Beleidsregels Explosievenopsporing 2013

Geldend van 28-06-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Explosievenopsporing 2013

Burgemeester en wethouders van Bloemendaal,

overwegende, dat de gemeente de status “veelgebruiker” heeft door uitgevoerde explosievenopsporingswerkzaamheden in de afgelopen dertig jaar;

dat de Rijksoverheid aan die status het gevolg verbindt dat de gemeente jaarlijks een bedrag via het Gemeentefonds toegewezen krijgt om in de kosten van toekomstige explosievenopsporingswerkzaamheden te voorzien;

dat naar verwachting ook in de toekomst opsporingen noodzakelijk zijn;

dat het bedrag uit het Gemeentefonds onvoldoende is om een omvangrijk project te bekostigen;

dat de gemeente regels moet stellen om met de schaarse middelen efficiënt om te gaan;

dat daartoe in beleidsregels moet worden vastgelegd wanneer en onder welke voorwaarden projecten voor een bijdrage van de gemeente in aanmerking komen;

gelet op het WSCS-OCE, de artikelen 175, 176 en 191 van de Gemeentewet en de bepalingen van het Besluit begroting en verantwoording (BBV)

besluiten:

vast te stellen de “Beleidsregels Explosievenopsporing 2013”.

Beleidsregels Explosievenopsporing 2013

Definities:

1. Opsporing = organisatie en uitvoering binnen het opsporingsgebied van werkvoorbereiding, detectie, lokaliseren en laagsgewijs ontgraven (i.c. benaderen), identificatie, tijdelijke veiligstelling en overdracht aan de EODD, eindigend met een Proces-verbaal van oplevering.

2. Projectplan = uitvoeringsplan gericht op veilige en doelmatige uitvoering van de opsporingswerkzaamheden, waarin opgenomen de (historische) documentatie en risico-inschatting, het onderzoeks- en opsporingsgebied, en een VGM-plan.

3. WSCS-OCE = werkveldspecifiek certificatieschema opsporing conventionele explosieven van het Ministerie van SZW.

4. wezenlijk risico = de afweging tussen:

  • a.

    de kans op aanwezige explosieven in een bepaald gebied;

  • b.

    de kans op contact daarmee bij uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden;

  • c.

    de mogelijke (letsel)schade bij onbedoelde detonatie.

5. in of nabij = de schervengevarenzone of het gebied waarbinnen bij detonatie gevaar bestaat door rondvliegende scherven, glasscherven of puin.

Beleidsregels:

1.De gemeente wil veelgebruiker blijven om over voldoende financiële middelen te kunnen beschikken.

Bloemendaal is veelgebruiker geworden omdat regelmatig opsporingen nodig zijn binnen ons grondgebied. Zolang werkzaamheden in de desbetreffende gebieden plaatsvinden, zijn met regelmaat opsporingen nodig. Het alternatief, vangnetgemeente met een Rijksbijdrage tot 70 % van de kosten, is niet aantrekkelijk.

2. De bijdrage uit de Algemene uitkering van het gemeentefonds is bestemd voor opsporingen naar de aanwezigheid van achtergebleven conventionele explosieven uit WOII.

3. De raad stelt vast welk bedrag beschikbaar is voor opsporing van explosieven.

De Rijksbijdrage wordt halverwege elk jaar bekendgemaakt. In november is op basis van het aantal nieuwbouwwoningen een raming mogelijk van de opbrengst van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het daaropvolgende jaar. Niet benutte gelden worden via de resultaatbestemming bij de jaarrekening gereserveerd c.q. overgeheveld naar de bestemmingsreserve Explosievenopruiming. Mocht door calamiteiten etc. de bestemmingsreserve niet toereikend zijn, dan beslist de raad over aanvullende dekkingsmiddelen.

4.De gemeente kan een bijdrage verstrekken in de kosten van historisch onderzoek, tot ten hoogste 50 % van de kosten, tenzij daaruit een opsporing voortvloeit.

Historisch onderzoek voldoet aan de eisen van het WSCS-OCE.

Een onderzoek dat tot opsporing leidt, valt onder de regeling van artikel 6.

5.Werkzaamheden die niet conform de eisen van het WSCS-OCE worden uitgevoerd, komen niet voor een bijdrage in aanmerking.

Omgekeerd betekent dit niet dat een belanghebbende recht heeft op een gemeentelijke bijdrage als werkzaamheden conform het WSCS-OCE zijn uitgevoerd. Het WSCS-OCE heeft ook betrekking op de veiligheid van personeel.

6. De gemeente verstrekt een bijdrage in de kosten van explosievenopsporing, als opsporing in het belang van de veiligheid noodzakelijk is:

  • a.

    omdat er gegronde aanwijzingen zijn dat explosieven in de bodem zijn achtergebleven;

  • b.

    bij een wezenlijk risico op schade of letsel;

  • c.

    bij werkzaamheden in of nabij een kwetsbare infrastructuur, bestaande of geprojecteerde woningen of gebieden bestemd voor recreatief medegebruik, en

  • d.

    als het redelijkerwijs niet mogelijk is beschermende of isolerende maatregelen te nemen.

7. De bijdrage van de gemeente is ten hoogste 85 % van de kosten die verband houden met opsporing. Het college houdt bij de vaststelling van het percentage rekening met de aard en omvang van de werkzaamheden, het risico en de mogelijkheid van kostenomslag. De daadwerkelijke vergoeding is achteraf op basis van facturen en een toets naar de redelijkheid van de gemaakte kosten.

8. De gemeente verstrekt een bijdrage alleen op basis van een projectplan, dat voldoet aan de eisen van het WSCS-OCE.

9. Als de geraamde kosten hoger zijn dan het bedrag waarover de gemeente kan beschikken, wordt het project gefaseerd uitgevoerd.

10. Bij of na overlegging van de documenten waaruit blijkt dat de kosten gerechtvaardigd zijn, kan een verzoek om de gemeentelijke bijdrage worden ingediend.

De documenten zijn:

  • -

    Historisch onderzoek;

  • -

    Projectplan;

  • -

    Facturen en weekstaten van opsporingswerkzaamheden;

  • -

    Overdrachtsverklaringen of Ruimrapporten;

  • -

    Verklaring Vrij van Explosieven.

11. Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal van 4 juni 2013.
Th.M. Nederveen , burgemeester
Ph. van der Wees , secretaris
Gepubliceerd in: Het Weekblad (Kennemerland Zuid) van 27 juni 2013.
In werking: 28 juni 2013.