 2. De budgethouder legt verantwoording af over de voortgang in de realisatie van beleidsvoornemens en het verloop van de budgetten. Deze verantwoording geschiedt in de vorm van tussentijdse bestuursrapportages en de jaarrekening.

  • 3. Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast het college van burgemeester en wethouders met het vaststellen van de (concept)jaarrekening de budgethouder van zijn verantwoordelijkheid.

Artikel 4 Bevoegdheid van de budgethouder

  • 1. De budgethouder heeft op basis van mandatering de beschikkingsbevoegheid

    over het toegekende budget. Dit betekent dat hij bevoegd is tot het aangaan

    van overeenkomsten inzake leveringen, diensten en werken ten behoeve van

    de gemeente, met inachtneming van wet-en regelgeving waaronder in ieder geval het gemeentelijke Inkoop-en Aanbestedingsbeleid.

  • 2. De beschikkingsbevoegdheid is gelimiteerd tot het beschikbare bedrag van het toegekende budget. Daarnaast moet de verplichting rechtstreeks verband houden met de aan het budget gekoppelde taakstelling.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van de budgethouder wordt zijn bevoegdheid uitgeoefend door de plaatsvervanger.

Artikel 5 Taken van de budgethouder

  • 1. Tot de taken van de budgethouder behoren alle activiteiten die uitgevoerd moeten worden om invulling te geven aan zijn verantwoordelijkheid en bevoegdheid. Tot zijn taken worden o.a. gerekend:

    • -

      het verstrekken van juiste, tijdige en volledige informatie ten behoeve van de instrumenten in de planning- en controlcyclus; dit betekent dat de budgethouder zowel financiële als beleidsmatige informatie verstrekt ten behoeve van de planning en het meerjarig perspectief, de uitvoering, de tussentijdse rapportages en de verantwoording;

    • -

      het aangaan van verplichtingen ten laste van het toegekende budget (de budgethouder tekent de inkoop/contractverplichtingen);

    • -

      het tijdig verstrekken van informatie over aangegane verplichtingen ten laste van het toegekende budget;

    • -

      controle van een ingekomen factuur op de overeengekomen inkoop/contractverplichtingen;

    • -

      accordering van de ingekomen factuur; de budgethouder geeft hierdoor opdracht tot betaling;

    • -

      codering van de ingekomen factuur (=vermelding van kostenplaats en kostensoort), zodat de uitgave ten laste van het juiste budget wordt gebracht;

    • -

      het tijdig verstrekken van informatie aan het college van burgemeester en wethouders over gesignaleerde c.q. te verwachten afwijkingen van het toegekende budget; dit betreft zowel over- en onderschrijding van het budget als een afwijking in de realisatie van de doelstellingen; deze informatieplicht dient in een zo vroeg mogelijk stadium plaats te vinden;

    • -

      het tijdig verstrekken van informatie over te ontvangen inkomsten (bijvoorbeeld subsidies en specifieke uitkeringen) en geeft opdracht om opbrengsten te innen (leges, huren, pachten e.d.).

  • 2. Bij de uitvoering van zijn taken houdt de budgethouder rekening met interne en externe richtlijnen (bijvoorbeeld regels met betrekking tot aanbesteding en inkoop, regels met betrekking tot de planning- en controlcyclus).

Artikel 6 Wijzigen van het budget

  • 1. De budgethouder heeft geen bevoegdheid om het budget of de daaraan

    gekoppelde beleidsdoelstellingen te wijzigen.

  • 2. Indien het budget niet toereikend is moet voorafgaand aan het aangaan van de verplichting bij het bevoegde orgaan aanvullende budgetruimte worden gevraagd.

Artikel 7 Budgetverschuiving

  • 1. De budgethouder heeft geen bevoegdheid tot het verschuiven van budgetten.

  • 2. De budgethouder is wel bevoegd binnen het toegekende budget voor een product te schuiven met kostensoorten (= kostensoortverschuiving). Aan deze bevoegdheid zijn de volgende voorwaarden verbonden:

    • -

      de aan het budget verbonden doelstelling wordt gerealiseerd;

    • -

      incidentele budgetten mogen niet worden aangewend voor structurele uitgaven;

    • -

      een budget mag niet worden gecompenseerd met aan het budget gekoppelde inkomsten, tenzij er geoormerkte inkomsten zijn vastgesteld;

    • -

      kostensoortverschuiving wordt op initiatief van de budgethouder vastgelegd in een begrotingswijziging;

    • -

      de volgende kostensoorten zijn van verschuiving uitgesloten: reserveringen, kapitaallasten, doorbelastingen vanuit kostenplaatsen en de verplichte uitgaven.

Artikel 8 Overhevelen van het budget naar volgende jaren

  • 1. Een exploitatiebudget kan niet worden overgeheveld naar het volgende jaar. Budgetoverschotten en –tekorten vallen in het rekeningsaldo van het

    betreffende jaar. De raad bepaalt de aanwending van het rekeningsaldo.

  • 2. Overheveling van een exploitatiebudget naar het volgende jaar is alleen mogelijk door de Raad indien het budget incidenteel van aard is.

  • 3. Het restant van een investeringsbudget wordt niet overgeheveld naar het volgende jaar, tenzij de budgethouder gemotiveerd aangeeft waarom het investeringsbudget niet afgesloten kan worden.

Artikel 9 Registratie van budgetten

Het afdelingshoofd Financiën en Belastingen is verantwoordelijk voor de adequate registratie van de budgetgegevens in de financiële administratie, alsmede voor het daarmede samenhangende proces van informatievoorziening en de (jaar)verslaglegging.

Artikel 10 Betaling van de factuur

De budgethouder is verantwoordelijk voor controle, accordering en codering van een ingekomen factuur. Het afdelingshoofd Financiën en Belastingen is verantwoordelijk voor de afdoening van de betaling van een ingekomen factuur.

Artikel 11 Functiescheiding

Uit het oogpunt van interne controle is de functie van budgethouder onverenigbaar met de registrerende functie.

Artikel 12 Overige bepalingen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Budgetregeling gemeente Beek”.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek in zijn vergadering van 9 december 2009.

de secretaris, de burgemeester,

M.V.J. de Louw drs. A.M.J. Cremers