Regeling vervallen per 23-12-2015

Voorwaarden voor de verpachting van standplaatsen voor zowel kermisinrichtingen als verkoopzaken ten tijde van de zomerkermis

Geldend van 29-10-2010 t/m 22-12-2015

Intitulé

Voorwaarden voor de verpachting van standplaatsen voor zowel kermisinrichtingen als verkoopzaken ten tijde van de zomerkermis

ALGEMEEN

ARTIKEL 1.

  • 1.

    De kermis(sen) zal (zullen) worden gehouden op die dagen, die terreinen, en in die termijnen, welke telkenjare tijdig, via advertenties in de kermisvakbladen, alsook in het JAARLIJKS BIJVOEGSEL tot deze voorwaarden, zullen worden vermeld.

  • 2.

    Onder "verkoopzaken" worden in deze voorwaarden verstaan, zaken waarin verkoop van eetwaren, speelgoed en dergelijke plaatsvindt.

  • 3.

    Onder "kermisinrichtingen" worden in deze voorwaarden verstaan, alle inrichtingen, die geen waren ten verkoop aanbieden als in het vorige lid bedoeld.

  • 4.

    Deze bepalingen zijn van toepassing gedurende de tijd dat kermissen worden gehouden.

VERPACHTING

ARTIKEL 2.

  • 1.

    De standplaatsen worden verpacht door of vanwege het college; de standplaatsen worden door of namens team Vergunningen aangewezen volgens een door of vanwege het college goedgekeurd plan.

  • 2.

    De verpachting geschiedt zo, dat in principe de hoogste bieder de plaats zal worden gegund, doch de biedsom behoeft niet altijd bepalend te zijn (gesloten verpachting).

    Het college kan voorkeur geven aan die inrichtingen die naar hun mening traditioneel op de Deventer kermis thuishoren en bijdragen tot de aantrekkelijkheid ervan, alsook aan die inrichtingen die als "primeurs" kunnen worden aangemerkt.

  • 3.

    Belangstellenden worden in de gelegenheid gesteld hun inschrijving voor de daartoe bestemde standplaatsen uit te brengen bij het college. Nadere informatie omtrent de standplaatsen kan worden verkregen bij team Vergunningen.

  • 4.

    Deze voorwaarden zijn ook van toepassing wanneer de kermis met vergunning, danwel in opdracht van de gemeente, wordt georganiseerd door een derde.

  • 5.

    De gemeente verplicht zich de kermisbonden - nadat over de verpachting overeenstemming is bereikt - uit te nodigen voor een gesprek over de indeling van de kermis.

  • 6.

    De gemeente is bevoegd om tijdens de verpachting gebruik te maken van externe deskundigheid, indien dit noodzakelijk wordt geacht.

INSCHRIJVING

ARTIKEL 3.

  • 1. Inschrijving dient te geschieden op daartoe door of vanwege het college vastgestelde en ter beschikking gestelde formulieren en enveloppen voor inzending.

    Voor kermisinrichtingen dient men gebruik te maken van inschrijfformulier A en voor verkoopzaken van inschrijfformulier B. Het gebruik van afwijkende formulieren kan NIET worden toegestaan.

  • 2. Op het inschrijfformulier moet tenminste worden vermeld:

    • a.

      naam, voornaam en adres van de inschrijver, danwel correspondentie-adres, indien de inschrijver geen vaste woonplaats heeft, postcode, eventueel telefoonnummer, bank- of gironummer, alsmede de handtekening van de inschrijver;

    • b.

      naam en omschrijving van de inrichting c.q. verkoopzaak, overeenkomstig de registratie in het Handelsregister, of bij een organisatie van kermisvakgenoten, alsmede het Handels-registratienummer;

    • c.

      de juiste afmetingen van de frontbreedte en diepte of doorsnede van de inrichting c.q. zaak, alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa en dergelijke, wanneer deze buiten de maten van breedte, diepte of doorsnede uitsteken, benevens vóór-, zij- en achterschoren;

    • d.

      de benodigde aansluitwaarde in KWU;

    • e.

      het aantal woon- en pakwagens;

    • f.

      aanduiding van het (de) terrein(nen), waarvoor de inschrijving is bedoeld;

    • g.

      het bedrag, zowel in cijfers als in letter, dat wordt geboden; bij verschil van het bedrag in letter en cijfers, geldt uitsluitend het bedrag in letters;

    • h.

      de verzekeringsmaatschappij waarbij de exploitant verzekerd in tegen de risico's ex artikel 22 van deze voorwaarden;

    • i.

      het bouwjaar en de fabrikant van de kermisinrichting c.q. zaak, alsmede een overzicht van grote uitgevoerde reparaties én onderhoudsbeurten gedurende de laatste twee jaar.

