Verordening rekenkamercommissie gemeente Brunssum 2013

Geldend van 01-07-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Brunssum 2013

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Brunssum;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

Besluit:

Tot de volgende uitgangspunten ten aanzien van de gezamenlijke structuur en lokale invulling van de rekenkamercommissie:

  • 1

    Handhaving van lokale rekenkamercommissie

  • 2

    Handhaven huidig samenwerkingsverband

  • 3

    Wijziging van de juridische structuur in verband met het wegvallen van de rekenkamercommissie Parkstad

  • 4

    Kwaliteit van de producten borgen, door voldoende onderzoekscapaciteit te organiseren

  • 5

    Een duidelijk aanspreekpunt per lokale rekenkamercommissie

  • 6

    Verhoging van de financiële transparantie/verantwoording

  • 7

    Vastleggen van een in- en uittredingsregeling wat betreft het samenwerkingsverband

  • 8

    Bezuinigingsslag

  • 9

    Vergroten van de leesbaarheid van de producten

  • 10

    Verbetering van relatie Rekenkamercommissies en gemeenteraden

  • 11

    Doorwerking/doeltreffendheid van de rapporten verbeteren

  • 12

    Versnelling van doorlooptijden van rapporten

  • 13

    Meer ruimte voor ad hoc onderzoeken

  • 14

    Ruimte voor advisering tijdens beleidsvormingsprocessen en uitvoering

En verder tot:

  • 15

    Tot intrekking van de verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2012

  • 16

    Vaststellen van de verordening rekenkamercommissie gemeente Brunssum 2013

Verordening rekenkamercommissie gemeente Brunssum 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder :

  • a.

    Wet: Gemeentewet

  • b.

    Commissie : rekenkamercommissie

  • c.

    Voorzitter : voorzitter van de rekenkamercommissie

  • d.

    College : college van burgemeester en wethouders

  • e.

    Rekenkamercommissie : de rekenkamercommissie van de gemeente Brunssum

  • f.

    Samenwerkende gemeenten : de gemeenten waarvan de rekenkamercommissies samenwerken in het voorzittersoverleg

  • g.

    Voorzittersoverleg : overleg tussen de voorzitters van de rekenkamercommissie van de samenwerkende gemeenten.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie maakt deel uit van het samenwerkingsverband tussen gemeenten.

  • 3. De commissie heeft als taak het uitoefenen van de rekenkamerfunctie als bedoeld in art. 81o Gemeentewet.

  • 4. De commissie bestaat uit 4 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de externe voorzitter voor een termijn die de raad in het besluit van de benoeming opneemt.

  • 2. De raad benoemt 3 leden van de commissie uit zijn midden.

  • 3. De leden van de commissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd.

Artikel 4 Externe voorzitter

  • 1. Ten aanzien van de eed/belofte van de externe voorzitter is artikel 81 g van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het commissielidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      Op eigen verzoek

    • b.

      Indien het lid aftreedt als lid van de raad

    • c.

      Indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3. Het commissielidmaatschap van de voorzitter eindigt:

    • a.

      Op eigen verzoek

    • b.

      Bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

    • c.

      Wanneer de voorzitter bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft.

    • d.

      Indien de voorzitter bij onherroepelijk geworden uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e.

      Aan het einde van de benoemingstermijn.

  • 4. De voorzitter kan door de raad ontslagen worden wanneer hij/zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is de functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter van de commissie

  • 1. De voorzitter ontvangt een vergoeding van Euro 50,- per vergaderuur voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie. Dit bedrag is inclusief onkostenvergoeding.

  • 2. De voorzitter ontvangt een vergoeding van Euro 80,- per uur voor de uitvoering van onderzoekswerkzaamheden.

  • 3. De vergoeding genoemd in de eerste 2 leden van dit artikel komen ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De griffier staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde en treed gevraagd en ongevraagd op als adviseur van de commissie.

  • 2. Bij de griffie is voor ondersteuning voor onderzoek beschikbaar.

  • 3. De griffie draagt ten behoeve van het onderzoek zorg voor het vergaren van documenten en planning van de interviews.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie overlegt over onderzoeksonderwerpen met de Auditcommissie, bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast waarbij de relevantie van het onderzoek wordt aangegeven en stemt indien noodzakelijk hierover af met het voorzittersoverleg.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad gestuurd. Daarbij wordt tevens een indicatie gegeven met betrekking tot de te maken kosten van het onderzoek.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad in hoeverre aan dat onderzoek kan worden voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze / inhoudelijk

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie kan bij de instellingen zoals bedoeld in artikel 184 lid 1 van de Gemeentewet nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de commissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 5. De commissie kan, indien de documenten, bedoeld in het vorige lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De commissie stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 6. De commissie vergadert zoveel zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 7. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 8. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen. De uitvoering van het onderzoek vindt plaats in afstemming met het voorzittersoverleg van de samenwerkende gemeenten, met inachtneming van het beschikbare budget en de daarop gebaseerde planning.

