Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling functiewaardering gemeente Bunschoten

Geldend van 15-09-2011 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling functiewaardering gemeente Bunschoten

Burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van de stafafdeling poc d.d. 10 mei 2006;

gehoord de commissie voor georganiseerd overleg d.d. 25 september 2006;

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel 5 lid 1 en 2 van de Bezoldigingsregeling;

besluit:

vast te stellen de volgende Regeling Functiewaardering gemeente Bunschoten.

Artikel 1 BEGRIPSBEPALING

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: degene op wie de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO) van toepassing is.

  • b.

    functie: het geheel van de werkzaamheden dat volgens een functiebeschrijving door de ambtenaar wordt verricht.

  • c.

    mensfunctie: de door de ambtenaar werkelijk verrichte taken, in opdracht van de betreffende afdelingsmanager;

  • d.

    organieke functie: de (taakstellende) werkzaamheden die de ambtenaar zou moeten verrichten, in opdracht van de betreffende afdelingsmanager.

  • e.

    afdelingsmanager manager van een afgerond organisatieonderdeel.

  • f.

    directieoverleg overleg tussen de directeur in aanwezigheid van de afdelingsmanager BMO en de afdelingsmanager waar de functie onder valt.

  • g.

    functiewaardering: het op een systematische wijze in rangorde plaatsen van functies naar de waardering zwaarte van het werk.

  • h.

    waarderingscommissie: een commissie die tot taak heeft advies uit te brengen over de vast te stellen rangorde van de functies.

  • i.

    BMO de stafafdeling Bestuurs- en Management Ondersteuning.

  • j.

    conversie: het leggen van een relatie tussen de uitslag van de functiewaardering en de in de bezoldigingsregeling vermelde salarisschalen;

Artikel 2 ALGEMENE BEPALINGEN

  • 1.

    De waarde van de bij de gemeente voorkomende functies zal worden vastgelegd volgens het functiewaarderingssysteem van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Nadere bepalingen zijn uitgewerkt in de uitvoeringsregeling functiewaardering.

  • 2.

    Het in het vorige lid bepaalde geldt niet voor functies waarvoor de bezoldiging bij of krachtens de wet is geregeld.

  • 3.

    Het beschrijven c.q. het actualiseren van functies vindt jaarlijks plaats.

  • 4.

    Voor alle functiebeschrijvingen geldt dat medewerkers ingezet kunnen worden t.b.v. rampenbestrijding.

  • 5.

    Binnen de gemeente wordt in principe uitgegaan van organieke functiebeschrijvingen.

  • 6.

    In afwijking van het vorige lid kan in uitzonderlijke gevallen (bijv. bij (gedeeltelijke) afkeuring) een mensfunctie beschreven worden.

Artikel 3 PROCEDURE BESCHRIJVING

  • 1.

    De concept beschrijving wordt opgesteld door de stafafdeling BMO, informatie in overleg met de afdelingsmanager.

  • 2.

    De concept beschrijving wordt ter accordering voorgelegd aan de directie.

  • 3.

    Indien ondernemingsraad niet instemt met de concept-beschrijving wordt deze aan de orde gesteld in de overlegvergaderingen met het diensthoofd. Na overeenstemming binnen dit overleg volgt definitieve vaststelling door de directeur die hiertoe gemandateerd is door burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Indien dan nog geen overeenstemming wordt bereikt worden beide adviezen voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor georganiseerd overleg.

  • 4.

    De beschrijving wordt ter kennisname aangeboden aan de ondernemingsraad.

Artikel 4 WAARDERINGSCOMMISSIE

  • 1.

    De waarderingscommissie bestaat uit:

    • a.

      de directeur, technisch voorzitter (heeft geen stemrecht);

    • b.

      een lid aan te wijzen uit of namens het Georganiseerd Overleg;

    • c.

      de afdelingsmanager van de stafafdeling bestuurs- en management ondersteuning;

    • d.

      de afdelingsmanager die als horizontale vervanger optreedt van de afdelingsmanager van de betreffende afdeling (rouleert).

  • 2.

    Secretariële ondersteuning wordt verzorgd vanuit de stafafdeling BMO.

  • 3.

    De waarderingscommissie kan deskundigen en informanten horen.

  • 4.

    Voor de leden genoemd onder lid 1, onder a tot en met c, van dit artikel worden plaatsvervangers aangewezen.

Artikel 5 PROCEDURE WAARDERING

  • 1.

    De stafafdeling BMO maakt een concept waardering op.

  • 2.

    Deze concept-beoordeling wordt voor advies voorgelegd aan de waarderingscommissie.

  • 3.

    De vergaderingen van de waarderingscommissie zijn niet openbaar.

  • 4.

    Wanneer de waarderingscommissie zich buigt over een functie waarbij een relatie gelegd kan worden met één van de leden van de commissie, treedt zijn plaatsvervanger op.

  • 5.

    De advisering van de waarderingscommissie wordt schriftelijk vastgelegd en dient voldoende te zijn gemotiveerd.

  • 6.

    Het advies van de waarderingscommissie wordt voorgelegd aan de directeur (hiertoe gemandateerd door het college van burgemeester en wethouders), die hierover een besluit neemt.

  • 7.

    Tenslotte wordt de waardering bekend gemaakt gedifferentieerd per hoofdgroep en secundaire factoren.

Artikel 6 SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 7

De regeling gaat in met ingang van heden.

Ondertekening

Bunschoten, 30 augustus 2011
Burgemeester en wethouders
J.P. van Velden M. van de Groep
directeur burgemeester