Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Voorzieningen WMO gemeente Beesel 2013

Geldend van 01-04-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Voorzieningen WMO gemeente Beesel 2013

De raad van de gemeente Beesel,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Beesel van 28 januari 2013,

gelet op artikel 5 van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning

besluit:

onder intrekking van de Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Beesel 2010,

vast te stellen de:

Verordening Voorzieningen WMO gemeente Beesel 2013

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • b.

    Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.

  • c.

    Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • d.

    Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die algemeen verkrijgbaar is, niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking en dus ook door anderen wordt gebruikt. Of een voorziening als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd is naar het oordeel van het college en afhankelijk van de individuele situatie.

  • e.

    Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

  • f.

    Besluit: het door het college vastgesteld Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beesel.

  • g.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel.

  • h.

    Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.

  • i.

    Compensatieplicht: de plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • j.

    Eigen bijdrage en eigen aandeel: een door het college vast te stellen bijdrage die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beesel van toepassing zijn.

  • k.

    Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • l.

    Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden geleverd kan worden door de meerderjarige leden van een leefeenheid.

  • m.

    Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met diegene die maatschappelijke ondersteuning zoekt de persoonlijke situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van:

    • -

      de beperkingen en de gevolgen daarvan,

    • -

      de te bereiken resultaten,

    • -

      de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

  • n.

    Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

  • o.

    Huisgenoot: iedere meerderjarige persoon met wie een belanghebbende duurzaam en gemeenschappelijk een woning bewoont. Uitgezonderd zijn commerciële relaties.

  • p.

    Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt en de inzet van algemene en collectieve voorzieningen onvoldoende geschikte oplossing biedt.

  • q.

    Langdurig (medisch) noodzakelijk: de verwijzing naar een blijvende, onomkeerbare handicap. Er hoeft geen sprake te zijn van een medische eindsituatie.

  • r.

    Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • s.

    Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

  • t.

    Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

  • u.

    Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

  • v.

    Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • w.

    Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

  • x.

    Wet: Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE

Artikel 2 Compensatieplicht

  • 1. Beperkingen in redzaamheid en maatschappelijke participatie van een individu moeten eerst binnen de eigen mogelijkheden of met gebruikmaking van het eigen netwerk, dan wel met inzet van algemene en/ of collectieve voorzieningen worden opgelost.

  • 2. Slechts indien daarmee de beperkingen niet in afdoende mate kunnen worden weggenomen gaat het college over tot het inzetten van individuele voorzieningen.

  • 3. Om voorzieningen samenhangend op de situatie van het individu te kunnen afstemmen moet samen met hem een resultaat worden bereikt dat als compensatie mag gelden.

Artikel 3 Te bereiken resultaten

De te bereiken resultaten via compenserende maatregelen op basis van artikel 4 lid 1 van de wet zijn:

  • 1.

    Een schoon en leefbaar huis;

  • 2.

    Wonen in een geschikt huis;

  • 3.

    Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • 4.

    Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • 5.

    Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • 6.

    Zich verplaatsen in en om de woning;

  • 7.

    Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • 8.

    De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

HOOFDSTUK 3 HOE TE KOMEN TOT DE TE BEREIKEN RESULTATEN

Artikel 4 Scheiding aanmelding en aanvraag

  • 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

    • a.

      De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

    • b.

      De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

    • c.

      Belanghebbende of het college daarom verzoekt.

  • 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.

Artikel 5 Aanmelding voor een gesprek

Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente Beesel door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer en het zelfstandig functioneren.

Artikel 6 Het gesprek

  • 1. Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

  • 2. Als de belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

  • 3. Als gevolg van een gevoerd gesprek kan een aanvraag worden doorgeleid via een medewerker van de gemeente Beesel.

Artikel 7 Het verslag

  • 1. Het gesprek kan naar het oordeel van het college worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag worden als bijlage aan het verslag toegevoegd.

