Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Berkelland 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Berkelland 2016

Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Berkelland 2016

algemeen/begrippen

Bij parkeren voor gehandicapten moet onderscheid gemaakt worden tussen de gehandicaptenparkeerkaart, de algemene gehandicaptenparkeerplaats en de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

De gehandicaptenparkeerkaart geeft de houder ervan enkele bijzondere rechten voor het gebruik van parkeervoorzieningen, waaronder het recht te parkeren op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen.

De gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats bestemd voor het voertuig, waarvan het kenteken op een onderbord is vermeld.

Beoogd effect

Het beoogde effect van dit beleid is dat beleid wordt vastgesteld voor wat betreft

  • o

    het toekennen van gehandicaptenparkeerkaarten en;

  • o

    het toekennen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen;

  • o

    oneigenlijk gebruik van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen tegen te gaan.

Op grond van de inherente uitzonderingsbevoegdheid op beleid (4:84 Awb) kan worden afgeweken van het beleid.

1.1. Aanleiding

Omdat er steeds meer vragen komen voor gehandicaptenparkeerkaarten en gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen is er behoefte ontstaan aan handvatten in de vorm van (hernieuwd) beleid.

1.2. Probleemstelling

We zien een toename in het aantal aanvragen voor gehandicaptenparkeerkaarten en vervolgens voor gehandicaptenparkeerplaatsen. De drempel om een parkeerkaart en later een parkeerplaats aan te vragen is laag. Verder is er wat onduidelijkheid over het aanleggen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Door de toenemende parkeerdruk ontstaat er een spanningsveld tussen het algemeen belang en het individuele belang van de gehandicapte die graag een gereserveerde parkeerplaats wil.

1.3. Doelstelling formuleren beleid gehandicaptenparkeerplaatsen

  • ·

    Handvat bij verzoeken voor gehandicaptenparkeerplaatsen en (tot aanleg of verwijdering) van gehandicaptenparkeerplaatsen.

  • ·

    Motivering bij beschikkingen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • ·

    Rechtszekerheid voor de burger.

2. Gehandicaptenparkeerkaart

2.1. Juridisch kader

Om een algemene gehandicaptenparkeerplaats te kunnen gebruiken of een eigen gehandicaptenparkeerplaats te kunnen aanvragen, moet de aanvrager in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart. Gemeenten kunnen geen eigen criteria stellen voor de toewijzing en de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten.

2.1.1. Regeling Gehandicaptenparkeerkaart

De wettelijke regels over het verstrekken en het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart zijn opgenomen in

  • -

    de artikelen 49 tot en met 55 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: het BABW),

  • -

    de artikelen 85 en 86 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) en

  • -

    de Ministeriële Regeling Gehandicaptenparkeerkaart d.d. 2 juli 2001 (hierna: Regeling Gehandicaptenparkeerkaart).

2.1.2. Gehandicaptenparkeervoorziening

Tot de gehandicaptenparkeervoorzieningen worden gerekend:

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (GPK-B)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (GPK-P)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor één persoon als bestuurder én passagier (GPK-P/B)

  • -

    een (op kenteken) gemarkeerde parkeerplaats voor gehandicapten (GPP)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen (GPK-I)

De gemeente is verplicht bij de afhandeling van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeervoorziening een geneeskundig onderzoek te laten verrichten door de GGD of een aangewezen deskundige.

De gemeente vraagt medisch advies bij nieuwe aanvragen en bij herbeoordeling en eventueel bij verlenging.

Gehandicaptenvoorzieningen zijn nodig voor auto’s en brommobielen. Voor een gehandicaptenvoertuig is geen gehandicaptenparkeerkaart of gemarkeerde gehandicaptenparkeerplaats (GPP) nodig. Deze voertuigen mogen op de stoep geparkeerd worden.

2.1.3. Parkeerkaarten B en P

De meeste aanvragen betreffen:

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (GPK-B)

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (GPK-P)

Voor zowel bestuurders als passagiers die voor een gehandicaptenparkeerkaart in aanmerking menen te komen, geldt dat de aanvrager ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking moet hebben van langdurige aard. Onder 'van langdurige aard' wordt verstaan: ten minste zes maanden, waar het tijdsbeslag van de afhandelingsprocedure nog moet worden bijgeteld.

De criteria voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart voor zowel bestuurder als passagier staan in de regeling Gehandicaptenparkeerkaart. Een combinatie van beide kaarten is mogelijk (GPK-P/B).

