Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Gemeente Bergeijk 2011

Geldend van 05-10-2011 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Gemeente Bergeijk 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.   eigenaar:

      de natuurlijke of rechtspersoon die het recht heeft van eigendom opf een ander

      zakelijk recht, zoals recht op erfpacht of opstal, op een gemeentelijk monument;

b.   gemeentelijk monument: 

      een object, dat is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in de 

      “Erfgoedverordening gemeente Bergeijk 2011”;

c.   Monumentenwacht Noord-Brabant:

      een onafhankelijke stichting die inspecties uitvoert en adviezen verstrekt over de 

      aanpak van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden;

d.   onderhoudswerkzaamheden:

      werkzaamheden, niet zijnde reguliere onderhoudswerkzaamheden, die met het oog op het

      behoud van het monumentale karakter dienen om een beschermd gemeentelijk

      monument in stand te houden en die gericht zijn op het voorkomen van groot onderhoud

      en restauratie;

e.   restauratie:

      werkzaamheden die onderhoudswerkzaamheden te boven gaan en die voor herstel

      van het pand noodzakelijk zijn;

f.    subsidiabele kosten:

      alle kosten voor onderhoudswerkzaamheden en restauratie welke gemaakt worden

      tot behoud van het monument. Hier wordt in ieder geval onder verstaan:

      1. materiaalkosten;

      2. kosten van derden;

      3. gevorderde BTW, voor zover deze niet kan worden teruggevorderd;

g.   subsidieplafond: 

      het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar

      geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen

      subsidie krachtens deze verordening.

Artikel 2 Subsidieplafond

  • 1.

    De gemeenteraad stelt het subsidieplafond jaarlijks vast bij de behandeling van de gemeentebegroting, waarbij de subsidieverlening op basis van het vastgestelde subsidieplafond per 1 januari van het volgende jaar ingaat.

Artikel 3 Subsidiabele werkzaamheden

Voor subsidie in aanmerking komende werkzaamheden zijn:

  • 1.

    herstel van authentieke materialen aan buitengevels, daken, dakconstructies, schoorstenen, goten en waterafvoeren, vensters inclusief luiken, buitenkozijnen, buitendeuren, buitenramen en monumentale interieuronderdelen;

  • 2.

    constructieve en conserverende werkzaamheden aan oorspronkelijke buitengevels en funderingen;

  • 3.

    werkzaamheden ter bestrijding van houtaantastingen en daarmee samenhangende conserverende werkzaamheden;

  • 4.

    schilderwerk op oorspronkelijke onderdelen, doch enkel wanneer een bepaalde kleurstelling wordt voorgeschreven en de te gebruiken verf aantoonbaar duurder is, te weten ten minste 50% ten opzichte van standaardverf.

Artikel 4 Aanvragen van subsidie

  • 1.

    De aanvraag om subsidie moet schriftelijk worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van een door het college vastgesteld formulier. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een restauratie- en/of onderhoudsplan dat tenminste bestaat uit:a. een beschrijving van de technische staat van het gemeentelijk monument, bij voorkeur van de Monumentenwacht Noord-Brabant, waarin de gebreken aan het monument nauwkeurig vermeld staan;b. tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstel- en restauratiewerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;c. een op de onder sub a. bedoelde beschrijviong gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructie, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede de wijze van verwerking daarvan;d. een begroting van alle kosten van de restauratie, niet ouder dan 2 jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen.

  • 2.

    Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid, stelt het college de aanvrager in de gelegenheidom binnen 2 weken de ontbrekende gegevens en bescheiden te overleggen. Het college geeft aan welke aanvullende informatie wordt gewenst.

  • 3.

    In geval een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a. of sub f. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dient deze deel uit te maken van de subsidieaanvraag. Is dit niet het geval, dan is de aanvraag incompleet.

Artikel 5 Volgorde van behandeling

  • 1.

    Aanvragen worde op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

  • 2.

    In geval van een calamiteit kan het college van burgemeester en wethouders van het gestelde in het eerste lid afwijken.

  • 3.

