Beleidsregel oplaadinfrastructuur elektrisch vervoer

Geldend van 03-05-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel oplaadinfrastructuur elektrisch vervoer

l

Artikel 1 Begripsbepaligen

In de beleidsregels wordt verstaan:

  • a.

    elektrische voertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden uitgezonderd fietsen en snor/bromfietsen.

  • b.

    oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen.

  • c.

    oplaadpaal: een oplaadobject in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen.

  • d.

    aanvrager: de aanbieder van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur.

  • e.

    beheerder: beheerder: de aanvrager van de ontheffing/vergunning voor het plaatsen van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur.

  • f.

    1. een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Bronckhorst en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die beschikt/ beschikken over een elektrisch voertuig.

    2. een particulier die eigenaar en/of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig en/of werkzaam is in de gemeente Bronckhorst.

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst.

Artikel 2 Aanvraag ontheffing/(omgevings)vergunning en verkeersbesluit

Een aanvraag voor een ontheffing/vergunning voor het plaatsen van een of meerdere oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen kan alleen worden ingediend door de aanbieder van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur.

Indien de laadpaal geplaatst wordt bij een monument of wanneer er sprake is van een beschermd dorp- of stadsgezicht is een omgevingsvergunning noodzakelijk.

Artikel 3 Aanvraag locatie oplaadpaal/-infrastructuur

Een aanvraag voor een locatie voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andereoplaadinfrastructuur bevat een foto en tekening van de betreffende locatie, waarop deexacte plek van de gewenste oplaadpaal en/of infrastructuur en de aan te wijzenparkeerplaats(en) zijn aangegeven.

Artikel 4 Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager toont aan dat er op de aangevraagde locatie daadwerkelijk behoefte bestaat bij gebruikers aan een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg. Het college verleent in principe geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde oplaadinfrastructuur, wanneer potentiële gebruikers mogelijkheden hebben

om hun elektrische voertuigen op eigen terrein te (laten) parkeren en op te laden.

Artikel 5 Definitieve locatie oplaadpaal/-infrastructuur

Het college bepaalt in overleg met de aanvrager de definitieve locatie van de oplaadpaalen/of andere oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetsthierbij aan de volgende criteria:

  • a.

    de behoefte aan een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur moet blijken uit de behoefte van gebruikers binnen een straal van hemelsbreed 200 meter van de aangevraagde locatie;

  • b.

    zijn er al bestaande oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur

    aanwezig op of aan de weg binnen de genoemde straal van 200 meter;

  • c.

    is de desbetreffende ondergrond in eigendom van de gemeente;

  • d.

    is de locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur voldoende vindbaar en zichtbaar;

  • e.

    is het aannemelijk dat de locatie door meerdere gebruikers gedeeld kanworden (dit om te voorkomen dat er “privé-parkeerplaatsen” gecreëerdworden);

  • f.

    kan de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur worden voorzien van twee of meer aansluitpunten en kunnen – eventueel op termijn – twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;

  • g.

    laat de parkeerdruk dit toe (95% in woonwijken en 85% op

    parkeerterreinen);

  • h.

    betreft het een bestaand parkeervak / bestaande parkeervakken;

  • i.

    blijft de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) gewaarborgd;

  • j.

    zijn er geen belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of(openbaar) groen;

  • k.

    past de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur in het straatbeeld;

  • l.

    is er sprake van geplande reconstructies of andere infrastructurele

    ontwikkelingen.

In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren oplaadpaal en/of andereoplaadinfrastructuur één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrischevoertuigen. Indien het gebruik van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur dit toelaat, kanhet college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen. Het college heefthiervoor twee mogelijkheden:

1. door middel van een aanpassing van het bestaande verkeersbesluit. Tegen ditaanpassingsbesluit staat bezwaar en beroep open.

2. direct in het verkeersbesluit twee parkeerplaatsen aanwijzen en de feitelijkerealisering hiervan uitstellen tot een nader door het college te bepalen datum.Ook tegen dit laatste besluit van het college staat bezwaar en beroep open,omdat dan pas het feitelijk rechtsgevolg in werking treedt (ook op de tweedeparkeerplaats mag dan niet meer worden geparkeerd met een niet-elektrischvoertuig). De rechter zal in dat geval - naar verwachting - globaler toetsen.