2.2.1. Aanvraag

Inwoners van de gemeente Berkelland kunnen:

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (B) aanvragen als ze met een loophulpmiddel minder dan 100 meter kunnen lopen

  • -

    een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (P) aanvragen als ze met een loophulpmiddel minder dan 100 meter kunnen lopen en continue afhankelijk zijn van begeleiding van deur tot deur.

Voor de beoordeling is een geneeskundig onderzoek nodig door een arts van een onafhankelijke advies instantie.

Voor de afhandeling van de aanvraag, heeft de Publiekswinkel nodig:

  • -

    een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier (kan via een e-dienst)

  • -

    één recente pasfoto (pas als de aanvraag is toegekend)

2.2.2. Medisch advies

De medische noodzakelijkheid wordt vastgesteld door een keuringsarts, volgens het 'Protocol gehandicaptenparkeervoorzieningen' van de Vereniging van Indicerende en adviserende artsen.

2.2.3. Verlenging

De gehandicaptenparkeerkaart is geldig voor de duur van vijf jaren of korter als de verwachting bestaat dat de gehandicapte daar korter voor in aanmerking komt.

De houder van de gehandicaptenparkeerkaart dient zelf voor een tijdige aanvraag van een nieuwe kaart zorg te dragen.

Om tijdig over een geldige kaart te beschikken kan maximaal drie maanden voor het verlopen van de geldigheidsduur van een gehandicaptenparkeerkaart een aanvraag tot verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart worden ingediend.

Alvorens een nieuwe kaart wordt afgegeven vindt er weer een geneeskundig onderzoek plaats, tenzij het college van oordeel is dat de aanvrager nog aan de criteria voldoet om voor die kaart in aanmerking te komen.

Conform artikel 2 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart zal het college van herkeuring afzien als het ziektebeeld permanent is.

2.2.4. Besluit

Voor het toekennen van een gehandicaptenparkeerkaart is mandaat gegeven aan behandelend ambtenaar.

Alvorens een besluit wordt genomen moet, als er een medisch advies is uitgebracht, worden beoordeeld of die adviezen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Een besluit tot afwijzing wordt alleen aan de aanvrager bekendgemaakt. Wanneer op de aanvraag positief wordt beslist wordt vervolgens een kaart verstrekt.

De aanvrager die het met de inhoud van het hem toegezonden besluit niet eens is, kan daartegen bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift.

2 .2.5. Kosten

Met ingang van 1 januari 2016 worden de kosten die aan een gehandicaptenparkeerkaart verbonden zijn deels doorberekend, te weten € 50,--. De kosten betreffen indien nodig het geneeskundig onderzoek door een onafhankelijke adviesinstantie of een intern dossieronderzoek en de kosten voor de kaart. Deze kosten worden deels in rekening gebracht bij de aanvrager.

De kosten zijn vermeld in de (jaarlijks vastgestelde) legesverordening.

2.2.6 . Oneigenlijk gebruik

In de praktijk blijkt dat gehandicaptenparkeerkaarten regelmatig gestolen en misbruikt worden wat schade voor zowel de gedupeerde kaarthouder als de maatschappij oplevert. Om oneigenlijk gebruik van de gehandicaptenparkeerkaarten te voorkomen worden deze geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).

3. Gehandicaptenparkeerplaatsen

3.1. Juridisch kader

Het toewijzen en realiseren van parkeerplaatsen voor gehandicapten (zowel gereserveerde als algemene gehandicaptenparkeerplaatsen) valt volledig onder het eigen gemeentelijk beleid en heeft geen grondslag in landelijke wetgeving. Een dergelijk gemeentelijk beleid moet wel zijn vastgelegd, openbaar zijn gemaakt en door burgers zijn in te zien.

3.1.1. Verkeersbesluit

Voor het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats moet behalve een wegmarkering ook een paal met een verkeersbord (model E6, aangevuld met een onderbord op kenteken indien het een gereserveerde parkeerplaats betreft) worden geplaatst. Uit artikel 12 van het BABW volgt dat aan een dergelijke handeling een verkeersbesluit ten grondslag moet liggen.

De bevoegdheid tot het nemen van een dergelijk verkeersbesluit ligt ingevolge artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet (hierna WVW) bij de gemeenteraad, voor zover het betreft verkeer op wegen die niet onder het beheer van het Rijk of van een provincie of waterschap vallen. Op grond van het bepaalde in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 worden verkeersbesluiten genomen door burgemeester en wethouders.

Mandaat is gegeven aan de behandelende ambtenaar betreffende verkeersbesluiten voor de aanleg en het opheffen van zowel algemene als gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen.

