Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening welzijnssubsidies Bernheze 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening welzijnssubsidies Bernheze 2012

De raad van de gemeene Bernheze;

gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011;

gezien het advies van de commissie Maatschappelijke Zaken van 28 november 2011;

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening welzijnssubsidies gemeente Bernheze 2012

 

 

de geconsoliseerde tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave:Hoofdstuk 1: Algemene bepalingenTitel 1: Inleidende bepalingenTitel 2: De subsidieverleningTitel 3: De subsidievaststellingTitel 4: Intrekking, wijziging en beëindigingTitel 5: Betaling en terugvorderingHoofdstuk 2: Bijzondere bepalingenTitel 1: Inleidende bepalingenTitel 2: DonatiesTitel 3: Subsidies vrijwilligers- en zelforganisatiesTitel 4: BudgetsubsidiesTitel 5: ProjectsubsidiesHoofdstuk 3: Overgangs- en slotbepalingenToelichting bij de Verordening welzijnssubsidies 2012AlgemeenArtikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:1. Subsidie: de aanspraak op financiële middelen door het college van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Bemheze (hierna aangeduidt als 'college') verstrekt met het oog opbepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverdezaken of diensten.2. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvlak ten hoogste beschikbaar isvoor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaalde post van de gemeentebegroting.

Artikel 2

Het college kan subsidies verstrekken voor zover:-een organisatie en/of activiteit een bijdrage levert aan de reaUsering van het welzijnsbeleidvan de gemeente Bemheze;-de activiteiten geheel of gedeelteHjk ten goede komen aan inwoners van de gemeenteBemheze;-er een aantoonbaar financiële noodzaak bestaat voor subsidie.

Artikel 3

  • 1 Bij wettehjk voorschrift of beleidsregel kunnen de activiteiten waarvoor subsidie kan wordenverstrekt nader worden bepaald, alsmede andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.

  • 2 Eveneens bij wettehjk voorschrift of beleidsregel kunnen regels worden vastgesteld met betrekkingtot de aan subsidieverlening te verbinden verplichtingen.

Artikel 4

Het college verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift, tenzij het een subsidiebetreft: ^1. in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogsteeenjaar;2. in incidentele gevallen, mits de subsidie voor ten hoogste vier jaar wordt verstrekt.

Artikel 5

  • 1 Voor zover bij wettelijk voorschrift niet is voorzien in de verdeling van de beschikbare geldenkan het college omtrent die verdeling beleidsregels vaststellen.

  • 2 Het college houdt daarbij rekening met;a. de te verwachten effectiviteit van de subsidie;b. het tijdstip waarop de subsidie uitelijk moet worden aangevraagd.

Artikel 6

  • 1 Het college maakt het subsidieplafond, met eht vaststellen van de begroting door de Gemeenteraadbepaald, bekend voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het beschikbaar is.

  • 2 Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld enwordt zonodig gewezen op de mogelijkheid van verlaging van het plafond en de gevolgendaarvan voor de reeds ingediende aanvragen.

Hoofdstuk 1 Titel 2 Subsidieverlening

Artikel 7

  • 1 1. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald kan het college een aanvraag tot subsidieverleninginwiligen, indien de aanvraag is ingediend voor de aanvang van de activiteit of de afloopvan het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

  • 2 2. De beschikking tot subsidieverlening bevat:a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en, indien nodig,de vermelding dat deze omschrijving later kan worden uitgewerkt; of, in geval van donaties,een omschrijving van de waardering van de persoon of organisatie op basis waarvande donatie wordt verstrekt;b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedragwaarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

Artikel 8

Als de subsidie wordt verleend in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelenwordt in de beschikking tot subsidieverlening het tijdvak vermeld waarvoor de subsidie wordtverleend.

Artikel 9

Een subsidie kan niet worden verleend onder de voorwaarde dat uitsluitend het college of uitsluitendde aanvrager een bepaalde handeling verricht, tenzij het de voorwaarde betreft dat:a. de aanvrager medewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoeringvan de beschikking tot subsidieverlening, ofb. de aanvrager aantoont dat een gebeurtenis, niet zijnde een handeling van het college ofde aanvrager, heeft plaatsgevonden.

