Subsidieverordening instandhouding monumenten Dalfsen 2008

Geldend van 21-05-2008 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening instandhouding monumenten Dalfsen 2008

De raad van de gemeente Dalfsen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 2008, nummer 20;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 afdeling 4.2.1 t/m 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de "Subsidieverordening instandhouding monumenten Dalfsen 2008"

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder:

Deze verordening verstaat onder:

  • 1. de wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen

  • 3. subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21 van de wet.

  • 4. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.

  • 5. subsidiabele kosten: kosten voor restauratie- en onderhoudswerkzaamheden die noodzakelijk zijn om de monumentale waarden van een monument op sobere en doelmatige wijze in stand te houden.

  • 6. monument: beschermd gemeentelijk monument dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Dalfsen 2008 als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen en geregistreerd op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • 7. subsidiegerechtigde: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op het tijdstip van voltooiing van de werkzaamheden het eigendomsrecht, het recht van erfpacht, het recht van opstal of het appartementsrecht heeft op het desbetreffende monument of dit recht aantoonbaar in de nabije toekomst verkrijgt.

Artikel 2 Recht op subsidie Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met in acht neming van deze verordening, subsidie te verlenen voor:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met in acht neming van deze verordening, subsidie te verlenen voor:

  • 1. restauratie- en onderhoudswerkzaamheden die noodzakelijk zijn om de monumentale waarden van een monument op sobere en doelmatige wijze in stand te houden;

  • 2. bouwkundige inspecties van monumenten met een maatschappelijke functie en een inhoud van meer dan 1.000 m³, niet zijnde een woonhuis, uit te voeren door de Stichting Monumentenwacht Overijssel en Flevoland.

Artikel 3 Subsidieplafond

De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de begrotingsvaststelling een subsidieplafond vast voor het daarop volgende kalenderjaar ten behoeve van restauratie- en onderhoudswerkzaamheden die noodzakelijk zijn om de monumentale waarden van een monument op sobere en doelmatige wijze in stand te houden.

Artikel 4 Begrotingsvoorbehoud

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten laste van de begroting van het volgende jaar, die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, onder voorbehoud dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

Hoofdstuk 2 Subsidie instandhouding

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 wordt ingediend bij burgemeester en wethouders op een daartoe te verstrekken formulier.

  • 2. De aanvraag om subsidie bestaat tenminste uit:

    • a.

      een technische omschrijving van de te verrichten werkzaamheden of een bestek, met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting;

    • b.

      gedetailleerde tekening(en) van de bestaande en nieuwe situatie, voor zover dit van toepassing is.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidiabele kosten zijn opgenomen in een door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst, weergegeven in bijlage A van deze verordening.

  • 2. Indien de aanvrager de restauratie- en onderhoudswerkzaamheden in zelfwerkzaamheid verricht, zijn alleen de materiaalkosten als subsidiabele kosten aan te merken.

Artikel 7 Subsidiepercentage en subsidiemaximum

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per drie kalenderjaren subsidie toekennen oor hetzelfde monument.

  • 2. De subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4.500,00.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen voor monumenten met een maatschappelijke functie en een inhoud meer dan 1.000 m³, niet zijnde een woonhuis, afwijken van het in lid 2 genoemde percentage en bedrag en een hogere subsidiebijdrage toekennen nadat de gemeenteraad hiermee heeft ingestemd.

Artikel 8 Prioriteitenstelling

  • 1. Burgemeester en wethouders verstrekken slechts subsidie voor zover de op grond van artikel

  • 2. begrote financiële middelen voor restauratie- en onderhoudswerkzaamheden toereikend zijn.

  • 3. Alle subsidieaanvragen op grond van deze verordening worden op volgorde van ontvangst afgehandeld. Een aanvraag wordt in deze volgorde opgenomen als zij volledig is.

Artikel 9 Voorwaarden subsidieverlening

De aanvrager van subsidie dient een door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige en/of ambtenaar in gemeentelijke dienst desgewenst de gelegenheid te bieden het monument en de wijze waarop de werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd, te inspecteren.

Artikel 10 Uitvoeringsvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidietoekenning nadere voorschriften verbinden.

Artikel 11 Toestemming bij afwijking van verstrekte gegevens

De werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met vooraf verkregen schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, 4:34 en 4:35 van de wet wordt geen subsidie verleend in de volgende situaties:

    • a.

      de aanvrager is geen subsidiegerechtigde;

    • b.

      voor de werkzaamheden een vergunning op grond van de Monumentenverordening Dalfsen 2008 is vereist en deze is niet verleend;

    • c.

      de aanvrager is gestart met de werkzaamheden voordat de subsidie is verleend;

    • d.

      het restauratie- of onderhoudsplan geeft geen zicht op duurzaam herstel van het monument;

    • e.

      de kosten voor de werkzaamheden staan niet in redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

    • f.

      de kosten voor de werkzaamheden worden gedekt uit een verzekeringsuitkering;

    • g.

      het monument, waaraan de werkzaamheden worden verricht, is onvoldoende is verzekerd;

    • h.

      er is sprake van brand- of stormschade;

    • i.

      voor de kosten van de werkzaamheden krijgt de aanvrager primair uit andere hoofde dan deze verordening steun;

  • 2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 13 Termijn besluitvorming en uitvoering

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag als bedoeld in artikel 5 binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Zij kunnen die termijn met ten hoogste acht weken verlengen. De aanvrager ontvangt hiervan schriftelijk bericht voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn.