  • 3. Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting c.q. verkoopzaak worden ingeschreven. Inschrijvingen van twee of meer exploitanten "in combinatie" zullen terzijde worden gelegd. Wel mag door één exploitant een zogenaamd "combinatiebod" worden uitgebracht voor maximaal twee eigen inrichtingen (te vermelden op inschrijfformulier).

  • 4. Inschrijvingen bevattende concurrentie-bedingen ten doel hebbend om andere, niet dezelfde, inrichtingen c.q. verkoopzaken als waarmede wordt ingeschreven, te weren, of slechts om bepaalde personen toe te laten, zulks ter beoordeling van het college, kunnen terzijde worden gelegd.

  • 5. Op ieder inschrijfformulier voor een vermaakinrichting is een aparte ruimte opgenomen voor het doen van biedingen. Voor kinderzaken geldt een maximale ritprijs van € 1,50. Voor vermaakzaken geldt een maximale ritprijs van € 2,50. Voor oefening- en behendigheidspellen geldt een maximumprijs van € 2,00 per spel. Biedingen voor kinderzaken behoren te worden ingevuld op de speciaal daarvoor aangegeven ruimte. Bij acceptatie door de gemeente Deventer van een bod dient de daarbij behorende ritprijs door de betrokken exploitant te worden berekend. Afwijkingen naar beneden, bijvoorbeeld door meer-rittenkaarten, zijn toegestaan. Ten aanzien van exploitanten die zich niet aan de overeengekomen ritprijs houden, wordt het met hen gesloten contract geacht te zijn ontbonden zonder dat hiervoor enige ingebrekestelling is vereist en zonder dat hunnerzijds enigerlei aanspraak op schadevergoeding bestaat. Het college kan dan met de standplaats naar hun verkiezen handelen, zulks onverminderd de verplichting van de inschrijver tot betaling van eventueel nog verschuldigde gelden.

  • 6. Op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, gedaan vóór het einde van de kermis, door exploitanten van inrichtingen c.q. verkoopzaken met een behoorlijk spelend orgel, zal na afloop van de kermis een restitutie van 10% van de pachtsom met een maximum van 200,-- kunnen worden verleend. Restitutie vindt slechts plaats wanneer naar het oordeel van het college het orgel in een behoorlijke staat van onderhoud verkeert en de inrichting tijdens de kermis uitsluitend orgelmuziek ten gehore brengt.

ARTIKEL 4.

De inschrijfformulieren moeten vóór een door of vanwege het college bepaalde datum en bepaald uur ten gemeentehuize of op een andere aangegeven plaats zijn ingeleverd. Te laat ingeleverde formulieren worden terzijde gelegd.

ARTIKEL 5.

De inschrijver is gehouden zijn/haar bod gedurende 14 dagen na de in artikel 4 genoemde datum gestand te doen.

ARTIKEL 6.

De gemeente is gehouden zijn aanbod gestand te doen wat betreft soort, aantal en kwaliteit van de kermisattractie c.q. kermiszaak waarvoor de inschrijving bij advertentie wordt opengesteld.

TOEWIJZING STANDPLAATSEN

ARTIKEL 7.

  • 1.

    Binnen 14 dagen na de in artikel 4 genoemde datum beslist het college omtrent de toewijzing van de standplaatsen.

  • 2.

    Met inschrijving uitbrengen voor een bepaalde plaats kan bij de toewijzing rekening worden gehouden, mits uit deze aanduiding duidelijk en ondubbelzinnig de bedoeling van de inschrijver blijkt.

BETALING

ARTIKEL 8.

  • 1.

    De pachtsom moet in twee termijnen worden betaald;

    • a.

