Verordening VAC Bloemendaal 2010

a. complex huurwoningen : meer dan twee bij elkaar gelegen of geprojecteerde huurwoningen van één eigenaar;

b. complex koopwoningen : meer dan twee bij elkaar geprojecteerde koopwoningen die tegelijkertijd of vrijwel tegelijkertijd door één eigenaar of projectontwikkelaar te koop worden aangeboden;

c. openbaar gebouw : een openbaar toegankelijk gebouw ten dienste van het publiek;

d. Commissie : de VAC Bloemendaal, Adviescommissie voor de Woningbouw en Woonomgeving.

1. a. De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders (en via hen opdrachtgevers) van advies te dienen over aangelegenheden met betrekking tot te bouwen complexen huurwoningen en te bouwen complexen koopwoningen, alsmede splitsing en renovatie van complexen huurwoningen (onder meer groot onderhoud en woningverbetering), hierna ook te noemen : woningen.

• b.

  De commissie heeft voorts tot taak advies aan burgemeester en wethouders uit te brengen omtrent bouw- , splitsings- en renovatieplannen voor openbare gebouwen.

• c.

  De commissie behartigt de belangen van de woonconsumenten en gebruikers van openbare gebouwen vanuit de visie van de gebruiker en stelt zich tot doel het bevorderen van de gebruikskwaliteit van woningen, openbare gebouwen en woonomgeving.

• d.

  De commissie toetst de gebruikskwaliteit van woningen, woonomgeving en openbare gebouwen aan criteria, welke, voor zover van toepassing, luiden als volgt: toekomstwaarde, duurzaamheid, verkeers- en sociale veiligheid, toegankelijkheid, flexibel gebruik, energiezuinig wonen en bouwen, voldoende woon- en leefruimte, aanpasbaarheid van woningen en woonomgeving en comfort en hygiëne in de woning en woonomgeving.

• e.

  De commissie kan ongevraagd advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders over aangelegenheden betreffende de volkshuisvesting.

2. Burgemeester en wethouders winnen het advies van de commissie in over :

a. Bestemmingsplannen. Het betreft bestemmingsplannen waarin nieuwbouw van een complex huurwoningen, van een complex koopwoningen of van een openbaar gebouw is opgenomen. Burgemeester en wethouders vragen de commissie in het onderzoekstadium bij de voorbereiding van deze bestemmingsplannen op het moment van aanvang van de inspraakprocedure schriftelijk om advies. Terugkoppeling vindt plaats bij de rapportage in het eindverslag dat burgemeester en wethouders aan de commissie toezenden.

b. Bouwplannen. Burgemeester en wethouders betrekken de commissie in een zo vroeg mogelijk stadium bij een bouwplan voor een complex huurwoningen, een complex koopwoningen of een openbaar gebouw. In dit verband maken burgemeester en wethouders de architect en/of de eigenaar erop attent, dat zij de commissie in de gelegenheid stellen advies uit te brengen over een schetsplan. Het advies van de commissie maakt onderdeel uit van de advisering over de bouwaanvrage. Bij belangrijke wijzigingen van het bouwplan, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders, wordt de commissie opnieuw om advies gevraagd.

c. Renovatieplannen/vernieuwbouwplannen. Burgemeester en wethouders betrekken de commissie in een zo vroeg mogelijk stadium bij belangrijke renovatie- en vernieuwbouwplannen van complexen huurwoningen en van openbare gebouwen, waaronder begrepen groot onderhoud en splitsing.

3. De commissie is bevoegd bij de behandeling van enig bouwplan of bestemmingsplan de betrokken architect of enige andere deskundige uit te nodigen om ter vergadering het ontwerp toe te lichten.

4. De commissie brengt haar adviezen uit overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden. Desverlangd dient in het advies het standpunt van de minderheid van de ter vergadering aanwezige leden te worden vermeld.

1. De commissie is samengesteld uit:

• a.

  vier leden, vertegenwoordigend de in de gemeente werkzame woningbouwverenigingen en maatschappelijke organisaties;

• b.

  één lid, vertegenwoordigend de burgerij, bij voorkeur ouder dan 55 jaar.

2. De leden dienen ingezetenen van de gemeente Bloemendaal te zijn, bij voorkeur verdeeld over de vijf woonkernen.

3. De leden mogen zowel van het vrouwelijk als van het mannelijk geslacht zijn.

1. De leden van de commissie worden benoemd door burgemeester en wethouders.

2. Burgemeester en wethouders gaan pas over tot benoeming van het lid namens de woningbouwvereniging na overleg met die woningbouwvereniging.

1. De zittingsduur van de leden van de commissie bedraagt vier jaren.

2. Tussentijds opengevallen plaatsen worden vervuld op de wijze als in artikel 4 wordt voorzien.

3. Tussentijds benoemde leden treden tegelijk met de anderen aan het einde van de zittingsduur af.

4. De leden zijn na aftreden opnieuw benoembaar.

1. De commissie wijst uit haar midden een secretaris en een penningmeester aan.

2. De secretaris maakt een beknopt verslag van hetgeen in de vergaderingen is behandeld en stelt aan burgemeester en wethouders uit te brengen adviezen op. De adviezen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De secretaris draagt eveneens zorg voor het maken van het jaarverslag (vast te stellen binnen 12 weken na aanvang van het nieuwe kalenderjaar). De commissie zendt dit binnen vier weken na vaststelling toe aan burgemeester en wethouders.

3. De penningmeester verzorgt de declaraties van de vergoedingen als bedoeld in artikel 8.