  • 3. De subsidie vervalt als niet binnen 12 maanden na de datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening met de werkzaamheden is gestart.

  • 4. De werkzaamheden moeten zijn gereed gemeld binnen 24 maanden na de datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening.

  • 5. Bij onvoorziene omstandigheden - die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen -kunnen burgemeester en wethouders de in het derde en vierde lid genoemde termijnen schriftelijk verlengen op verzoek van de aanvrager.

  • 6. Indien burgemeester en wethouders artikel 7 lid 3 van toepassing verklaren ontvangt de aanvrager hiervan schriftelijk bericht binnen de in het eerste lid genoemde termijn met vermelding van de termijn waar binnen op de aanvraag wordt beslist.

Artikel 14 Gereedmelding

  • 1. Binnen acht weken na het gereedkomen van de werkzaamheden moet de aanvrager schriftelijk verklaren dat de werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding moet vergezeld gaan van alle gevraagde gegevens en facturen als bedoeld in artikel 15 lid 1sub c.

  • 2. Indien de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens.

  • 3. De aanvrager moet binnen vier weken zijn gereedmelding aanvullen met de gevraagde gegevens.

  • 4. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de hoogte en uitbetaling van de subsidie.

  • 5. Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt, indien niet is voldaan aan het bepaalde in heteerste en derde lid.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1. De vaststelling van de hoogte van de subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de werkzaamheden conform artikel 14 zijn gereed gemeld;

    • b.

      de gereed gemelde werkzaamheden overeenkomstig de subsidieverlening zijn uitgevoerd en door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de gereed gemelde werkzaamheden evenals de totale kostenopstelling, waarin de gereed gemelde werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in artikel 5 bedoelde begroting, door burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. De vastgestelde subsidie is gelijk aan de verleende subsidie, tenzij:

    • a.

      de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd;

    • b.

      de werkzaamheden zonder schriftelijke toestemming als bedoeld in artikel 11 hebben plaatsgevonden in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens.

  • 3. Binnen acht weken na gereedmelding en het verzoek om subsidievaststelling als bedoeld in artikel 14 lid 4 besluiten burgemeester en wethouders tot subsidievaststelling.

Artikel 16 Uitbetaling van de subsidie

  • 1. Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van betaalde voorschotten.

  • 2. In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komendegevallen kunnen op verzoek van de aanvrager na overlegging van de betreffende rekeningen en betaalbewijzen voorschotten worden verstrekt van de daarop betrekking hebbendesubsidie. In die gevallen wordt de laatste 10% van de verleende subsidie pas uitbetaald nadat voldaan is aan het bepaalde in artikel 15.

Hoofdstuk 3 Subsidie bouwkundige inspecties

Artikel 17 Aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie als bedoeld in hoofdstuk 3 wordt ingediend bij burgemeester en wethouders op een daartoe te verstrekken formulier.

  • 2. De aanvraag om subsidie bestaat tenminste uit:

    • a.

      het lidmaatschap c.q. bewijs van aansluiting / inschrijving van de Stichting Monumentenwacht Overijssel en Flevoland; en

    • b.

      het inspectierapport, als bedoeld in artikel 18.

Artikel 18 Subsidiabele kosten

Tot de subsidiabele kosten worden gerekend:

  • a.

    de kosten van aansluiting bij de Stichting Monumentenwacht Overijssel en Flevoland (abonnement);

  • b.

    de kosten van bouwkundige inspecties van het monument met de daaraan verbonden opstelling van het bouwkundige inspectierapport.

Artikel 19 Subsidiemaximum

De subsidie bedraagt maximaal:

  • 1.

    de kosten van aansluiting bij de Stichting Monumentenwacht Overijssel en Flevoland tot een maximum van € 40,00 per monument per jaar;

  • 2.

    de kosten van bouwkundige inspecties van het monument tot een maximum van 3 inspecties per twee jaar per monument, deze kosten zijn in manuren als volgt samengesteld:

    • a.

      1e inspectie: maximaal 8 manuren;

    • b.

      2e en volgende inspectie: maximaal 4 manuren per inspectie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, waarin zij tot onbillijkheid leidt of waarin zij leidt tot situaties waarmee geen aanwijsbaar belang is gediend, kunnen burgemeester en wethouders van het bepaalde in deze verordening afwijken.

Artikel 21 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen voor een of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog geen besluit tot subsidieverlening is genomen, worden afgehandeld met toepassing van deze verordening.

Artikel 23 Intrekking

De Subsidieverordening instandhouding monumenten Dalfsen 2002, vastgesteld op 16 december 2002, vervalt op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Instandhouding Monumenten Dalfsen 2008’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 21 april 2008.
De raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,
L.V. Elfers H.C. Lankman