Mandaat- en aanwijzingsbesluit directeur publieke gezondheid voor toezicht en handhaving op de naleving van de regels tijdelijke wet maatregelen Covid-19 door de kinderopvang

Geldend van 12-02-2021 t/m heden

Intitulé

Mandaat- en aanwijzingsbesluit directeur publieke gezondheid voor toezicht en handhaving op de naleving van de regels tijdelijke wet maatregelen Covid-19 door de kinderopvang

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Bladel,

ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,

Overwegende dat op 1 december 2020 de Wet publieke gezondheid is uitgebreid met tijdelijke bepalingen ten behoeve van de bestrijding van de Covid-19 epidemie.

In het nieuwe artikel 58r onder hoofdstuk Va zijn voor het toezicht en handhaving daarop de relevante artikelen uit de Wet kinderopvang van toepassing verklaard. Hierdoor is geregeld dat de directeur Publieke Gezondheid van de GGD toezicht houdt op de naleving van de maatregelen bij kindercentra, gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang.

In het nieuwe artikel 58n onder hoofdstuk Va wordt aangegeven dat de burgemeester bevoegd is bevelen te geven indien door een gedraging of activiteit in of vanuit een besloten plaats, niet zijnde een woning, een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het virus SARS-CoV-2 ontstaat.

Om te kunnen handelen op deze wijzigingen in de wet, dient er mandaat te worden verleend aan de directeur publieke gezondheid van de GGD.

Gelet op

- artikel 1.61 van de Wet Kinderopvang,

- artikel 58n van de Wet publieke gezondheid,

- artikel 58r van de Wet publieke gezondheid,

- artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

vast te stellen het mandaat- en aanwijzingsbesluit Directeur Publieke Gezondheid GGD Brabant-Zuidoost

op

- artikel 1.61 van de Wet Kinderopvang,

- artikel 58n van de Wet publieke gezondheid,

- artikel 58r van de Wet publieke gezondheid,

- artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

vast te stellen:

het mandaat- en aanwijzingsbesluit Directeur Publieke Gezondheid GGD Brabant-Zuidoost

Artikel 1

Het college van burgemeester en wethouders besluit:

1. De directeur publieke gezondheid van de GGD per direct aan te wijzen als toezichthouder zoals bedoeld in artikel 1.61 van de Wet Kinderopvang voor zover dit toezicht ziet op de naleving van de bij of krachtens hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid gestelde regels in de kinderopvang, gelet op artikel 58r, vijfde lid, van die wet.

2. De directeur publieke gezondheidszorg toe te staan om in zijn plaats één of meerdere medewerkers te machtigen om onder verantwoordelijkheid van de directeur publieke gezondheidszorg op te treden als toezichthouder in het kader van de Wet kinderopvang en de Wet publieke gezondheid, voor zover het toezicht op de naleving betreft van de bij of krachtens hoofdstuk Va van die wet gestelde regels in de kinderopvang.

Artikel 2

De burgemeester van de gemeente Bladel besluit:

1. De directeur publieke gezondheid mandaat te verlenen om bevelen te geven die nodig zijn voor de beëindiging van een gedraging of activiteit in of vanuit een kindercentrum, indien door die gedraging of activiteit een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van Covid-19 ontstaat, een en ander binnen de kaders van artikel 58n Wet publieke gezondheid.

2. De directeur publieke gezondheidszorg toe te staan om in zijn plaats één of meerdere medewerkers te machtigen om onder verantwoordelijkheid van de directeur publieke gezondheidszorg bevelen te geven die nodig zijn voor de beëindiging van een gedraging of activiteit in of vanuit een kindercentrum, indien door die gedraging of activiteit een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het virus SARS-CoV-2 ontstaat, een en ander binnen de kaders van artikel 58n Wet publieke gezondheid.

3. Stukken die uitgaan bij de uitoefening van deze gemandateerde bevoegdheid tot het opleggen van dit bevel dienen ondertekend te worden namens de burgemeester van gemeente Bladel.

Artikel 3

Voor de toepassing van dit mandaatbesluit wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

Machtiging om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die geen besluit of geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 4

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘mandaatbesluit Directeur Publieke Gezondheid GGD Brabant-Zuidoost’.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de eerstvolgende dag nadat het op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel in de vergadering van 19 januari 2021.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris, drs. E.L.C.M. Mol

De burgemeester, ir. R.P.G. Bosma