Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

Geldend van 25-02-2004 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

De raad van de gemeente Castricum

gelezen het voorstel van het college d.d. 18 november 2003, nr. 104;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening gemeente Castricum 2003, de wet Algemene regelen herindeling, de Tijdelijke Referendumwet en de Algemene subsidieverordening gemeente Castricum;

B e s l u i t :

I. De “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten” en de “Subsidieverordening rijks- en provinciale monumenten”, zoals vastgesteld bij besluit van de raad van Akersloot van 23 oktober 1997, en de “Restauratieregeling monumenten Limmen” en de “Onderhoudsregeling monumenten Limmen”, zoals vastgesteld bij besluit van de raad van Limmen van 21 maart 1991, in te trekken;

II. Vast te stellen de:Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:a. monument: object, dat overeenkomstig de bepalingen van deMonumentenverordening gemeente Castricum 2003 op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst is.b. eigenaar: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die het rechtvan eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd gemeentelijk monument.c. subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel eninstandhouding van een monument. Hieronder zijn niet begrepen kosten die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort.d. restauratie: het treffen van tot het opheffen van (bouwtechnische)gebreken, het normale onderhoud te boven gaande, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument; e. verlenen van subsidie: het besluit van het college dat aan deeigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten van voorzieningen verschaft.f. vaststellen van subsidie: het besluit van het college, nadat devoorzieningen door de eigenaar van een monument zijn getroffen, waarbij de hoogte van de verleende subsidie definitief wordt vastgesteld.

Artikel 2

  • 1 Het college kan subsidie verstrekken voor naar haar oordeel sober en doelmatig uitgevoerde restauratiewerkzaamheden aan monumenten;

  • 2 De subsidie voor restauratie van monumenten wordt aangemerkt als een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 1, onder k van de Algemene subsidieverordening gemeente Castricum 2002.

Artikel 3

  • 1 De raad stelt het subsidieplafond voor de verstrekking van genoemde subsidies jaarlijks vast bij de behandeling van de gemeentebegroting.

  • 2 De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld totdat het door de raad jaarlijks vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 3 Die aanvragen, die gelet op het beschikbare subsidiebedrag, niet kunnen worden gehonoreerd, kunnen met ingang van 1 januari van het daarop volgende jaar wederom worden ingediend als de weigering uitsluitend is gebaseerd op het bereiken van het subsidieplafond.

Artikel 4

  • 1 Een aanvraag voor subsidie voor restauratie van een monument dient door de eigenaar schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe vastgesteld aanvraagformulier;

  • 2 De aanvraag dient de volgende gegevens en/of bescheiden te bevatten:a. een technische omschrijving van de te verrichten werkzaamheden;b. een gespecificeerde begroting van de kosten;c. recente inspectierapporten van een ten aanzien van de monumentzorg deskundige instelling;d. tekeningen van de bestaande en toekomstige situatie. 

  • 3 Het college kan bepalen dat naast de in het tweede lid genoemde bescheiden andere bescheiden worden overgelegd, dan wel stukken die specifiek betrekking hebben op het type monument.

  • 4 Onder de in het tweede lid bedoelde instelling wordt in elk geval verstaan de in de provincie werkzame Stichting Monumentenwacht Noord-Holland.

Artikel 5

  • 1 Subsidie in de kosten van restauratie bedraagt 40% van de door het college subsidiabel gestelde kosten, doch ten hoogste €6.000,- per aanvraag

  • 2 Een subsidie van minder dan €1.000,- wordt niet verleend.

  • 3 In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in het eerste lid.

Artikel 6

  • 1 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:a. het werk wordt aanbesteed in overeenstemming met door het college nader te stellen eisen;b. de aanvang van het werk tenminste twee weken van tevoren wordt gemeld bij het college;c. met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie;d. binnen 30 maanden na de verlening van de subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 7 is ingediend;e. aan de door het college met controle belaste personen gelegenheid wordt geboden het monument en de wijze waarop de werkzaamheden zullen worden, of zijn uitgevoerd, te inspecteren;f. het monument overigens in goede bouwtechnische staat verkeert, oftewel het normale onderhoud op reguliere basis heeft plaatsgevonden. 