Artikel 10

  • 1 Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteldof goedgekeurd, kan het voorbehoud worden gemaakt dat voldoende financiële middelenbeschikbaar worden gesteld.

  • 2 Het voorbehoud vervalt, indien het college daarop niet binnen vier weken na vaststelling ofgoedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan.

  • 3 Het beroep op het voorbehoud geschiedt bij een subsidie voor een activiteit die door hetcollege ook in het voorgaande begrotingsjaar werd gesubsidieerd door een intrekking wegensveranderde omstandigheden. In andere gevallen geschiedt het beroep op het voorbehouddoor een intrekking overeenkomstig artikel 19.

Artikel 11

  • 1 Het college weigert een subsidie als bedoeld onder Hoofdstuk 2, titel 2 tot tot en met  4 indiende aanvrager niet is aan te merken als een rechtspersoon.

  • 2 Het college weigert een subsidie die op een wettelijk voorschrift berust indien het subsidieplafondbij verstrekking zou worden overschreden.

  • 3 Het college weigert een rechtspersoon of een natuurlijk persoon subsidie indien zijn activiteitenniet zijn gericht op de gemeente Bemheze of aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenenvan de gemeente.

  • 4 Het college kan een subsidie weigeren indien gegronde vrees bestaat dat:a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;b. de aanvrager in strijd is met de aan de beschikking tot subsidieverlening verbondenvoorschriften zal handelen;c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrentde verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten voor zoverdeze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 5 Het college kan een subsidie voorts weigeren indien de aanvrager:a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekkingvan deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebbengeleid, ofb. failliet  is of in surseance van betaling verkeert, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbankis ingediend.

Artikel 12

  • 1 Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten.

  • 2 Tenzij bij wettelijke voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegenverzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteitente verrichten waarvoor de subsidie is verleend. Tevens kan in een overeenkomst eenminimale prestatie overeen worden gekomen.

Artikel 13

  • 1 Het college kan aan een beschikking tot subsidieverlening voorschriften verbinden.

  • 2 De voorschiften kunnen onder meer verplichtingen bevatten met betrekking tot:

    a. de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    b. de administratie van aan de activiteit verbonden uitgaven en inkomsten;c. de voor het vaststellen van de subsidie te verstrekken gegevens en bescheiden;d. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor een derde;e. de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3 Voorschriften inhoudende verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doelvan de subsidie kunnen aan de beschikking worden verbonden indien en voor zover dezebetrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteitwordt verricht.

  • 4 De voorschriften kunnen na de subsidieverlening worden uitgewerkt voor zover de beschikkingtot subsidieverlening dit vermeldt.

Hoofdstuk 1 Titel 3 De subsidievaststelling

Artikel 14

  • 1 De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraakop betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig Titel 5.

  • 2 Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststellingeen aanduiding van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt. De artikelen8, 11, vierde lid, en 13, tweede lid onder e, en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15

  • 1 Het college stelt de subsidie vast na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor desubsidie is verleend.

  • 2 Degene aan wie subsidie is verleend dient hiertoe een aanvraag in.

  • 3 De aanvraag wordt, indien bij wettelijk voorschrift geen termijn is bepaald, ingediend binnen een bij de beschikking tot subsidieverlening bepaalde termijn.

  • 4 Indien de aanvraag niet of niet tijdig wordt ingediend, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld,

  • 5 Het college kan catergorieën van subsidiesof subsdieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

Artikel 16

  • 1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie geeft aan of de activiteiten hebben plaatsgevondenovereenkomstig de subsidieverlening, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteitenwordt vastgesteld.

  • 2 Voorts wordt bij de aanvraag rekening en verantwoording afgelegd omtrent de aan de activiteitverbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidievan belang zijn.

Artikel 17

Vaststelling van de subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan verlening van de subsidieindien:a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden,dan wel die niet tot de vooraf overeengekomen prestaties hebben geleid of zullen leidenb. de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;c. de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;d. de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ingediend.

Hoofdstuk 1 Titel 4 Intrekking, wijziging en beëindiging

Artikel 18

  • 1 De subsidieontvanger doet direct melding aan het college, zodra aannemelijk is dat deactiviteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verrichtof dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingenzal worden voldaan.

