Beleidsregels wet inburgering gemeente Dantumadiel 2010 e.v.

Geldend van 02-06-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Wet inburgering gemeente Dantumadiel 2010 e.v.

Het College van de gemeente Dantumadiel kan conform artikel 14 van de Verordening Wet inburgering Dantumadiel 2010 e.v. nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.

Deze beleidsregels hebben tot doel om een uniforme werkwijze te creëren ten aanzien van alle inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars in de gemeente Dantumadiel.

Bij algemene maatregel van bestuur kan de minister de gemeenten specifieke werkwijzen voorschrijven. Deze werkwijzen gaan altijd boven de door het college vastgestelde beleids- en uitvoeringsregels.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      het college:

      het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel;

    • b.

      de wet:

      de Wet inburgering;

    • c.

      taalkennisvoorziening:

      een taaltraject gekoppeld aan een MBO-opleiding;

    • d.

      TIWI-toets:

      de begintoets voor inburgeraars om het startniveau en de leerbaarheid te meten.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen en besluiten zijn van toepassing op de begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Binnen de in de verordening opgenomen doelgroepen die met voorrang een aanbod kunnen krijgen, kan de volgende prioriteit toegepast worden. De hoogste prioriteit ligt bij de verplichte inburgeraar als genoemd onder a tot en met d.:

    • a.

      eerste prioriteit: asielgerechtigden en geestelijk bedienaren;

    • b.

      tweede prioriteit: inburgeraars met een uitkering;

    • c.

      derde prioriteit: inburgeraars met opvoedende taken;

    • d.

      vierde prioriteit: inburgeraars met werk;

  • 2. Aan de vrijwillige inburgeraars (bijvoorbeeld EU-onderdanen), die in aanmerking komen voor een inburgeringvoorziening vanuit het Participatiebudget worden de volgende eisen gesteld:

  • a. voornemen tot langdurig verblijf in Nederland;

  • b. onvoldoende taalniveau (< A2) en kennis van de Nederlandse samenleving;

  • c. voornemen tot actieve participatie in de samenleving door werk, opleiding of een andere vorm van maatschappelijke participatie zoals vrijwilligerswerk;

  • d. er sprake is van opvoedende taken (zorg voor kinderen).

Artikel 3 Inburgerings- of taalkennisvoorziening

  • 1. De inburgeringsvoorziening die gecombineerd wordt met een re-integratievoorziening is gericht op werk, re-integratie, zelfstandig ondernemerschap of op een vervolgopleiding.

  • 2. Inburgeringsvoorzieningen die niet gecombineerd worden met een re-integratievoorziening kunnen gekoppeld worden aan een traject gericht op sociale redzaamheid en participatie.

  • 3. Voor inburgeraars die een MBO opleiding (gaan) volgen op niveau 1 of 2 kan een taalkennisvoorziening worden vastgesteld.

  • 4. Voor inburgeraars waarvoor het reguliere aanbod niet passend is kent het college op verzoek een Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) toe.

    Voorwaarden toekenning Persoonlijk Inburgering Budget (PIB)

    Het beheer van het Persoonlijk Inburgering Budget (PIB) wordt verzorgd door de productgroep Wolwêzen/WYS van de gemeente Dantumadiel/Dongeradeel. De volgende voorwaarden worden verbonden aan de toekenning van een PIB:

    • -

      de inburgeringsplichtige of de vrijwillige inburgeraar dient een verzoek in voor een Persoonlijk Inburgering Budget (PIB);

    • -

      de inburgeringvoorzieningen, die zijn gecontracteerd met een inburgeringsbedrijf, voorzien niet of onvoldoende in de inburgeringbehoefte van de inburgeraar;

    • -

      de inburgeringcursus of taalkennisvoorziening moet worden gevolgd bij een instelling met het keurmerk Inburgeren van de Stichting Blik op Werk;

    • -

      de inburgeringcursus leidt toe naar het inburgeringexamen of het Staatsexamen en omvat voor de inburgeraar het kosteloos afleggen van het desbetreffende examen. Voor de vrijwillige inburgeraar geldt één keer een vergoeding van het (inburgerings)examengeld.

    Het inburgeringbedrijf maakt een offerte, die minimaal bestaat uit:

    • -

      het startniveau van de inburgeraar;

    • -

      het inburgeringprogramma, uitgesplitst naar NT2, Kennis van de Nederlandse Samenleving(KNS), examentraining en portfolio, assessment of een combinatie van portfolio en assessment;

    • -

      het aantal lesuren;

    • -

      het profiel OGO, Werk, Ondernemerschap of Maatschappelijke Participatie;

    • -

      het Staatsexamen I of II;

    • -

      de uiterlijke datum van het examen;

    • -

      de kosten, uitgesplitst naar tenminste intake en trajectprijs.