  • 2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

  • 3. Uitsluitend een ondertekend verslag van het gesprek kan dienen als aanvraagformulier bij de aanvraag als bedoeld in artikel 2.

HOOFDSTUK 4 DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING

Artikel 8 De aanvraag

  • 1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk plaatsvinden door of namens belanghebbende. Hiervoor zijn aanvraagformulieren beschikbaar.

  • 2. Bij de aanvraag wordt, als er een ondertekend verslag van het gesprek aanwezig is, dit ondertekende verslag als aanvraagformulier beschouwd.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan een aanvraag ambtshalve worden ingediend als belanghebbende niet in staat is een aanvraag in te dienen en er sprake is van omstandigheden met een spoedeisend karakter.

HOOFDSTUK 5 BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN

PARAGRAAF 1 ALGEMENE REGELS

Artikel 9 Het maken van een afweging

  • 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

  • 2. Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

PARAGRAAF 2 DE TE BEREIKEN RESULTATEN

Artikel 10 Een schoon en leefbaar huis

  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 11 Wonen in een geschikt huis

  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.

  • 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. In een dergelijk geval kan een verhuiskostenvergoeding verstrekt worden.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Eveneens wordt geen voorziening verstrekt indien:

    • a.

      de noodzaak tot het treffen van een woonvoorziening het gevolg is van te verwachten levensloopomstandigheden en uit het oogpunt van het normale gebruik van de woning niet noodzakelijk was;

    • b.

      de noodzaak tot het treffen van een woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing en deze verhuizing uit het oogpunt van het normale gebruik van de woning niet noodzakelijk was en er geen andere belangrijke reden aanwezig was;

    • c.

      voor zover de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de slechte staat van de woning als gevolg van onvoldoende onderhoud en/of het niet uitvoeren van eenvoudige preventieve aanpassingen.

Artikel 12 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en neerzetten van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15 Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare collectieve rolvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 16 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare collectieve vervoersvoorziening of van collectief vraagafhankelijk vervoer die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 17 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

HOOFDSTUK 6 VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIELE TEGEMOETKOMING

PARAGRAAF 1 VERSTREKKING VAN VOORZIENINGEN

Artikel 18 Beperkingen

  • 1. Het college kent geen voorziening toe:

    • a.

      indien de voorziening voor de aanvrager als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt;

    • b.

      voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst compenserend aan te merken valt;

    • c.

      voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;

    • d.

      voor zover er op grond van enige andere wettelijke regeling of privaatrechtelijke overeenkomst inmiddels aanspraak op de voorziening kan worden gemaakt;

  • 2. het college kan de gevraagde voorziening weigeren c.q. niet in behandeling nemen als de aanvrager zijn verplichtingen zoals bedoeld in artikel 25 van deze verordening onvoldoende nakomt en het college daardoor het recht op of de noodzaak van de gevraagde voorziening niet kan vaststellen.

  • 3. Het college kan een voorziening verstrekken indien:

    • a.

      de aanvrager woonachtig is in de gemeente Beesel;

    • b.

      deze in overwegende mate is gericht op het individu;

    • c.

      deze langdurig noodzakelijk is, met uitzondering van het Huishoudelijk Werk;

    • d.

      deze volgens objectieve maatstaven als goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt.

Artikel 19 Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen ex artikel 2 lid 3 van deze verordening kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

PARAGRAAF 2 VERSTREKKING IN NATURA

Artikel 20 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:

    • a.

      welk resultaat met welke te treffen voorziening wordt bereikt;

    • b.

      wat de duur van de verstrekking is;

    • c.

      hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en

    • d.

      of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage en/of indien er sprake is van overeengekomen te behalen resultaten wordt dit in de beschikking opgenomen.

PARAGRAAF 3 VERSTREKKING ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 21 Overwegende bezwaren

In het Besluit legt het college vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 22 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

    • a.

      Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden;

    • b.

      Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen;

    • c.

      Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is, en

    • d.

      Welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college gaat na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De belanghebbende is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit, op verzoek van het college te verstrekken.

  • 4. Het gebleken overschot van het persoonsgebonden budget, wordt door het college teruggevorderd.

PARAGRAAF 4 VERSTREKKING ALS FINANCIELE TEGEMOETKOMING

Artikel 23 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

    • a.

      Voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

    • b.

      Wat de duur van de verstrekking is;

    • c.

      Of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld, en

    • d.

      Wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college gaat na of het toegekende bedrag als financiële tegemoetkoming besteed is aan het doel waarvoor het is toegekend. De belanghebbende is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit, op verzoek van het college te verstrekken.

  • 4. Niet of niet overeenkomstig de toekenning bestede middelen worden door het college teruggevorderd.

PARAGRAAF 5 EIGEN BIJDRAGE

Artikel 24 Eigen bijdrage

  • 1. Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage – eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

    • a.

      Een schoon en leefbaar huis;

    • b.

      Wonen in een geschikt huis;

    • c.

      Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    • d.

      Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    • e.

      Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    • f.

      Zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

    • g.

      Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    • h.

      De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2. Het college legt de omvang van de eigen bijdrage - eigen aandeel vast in de Financiële bijlage van het Besluit.

HOOFDSTUK 7 PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING

Artikel 25 Advisering en heronderzoek

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.

    • b.

      op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken. De aanvrager is verplicht gehoor te geven aan deze oproepen en mee te werken aan de onderzoeken.

  • 2. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

    • a.

      het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q. met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 6 is gevoerd;

    • b.

      het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 6 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden;

    • c.

      het college dat overigens gewenst of noodzakelijk vindt.

  • 3. Een aanvrager is verplicht aan het college of de adviesinstantie alle gegevens te verschaffen of te doen verschaffen, respectievelijk het college te informeren over alle feiten en omstandigheden, die van belang zijn voor de beoordeling van een recht op een voorziening.

  • 4. Bij een medische advisering wordt de systematiek zoals neergelegd in de Classification of Functions, Disabilities and Impairments, de z.g. C.F.- classificatie gebruikt.

  • 5. Het college is ambtshalve bevoegd te besluiten tot heronderzoek.

  • 6. Belanghebbende is verplicht aan het college of aan de adviesinstantie die door het college is aangewezen die gegevens te verschaffen die nodig zijn voor het heronderzoek.

Artikel 26 Wijziging situatie belanghebbende

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 27 Intrekking

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 3. De geheel of gedeeltelijke intrekking van het besluit zoals bedoeld in dit artikel werkt terug tot het tijdstip waarop de voorziening is verleend, tenzij bij intrekking anders is bepaald.

Artikel 28 Wijziging gemeentelijk beleid

  • 1. Het college kan een besluit tot het verstrekken van een voorziening als bedoeld in deze verordening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de belanghebbende wijzigen voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting verzetten.

  • 2. Alvorens een besluit wordt genomen als bedoeld in lid 1 van dit artikel vindt een gesprek plaats als bedoeld in artikel 6 van deze verordening op basis waarvan het college rekening houdende met alle feiten en omstandigheden een voorgenomen besluit neemt tot wijziging of intrekking van de verstrekte voorziening.

  • 3. Alvorens het college een besluit neemt, wordt belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven over het voorgenomen besluit.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen over de toepassing van de termijn als bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat per individueel geval een redelijke overgangstermijn kan worden vastgesteld.

Artikel 29 Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens

  • 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 31 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

Artikel 32 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beesel geldende bedragen verhogen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 33 Evaluatie

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt jaarlijks geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid in de praktijk.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2013.

  • 2. Met ingang van die datum wordt de verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Beesel 2010 ingetrokken.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen Wmo gemeente Beesel 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van Beesel in de openbare vergadering van 18 maart 2013.