  • 9. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt een feiten check op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie te plegen. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10. De commissie kan de betrokkenen in de gelegenheid stellen om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 11. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusie en aanbevelingen, eventueel inclusief de zienswijze van betrokkenen, zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Werkwijze procedureel

  • 1. De leden van de commissie maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van de commissiezij vervullen. Openbaarmaking geschiedt door ter inzage legging van de in het eerste lid bedoelde functie op het gemeentehuis.

  • 2. Een lid van commissie is niet tevens burgemeester van dan wel werkzaam als secretaris, griffier of ambtenaar bij de gemeente voor welke de rekenkamercommissie functioneert.

  • 3. Voor het bepalen van wat voor de leden van de commissie als verboden handelingen moet worden aangemerkt, is artikel 15 lid 1 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Voor het houden van een stemming is het bepaalde in de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Wanneer de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 12 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 3. Het budgetbeheer van de commissie ligt in formele zin bij de voorzitter van de commissie en in materiële zin bij de griffier.

  • 4. De commissie verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad.

  • 5. Ten laste van het in lid 1 bedoelde budget worden de kosten gebracht van :

    • a.

      De vergoeding van de voorzitter;

    • b.

      Externe deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      De kosten van de ambtelijk secretaris zoals bedoeld in artikel 7;

    • d.

      Ambtelijke ondersteuning zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening;

    • e.

      Eventuele uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 6. Na afloop van een boekjaar wordt door secretariaathoudende gemeente - op basis van verdeelsleutels naar rato van inwoneraantal van de samenwerkende gemeenten - de gezamenlijk gemaakte kosten in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten.

  • 7. De administratie van baten en lasten, alsook de financiële verantwoording daarover, vindt plaats via de gemeentelijke boekhouding waaronder inbegrepen begroting en jaarstukken.

Artikel 13 Samenwerking

  • 1. De Rekenkamercommissies van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Schinnen en Voerendaal werken samen in het voorzittersoverleg.

  • 2. Het doel van deze samenwerking is te zorgen voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige onderzoekspraktijk.

  • 3. Om dit doel te bereiken maken de voorzitters afspraken over:

    • a.

      de jaarplannen;

    • b.

      de inhuur, inzet en uitwisseling van onderzoekers;

    • c.

      de planning en de voortgang van de onderzoeken;

    • d.

      de totstandkoming van de onderzoeksrapporten;

    • e.

      kostenefficiency en kostenbewaking;

    • f.

      deskundigheidsbevordering.

Artikel 14 Ondersteuning voorzittersoverleg

  • 1. Het voorzittersoverleg wordt met maximaal 0,2 fte ondersteund door de secretaris, zijnde een griffiemedewerker van een gemeente waarvan de Rekenkamercommissie deelneemt aan de samenwerking.

  • 2. De deelnemende Rekenkamercommissies dragen ieder evenredig bij aan de kosten van deze ondersteuning en worden door de secretariaat voerende griffie in rekening gebracht.

  • 3. Andere kosten ten gevolge van de samenwerking worden naar rato van het inwonersaantal over de samenwerkende gemeenten verdeeld.

  • 4. Bij de toe- of uittreding regelt het voorzittersoverleg de hiermee gepaard gaande kostenverdeling.

Artikel 15 Secretaris voorzittersoverleg

  • 1. De secretaris staat het voorzittersoverleg bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 2. De secretaris wordt gehuisvest bij een van de bureaus van de griffie van de samenwerkende gemeenten.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan het voorzittersoverleg over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de planning, opstellen van jaarplannen en jaarverslagen, vorming van dossiers en ondersteuning aan het voorzittersoverleg.

  • 5. De commissie kan in voorkomende gevallen een beroep doen op het voorzittersoverleg.

Artikel 16 Toe- en uittreding

  • 1. De raad van een gemeente, die wenst toe of uit te treden, richt het verzoek terzake aan de voorzitters van het samenwerkingsverband.

  • 2. Het verzoek wordt binnen 3 maanden door de voorzitters van het samenwerkingsverband doorgestuurd aan de deelnemende rekenkamercommissies.

  • 3. Bij toe- of uittreding stellen de voorzitters van het samenwerkingsverband de verplichtingen voor de betreffende gemeente vast. Zij voeren hiertoe overleg met de reeds deelnemende rekenkamercommissies.

  • 4. De toetreding of de uittreding gaat in op 1 januari van het jaar volgende op het jaar waarin is voldaan aan de vereisten zoals gesteld door de voorzitters van het samenwerkingsverband.

Artikel 17 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 juli 2013.

  • 2. Op dat moment de “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2012”, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 september 2012 en op diezelfde datum in werking getreden, ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie gemeente Brunssum 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 oktober 2013

De Raad voornoemd,

voorzitter
griffier