Artikel 4 De inning van de eigen bijdrage

Voor alle inburgeraars geldt de eigen bijdrage waarvan de hoogte vastgesteld bij Wet (Wi). Uitzondering hierop geldt voor de vrijwillige inburgeraar die op last van het college, dan wel een andere uitkeringsinstantie zoals het UWV, een gecombineerde voorziening dient te volgen, deze is geen eigen bijdrage verschuldigd. Voor de verplichte inburgeraar met uitkering geldt dat de eigen bijdrage wordt ingehouden op de uitkering. De wijze van inning dient duidelijk in de beschikking of overeenkomst te worden vermeld. Er wordt een maximale inningtermijn gehanteerd van 10 termijnen. Afhankelijk van de hoogte van inkomsten wordt de termijnbetaling naar beneden bijgesteld.

Artikel 5 Reiskostenvergoeding

Voor de verplichte inburgeraar geldt dat de reiskosten van de woonplaats naar de leslocatie en visa versa worden vergoed op basis van openbaarvervoer en worden vergoed.

Artikel 6 Kosten inburgeringsexamen

  • 1. De inburgeringcursus leidt toe naar het inburgeringexamen of het Staatsexamen en omvat voor de verplichte inburgeraar het kosteloos afleggen van het desbetreffende examen.

  • 2. Voor de vrijwillige inburgeraar geldt één keer een vergoeding van het (inburgerings) examengeld. Haalt de vrijwillige inburgeraar het examen niet, dan zijn de examenkosten voor de herkansing voor rekening van de vrijwillige inburgeraar.

Artikel 7 Ontheffing van de inburgeringsplicht

Ontheffen van de inburgeringplicht op basis van een lichamelijke of psychische belemmering dan wel een verstandelijke handicap (Artikel 6 van de Wet inburgering).

De inburgeringsplichtige dient een verzoek voor ontheffing van de inburgeringplicht op basis van lichamelijke of psychische belemmeringen dan wel een verstandelijke handicap in bij het College van de gemeente Dantumadiel. Dit verzoek is vergezeld van een duidelijke motivatie. Het verzoek wordt in behandeling genomen door de consulent Inburgering.

Op verzoek van de consulent Inburgering dient de inburgeringsplichtige aanvullende informatie te verstrekken omtrent zijn reden en noodzaak voor ontheffing van de inburgeringplicht.

Ontheffing wordt alleen verleend aan de hand van een advies over de aard en de omvang van de lichamelijke of psychische beperking dan wel de verstandelijke beperking van een onafhankelijk arts, die ingeschreven staat in het BIG-register en gecertificeerd is voor medische advisering inburgeringsexamen.

Indien de arts aangeeft dat de lichamelijke of psychische beperking dan wel de verstandelijke handicap van dien aard is dat het behalen van het inburgeringexamen binnen 5 jaar na de aanvraag van de ontheffing, niet realistisch is, kan het college een ontheffing van de verplichting afgeven.

Indien de arts van mening is dat deelname aan een inburgeringsvoorziening met aanpassingen mogelijk is, geeft hij in zijn advies aan welke aanpassingen noodzakelijk zijn om de inburgeringsplichtige toch aan een inburgeringvoorziening te laten deelnemen.

Artikel 8 Kosten medische keuring

  • 1. Voor de verplichte inburgeraar met een WWB- of WIJ-uitkering geldt dat de kosten van het medisch onderzoek worden vergoed.

  • 2. De verplichte inburgeraar met een inkomen op bijstandsniveau of hoger, kan vooraf aan het college schriftelijk een verzoek indienen om een vergoeding van de kosten voor het medisch onderzoek, op grond van bijzondere bijstand.

Artikel 9 Ontheffing op basis van onvoldoende leervermogen (Artikel 31, lid 2 onder b van de Wet inburgering)

De inburgeringsplichtige kan een verzoek voor ontheffing van de inburgeringplicht op basis van onvoldoende leervermogen bij het college indienen vanaf 6 maanden voor het verstrijken van de inburgeringtermijn. Dit verzoek is vergezeld van een verklaring van een onderwijsinstelling waaruit dit onvoldoende leervermogen blijkt.

Op verzoek van het college dient de inburgeringsplichtige aanvullende informatie te verstrekken omtrent zijn reden en noodzaak voor ontheffing van de inburgeringplicht.