    Aanvragen om subsidie waarover in verband met het bepaalde in artikel 2 niet positief kan worden beschikt, worden door burgemeester en wethouders voor dat betreffende jaar afgewezen. Deze aanvragen worden in het eerstvolgende jaar, waarvoor door de gemeenteraad een subsidieplafond is vastgesteld, op basis van de ooraspronkelijke ingediende volgorde met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 6 Beschikkingsprocedure

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt per aanvraag in redelijkheid vast welke kosten naar haar oordeel subsidiabel zijn. Zij laat zich daarbij in ieder geval leiden door de in artikel 4 lid 1 genoemde gegevens.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders neemt een besluit binnen 8 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in artikel 4, genoegzaam zijn aangevuld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de termijn genoemd in lid 2 van artikel 6 met ten hoogste 6 weken verlengen, mits het de aanvrager daarvan in kennis stelt binnen de termijn.

Artikel 7 Subsidietoekenning

  • 1.

    Op verzoek kan aan de eigenaar van een gemeentelijk monument door het college van burgemeester en wethouders een subsidie worden toegekend.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,-- per monument per jaar.

  • 3.

    De door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele kosten bedragen per aanvraag minimaal € 1.000,--. Wanneer de subsidiabele kosten lager zijn, wordt de subsidieaanvraag niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kent slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 2 vastgestelde middelen toereikend zijn.

Artikel 8 Weigeringsgrond

Subsidie wordt geweigerd indien:

a. met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen voordat de subsidieaanvraag door 

    het college van burgemeester en wethouders is beslist;

b. de kosten van de werkzaamheden op grond van een verzekering worden gedekt;

c. het kosten betreft van arbeid gemaakt bij zelfwerkzaamheid;

d. het kosten betreft die uitsluitend, dan wel in overwegende mate, gemaakt worden voor de

    verbetering van het wooncomfort;

e. de eigenaar een slechte staat van onderhoud van het monument te verwijten valt.

Artikel 9 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    Binnen één jaar na toekenning van de subsidie moet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn aangevangen.

  • 2.

    De aanvang van het werk moet ten minste één week van tevoren schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders worden gemeld.

  • 3.

    De werkzaamheden moeten binnen 2 jaar na toekenning van de subsidie zijn voltooid.

Artikel 10 Gereedmelding en definitieve subsidievaststelling

  • 1.

    De voltooiing van de werkzaamheden dient door de eigenaar schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders te worden medegedeeld.

  • 2.

    De subsidie wordt definitief vastgesteld aan de hand van de door de aanvrager in te dienen financiële eindverantwoording.

Artikel 11 Uitbetaling subsidie

Uitbetaling van de subsidie geschiedt binnen 4 weken nadat:

a. de voltooiing van de werkzaamheden is medegedeeld;

b. de onder sub a bedoelde werkzaamheden door of namens het college van

    burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

c. alle rekening en betalingsbewijzen met betrekking tot de onder sub a bedoelde

    werkzaamheden zijn overlegd en door of namens het college van burgemeester

    en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Artikel 12 Bijzondere omstandigheden

Indien bijzondere omstandigheden tot gevolg zouden hebben dat onverkorte toepassing van dit besluit tot onredelijke resultaten zou leiden, kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 13 Onvolledige informatie

Indien bij controle blijkt dat de eigenaar onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt, of de voorschriften, vastgesteld krachtens deze verordening niet nakomt en/of afwijkt van het herstel- en/of restauratieplan waarop de subsidietoekenning is gebaseerd, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten om niet dan wel tot gedeeltelijke betaling over te gaan.

Artikel 14 Abonnement Monumentenwacht Noord-Brabant

  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument dat voorkomt op de gemeentelijke monumentenlijst kan een vergoeding worden toegekend van de kosten verbonden aan een abonnement en een tweejaarlijkse controle van het monument door de Monumentenwacht Noord-Brabant, mits:a. een rekening wordt overlegd;b. gelijktijdig met de rekening het inspectierapport van het betreffende monument aan gemeente wordt overleg.

  • 2.

    De stukken moeten worden ingediend voor het einde voor het einde van het jaar waarop het abonnement betrekking heeft.

  • 3.

    Zowel de abonnementskosten als de kosten voor de inspectie worden voor 100% vergoed.

Artikel 15 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Bergeijk 2011".