Beleidsregel uitstallingen gemeente Bergen

Geldend van 13-08-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel uitstallingen gemeente Bergen

Het college van Bergen;

Gelezen het voorstel van de afdeling VROM van 25 februari 2009 en de conclusies en aanbevelingen van de projectgroep Integrale Beleidsontwikkeling Bergen zoals verwoord in het onderzoeksrapport ‘Uitstallen doe je zo!’;

Gelezen de Inspraaknota Uitstallingenbeleid gemeente Bergen van 24 juni 2009;

Gelet op artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bergen 2009;

Overwegende dat het de taak is van de gemeente als locale overheid te zorgen voor een veilige openbare ruimte en een aantrekkelijk levendig straatbeeld passend bij het karakter van de gemeente Bergen;

Besluit:

Vast te stellen de Beleidsregel Uitstallingen Gemeente Bergen.

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1.1 Bergen

    Het totale grondgebied van de gemeente Bergen.

  • 1.2 Uitstallingen

    Eenvoudige handmatig verplaatsbare objecten op de weg zoals verkoopwaren, reclameborden en plantenbakken niet zijnde winkelwagens en terrasbenodigdheden zoals tafels en stoelen.

  • 1.3 Reclameborden

    Beschreven of beplakte borden met tekst en/of afbeelding waarop geen verkoopwaren zijn bevestigd ten behoeve van het winkelassortiment

  • 1.4 Uitstallingenstrook

    Het terrein waarop over de gehele breedte van het pand van de desbetreffende ondernemer uitstallingen mogen worden geplaatst. Dit met inachtneming van de in de artikelen 2 tot en met 13 opgenomen beperkingen.

  • 1.5 Voorgevel

    De gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

Artikel 2 Uitstallingenstrook

  • 2.1 Uitstalling pand niet zijnde hoekpand

    Uitstallingen mogen over de gehele breedte van het winkelpand worden geplaatst met een maximum van 100 centimeter gemeten vanuit de voorgevel. Uitstallingen bevinden zich binnen het verlengde van de zijgevels van het winkelpand.

  • 2.2a Uitstalling hoekpanden, twee zijden

    Naast het in artikel 2.1 gestelde geldt voor hoekpanden aanvullend dat indien beide gevels ten behoeve van uitstallen worden benut, vanaf de hoek van de gevelzijden minimaal een ruimte van 200 centimeter dient te worden vrijgehouden.

  • 2.2b Uitstalling hoekpanden, één zijde

    Indien bij een hoekpand ten behoeve van uitstallingen niet van beide zijden gebruik wordt gemaakt gelden de bepalingen zoals opgenomen in artikel 2.1.

  • 2.3a Uitstalling rijbaanzijde met uitstallen voorgevel

    Naast het in artikel 2.1 en 2.2. gestelde is het per winkelpand mogelijk aan de rijbaanzijde maximaal 0,5 m2 te gebruiken ten behoeve van uitstallingen. Voor een dergelijke uitstalling geldt, dat deze zich binnen een strook van 300 cm bevindt, gemeten vanaf de entree van de winkel.

  • 2.3b Uitstalling rijbaanzijde zonder uitstallen voorgevel

    Indien de bouwkundige technische uitvoering van de voorgevel aan deze zijde géén uitstalling mogelijk maakt is het toegestaan aan de rijbaanzijde maximaal 2,0 m2 te gebruiken ten behoeve van uitstallingen met inachtneming van de overige bepalingen.

    De uitstalstrook dient zich binnen het verlengde van de voorgevel te bevinden.

  • 2.4. Uitstalling parkeervak

    Naast het in artikel 2.1 en 2.2. gestelde is het per winkelpand mogelijk indien parkeervakken aanwezig zijn deze ruimten ten behoeve van uitstallingen te benutten indien de desbetreffende straat voor autoverkeer is afgesloten. Het gebruik van parkeervakken is alleen toegestaan voor vakken die in het verlengde van de voorgevel zijn gesitueerd. Met het gebruik van parkeervakken vervallen de uitstalmogelijkheden onder 2.3.

Artikel 3 Markering

In afwijking van het in artikel 2 gestelde, dienen, daar waar speciale wegmarkering is aangebracht, uitstallingen zich uitsluitend te bevinden binnen deze markeringen.

Artikel 4 Toegankelijkheid

  • 4.1 Toegang eigen winkelpand

    De toegangspaden tot de ingang van het pand en tot eventuele nooduitgangen dienen over de volle deurbreedte geheel vrij gehouden te worden. Wanneer er sprake is van een deur van minder dan 120 centimeter breed, dan dient minimaal 120 centimeter vrijgehouden te worden.

  • 4.2 Toegang belendende percelen

    Toegang tot naast- en bovenliggende woningen, instellingen en bedrijven dient over de volle deurbreedte te worden vrijgehouden.

  • 4.3 Toegang overige objecten

    Ondergrondse of bovengrondse brandkranen en elektriciteitsvoorzieningen dienen binnen een straal van 200 centimeter rondom het object te worden vrijgehouden.