Indien op grond van de door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen wordt vastgesteld dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is om het inburgeringexamen te halen, wordt ontheffing verleend.

In bijzondere gevallen kan het college ambtshalve beslissen tot ontheffing.

Het college kan ook eerder op een aanvraag ontheffing verlenen, indien gelet op de door inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen om te voldoen aan de inburgeringsplicht, het vasthouden aan de zes maanden termijn onbillijk zou zijn.

Artikel 10 Verlenging van de inburgeringtermijn en handhaving

De inburgeringsplichtige kan op grond van artikel 31,32 en 33 van de wet een verzoek omtrent de verlenging van de inburgeringtermijn vanaf 6 maanden voor het verstrijken van de inburgeringtermijn schriftelijk indienen bij het college. Dit verzoek is vergezeld van een duidelijke motivatie. Op verzoek van het college dient de inburgeringsplichtige aanvullende informatie te verstrekken omtrent zijn reden en noodzaak tot verlenging van de inburgeringtermijn. Indien aantoonbare medische, sociale of dringende individuele redenen daartoe aanleiding geven, gaat het college over tot het verlengen van de inburgeringtermijn met een redelijke termijn, te rekenen vanaf de datum waarop het inburgeringexamen moet zijn behaald en die het college heeft vastgelegd in de eerder afgegeven beschikking. Indien het college niet in staat is de aangevoerde redenen te beoordelen kan advies bij een daarvoor aangewezen onafhankelijke derde worden opgevraagd. Het college kan in bijzondere gevallen in afwijking van de redenen genoemd in lid 3 van dit artikel ambtshalve verlenging van de inburgeringtermijn verlenen ten gunste van de inburgeraar.

De termijn* voor het voldoen aan de inburgeringsplicht is sedert 19 december 2009 voor alle inburgeringsplichtigen 3,5 jaar.

* vóór 19 december 2009 gelden de oude termijnen.

Artikel 11 Het opleggen van een boete aan inburgeringsplichtige (Artikel 38, lid 2 van de Wet inburgering)

De mate van verwijtbaarheid wordt afgestemd op de feiten, omstandigheden, ernst van de gedraging, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.

Het college neemt een besluit over de hoogte van de boete en het maximale aantal termijnen waarin de boete moet worden betaald. Naast de wettelijk vereiste onderdelen legt het college de hoogte van de boete en het aantal termijnen waarin de boete moet worden betaald, vast in een beschikking.

Artikel 12 Terugvordering

Indien de vrijwillige inburgeraar onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de met hem overeengekomen voorziening, zal ten hoogste een bedrag van € 250,-worden teruggevorderd. Bij de vrijwillige inburgeraar is het opleggen van een boete, als genoemd in artikel 11 van deze beleidsregels, niet mogelijk.

Artikel 13 Procedures

Voor toepassing van artikel 7, 8, 9 en 10 dient een verzoek te worden ingediend.

Het college beslist binnen 8 weken op een ingediend verzoek zoals beschreven in de artikelen 7, 8, 9 en 10 van dit uitvoeringsbesluit (artikel 2.8, lid 2 van het Besluit inburgering).

Als het college de inburgeringsplichtige verzoekt om aanvullende informatie dan heeft dit een opschortende werking ten aanzien van de termijn als genoemd in lid 2. De aanvullende informatie dient binnen 10 werkdagen te worden verstrekt. Indien er advies van derden wordt opgevraagd, beslist het college binnen 4 weken na ontvangst van het advies. Indien er al in het kader van de Wet werk en bijstand een medisch advies van de inburgeringsplichtige beschikbaar is, kan dit advies worden betrokken bij de beoordeling van het verzoek tot verlenging of ontheffing van de inburgeringplicht. Voorwaarde is dat het medische advies is opgesteld door een arts die gecertificeerd is voor de Wet inburgering. Het advies mag niet ouder zijn dan 6 maanden. De inburgeringsplichtige dient toestemming te geven voor het gebruik van het medische advies.

Artikel 14 Slotbepalingen

Als voor deelname of verdere deelname aan een inburgeringvoorziening zodanige kosten zijn gemoeid, dat deze in verband met een verantwoorde besteding van middelen niet of niet langer proportioneel worden geacht, kan het college afwijken van dit besluit.

Het college kan voorts afwijken van dit besluit voor zover een strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor de inburgeraar.

Artikel 15 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden inwerking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011 en kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Wet inburgering gemeente Dantumadiel 2010 e.v.”

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Dantumadiel d.d. 5 april 2011
De secretaris, De voorzitter,
A.J.H.M. Stierhout A. Aalbers