De aanvrager toont aan de hand van het aantal uren dat de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats.

Artikel 6 Volgorde besluitvorming

De ontheffing / vergunning voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere

oplaadinfrastructuur wordt eerst van kracht en kan dus pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

Artikel 7 Plaatsing en beheer oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager van de ontheffing voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal/-infrastructuur en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur (hekjes, biggenruggen ed.) zijn ook voor rekening van de beheerder.

Artikel 8 Inrichting en beheer parkeerplaatsen

De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.

Artikel 9 Bereikbaarheid

De beheerder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval vanvragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en dehelpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal/-infrastructuur.

Artikel 10 Openbaarheid oplaadpaal/-infrastructuur

De oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn / haar elektrische voertuig. De beheerder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt.

Artikel 11 Interoperabiliteit

Het oplaadpunt is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.

Artikel 12 Groene stroom

Om te bewerkstelligen dat elektrisch vervoertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de beheerder van de oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren.

Artikel 13 Veiligheid

De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen.

Artikel 14 Aansprakelijkheid

De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de oplaadpaalen/of andere oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden wordt veroorzaakt. Degemeente Bronckhorst is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade diedoor de oplaadpaal en/of andere infrastructuur is veroorzaakt. De beheerder vrijwaarthiervoor de gemeente. De beheerder verzekert zich voor eventuele schade voor minimaaleen bedrag van € 1.000.000,- per gebeurtenis.

Artikel 15 Betaal parkeren/ vergunninghouders/ blauwe zone

In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor de bestuurders van elektrische voertuigen.

Artikel 16 Handhaving

Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een elektrische voertuig met de kabel aangesloten is op het oplaadpunt.

Daarnaast wordt ook gehandhaafd op het fiscaal regime, parkeervergunning, blauwe zone en andere restricties die voor alle bestuurders van motorvoertuigen gelden.

Artikel 17 Intrekken/ wijzigen van ontheffing en verkeersbesluit

Indien de beheerder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur zich niet houdtaan de voorschriften verbonden aan de ontheffing, kan het college de ontheffing intrekken. Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor hetopladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken. Het college kan de ontheffing en/of het verkeersbesluit tevens intrekken, wanneer er in depraktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de oplaadpaal en/ofoplaadinfrastructuur. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen(nagenoeg) geheel onbenut blijven. In deze gevallen heeft de beheerder het recht en de plicht de oplaadpaal en/of andereoplaadinfrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de beheerder.

Het college kan de ontheffing ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructieplaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In datgeval zal de gemeente samen met de beheerder bezien of er een alternatieve locatie vooreen oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) inde directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de gemeente,wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na afgifte van de ontheffing. Kostenzijn voor rekening van de beheerder, wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar naafgifte van de ontheffing plaatsvindt.

Artikel 18 Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur

De beheerder van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur geeft op verzoek van het college inzicht in het feitelijke gebruik hiervan.

Artikel 19 Bijzondere omstandigheden

Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en

laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur in de gemeente.

In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken.

Artikel 20 Deelauto

Indien uit de aanvraag blijkt dat er meerder gebruikers van één elektrische auto zijn (bijvoorbeeld bij een deelauto) kan in afwijking van deze regeling toestemming worden gegeven.

Artikel 21 Termijn

De Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrisch voertuigen gemeente Bronckhorst geldt voor de periode vanaf het moment van besluit tot en met 31-12-2018 en word jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgesteld en verlengd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst op 19 april 2016
de secretaris, de burgemeester,
A.H. van Hout M. Besselink

Toelichting

1. Begripsbepalingen

Elektrische voertuigen: het gaat hierbij om alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden. Het gaat hierbij om volledig elektrische auto’s of plug-in hybride elektrische auto’s, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om andere voertuigen, zoals gehandicaptenvoertuigen, motoren, trikes en quads die de parkeerplaatsen voor auto’s gebruiken. Onder het begrip elektrische voertuigen zijn in deze beleidsregel de elektrische

fietsen en snor-/bromfietsen uitgesloten aangezien deze makkelijker op eigen terrein kunnen worden opgeladen.