Bij het verkeersbesluit dient een situatietekening te worden gevoegd waarop exact is aangegeven waar de gehandicaptenparkeerplaats zal worden aangelegd. Een verkeersbesluit wordt gepubliceerd in Berkelbericht en 6 weken ter inzage gelegd. Tegen dit besluit kan binnen 6 weken na publicatie bezwaar worden gemaakt door belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders.

Met de uitvoering wordt begonnen zodra het verkeersbesluit is gepubliceerd.

Voor het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats dient opnieuw een verkeersbesluit te worden genomen voor juridische juistheid en het bijhouden van een actuele stand van zaken in een beheerssysteem.

3.1.2. Uitvoering

De vormgeving van de gehandicaptenparkeerplaats zal zoveel mogelijk plaatsvinden conform de landelijke gangbare richtlijnen van het ASVV 2004 (publicatie van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, hierna: CROW).

De precieze vormgeving en afmeting is echter ook afhankelijk van de situatie ter plaatse, zoals bijvoorbeeld de breedte van het trottoir en het type parkeren (langs-, haaks-, of schuin parkeren).

Indien nodig voor de herkenbaarheid van de gehandicaptenparkeerplaats zal deze worden gemarkeerd door middel van een bord, Model E6 en een markering van doorgetrokken strepen en een kruis.

Voor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt een onderbord met kentekenvermelding onder het E6 bord toegevoegd.

Uitvoering ligt bij de afdeling Gemeentewerken.

5. Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats die speciaal voor het voertuig van een gehandicapte bewoner is gereserveerd. Bij de parkeerplaats wordt door middel van een (onder)bord het kenteken van het voertuig vermeld, zodat duidelijk is dat de plaats alleen bestemd is voor de auto met het vermelde kenteken.

De gehandicaptenparkeerplaats wordt in principe op een bestaande parkeerplaats zo dicht mogelijk bij de woning aangewezen. Als het bijvoorbeeld eigen terrein van een verzorgings- of verpleeghuis betreft, kan de gemeente hier geen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats toekennen. Dit kan wel als het gaat om gemeentegrond. Uitzondering hierop vormt een verzoek voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats die met toestemming of een verklaring van “geen bezwaar” van de eigenaar van het eigen terrein wordt aangevraagd.

5.1. Beleid gemeente Berkelland

5.1.1. Aanvraag

Een inwoner die in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart B (bestuurder) (zie hoofdstuk 2) kan een aanvraag indienen voor de aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. De houder van een gehandicaptenparkeerkaart P kan geen aanvraag indienen, omdat een passagier voor de woning kan uitstappen, waarna de bestuurder de auto parkeert. Aanvrager komt in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als hij/zij aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • -

    in het bezit zijn van de gehandicaptenparkeerkaart B (Bestuurderskaart), die voor minimaal een jaar is afgegeven en nog minimaal 1 jaar geldig is;

  • -

    beschikt niet over eigen parkeergelegenheid op eigen terrein, zoals bijvoorbeeld oprit, carport of garage of parkeren op eigen terrein is wel mogelijk echter gezien de betreffende handicap ongeschikt;

  • -

    beschikt over een geldig rijbewijs;

  • -

    beschikt over een eigen auto blijkens een kentekenbewijs op naam van de aanvrager of leasecontract op naam van de aanvrager;

  • -

    de parkeerdruk in de omgeving van de woning is zodanig dat de auto regelmatig op meer dan 100 meter van de woning geparkeerd moet worden;

  • -

    de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer komt door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats niet in het gedrang (de politie wordt per individueel geval om advies gevraagd);

De aanvrager kan zich wenden tot de Publiekswinkel om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aan te vragen.

De Publiekswinkel controleert of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet en verzorgt een beslissing op de aanvraag.

Informatie over de woning/omgeving en de parkeerdruk wordt ingewonnen via Dorpswachten. Een verkeerskundig advies wordt ingewonnen bij Gemeentewerken.

5.1.3. Beoordeling parkeerdruk

Bij twijfel of er voldoende sprake is van parkeerdruk om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats te rechtvaardigen zullen de dorpswachten onderzoek doen.

Er zal door hen meerdere keren (verschil tussen werkdagen en weekend) en op meerdere momenten op de dag geteld worden. Zo wordt snel duidelijk of de resultaten zijn beïnvloed door toevalsfactoren.

Bij de tellingen wordt rekening gehouden met omgevingsfactoren, zoals de aanwezigheid van winkels, scholen of andere publiekstrekkende voorzieningen. Ook wordt rekening gehouden met veranderingen in de parkeerdruk door bijvoorbeeld (grote) evenementen en wegwerkzaamheden. In de schoolvakanties wordt niet geteld.