  • 2 De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoorsubsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverleningverbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kurmen worden nagekomen;d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoonvan de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 19

Het college kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening ondermeer intrekken often nadele van de ontvanger wijzigen indien;a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevondenof zullen plaatsvinden, dan wel die niet tot de vooraf overeengekomen prestaties hebbengeleid;b. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekkingvan juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking tot subsidieverlening zouhebben geleid;c. met toepassing van artikel 10, derde hd, tweede volzin, een beroep wordt gedaan op hetvoorbehoud dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 20

  • 1 Het college kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvangerwijzigen:a. Op grond van feiten en omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijsniet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstigde subsidieverlening had kuimen worden vastgesteld;b. Indien de subsidieontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidievaststellingverbonden voorschriften.

  • 2 De subsidievaststelling kan vijf jaar na bekendmaking niet meer worden gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 21

Wet BIBOBHet college kan voor subsidies binnen door de raad vast te steUen beleidsterreinen of onderdelendaarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kanworden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wetbevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 1 Titel 5 Betaling en terugvordering

Artikel 22

  • 1 De subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald.

  • 2 De subsidie wordt binnen vier weken an de subsidievaststelling betaald, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is betaald.

Artikel 23

De subsidie kan in gedeelten worden betaald.

Artikel 24

  • 1 Het college ka nde subsidieontvanger voorschotten verlenen.

  • 2 Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het bedrag van de subsidie.

Artikel 25

De verplichting tot betaling van de subsidie of een voorschot wordt opgeschort indien het collegehet voornemen bekend heeft gemaakt de subsidieverlening- of vaststelling ten nadele van desubsidieontvanger in te trekken of te wijzigen.

Artikel 26

Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of voorschot kan worden teruggevorderd tot vijfjaarna de subsidievaststelling of de intrekking of wijziging daarvan.

Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen

Afdeling Titel 1 Inleidende bepalingen

Artikel 27

  • 1 Subsidie wordt per boekjaar of incidenteel c.q. per project verleend.

  • 2 Bij wettelijk voorschrift kan worden bepaald dat de subsidie voor een bepaald aantal boekjaren kan worden verleend.

  • 3 Een boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 28

  • 1 Subsidievormen binnen het gevoerde systeem zijn:a. donaties;b. subsidies vrijwilligers- en zelforganisaties;c. budgetsubsidies, end. projectsubsidies.

  • 2 De subsidievormen onder a, b en c sluiten elkaar uit, in die zin dat subsidieontvangers slechts op een van deze manieren subsidie kunnen ontvangen.

  • 3 Projectsubsidies kunnen worden aangevraagd naast een andere subsidievorm of afzonderlijk.

Artikel 29

  • 1 De Gemeenteraad stelt, onverminderd artikel 1, tweede lid, een subsidieplafond vast, gespecificeerd naar de desbetreffende subsidievormen en daarin te onderscheidingen clusters van vergelijkbare organisaties.

  • 2 Het subsidieplafond geldt voor het tijdvak van het desbetreffende kalenderjaar.

Artikel 30

Indien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden geeft het college onverminderd hetbepaalde bij of krachtens de artikelen 3 en 5 bij de verdeling van de beschikbare bedragen dieaanvragen voorrang, waarvan de inwillging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:a. van meer belang is voor het beleid waarvoor het college verantwoordelijkheid draagt, enb. meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Hoofdstuk 1 Titel 2 Donaties

Artikel 31

  • 1 Donaties drukken een waardering uit voor het loutere bestaan van een rechtspersoon en zijn activiteiten.

  • 2 Zowel vrijwillersorganisaties als professionele instellingen kunnen voor subsidiëring in de vorm van donaties in aanmerking komen.

  • 3 Een donatie kan jaarlijks worden toegekend, maar ook eenmalig.

  • 4 De hoogte van een donatie kan gerelateerd woren aan een bedrag per inwoner.

  • 5 Een donatie bedraagt in principe niet meer dan € 250,00. Het college kan hiervan afwijken.

Hoofdstuk 1 Titel 3 Subsidies vrijwillers- en zelforganisaties

Artikel 32

  • 1 Vrijwilligers- en zelforganisaties die voor subsidie in aanmerking kurmen komen wordenvermeld in clusters van vergelijkbare organisaties, opgenomen in een door de Gemeenteraadvast te stellen lijst.