      50% van het verschuldigde binnen 14 dagen na dagtekening van de toewijzing van de standplaats;

    • b.

      het restant 14 dagen vóór de aanvang van de kermis.

  • 2.

    De betaling kan uitsluitend geschieden door storting of overschrijving van het verschuldigde op bankrekeningnummer 37.77.60.005 ten name van de Gemeente Deventer bij de RABO-bank te Deventer.

  • 3.

    Indien de pachtsom niet is betaald binnen de termijnen in dit artikel genoemd, is de exploitant van de inrichting c.q. verkoopzaak in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen zonder dat daarvoor een rechterlijke ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt het door hem al gestorte deel van de pachtsom en blijft daarenboven verplicht tot betaling van de volledige pachtsom.

  • 5.

    Het college behoudt zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen zonder verplicht te zijn de opbrengst hiervan aan de nalatige exploitant geheel of gedeeltelijk uit te keren.

INNEMEN STANDPLAATS

ARTIKEL 9.

  • 1. Degene aan wie een standplaats is toegewezen is verplicht deze in te nemen, overeenkomstig de in het inschrijfformulier vermelde bestemming.

  • 2. Afstand, overdracht of ruiling van standplaatsen is niet geoorloofd, tenzij voorafgaand schriftelijk toestemming is verkregen van het college.

ARTIKEL 10.

  • 1.

    Een standplaats die 6 uur vóór de aanvang van de kermis door betrokkene niet is ingenomen en gereed is voor exploitatie, vervalt en kan door het college aan een ander worden toegewezen.

  • 2.

    Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht is vervallen, tot betaling van de geboden pachtsom, onverlet.

RESTITUTIE PACHTSOM

ARTIKEL 11.

Wanneer de kermis niet doorgaat of ophoudt door te gaan - zulks ter beoordeling van het college - worden de betaalde pachtsommmen teruggegeven, danwel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen waarop de standplaatsen niet kunnen worden gebruikt, gerestitueerd.

ARTIKEL 12.

In gevallen waarin door overmacht, door onvoorziene en niet aan enige schuld of nalatigheid van de exploitant te wijten omstandigheden de toegewezen standplaats niet kan worden ingenomen, zal het college vermindering, teruggave of kwijtschelding van de pachtsom, danwel het al betaalde gedeelte, verlenen.

ARTIKEL 13.

  • 1. De gemeente draagt er zorg voor dat de terreinen beschikbaar zijn. De terreinen worden tijdens de kermis en de afbraak ervan door de gemeente gereinigd.

  • 2. Met het opbouwen van de inrichtingen c.q. verkoopzaken mag niet eerder worden begonnen dan 4 dagen vóór de aanvangsdatum van de kermis. Hiertoe dient men bij team Vergunningen een zogenaamd "opbouwbewijs" af te halen, dat uitsluitend wordt afgegeven indien door de exploitant aan alle verplichtingen is voldaan. Na aanvang van de kermis mag er niet meer worden opgebouwd. Met het afbreken van de inrichtingen c.q. verkoopzaken mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur op de laatste kermisdag. Uiterlijk 3 dagen na beëindiging van de kermis moeten de terreinen zijn ontruimd.

  • 3. Gedurende de kermis mogen er op de kermisterreinen geen WOON-EN PAKWAGENS staan. Woon- en pakwagens moeten gebruik maken van het terrein dat voor dit doel door het college is aangewezen.

ARTIKEL 14.

Op de kermisterreinen, alsmede op het terrein waar de salonwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende wateraftappunten en stroomtoevoercontacten en tijdens de kermis voor politietoezicht.

VOORSCHRIFTEN VAN ORDE EN VEILIGHEID

ARTIKEL 15.

De exploitanten zijn verplicht ten alle tijde in hun inrichtingen c.q. verkoopzaken toe te laten ambtenaren van politie, bouw- en woningtoezicht, brandweer, alsmede andere vertegenwoordigers van de gemeente, en de voorschriften op te volgen die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven.

ARTIKEL 16.

  • 1. Door de exploitant zullen de door de gemeente gestelde regelen omtrent veiligheid, zowel in het algemeen als ten aanzien van brand, in acht moeten worden genomen.