2. Aanvraag ontheffing/vergunning en verkeersbesluit

Het is de bedoeling dat de aanbieder van de oplaadinfrastructuur de formele aanvraag voor de APV- ontheffing/vergunning en het verkeersbesluit indient. Wanneer een bewoner of bedrijf bij de gemeente aanklopt voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg, zal de gemeente hen doorverwijzen naar de aanbieders van oplaadinfrastructuur. De aanbieder van de oplaadinfrastructuur dient

de aanvraag in bij de gemeente om APV-ontheffing/vergunning en verkeersbesluit. Indien sprake is van plaatsing bij een monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht dan is een omgevingsvergunning noodzakelijk.

Bewoners of bedrijven kunnen niet zelf een aanvraag voor een oplaadpaal op of aan de weg en een verkeersbesluit tot het aanwijzen van de bijbehorende parkeerplaats(en) indienen. Dit ter voorkoming van de mogelijke gedachte bij de bewoners of bedrijven dat zij daarmee het exclusieve recht krijgen op het gebruik van de betreffende oplaadpaal / oplaadinfrastructuur en de bijbehorende parkeerplaats(en). Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor bewoners of bedrijven ook geen eigen parkeerplaatsen worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop

is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met als onderbord het kenteken van de betreffende auto). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een oplaadpaal worden

geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt. In dat geval hoeft er geen apart verkeersbesluit te worden genomen om het gebruik van de parkeerplaats te regelen, want dat is in feite al gebeurd.

4. Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager van de ontheffing en het verkeersbesluit zal moeten aantonen dat er voldoende behoefte bestaat aan een oplaadpunt op de betreffende locatie. Hij kan dit doen door middel van een afschrift van een of meerdere verzoeken hiertoe van potentiële gebruikers (naam en adresgegevens van de gebruiker en kenteken van elektrische voertuig(en)). Bij het bepalen van de behoefte van potentiële gebruikers zal het college meewegen of zij de beschikking hebben of kunnen hebben over een eigen parkeergelegenheid bij de woning of het bedrijf.

5. Locatie

De oplaadpalen/-infrastructuur worden bij voorkeur geplaatst op strategische zichtlocaties in de nabijheid van de woningen / bedrijven van potentiële gebruikers. De voorkeur gaat uit naar centrale, goed bereikbare plekken in de wijken, zoals langs wijkontsluitingswegen of doorgaande wegen. Hiermee wordt voorkomen dat er grote verkeersstromen ontstaan binnen woonwijken wanneer elektrisch vervoer zijn vlucht neemt.

6. Volgorde besluitvorming APV-ontheffing en verkeersbesluit

Het proces van de besluitvorming over de APV-ontheffing en het verkeersbesluit kan gelijktijdig in gang worden gezet. Tegen beide besluiten staan echter de bezwaar- en beroepsmogelijkheden uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) open. Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen het verkeersbesluit, bijvoorbeeld omdat de parkeerdruk ter plaatse erg hoog is en er geen algemene parkeerplaatsen kunnen worden gemist.

De gemeente zal de parkeerplaats(en) voor het laden van elektrische voertuigen pas aanleggen, nadat het verkeersbesluit daartoe onherroepelijk is. Het is niet gewenst dat de oplaadinfrastructuur al vóór dit tijdstip wordt aangebracht. Daarom wordt de APVontheffing eerst van kracht en kan de oplaadinfrastructuur dus eerst worden geplaatst, nadat het verkeersbesluit onherroepelijk is geworden. Dit wordt expliciet in de APVontheffing/

vergunning als voorschrift opgenomen.

7. Beheer oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager van de APV-ontheffing/vergunning voor het plaatsen van de oplaadpaal/- infrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De APV ontheffing/vergunning heeft een persoonlijk karakter). Wanneer de aanvrager het beheer over de oplaadpaal/-infrastructuur wil overdragen aan een andere partij, dan zal de aanvrager óf vooraf bij de aanvraag moeten vermelden voor wie de ontheffing/vergunning wordt aangevraagd óf achteraf toestemming moeten krijgen van de gemeente om de ontheffing/vergunning over te

dragen. De beheerder is verantwoordelijk voor het plaatsen, beheren, onderhouden en exploiteren van de oplaadvoorziening en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De beheerder brengt de kosten voor het opladen van de elektrische voertuigen in rekening bij de gebruikers hiervan.