  • 2 Is de vrijwillers- of zelforganisatie uniek in haar soort, dan komt zij op een afzonderlijke lijst,

  • 3 Ter bepaling van de in het eerste lid bedoelde vergelijkbaarheid wordt gelet op de activiteitmaar ook op de (meer)waarde voor de gemeente Bemheze en haar ingezetenen. Laatstbedoelde(meer)waarde wordt bij de vaststelling van de lijst zoveel mogelijk bepaald aan dehand van beleidsprioriteiten.

Artikel 33

  • 1 Subsidies aan vrijwillers- en zelforganisaties worden per boekjaar verstrekt.

  • 2 De subsdie wordt aangevraagd voor een periode van telkens drie jaar en wel uiterlijk 1 juli voor de aanvang van de driejaarlijkse periode.

Artikel 34

  • 1 a. een inhoudelijke en financieel verslag over het jaar t-1, waarbij het jaar t het jaar van deaanvraag betreft;b. voor zover van toepassing een ledenlijst van de (jeugd)leden per 1 januari van het jaarvan de aanvraag, zijnde 1 januari van het jaar t;

  • 2 Onder een jeugedlid als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt verstaan een persoon die op 1 januari van het jaar van aanvraag, jaar t, niet ouder is dan 18 jaar.

  • 3 Een ledenlijst als bedoeld in het eerste lid, onder b, bestaat uit een opgave van de familienaam,de eerste voorletter, het adres, de postcode, de woonplaats en de geboortedatum vanhet desbetreffende lid. Tevens wordt aangegeven het bedrag van de contributie en welke activiteit/functie biimen de vereniging wordt verricht/bekleed.

  • 4 De ledenlijst wordt voor waar ondertekend door de voorzitter, secretaris en penningmeester.

Artikel 35

Indien de hoogte van het subsidiebedrag afhangt van een (jeugd)ledenaantal en dit aantal wijktop 1 januari vanjaar t+1 en/of jaar t+2 10% of meer af van het aantal bepaald op 1 januari vanjaar t, dan brengt de vrijwilligers- of zelforganisatie de gemeente hiervan uiterlijk op 1 juli vandatzelfde jaar uit eigen beweging op de hoogte. Het subsidiebedrag zal voor respectievelijk jaartwee en/of drie van de driejaarhjkse periode aangepast worden met als uitgangspunt het nieuweaantal (jeugd)leden.In geval het aantal (jeugd)leden op 1 januari vanjaar t+1 en/of jaar t+2 minder dan 10% afwijktvan het aantal bepaald op 1 januari vanjaar t, dan staat het de vrijwilHgers- of zelforganisatie vrijde gemeente hiervan uit eigen beweging op de hoogte te brengen, eveneens uiterlijk op 1 julivanjaar t. Het subsidiebedrag zal voor respectievehjk jaar twee en/of drie van de driejaarlijkseperiode aangepast worden met als uitgangspunt het nieuwe aantal (jeugd)leden.

Artikel 36

Het college beslist uiterlijk 6 weken voor aanvang van het boekjaar, met het vaststellen van de gemeentelijke begroting op de aanvraag voor subsidie aan vrijwillegers- en zelforganisaties.

Artikel 37

  • 1 De vrijwilligers- en zelforganisaties die voor subsidie in aanmerking komen wordt een vastbedrag per instelling, bedrag per lid, bedrag per jeugdlid, bedrag per inwoner, bedrag perinwoner in de desbetreffende woonkern, bedrag per peuter dan wel bedrag per lid van eenbepaalde doelgroep verstrekt.

