Regeling vervallen per 14-10-2023

Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2019

Geldend van 15-03-2019 t/m 12-11-2021

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2019

de raad van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel van seniorenconvent van 31 januari 2019, nr. 1506;

gelet op het bepaalde in artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2019

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie gemeente Coevorden zoals bedoeld in artikel 2.1;

    • b.

      doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperk mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

    • c.

      doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

    • d.

      extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, tweede lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is benoemd;

    • e.

      intern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, derde lid door de raad is benoemd uit de kring van beëdigd raads- of commissieleden van de gemeente Coevorden;

    • f.

      wet: Gemeentewet;

    • g.

      voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie.

    • h.

      raad: de gemeenteraad van Coevorden.

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2.

    De taak van de commissie is:

    • a.

      het uitoefenen van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81 oa van de wet;

    • b.

      het verrichten van onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur en het uitbrengen van advies daarover aan de raad.

    • c.

      het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden: drie externe leden en twee interne leden.

  • 2.

    De raad benoemt de drie externe leden van buiten de kring van zijn leden op voordracht van een selectiecommissie voor een periode van drie jaar; de raad kan deze leden op voordracht van de rekenkamercommissie een keer herbenoemen voor de duur van een gelijke periode.

  • 3.

    De raad benoemt twee interne leden op voordracht van een selectiecommissie voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad.

  • 4.

    De leden zoals bedoeld in het tweede lid leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring of belofte) af:

    “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”

  • 5.

    De rekenkamercommissie benoemt uit haar midden één van de drie externe leden als voorzitter.

  • 6.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een door de commissie aan te wijzen extern lid op als voorzitter.

Artikel 2.3 De voorzitter

    • 1.

      De voorzitter draagt zorg voor:

      • a.

        het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie;

      • b.

        het leiden van de vergaderingen;

      • c.

        het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet, de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming;

      • d.

        het onderhouden van contact met de raad, ambtelijke organisatie, pers en naburige rekenkamers.

    • 3.

      De voorzitter stuurt de ondersteunende medewerkers van de rekenkamer aan.

Artikel 2.4 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1.

    In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3.

    Besluiten kunnen worden genomen als een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 2.5 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een intern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad, dan wel deel gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3.

    De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 2.6 Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De raad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in lid 1 van zijn functie ontslaan.

Artikel 2.7 Nevenfuncties

  • 1.

    De externe leden van de rekenkamercommissie maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van de rekenkamercommissie zij vervullen.

  • 2.

    Openbaarmaking geschiedt door vermelding van de in het eerste lid bedoelde functies op de website van de gemeente.

Artikel 2.8 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1.

    De leden respectievelijk de voorzitter ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden, overeenkomstig de vergoeding aan de leden, respectievelijk de voorzitter van de bezwaarschriftencommissie gemeente Coevorden.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in lid 1 bedraagt de uurvergoeding voor onderzoekswerkzaamheden door de voorzitter en de externe leden € 60,- indien de rekenkamercommissie besluit een onderzoek in eigen beheer uit te voeren.

  • 3.

    De vergoedingen als bedoeld in het eerste en tweede lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De rekenkamercommissie kiest onderwerpen voor haar onderzoek en legt dit jaarlijks vast in een onderzoeksprogramma.

  • 2.

    Alvorens de rekenkamercommissie het onderzoeksprogramma vaststelt biedt zij de raad de mogelijkheid om schriftelijk advies te geven over de vast te stellen onderzoeksonderwerpen.

  • 3.

    Nadat deze adviezen ontvangen zijn motiveert de rekenkamercommissie haar keuze om een bepaald advies wel te verwerken in het onderzoeksprogramma en andere adviezen niet.

  • 4.

    De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksvragen vast.

  • 5.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de raad.

Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie stelt jaarlijks voor 1 april een jaarverslag vast over het afgelopen kalenderjaar. De rekenkamercommissie stuurt minimaal één keer per jaar een voortgangsrapportage ter informatie naar de raad.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. Artikel 183 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

    De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 8.

    Na het ambtelijk hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 7 en na het bestuurlijk hoor en wederhoor zoals bedoeld in lid 8 formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 9.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Secretaris / onderzoeker rekenkamer

  • 1.

    De griffier staat de rekenkamercommissie terzijde bij de uitvoering van haar taak.

  • 2.

    De werkgeverscommissie van de raad benoemt, schorst en ontslaat een ambtelijk secretaris, in overleg met de commissie.

  • 3.

    De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 4.

    De voorzitter stuurt de ambtelijk secretaris aan bij de inhoudelijke werkzaamheden.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris zorgt voor inhoudelijke ondersteuning van de commissie en verzorgt in overleg met de voorzitter de agendaplanning, de verslaglegging en de dossiervorming.

  • 6.

    De secretaris is organisatorisch ondergebracht bij de griffie.

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen.

  • 2.

    Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht.

  • 3.

    De onderzoeksmedewerkers hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot de in lid 2 bedoelde informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

Paragraaf 5 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.8 zijn toegekend aan de externe leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • d.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2019.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    De Verordening rekenkamercommissie gemeente Coevorden 2005 wordt met ingang van het in lid 2 genoemde dag ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 februari 2019.

De raad voornoemd,

voorzitter griffier

B.J. Bouwmeester, J. Kuipers-Meijering,