Regeling vervallen per 20-11-2015

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Deurne 2014

Geldend van 14-11-2014 t/m 19-11-2015

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Deurne 2014

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014 nr. 96a;

gehoord de commissie Ruimte en Economie van 4 november 2014;

overwegende dat:

  • -

    geconstateerd is dat de noodzaak bestaat voor het actualiseren van de gemeentelijke Verordening geurhinder en veehouderij Deurne 2011, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 januari 2011;

  • -

    bij het bepalen van andere waarden en / of afstanden aan de hand van de gewenste ruimtelijke inrichting van het gemeentelijke grondgebied als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij een daarbij behorende verordening als bedoeld in artikel 6 van die Wet wordt voorbereid;

  • -

    het hanteren van andere waarden en afstanden voor de geurbelasting dient bij te dragen aan een goede balans tussen de belangen van de agrarische sector, de belangen van burgers in de kernen en het buitengebied en de beoogde ruimtelijke ordening;

  • -

    de verduurzaming van de veehouderij een belangrijke pijler is voor het voorkomen van geuroverlast en bestaande geuroverlast te verminderen;

  • -

    voorkomen dient te worden dat gedurende de voorbereiding van de actualisatie van de “Verordening geurhinder en veehouderij” ongewenste ontwikkelingen bij veehouderijen plaatsvinden;

  • -

    de gemeenteraad op 7 oktober 2014 een Aanhoudingsbesluit heeft genomen op de Wet geurhinder en veehouderij, zodat in de periode waarin een nieuwe Geurverordening wordt voorbereid geen ongewenste ontwikkelingen bij veehouderijen plaatsvinden;

  • -

    in het belang van de agrarische ondernemers het aanhoudingsbesluit in gebieden waar geen geuroverlast is of kan ontstaan zo snel mogelijk het Aanhoudingsbesluit dient te worden ingetrokken;

  • -

    de gebieden waarin het Aanhoudingsbesluit wordt ingetrokken de noodzaak bestaat tot het vaststellen van de Verordening geurhinder en veehouderij Deurne 2011, teneinde te voorkomen dat in deze gebieden geen enkele lokale verordening van toepassing is, doch slechts de Wet geurhinder zelf, welke afwijkende normen hanteert dan de Geurverordening uit 2011 voor de toetsing van geurbelasting;

  • -

    op vergunningaanvragen, die innovatieve ontwikkelingen betreffen en substantieel bijdragen aan de verlaging van geurbelasting, het Aanhoudingsbesluit kan worden ingetrokken,

gelet op:

  • -

    artikel de Wet geurhinder en veehouderij;

  • -

    gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

  • -

    de door de raad bij besluit van 18 januari 2011 vastgestelde Evaluatie gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij;

BESLUIT

  • 1.

    te bepalen dat het Aanhoudingsbesluit op de Wet geurhinder en veehouderij van 7 oktober 2014 wordt ingetrokken voor die gebieden die op kaart 3 zijn aangegeven met de kleur groen, exclusief de kernen, kernrandzones en bebouwde kommen aangegeven op kaart 2, exclusief de nertsenfokkerijen, aangegeven in bijlage 5 en exclusief agrarische bedrijven waar binnen een straal van 250 meter rondom het bouwblok woningen gelokaliseerd zijn waar feitelijk geen agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt, aangeduid op kaart 4;

  • 2.

    vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven: Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Deurne 2014 voor alle gebieden waar ingevolge onderdeel 1 het Aanhoudingsbesluit op de Wet geurhinder en veehouderij wordt ingetrokken en welke gebieden zijn aangegeven op de bij dit besluit horende kaart 3 die zijn aangegeven met de kleur groen.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.

Wet: de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

Als gebied(en) als bedoeld in artikel 6 van de Wet wordt/worden aangewezen het volgende gebied/de volgende gebieden:

  • A.

    Invloedsgebied kern Deurne. Het gebied dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten.

  • B.

    Invloedsgebied plangebieden voor woningbouw en industrieterrein en kernrandzones. Het gebied dat een aantal (delen van) plangebieden en kernrandzones omsluit en dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten.

  • C.

    Invloedsgebied gedeelte plangebied “Industrieterrein Kranenmortel”. Het gebied dat een gedeelte van plangebied Kranenmortel omsluit en dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten.

  • D.

    Invloedsgebied “Hippisch centrum”. Het gebied dat plangebied “Hippisch centrum” omsluit en dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten.

Artikel 3 Andere waarden voor de geurbelasting of afstanden

In gebied A als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde. Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied zich bevinden binnen de bebouwde kom: 1 ouE/m3.

In gebied B als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde. Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied zich bevinden binnen de bebouwde kom: 6 ouE/m3.

In gebied C als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde. Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied zich bevinden binnen de bebouwde kom: 14 ouE/m3.

In gebied D als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere afstand. Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld en een voor geur gevoelig object, voor zover het voor geur gevoelige object zich in het buitengebied bevindt: 25 meter.

De verordening is niet van toepassing op de kernen, kernrandzones en bebouwde kommen aangegeven op kaart 2, op nertsenfokkerijen, aangegeven in bijlage 5 en agrarische bedrijven waar binnen een straal van 250 meter rondom het bouwblok woningen gelokaliseerd zijn waar feitelijk geen agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt, aangeduid op kaart 4;

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij”.

  • 3.

    Ter onderbouwing van de in onder 2 vermelde Verordening te hanteren de eerder vastgestelde Evaluatie gebiedsvisie ten behoeve van de Verordening geurhinder en veehouderij voor de gemeente Deurne van 26 maart 2010;

  • 4.

    te bepalen dat op aanvragen van agrarische bedrijven die zich bevinden in de rood gemarkeerde gebieden aangegeven op de bij dit besluit horende kaart 3, de kernen, de bebouwde kommen en de kernrandzones het aanhoudingsbesluit van 7 oktober 2014 van kracht blijft tot het in werking treden van een verordening als bedoeld in artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij, of tot de intrekking van het Aanhoudingsbesluit;

  • 5.

    te bepalen dat een vergunningaanvraag voor een innovatieve ontwikkeling en substantieel bijdraagt aan de verlaging van geurbelasting afzonderlijk aan de raad worden voorgelegd, teneinde te beoordelen of het intrekken van het Aanhoudingsbesluit op deze locatie gerechtvaardigd is;

  • 6.

    te bepalen dat op aanvragen van pelsdierhouderijen in Deurne, aangegeven in bijlage 5, het aanhoudingsbesluit van 7 oktober 2014 van kracht blijft tot het in werking treden van een verordening als bedoeld in artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij, of tot de intrekking van het Aanhoudingsbesluit.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2014.

De griffier, R.J.C.M. Rutten

De voorzitter, H.J. Mak