Regeling vervallen per 01-04-2023

Verordening seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.

Geldend van 10-02-2010 t/m 31-03-2023

Intitulé

Verordening seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.

Raadsvergadering : 27 januari 2010

Agendanummer : 7 B

De raad van de gemeente Berkelland;

gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 17 december 2009;

gelet op artikel 151a van de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie bestuurlijk domein;

overwegende dat het aanbeveling verdient regels te stellen in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, in het belang van de verkeersvrijheid en verkeersveiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.

HOOFDSTUK 1. Begripsbepalingen

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • 1.

    prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

  • 2.

    prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

  • 3.

    seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

  • 4.

    escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

  • 5.

    sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;

  • 6.

    exploitant: de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen;

  • 7.

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent in een seksinrichting of escortbedrijf;

  • 8.

    bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:

  • 9.

    de exploitant;

  • 10.

    de beheerder;

  • 11

    de prostituee;

  • 12

    het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is;

  • 13

    toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6.2;

  • 14

    andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

Artikel 1:2 Bevoegd bestuursorgaan

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of, voorzover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.

Artikel 1:3 Nadere regels

Met het oog op de in artikel 3:2 genoemde belangen, kan het college over de uitoefening de bevoegdheden in deze verordening nadere regels vaststellen.

HOOFDSTUK 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke

Artikel 2:1 Seksinrichtingen

1) Het is verboden een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan.

2) In de aanvraag om vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld:

  • 1.

    de persoonsgegevens van de exploitant;

  • 2.

    de persoonsgegevens van de beheerder; en

  • 3.

    de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf.

Artikel 2:2 Gedragseisen exploitant en beheerder

De exploitant en de beheerder:

staat niet onder curatele en is niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij;

is niet in enig opzicht van slecht levensgedrag; en

heeft de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt.

Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:

met toepassing van de artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld;

binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;

binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:

bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;

de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;

de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;

de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;

de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;

de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:

vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan 375 euro bedraagt;

een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.

De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt:

bij de weigering van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning;

bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.

De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.

Artikel 2:3 Sluitingstijden

Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben en daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 02.00 en 06.00 uur.

Het bevoegd orgaan kan voor een afzonderlijke seksinrichting andere sluitingstijden vaststellen.

Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te bevinden gedurende de tijd dat die seksinrichting krachtens het eerste lid of tweede lid gesloten dient te zijn.

Het in het eerste tot en met derde lid bepaalde geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften.

Artikel 2:4 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting

Met het oog op de in artikel 3:2, tweede lid, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:

tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:4, eerste of tweede lid, geldende sluitingsuren vaststellen;

van een afzonderlijke seksinrichting al dan niet tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen.

Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, maakt het bevoegd bestuursorgaan het in het eerste lid bedoelde besluit openbaar bekend overeenkomstig artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2:5 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder

Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de ingevolge artikel 2:1 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is.

De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe te zien dat in de seksinrichting:

geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie;

geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

Artikel 2:6 Straatprostitutie

Het is verboden, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken:

op of aan andere dan door het college aangewezen wegen of gebieden;

gedurende andere dan door het college vastgestelde tijden.

Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door politieambtenaren het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.

Met het oog op de in artikel 3:2 tweede lid, genoemde belangen kan door politieambtenaren aan personen die zich bevinden op de wegen en tijden bedoeld in het eerste lid, het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.

De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:2 tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.

De burgemeester beperkt het in het vierde lid genoemde verbod indien dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is.

Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod als bedoeld in het vierde lid.

Artikel 2:7 Sekswinkels

Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.

Artikel 2:8 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke

Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:

indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt;

anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels.

Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

HOOFDSTUK 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden

Artikel 3:1 Beslissingstermijn

Het bevoegd bestuursorgaan neemt het besluit op de aanvraag om vergunning bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

Het bevoegd bestuursorgaan kan zijn besluit voor ten hoogste twaalf weken verdagen.

Artikel 3:2 Weigeringsgronden

De vergunning bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, wordt geweigerd indien:

de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 2:2 gestelde eisen;

de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan;

er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

Een vergunning bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, kan worden geweigerd:

in het belang van de openbare orde;

in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

in het belang van het woon- en leefklimaat;

in het belang van de veiligheid van personen of goederen;

in het belang van de verkeersvrijheid en verkeersveiligheid;

in het belang van de gezondheid of zedelijkheid;

in het belang van de arbeidsomstandigheden van de prostituee.

HOOFDSTUK 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer

Artikel 4:1 Beëindiging exploitatie

De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel 2:1 op de vergunning vermelde exploitant, de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd.

Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.

Artikel 4:2 Wijziging beheer

Indien een beheerder als bedoeld in artikel 2:1, tweede lid, onder b, het beheer in de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd, geeft de exploitant daarvan binnen een week na de feitelijke beëindiging van het beheer schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan.

Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:2, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.

In afwachting van het besluit bedoeld in het tweede lid, kan het beheer worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder zodra de exploitant een aanvraag als bedoeld in het tweede lid heeft ingediend, totdat over de aanvraag is besloten.

Hoofdstuk 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5:1 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 5:2 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de door het college of de burgemeester aangewezen toezichthouders belast.

Artikel 5:3 Binnentreden woningen

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Dit alleen wanneer het gaat om de handhaving van voorschriften die in deze verordening staan.

Artikel 5:4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt acht dagen na bekendmaking in werking.

Artikel 5:5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
27 januari 2010
de griffier, de voorzitter,