  • 2 In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het bepaalde in het eerste lid en in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 7

  • 1 Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:a. de in die aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereedgemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;b. een overzicht is overlegd van de uitgevoerde gesubsidieerde werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende kosten. 

  • 2 De hoogte van de vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van werkzaamheden of de werkelijke kosten van de werkzaamheden als deze lager zijn.

  • 3 De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid omvat:a. een volledig ingevuld gereedmeldingsformulierb. een kostenoverzichtc. alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

     

  • 4 Het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 8

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Castricum 2003”.

Artikel 9

  • 1 Deze verordening treedt in overeenstemming met het hiertoe bepaalde in de Tijdelijke Referendumwet in werking 6 weken na datum van publicatie.

  • 2 De “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten” en de “Subsidieverordening rijks- en provinciale monumenten”, zoals vastgesteld bij besluit van de raad van Akersloot van 23 oktober 1997, en de “Restauratieregeling monumenten Limmen” en de “Onderhoudsregeling monumenten Limmen”, zoals vastgesteld bij besluit van de raad van Limmen van 21 maart 1991, vervallen van rechtswege op 1 januari 2004

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Castricum van 17 december 2003.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.

1 Toelichting restauratie monumenten

TOELICHTING RESTAURATIE MONUMENTEN

Beschermde monumenten zijn beschermd omdat zij een cultuurhistorisch belang vertegenwoordigen, waarvan de samenleving vindt dat dit aan de komende generaties moet worden overgedragen. Dat belang wordt “monumentale waarde” genoemd. Het gaat bij subsidie dus om herstel en instandhouding van de monumentale waarde. Voor alle duidelijkheid: niet om het isoleren, verbeteren van comfort of het bijdragen aan de exploitatie. De monumentale waarden van de panden en overige objecten zijn globaal per object beschreven. Tot de monumentale waarden wordt in ieder geval de hoofdstructuur (het casco) gerekend. Het casco bestaat uit:

- dragende onderdelen (fundering, balkdragende muren en balklagen);- vloeren;- omhulsel (buitenmuren en kap);- buitenafwerking (kozijnen en ramen).

Tot de monumentale waarde worden in het algemeen ook die onderdelen gerekend die het architectuurhistorische karakter van het monument bepalen zoals:

- gevelbekroningen;- stoepen;- oude kapconstructies;- overige historische details (schoorstenen, kroonlijsten, balkons, hekwerken enz.).

RestauratiesubsidieDe volgende werkzaamheden en voorzieningen komen in aanmerking voor een restauratiesubsidie:

Bescherming en preventie- Maatregelen ter voorkoming van vochtdoorslag en optrekkend vocht bij muren (maar niet dan na grondig onderzoek naar de oorzaken en de toe te passen methode)- Het aanbrengen van voorzieningen ter voorkoming van beschadiging of aantasting van beschermingswaardige onderdelen.- Bliksemafleiders bij panden met rieten daken.

Constructief herstel- Het door herstel of door partiele vernieuwing weer in goede staat (terug)brengen van onderdelen die in een vervallen, vergane of aangetaste toestand verkeren.- Herstel van de hoofdstructuur of casco.- Extra constructies benodigd voor handhaving van bepaalde waardevolle onderdelen.

Conservering- Behandelen van houtwerk dat is aangetast door houtworm, bonteknaagkever, boktor, zwam, e.d.- Impregneren van poreuze materialen waarvan de fysieke samenhang is verloren.- Fixeren van (muur)schilderingen aan de buitenzijde.

Schilderwerk- Schilderwerk is te beschouwen als normaal onderhoud en komt dus niet in aanmerking voor een restauratiesubsidie tenzij het een direct gevolg is van een gelijktijdige restauratie.- Bijzonder schilderwerk (decoratief) aan de buitenzijde.- Historische muurschilderingen aan de buitenzijde.

Vondsten- Planwijzigingen als gevolg van belangrijke vondsten tijdens de restauratie

Bouwhistorisch onderzoekVoor zover noodzakelijk en derhalve behorende bij de restauratieplan-voorbereiding