Indien in een straal van 100 meter van de woning de bezetting > 50% is, kan de plaats worden toegewezen (mits voldaan is aan de andere voorwaarden).

5.1.4. Besluit

Besluiten op verzoeken om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats worden, genomen door het college van burgemeester en wethouders. Mandaat is gegeven aan de behandelende ambtenaar.

Alvorens een besluit wordt genomen moet worden beoordeeld of de adviezen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Een besluit tot toekenning of afwijzing wordt per brief aan de aanvrager bekendgemaakt.

De aanvrager die het met de inhoud van het hem toegezonden besluit niet eens is, kan daartegen bezwaar maken door het indienen van een, aan het college van burgemeester en wethouders gericht, bezwaarschrift.

5.1.5. Verkeersbesluit

Wanneer op de aanvraag positief wordt beslist dient vervolgens een verkeersbesluit te worden genomen. Dit is vereist voor de plaatsing van het verkeersteken bord E6. Ook de verwijdering van dat bord dient te geschieden krachtens een verkeersbesluit.

De aanvrager is in de brief (zie paragraaf 5.1.3. en zie bijlage) gewezen op de mogelijkheid dat, behalve hijzelf, ook derden tegen het verkeersbesluit bezwaar kunnen maken.

Het verkeersbesluit wordt gepubliceerd in Berkelbericht, de gemeentelijke website en ter inzage gelegd. Tegen het openbaar gemaakte verkeersbesluit kan aanvrager bezwaar maken; derden kunnen alleen bezwaar maken, als hun belang rechtstreeks bij dat besluit is betrokken.

5.1.6. Wijzigingen

In de volgende gevallen dient de houder van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats onmiddellijk schriftelijk melding te doen bij de afdeling Publiekswinkel, met betrekking tot het opzeggen of wijzigen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats:

  • -

    als de gehandicapte niet langer voldoet aan de criteria voor het toekennen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;

  • -

    als er sprake is van verhuizing;

  • -

    als het kenteken van het voertuig is gewijzigd.

Indien het kenteken wijzigt dient de gehandicapte hiervan tevens melding te doen bij de politie ter voorkoming van het krijgen van een proces-verbaal tijdens de overgangsfase (het kenteken van het motorvoertuig komt niet overeen met het vermelde kenteken op het onderbord).

5.1.7. Verwijdering van de gehandicaptenparkeerplaats

De gehandicaptenparkeerkaart is geldig voor de duur van vijf jaren of korter als de verwachting bestaat dat de gehandicapte daar korter voor in aanmerking komt.

Alleen als een gehandicaptenparkeerkaart-B voor minimaal een jaar is afgegeven kan een aanvrager in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

De houder van de gehandicaptenparkeerkaart dient zelf voor een tijdige aanvraag van een nieuwe kaart zorg te dragen. Indien geen nieuwe kaart meer wordt afgegeven, heeft dat ook consequenties voor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. In dat geval zal de gehandicaptenparkeerplaats worden verwijderd na het nemen van het betreffende verkeersbesluit. Dat geldt ook bij verhuizingen of overlijden.

5.1.8. Kosten

Voor de aanvraag en aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats brengt de gemeente vanaf 1 januari 2016 kosten in rekening.

De kosten voor de aanvraag en aanleg worden gedeeltelijk in rekening gebracht en zijn per 1 januari 2016 € 250,-- per aanvraag (inclusief de eerste keer aanbrengen van een onderbord).

Bij het vervangen van het onderbord met kentekenvermelding wordt € 75,- berekend.

Er zal een jaarlijkse prijsindexering plaatsvinden. De kosten zijn opgenomen in de (jaarlijks vastgestelde) legesverordening.

5.2.2. Inherente uitz onderingsbevoegdheid op beleid (4:84 Awb)

In enkele gevallen is een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor een houder van een gehandicaptenparkeerkaart-P zeer terecht. Het belang van de gehandicapte (integratie) weegt in dat geval zwaarder dan het doel dat door dit beleid gediend wordt (leefbaarheid buurt). Het gaat bijvoorbeeld om een ernstig gehandicapt kind dat niet alleen gelaten kan worden om de auto even te parkeren. Het kind heeft een gehandicaptenkaart voor passagier en er is een parkeerplaats gereserveerd voor de auto van de ouder(s). Bij de beoordeling van de aanvraag zal ook het betreffende Voormekaarteam worden betrokken als de aanvrager bij hen bekend is

6. Vaststelling, evaluatie, inwerkingtreding en aanhaling

6.3. Inwerkingtreding

Het beleid treedt in werking op 1 januari 2016.

6.4. Aanhaling

Dit beleid kan aangehaald worden als “Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Berkelland 2016”.