  • 4.4 Toegang nood- en hulpdiensten

    Ten behoeve van nood- en hulpdiensten is een permanente doorgang van 350 centimeter doorrijdbreedte en 420 centimeter doorrijdhoogte noodzakelijk. Uitstalling binnen deze ruimte is niet toegestaan.

  • 4.5 Toegang trottoir

    De beschikbare trottoirruimte dient te allen tijd minimaal 120 centimeter te bedragen. Daarnaast moeten trottoiropgangen altijd toegankelijk zijn.

  • 4.6 Openbaar groen

    Het is niet toegestaan bomen en groenvoorzieningen te gebruiken ten behoeve van uitstallingen.

Artikel 5 Afrekenpunt

Het verkopen via een tijdelijk of permanent extern afrekenpunt is niet toegestaan.

Artikel 6 Reclameborden

Ondernemers mogen maximaal 1 reclamebord op de uitstallingenstrook voor hun eigen pand plaatsen.

Hoekpanden mogen ten behoeve van minder gunstig gesitueerde andere panden naast hun eigen reclamebord 1 gastbord plaatsen, waarop slechts reclame voor deze minder gunstig gesitueerde panden mag worden gemaakt.

Artikel 7 Verkoopwaren

Verkoopwaren mogen onbeperkt worden geplaatst, met uitzondering van de in artikel 8 genoemde zaken.

Voor etenswaren geldt een minimale hoogte van 50 centimeter boven het grondoppervlak.

Artikel 8 Verankering

Een uitstalling mag op geen enkele wijze permanent in, op of aan de ondergrond worden verankerd.

Artikel 9 Terrassen

Deze beleidsregel is niet van toepassing op terrassen.

Artikel 10 Tijden

De uitstallingen worden gekoppeld aan de Winkeltijdenwet. Dit betekent dat uitstallingen alleen buiten mogen worden geplaatst op het tijdstip dat de winkel geopend is.

Artikel 11 Bijzondere omstandigheden

Een winkeluitstalling dient onmiddellijk te worden verwijderd of verplaatst:

  • -

    op last van de politie, de brandweer of medewerkers van de gemeente;

  • -

    als dat nodig is in verband met werkzaamheden aan de openbare weg;

  • -

    als dat nodig is in verband met werkzaamheden aan of langs de gevel;

  • -

    als dat nodig is in verband met evenementen

De met verwijdering of verplaatsing mogelijk verbonden kosten zijn voor rekening van de desbetreffende ondernemer.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Wanneer de toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, of inbreuk op de veiligheid, kan het college afwijken van de regeling.

Artikel 13 Handhaving

Toezicht en naleving van de opgenomen beleidsregels vindt plaats conform de Uitvoeringsnota Handhaving gemeente Bergen, zoals vastgesteld op 31 oktober 2006.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking 8 dagen na publicatie.

Artikel 16 Duur/Geldigheid

Deze beleidsregel is geldig voor onbepaalde tijd.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Uitstallingen Gemeente Bergen".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Bergen op 30 juni 2009.
de secretaris, de burgemeester,
R.Groninger H. Hafkamp

Nota-toelichting

Toelichting ‘Beleidsregel Uitstallingen Gemeente Bergen`

Artikel 1 Begripsomschrijving

Het uitstallingenbeleid voor de gemeente Bergen is gebaseerd op het versterken van de economische potentie van de winkelkernen, het aantrekkelijk maken en houden voor zowel dagelijks als recreatief winkelaanbod en het waarborgen van de openbare veiligheid.

Naast uitstallingen ten behoeve van detailhandel kent Bergen binnen haar gemeentegrenzen ook enkele locaties waarop agrarische producten worden aangeboden. Deze vallen niet onder deze beleidsregel. Dergelijke verkoop vindt plaats op eigen grond.

Artikel 2 Uitstallingenstrook

In principe mag een ondernemer over de hele breedte van zijn pand uitstallingen plaatsen tot 1 meter vanuit de gevel. Er dient rekening te worden gehouden met de doorgang voor de hulpdiensten, zie tevens toelichting artikel 4 Toegankelijkheid.

Het is in principe alleen toegestaan voorwerpen te stallen voor het eigen winkelpand en binnen het verlengde van de zijgevels van het desbetreffende perceel.

Het is een ondernemer toegestaan maximaal een oppervlak van 0.5m2 aan de rijbaanzijde te benutten voor uitstallingen mits deze niet in strijd is met de nadere eisen in artikel 4. De uitstalling aan de rijbaanzijde dient zich tevens te bevinden in een denkbeeldige strook van 300 centimeter gemeten vanuit de toegang tot aan de rijbaanzijde.

Voor winkels waar de technische uitvoering van de hoofdgevel geen uitstalmogelijkheden biedt aan de gevelzijde wordt de uitstalmogelijkheid aan de rijbaanzijde vergroot tot 2 m2 met inachtneming van de overige bepalingen. Dit heeft vooral betrekking op winkelpanden waarbij de voorgevel uitsluitend uit toegangsdeuren bestaat.

Indien het winkelpand een hoekpand betreft, bestaat er voor het desbetreffende pand twee mogelijkheden. De keuze is aan de ondernemer of aan beide zijden uitstallingen worden geplaatst of slechts aan één zijde.