14. Aansprakelijkheid

Door natrekking wordt de gemeente formeel juridisch eigenaar van de oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur, wanneer deze op of aan de weg in gemeentegrond worden geplaatst. De eigendom kan wel bij de aanvrager/beheerder van de oplaadinfrastructuur worden gelegd, maar dit kan alleen door verkopen van de ondergrond of het vestigen van een opstalrecht voor alle oplaadinfrastructuur. Het eerste is doorgaans niet gewenst en het

tweede erg omslachtig (via notaris) en kostbaar.

Op zich is het niet onoverkomenlijk dat de gemeente formeel eigenaar wordt van de oplaadinfrastructuur, zolang de aansprakelijkheid voor alle schade bij de aanvrager/beheerder wordt gelegd.

15. Betaald parkeren/ vergunninghouders/ blauwe zone

Wanneer parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn gelegen ingebieden voor betaald parkeren, vergunninghouders, blauwe zone of een andereparkeerrestrictie, dan moeten de bestuurders van deze voertuigen zich aan de betreffenderegels houden. Parkeerplaatsen in een blauwe zone kunnen eventueel ‘buiten de blauwezone’ worden geplaatst, zodat elektrisch voertuigen ook gedurende langere tijd kunnenworden opgeladen. Hiervoor moet het betreffende verkeersbesluit worden aangepast ende blauwe streep bij deze parkeerplaatsen worden verwijderd.

16. Handhaving

Onrechtmatig gebruik van een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen ‘sec’ kan worden bestraft met een proces-verbaal (Mulder-feit). Eventueel kan het betreffende voertuig ook worden weggesleept, als de gemeente hiervoor een Wegsleepverordening heeft vastgesteld.

Wanneer de bestuurder van het betreffende voertuig tevens niet betaald heeft in een betaald parkeergebied, dan kan óók een fiscale naheffingsaanslag worden opgelegd. Wanneer er sprake is van het parkeren zonder parkeervergunning in een vergunninghoudersgebied, dan kan een proces-verbaal worden opgemaakt.

17. Intrekken/ wijzigen van APV-ontheffing en verkeersbesluit

Wanneer de aanvrager / beheerder zich niet aan de voorschriften van de APV-ontheffing houdt, kan het college uiteindelijk de ontheffing intrekken. Zo’n intrekkingsprocedure moet zorgvuldig worden doorlopen. Zie hiervoor de regels uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb): zie afdeling 3:2 Zorgvuldigheid en belangenafweging en artikel 4:8 en volgende

(vooraf zienswijze inbrengen / horen).

In zo’n geval zal de beheerder zijn oplaadinfrastructuur moeten verwijderen. Is deze weigerachtig dan kan de gemeente dit afdwingen via een dwangsom en/of bestuursdwang. Vervolgens kan de gemeente bezien of er een andere aanbieder van oplaadinfrastructuur geïnteresseerd is in het plaatsen hiervan, zodat de aangewezen parkeerplaatsen in stand kunnen blijven. Is dit niet het geval, dan zal de gemeente het betreffende verkeersbesluit kunnen intrekken en de parkeerplaatsen weer voor algemeen gebruik kunnen vrij geven.

Bij wegreconstructies wordt de systematiek uit de Telecomwetgeving gevolgd. Als een wegreconstructie binnen 5 jaar na afgifte van de APV-ontheffing plaatsvindt, betaalt de gemeente de kosten van verplaatsing van oplaadinfrastructuur. Vindt de reconstructie na meer dan 5 jaar plaats dan zijn de kosten voor rekening van de beheerder van de oplaadinfrastructuur (normaal ondernemersrisico). De kosten van het benodigde verkeersbesluit en de inrichting van de parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de

gemeente.

18. Informatie gebruik oplaadinfrastructuur

Voor de gemeente is het in het kader van het doelmatig gebruik van de vaak schaarse parkeerruimte gewenst dat zij inzicht krijgt in het feitelijk gebruik van de oplaadinfrastructuur. Veelal zal een jaarlijks overzicht van het gebruik voldoende zijn.

19. Bijzondere omstandigheden

Hier is sprake van een zogenaamde ‘hardheidsclausule’ op grond waarvan het college in bepaalde uitzonderlijke en/of onvoorziene situaties kan afwijken van de beleidsregels.

20. Deelauto

Een deelauto heeft vaak meerdere eigenaren cq. gebruikers of een eigenaar die niet binnen de kring van de gebruikers woont. Dit kan aanleiding geven tot het afwijken van dit beleid.