Uitvoeringsbesluit artikel 2:59 Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2016

Geldend van 18-05-2016 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit artikel 2:59 Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2016

De burgemeester van De Ronde Venen besluit:

Onderstaande beleidsregels ter uitvoering van art. 2.59 Algemene Plaatselijke Verordening (gevaarlijke honden) vast te stellen:

Artikel 1 1e bijtincident

  • 1. Een hond heeft een licht bijtincident veroorzaakt waarbij een persoon of een ander dier letsel en of schade heeft opgelopen. De eigenaar/houder van het verwondde dier of het slachtoffer doet hiervan melding bij de politie.

  • 2. De politie maakt een bestuurlijke rapportage op over het incident. De standpunten van de betrokkenen worden hierin opgenomen. De rapportage wordt verzonden naar de gemeente.

  • 3. De gemeente verstuurt op grond van de rapportage een brief naar de eigenaar/houder van de hond die het bijtincident heeft veroorzaakt. In deze brief wordt de eigenaar/houder van de hond gewezen op de regels over loslopende honden (indien van toepassing). Daarnaast wordt de eigenaar/houder van de hond erop gewezen dat wanneer de hond een tweede bijtincident veroorzaakt, de hond als gevaarlijk wordt aangemerkt en een aanlijn- dan wel een aanlijn- en muilkorfgebod wordt opgelegd.

Artikel 2 2e bijtincident

  • Een hond heeft een tweede bijtincident veroorzaakt, waarbij een persoon of een ander dier letsel en of schade heeft opgelopen. De eigenaar/houder van het verwonde dier of het slachtoffer doet hiervan aangifte bij de politie.

  • 1. De politie verwerkt de aangifte/melding over het bijtincident en maakt een bestuurlijke rapportage op over het incident (conform artikel 1) en verstuurt deze naar de gemeente.

  • 2. De gemeente stelt vast dat een hond voor de tweede maal een bijtincident heeft veroorzaakt en gaat over tot de procedure om een aanlijn- dan wel een aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen.

  • 3. Wanneer besloten wordt tot het opleggen van een aanlijn- dan wel aanlijn- en muilkorfgebod, wordt tevens in dit besluit aangegeven dat op het niet voldoen aan het gebod een dwangsom staat van € 250,- per overtreding, tot een maximum van € 2.500,-.

Artikel 3 Ernstig bijtincident

  • 1. Een hond heeft een ernstig bijtincident veroorzaakt, waarbij een persoon of een ander dier ernstig letsel heeft opgelopen. De eigenaar/houder van het verwonde dier of het slachtoffer doet hiervan aangifte/melding bij de politie.

  • 2. De politie verwerkt de aangifte over het bijtincident en maakt een bestuurlijke rapportage op over het incident (conform artikel 1) en verstuurt deze naar de gemeente.

  • 3. De overweging of het ernstig letsel betreft blijft voorbehouden aan de burgemeester.

  • 4. Indien een hond een bijtincident veroorzaakt als bedoeld in het eerste lid, kan de hond direct aangemerkt worden als gevaarlijke hond en kan de burgemeester besluiten direct een aanlijn- dan wel een aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen.

  • 5. Wanneer besloten wordt tot het opleggen van een aanlijn- dan wel aanlijn- en muilkorfgebod, wordt tevens in dit besluit aangegeven dat op het niet voldoen aan het gebod een dwangsom staat van € 250,- per overtreding, tot een maximum van € 2.500,-.

Artikel 4 Bijtincident na opleggen aanlijn- dan wel aanlijn- en muilkorfgebod

  • 1. Een hond waarbij sprake is van een aanlijn- dan wel aanlijn- en muilkorfgebod heeft een bijtincident veroorzaakt, waarbij een persoon of een ander dier letsel heeft opgelopen. De eigenaar/houder van het verwonde dier of het slachtoffer doet hiervan melding bij de politie.

  • 2. De politie verwerkt de aangifte/melding over het bijtincident, en maakt een bestuurlijke rapportage over het incident (conform artikel 1) en verstuurt deze naar de gemeente.

  • 3. De gemeente stelt vast dat de hond een bijtincident veroorzaakt heeft, ondanks dat aan de eigenaar/houder van de hond reeds een aanlijn- dan wel aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd.

  • 4. De eigenaar/houder van de hond wordt gevraagd om afstand te doen van de hond.

  • 5. Indien de eigenaar/houder niet vrijwillig afstand doet van de hond en de burgemeester vreest dat de kans op bijtrecidive aanwezig is, geeft de burgemeester het bevel tot het onvrijwillig in beslag nemen van de hond.

  • 6. Bij het (onvrijwillig) in beslag nemen van de hond kan in opdracht van de eigenaar/houder van de hond de hond aan een gedragstest worden onderworpen die de burgemeester betrouwbaar acht. De test zal moeten uitwijzen of de hond resocialiseerbaar of elders herplaatsbaar is, of dat het risico bij terugplaatsing bij de houder als te groot moet worden ingeschat.

  • 7. De kosten van vervoer, verblijf, test en eventueel laten doden van de hond komen voor rekening van de eigenaar/houder van de hond.

Artikel 5 Uitzonderingssituaties

In uitzonderlijke of zeer ernstige situaties is het mogelijk om van dit beleid af te wijken en direct over te gaan tot inbeslagname van de hond.

Artikel 6 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: ”Uitvoeringsbesluit artikel 2:59 Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2016”.

Artikel 7 In werking treding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Burgemeester van De Ronde Venen
Maarten Divendal