  • 2 Onder (jeugd)leden als bedoeld in lid 1 worden personen verstaan die feitlijk deelnemenaan de kernactiviteiten van de insteUing dan wel actief zijn als bestuurder of kaderlid, afkomstigzijn uit de gemeente Bemheze conform de omschrijving in hd 3 en een redehjke eigenbijdrage verschuldigd zijn een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 3 Onder (jeugd)leden als bedoeld in Hd 1 worden personen verstaan die feiteijk deelnemenaan de kernactiviteiten van de instelling dan wel actief zijn als bestuurder of kaderlid, afkomstigzijn uit de gemeente Bemheze conform de omschrijving in hd 3 en een redehjke eigenbijdrage verschuldigd zijn een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 4 Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt bepaald in door het college vast te stellen beleidsregelsen zal zijn gerelateerd aan het type activiteit en de daaraan verbonden kosten, aande mogelijkheden tot het verwerven van eigen inkomsten en de eigen bijdrage van leden/deelnemers. Ook de waarde van het desbetreffende cluster voor de gemeente Bemhezeen haar ingezetenen ofwel de positie van het cluster binnen het gemeentelijk welzijnsbeleidspeek een rol.

  • 5 Per cluster worden bij voorkeur vaste bedrage nper indicator vastgesteld.

Artikel 38

Bij het wettelijk voorschrift of de beleidsregel als bedoeld in artikel kan de verplichting wordenuitgewerkt, dat de subsidieontvanger zelf in een eigen bijdrage of aanvullende inkomsten voorziet.

Artikel 39

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde devoor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichting, alsmede de betalingenen de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende 5 jaren bewaard.

  • 3 Door of vanwege het college kan te allen tijde inzage worden verlangd in de onder lid 1 bedoelde administratie

Artikel 40

  • 1   De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen 8 weken na afloop van het boekjaar waarvoor subsidie is verleend ingediend.

     

     

     

  • 2 Het college beslist binnen 6 weken op de aanvraag tot vaststelling van de subsdie.

Hoofdstuk 1 Titel 4 Budgetsubsidies

Artikel 41

  • 1 Budgetsubsidies zijn subsidies waarbij meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld aan de te verstrekken subsidie.

  • 2 Budgetsubsidies kunnen voor een bepaald aantal boekjaren worden verleend.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde activiteiten en of prestaties wordne in een op de duur van de verleningsbeschikking afgestemde overeenkomst als bedoeld in artikel 12 vastgelegd.

  • 4 Professionele instellingen en in voorkomende gevallen vrijwilligers- en zelforganisaties voorkomendop een door de gemeenteraad vast te stellen en zonodig jaarlijks voor 15 novemberte actualiseren lijst, kuimen voor budgetsubsidiëring in aanmerking kom.en. De lijst wordtzoveel als mogelijk bepaald aan de hand van de beleidsprioriteiten van de gemeenteraad enlettend op de aard, omvang en kwaliteit van de te verrichten activiteiten en/of prestatie.

Artikel 42

De aanvraag voor een budgetsubsidie wordt uiterlijk 1 februari van het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd ingediend.

Artikel 43

  • 1 De aanvraag van de subsidie gaat in ieder geval vergezeld van:a. een activiteitenplan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefteis, enb. een begroting, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet vanbelang is.

  • 2 Indien de aanvrager beschikt over een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 46, vermeldt de aanvraag de omvang daarvan.

  • 3 Op verzoek wordt tevens een rekening van de uitgaven en inkomsten, de balans, een accountantsverklaring,alsmede overige aanvullende gegevens overgelegd.Voor zover de aanvrager van een budgetsubsidie voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidieheeft aangevraagd bij een of meer ander bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in deaanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van dieaanvraag of aanvragen.

Artikel 44

Het activiteitenplan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagden de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personeleen materiele middelen.

Artikel 45

  • 1 De begroting behelst een overzicht van de voor het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagdgeraamde inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voor zover deze betrekking hebbenop de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2 Tenzij voor de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft nog niet eerder subsidieword verstrekt, behelst de begroting een vergelijking met de begroting van het lopende tijdvaken de gerealiseerde inkomsten en utgaven van het tijdvak, vooraigaand aan het lopendetijdvak.

Artikel 46

Het college besist uiterlijk 6 weken voor aanvang van het tijdvak, met het vaststellen van degemeentelijke begroting, op de aanvraag voor budgetsubsidie.

Artikel 47

  • 1 In de te verstrekken subsidiebudgetten kan een vast en een flexibel deel worden opgenomen.

  • 2 Het flexibel deel is een vast percentage van het budget waarvoor vernieuwende of beleidsintensiverendeactiviteiten ondernomen moeten worden. De invulling en besteding van datflexibel deel van de subsidie gebeurt in overleg tussen de gemeente en de subsidieontvanger.

