Regeling vervallen per 31-12-2019

Beleidsregel Huisvestingsindicatie gemeente Berg en Dal 2018

Geldend van 13-06-2018 t/m 30-12-2019

Intitulé

Beleidsregel Huisvestingsindicatie gemeente Berg en Dal 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening gemeente Berg en Dal 2017;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregel Huisvestingsindicatie gemeente Berg en Dal 2018

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Gemeentewet, de Huisvestingswet 2014, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Huisvestingsverordening gemeente Berg en Dal 2017.

  • 2. Aanvrager: degene die een aanvraag doet voor een huisvestingsindicatie.

  • 3. Huisvestingsindicatie: hiermee wordt verwezen naar het begrip indicatie genoemd in de huisvestingsverordening, onder hoofdstuk 1, artikel 1.

Artikel 2. Algemene voorwaarden

  • 1. Levensloopgeschikte woningen zijn bedoeld voor mensen met een fysieke beperking, waarbij is vastgesteld dat zij als gevolg van de fysieke beperkingen zijn aangewezen op een woning als bedoeld in bijlage 2 van de huisvestingsverordening en waarbij tevens:

    • a.

      is vastgesteld dat verhuizing naar een woning als bedoeld in bijlage 2 van de huisvestingsverordening binnen een jaar noodzakelijk is, of

    • b.

      is vastgesteld dat de huidige woning niet meer passend/geschikt is voor de aanvrager met zijn/haar beperking dan wel niet meer redelijkerwijs passend/geschikt gemaakt kan worden.

  • 2. De richtlijnen waaraan de levensloopgeschikte woningen moeten voldoen zijn opgenomen in bijlage 2 van de Huisvestingsverordening.

Artikel 3. Werkwijze

  • 1. Op basis van persoonlijk gesprek wordt door de gemeente vastgesteld dat de aanvrager fysieke beperkingen heeft die gerelateerd zijn aan huisvesting en die verhuizing naar een levensloopgeschikte of rolstoelgeschikte woning rechtvaardigt;

  • 2. De gemeente verstrekt de huisvestingsindicatie middels een besluit/beschikking, waartegen op grond van de Awb een bezwaar kan worden ingediend;

  • 3. In geval van een afwijzing kan de aanvrager op grond van de Awb in bezwaar gaan bij de gemeente die het besluit heeft afgegeven;

  • 4. De huisvestingsindicatie wordt in de gehele woningmarktregio geaccepteerd;

  • 5. De aanvrager meldt zich zelf aan de hand van de huisvestingsindicatie bij betreffende corporatie, ter registratie;

  • 6. De huisvestingsindicatie wordt door de corporatie geactiveerd door registratie in Entree;

  • 7. De aanvrager reageert zelf op geschikte woningen;

  • 8. Na het accepteren van een woning vervalt de huisvestingsindicatie. Deze is dus éénmalig te gebruiken;

  • 9. Geen huisvestingsindicatie wordt verleend aan de aanvrager waarvan de woning is aangepast of aangepast had kunnen worden op grond van de Wmo en waarbij sindsdien geen sprake is van een wijziging in de situatie;

  • 10. Een huisvestingsindicatie is geldig voor de duur van 1 jaar, vanaf het moment van afgifte door de gemeente.

Artikel 4. Hardheidsclausule

Voor situaties waarin deze beleidsregel niet voorziet wordt verwezen naar de hardheidsclausule zoals opgenomen in artikel 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als de Beleidsregel Huisvestingsindicatie gemeente Berg en Dal 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 mei 2018.

De secretaris,

E.W.J. van der Velde

De burgemeester,

mr. M. Slinkman

Toelichting

In het kader van de Huisvestingsverordening dient de gemeente vast te stellen of een bewoner met voorrang recht heeft op een specifieke passende woning. Hiervoor kan de gemeente een huisvestingsindicatie afgeven aan de woningzoekenden, die vanwege de aard van hun fysieke beperking zijn aangewezen op een levensloopgeschikte of rolstoelgeschikte woonruimte, zoals aangegeven in bijlage 2 van de Huisvestingsverordening.

Uitgangspunt blijft dat mensen zoveel mogelijk zelfredzaam zijn, maar als mensen het niet meer (geheel) op eigen kracht redden kan er een beroep gedaan worden op de gemeente voor een huisvestingsindicatie. Met deze indicatie kan de woningzoekende met voorrang reageren op het aanbod van de corporaties. Hij moet dat wel zelf doen.