  • 2. De exploitant is voorts verplicht ervoor te zorgen dat in de inrichting c.q. verkoopzaak al die maatregelen worden getroffen, welke redelijkerwijs kunnen worden verwacht ter waarborging van de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt.

ARTIKEL 17.

Het is verboden inrichtingen c.q. verkoopzaken te sluiten of onverlicht te laten vóór het sluitingsuur van de kermis, behoudens in bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

ARTIKEL 18.

Indien de exploitanten en/of hun personeel handelen in strijd met vorenstaande bepalingen, kan de inrichting c.q. verkoopzaak op last van de burgemeester worden gesloten.

WETTELIJKE EN CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID.

ARTIKEL 19.

  • 1. Houders van vermaak inrichtingen c.q. verkoopzaken zijn verplicht het risico van burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting c.q. verkoopzaak te verzekeren.

  • 2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 van dit artikel bedoelde aanspraken wegens geleden schade, tenzij kan worden bewezen dat deze schade het gevolg is van door of vanwege de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

ARTIKEL 20.

  • 1. De gemeente zal op generlei wijze gronden van de gemeente in gebruik geven ten behoeve van het houden van een braderie met kermiszaken, circus of soortgelijke inrichting, lunapark of andere kermis, gedurende de kermis of in een periode van 6 weken VOORAFGAAND aan de aanvangsdatum van de kermis.

  • 2. Bij het beslissen over een aanvraag strekkende tot het verkrijgen van ontheffing van de van toepassing zijnde verbodsbepalingen van de Algemene plaatselijke verordening Deventer ten behoeve van het organiseren van een braderie met kermiszaken, circus of soortgelijke inrichting, lunapark of andere kermis, gedurende de kermis of in een periode van 6 weken voorafgaand aan de aanvangsdatum van de kermis, houdt de gemeente rekening met doel en strekking van de overeenkomst.

ARTIKEL 21.

  • 1.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om bij niet-naleving van de voorwaarden, hiervan mededeling te doen aan de "Vereniging van Nederlandse Gemeenten".

  • 2.

    De gemeente geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan de betrokkene onder de mededeling dat deze zich tot een organisatie van kermisexploitanten kan wenden teneinde zijn belangen te doen behartigen bij de "Vereniging van Nederlandse Gemeenten".

  • 3.

    De "Vereniging van Nederlandse Gemeenten" heeft het recht om de in lid 1 bedoelde mededeling ter kennis te brengen van de daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen. Zij gaat hiertoe niet over dan nadat de kalendermaand volgende op die, waarin de mededeling van het college is ontvangen, is verstreken.

OPENINGSTIJDEN

ARTIKEL 22.

De kermis is geopend: zondag, maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 14.00 tot 24.00 uur.

Vrijdag en zaterdag van 14.00 tot 01.00 uur. Indien de zondag tevens 1e Pinksterdag is, geldt een openingstijd van 14.00 uur tot 01.00 uur.

OVERIGE VOORSCHRIFTEN

ARTIKEL 23.

Inrichtingen die op grond van de "Wet op de kansspelen" zijn verboden zullen niet worden toegelaten.

ARTIKEL 24.

Inrichtingen waar gevechten tussen mensen en dieren of van dieren onderling plaatsvinden, zullen niet worden toegelaten.

ARTIKEL 25.

Ingevolge artikel 7 van de "Kermisverordening Deventer" is het verboden kermisinrichtingen - met uitzondering van de zogenaamde "consumptiezaken" - voor het publiek geopend te hebben buiten de tijden gedurende welke de kermis wordt gehouden.

ARTIKEL 26.

Elke inrichting met speelautomaten mag slechts één bepaald speltype voeren; combinaties van meerdere speltypen in één inrichting zijn derhalve niet toegestaan.

ARTIKEL 27.

"Standwerken" bij de verkoop van etenswaren is niet toegestaan.

ARTIKEL 28.

De exploitant van de poffertjeskraam is verplicht bij zijn zaak een toiletvoorziening te hebben. De gemeente draagt zorg voor de wateraansluiting en de afvoer.

ARTIKEL 29.

Het zelf opwekken van elektrische stroom kan slecht in uitzonderlijke gevallen worden toegestaan en dan slechts na uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van het college.