Bij het plaatsen van uitstallingen aan beide gevelzijden wordt in het kader van de verkeersveiligheid een vrije ruimte in acht genomen van 2 meter gemeten van de hoek van de gevel van het betreffende perceel.

Bij het plaatsen van uitstallingen aan slechts één gevel gelden de algemene voorschriften.

Indien een winkel aangrenzende parkeerruimte heeft, mag deze parkeerruimte worden benut ten behoeve van uitstallingen indien de desbetreffende straat voor autoverkeer is afgesloten.

Luifels, andere overkappingen, hangende objecten aan de gevel e.d. vallen niet onder het uitstallingenbeleid. Het uitstallingenbeleid gaat alleen over het plaatsen van objecten op de (openbare) weg/grond.

Aan de maximale hoogte van uitstallingen worden géén nadere eisen gesteld.

Artikel 3 Markering

In enkele kernen is voor de uitstallingen een speciale markering gebruikt. Deze markering is onder andere terug te vinden in Schoorl. Daar waar deze wegmarkering is aangebracht dienen uitstallingen zich binnen deze markering te bevinden.

Bij het ontbreken van markeringen gelden de voorschriften zoals opgenomen in artikel 2.

Het is de intentie van de gemeente Bergen op termijn in alle kernen te komen tot een heldere markering van de uitstallingen.

Artikel 4 Toegankelijkheid

Voorwerpen mogen tot maximaal één meter uit de gevel worden geplaatst, waarbij de minimale obstakelvrije trottoirruimte 120 centimeter bedraagt.

Het hanteren van 120 centimeter is gebaseerd op het minimale profiel van vrije ruimte voor een blinde of slechtziende met taststok. Het hanteren van de vrije ruimte voor rolstoelgebruikers, 150 centimeter, wordt niet aangehouden. Het minimale profiel voor rolstoelgebruikers maakt voor een aantal kernen uitstallen onmogelijk. Om die reden is van deze maat afgezien.

Doorgang voor rolstoelgebruikers is met het hanteren van 120 centimeter wel gewaarborgd. Voor het keren is de gehanteerde maat niet altijd afdoende, maar hierbij wordt uitgegaan van mogelijkheden voor keren met een rolstoel buiten de uitstallingenstrook om.

Toegangsdeuren tot overige objecten moeten ten behoeve van nood- en hulpdiensten tot aan de rijbaanzijde vrij van uitstallingen te zijn.

Artikel 5 Afrekenpunt

Directe verkoop vanuit de uitstalling is niet gewenst. Het afrekenen van uitgestalde verkoopwaar dient altijd binnen het desbetreffende winkelpand plaats te vinden.

Artikel 6 Reclameborden

Het aantal toegestane reclameborden wordt op 1 gesteld. Hoekpanden mogen ten behoeve van minder gunstig gesitueerde andere panden naast hun eigen reclamebord 1 gastbord plaatsen, waarop slechts reclame van deze minder gunstig gesitueerde panden wordt gemaakt.

Gerealiseerd wordt, dat bepaalde minder gunstig gesitueerde panden de mogelijkheid hebben om op een andere locatie dan voor hun eigen pand een reclame/verwijsbord te plaatsen.

Voor het plaatsen van reclameborden voor tijdelijke acties en evenementen buiten de uitstallingenstrook geldt een ander regime.

Artikel 7 Verkoopwaren

Naast de voorschriften zoals opgenomen in de beleidsregels is voor de verkoopwaren onverminderd de Warenwet van toepassing.

Artikel 8 Verankering

De uitstalling mag ook geen schade, overlast of gevaar opleveren voor derden. De uitstalling moet ook windvast worden opgesteld. Tijdelijke maatregelen die hieraan een bijdrage leveren zijn toegestaan. Het permanent verankeren van uitstallingen is altijd verboden.

Artikel 9 Terrassen

Terrassen en benodigdheden vallen buiten de werking van deze beleidsregel.

Artikel 10 Tijden

De uitstallingen zijn gekoppeld aan de Winkeltijdenwet. Dit betekent uitstallingen slechts mogelijk zijn gelijktijdig met de opening van de betreffende winkel.

Artikel 11 Bijzondere omstandigheden

In het geval dat de openbare veiligheid in het geding komt, kan op last van het bevoegd gezag de ondernemer worden verzocht de winkeluitstalling te verwijderen of verplaatsen.

In het geval van evenementen, mogen op de locaties waar de kramen staan geen uitstallingen worden geplaatst. Zo blijft de doorgang voor hulpdiensten gewaarborgd.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Wanneer de toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van zwaarwegende aard, of inbreuk op de veiligheid, kan het college afwijken van de regeling.

Artikel 12 biedt de mogelijkheid in te springen op onvoorziene uitzonderlijke omstandigheden. Wanneer deze omstandigheden nopen tot wijziging van het beleid kan daartoe alsnog worden overgegaan.

Artikel 13 Handhaving

Voor naleving van de gestelde beleidsregels wordt voor handhaving gebruik gemaakt van de Uitvoeringsnota handhaving Bergen. Deze nota is vastgesteld door het college.