Artikel 47

  • 1 In de te verstrekken subsidiebudgetten kan een vast en een flexibel deel worden opgenomen.

  • 2 Het flexibel deel is een vast percentage van het budget waarvoor vernieuwende of beleidsintensiverendeactiviteiten ondernomen moeten worden. De invuUing en besteding van datflexibel deel van de subsidie gebeurt in overleg tussen de gemeente en de subsidieontvanger.

Artikel 48

De artikelen 38 en 39 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 49

  • 1 Tenzij bij beschikking of uitvoeringsovereenkomst anders is bepaald vormt de subsidieontvangereen egalisatiereserve van niet meer dan 10 procent van de laatstelijk voor het desbetreffendetijdvak verstrekte subsidie.

  • 2 De toevoeging per subsidietijdvak aan de egaHsatiereserve bedraagt, tenzij bij beschikking ofuitvoeringsovereenkomst anders is bepaald, niet meer dan 5 procent van de voor het desbetreffendetijdvak verstrekte subsidie.

Artikel 50

Indien het college subsidie verstrekt voor activiteiten die mede door ander bestuursorganen wordengesubsidieerd, kan het college afwijken van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidieverbonden verplichtingen, voor zovera. dit wenselijk is met het oog op een goede afetemming met de door die andere bestuursorganenopgelegde verplichtingen, enb. daardoor het belang met het oog waarop die verplichtingen zijn opgelegd, niet onevenredigwordt geschaad.

Artikel 51

Burgemeester en wethouders wijzen een of meer toezichthouders aan die zijn belast met hettoezicht op de naleving van de aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplchtingen.

Artikel 52 Nieuw Artikel

  • 1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen 3 maanden na afloop van het tijdvakwaarvoor subsidie is verleend ingediend.

  • 2 Het college beslist binnen 3 maanden op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 53

  • 1 De aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag.

  • 2 Indien de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verphcht is tot het opstellen vaneenjaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of indiendit bij de subsidieverlening is bepaald, legt hij in plaats van het financieel verslag de jaarrekeningover, onverminderd artikel 16, tweede lid.

Artikel 54

Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werdverleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen eneen toelichting op de verschillen.

Hoofdstuk 1 Titel 5 Projectsubsidies

Artikel 55

  • 1 Het college kan projectsubsidies verstrekken voor bijzondere activiteiten.

  • 2 Projectsubsidies kunnen worden aangevraagd door natuurlijke en rechtspersonen.

  • 3 Projectsubsidies zijn in principe eenmalig. Zij kunnen ook voor een bepaald aantal boekjaren worden verleend.

Artikel 56

Het subsidieplafond voor projectsubsidies wordt per kalenderjaar vastgesteld.

Artikel 57

De aanvraag voor een projectsubsidie kan op elk moment worden ingediend.

Artikel 58

  • 1 De aanvraag omvat in ieder geval:a. een omschrijving van de activiteiten en de daarmee beoogde doelstellingen, enb. een overzicht van de aan de activiteiten verbonden begrote inkomsten en uitgaven vande aanvrager.

  • 2 Voor zover de aanvrager van een projectsubsidie voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidieheeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededelingin de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordelingvan die aanvraag of aanvragen.

Artikel 59 Nieuw Artikel

Het college beslist uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanvraag tot verlening of afwijzing van de projectsubsidie.

Artikel 60 Nieuw Artikel

De artikelen 38 en 39, eerste lid en 48 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 61 Nieuw Artikel

  • 1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen 3 maanden na afloop van de activiteiten waarvoro subsidie is verleend ingediend.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 54.

Artikel 62

Het college besluit binnen 3 maanden op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 63

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 64

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012

  • 2 De Verordening Welzijnsubsidies gemeente Bernheze 2011 zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 27 mei 2010 komt hiermee te vervallen.

Artikel 65

Deze vordening wordt aangehaald als: "Verordening welzijnsubsidies Bernheze 2012".

 

 

Ondertekening

Aldus vaststeld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van 15 december 2011
 
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,                                                                            de voorzitter,
 
J.H.M. van der Oever                                                         dr. A.J.W. Boelhouwer