Regeling vervallen per 01-01-2020

Variabele werktijden en verlof, regeling (2012)

Geldend van 04-04-2012 t/m 16-02-2016

Variabele werktijden en verlof, regeling (2012)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    bevoegd gezagde directeur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân dan wel de daartoe (onder)gemandateerde leidinggevende;

  • b

    medewerker de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân, conform artikel 1:1 CAR-UWO;

  • c

    formele arbeidsduurformele arbeidsduur waarvoor de medewerker is aangesteld, conform artikel 1:1 lid1e CAR-UWO;

  • d

    feitelijke arbeidsduur werkrooster (een- of tweewekelijks) met de arbeidsduur zoals die voor de medewerker voor een bepaalde periode is vastgesteld;

  • e

    jaarlijkse arbeidsduurde naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week, gecorrigeerd voor feestdagen;

  • f

    volledige betrekkingeen betrekking waarbij de arbeidsduur ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt;

  • g

    overwerkwerkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week;

  • h

    werkdag een dag van maximaal 8,5 werkuren waarop volgens werkrooster de medewerker arbeid moet verrichten (voortvloeiend uit artikel 3:3 CAR-UWO);

  • i

    bloktijdafgebakende tijdstippen waarbinnen de medewerker aanwezig moet zijn op een werkdag;

  • j

    bedrijfstijdde tijd waarbinnen variabel kan worden gewerkt.

Artikel 2 Algemene bepalingen

Een verlofdag bestaat uit 7,2 uren, gebaseerd op een gemiddelde werkweek voor een medewerker met een volledige betrekking van 36 uren per week. Voor medewerkers die geen volledige betrekking hebben, worden de verlofdagen bepaald naar rato van de formele arbeidsduur.

Voor elke ambtenaar worden de werktijden aan de hand van een werkrooster vastgesteld op basis van de bereikbaarheid voor en de dienstverlening aan cliënten en samenwerkingspartners. Het werkrooster wordt zoveel mogelijk in overleg met de medewerker opgesteld. Afhankelijk van onder meer het werkaanbod en de minimale bezetting wordt het werkrooster aangepast.

Elke medewerker is mede verantwoordelijk voor de ongestoorde voortgang van het werk en de dienstverlening aan burgers.

Om invulling te geven aan het in het derde lid gestelde, is de leidinggevende bevoegd per medewerker of groep van medewerkers om bepalingen uit deze regeling niet (geheel) van toepassing te laten zijn.

Artikel 3 Zon- en feestdagen

Geen arbeid wordt verricht op zaterdagen en zondagen, tenzij afwijken van deze regel noodzakelijk is vanwege het dienstbelang.

Geen werk wordt verricht op nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, de Hemelvaartsdag, de tweede Pinksterdag, beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de koningin wordt gevierd.

Tevens wordt geen werk verricht op 5 mei (Bevrijdingsdag) en Goede Vrijdag.

Artikel 4 Vakantieverlof

Het jaarlijkse toegekende vakantieverlof voor elke medewerker bedraagt 165,6 uren, bestaande uit het bij CAR-UWO vastgestelde verlof van 158,4 uren verhoogd met door de Dienst toegekende extra verlof van 7,2 uren.

Aan elke medewerker wordt daarnaast jaarlijks een extra verlofdag van 7,2 uren toegekend wegens mogelijkheid tot deelname aan een voor hem betreffende lokale feestdag.

Het vakantieverlof wordt verhoogd, afhankelijk van de leeftijd die de medewerker in het desbetreffende kalenderjaar bereikt, overeenkomstig de hierna volgende tabel.

Leeftijd

Verhoging

18 jaar en jonger

21,6 uur

19 jaar

14,4 uur

20 jaar

7,2 uur

van 30 tot en met 39 jaar

7,2 uur

van 40 tot en met 44 jaar

14,4 uur

van 45 tot en met 49 jaar

21,6 uur

van 50 tot en met 54 jaar

28,8 uur

van 55 tot en met 59 jaar

36 uur

van 60 jaar en ouder

43,2 uur

De medewerker mag in elk kalenderjaar vóór 1 november een verzoek indienen tot het onder voorwaarden kopen, verkopen of ruilen van vakantieverlof tegen door het bevoegde gezag bepaalde doelen. Voor de uitvoering hiervan wordt verwezen naar artikel 4a CAR-UWO.

Artikel 5 Verplicht verlof/brugdagen

Het bevoegd gezag kan dagen vaststellen waarop de medewerker verplicht is verlof op te nemen (brugdagen).

Het bevoegd gezag kan maximaal vier brugdagen per kalenderjaar aanwijzen.

Aanwijzing van brugdagen vindt pas plaats na overleg met de Ondernemingsraad.

Artikel 6 Opname vakantieverlof

Elke medewerker dient het aan hem toegekende vakantieverlof jaarlijks op te nemen zoals het bevoegd gezag elke medewerker in staat moet stellen de vakantie ook daadwerkelijk op te nemen. *

Opname van het vakantieverlof is mogelijk na toestemming van het bevoegd gezag.

De medewerker dient per kalenderjaar de vakantie voor 1 februari aan te vragen bij de leidinggevende. Indien de medewerker de vakantie aanvraagt na 1 februari, dan wordt de toestemming mede gebaseerd op de reeds aan collega’s toegekende vakantie.

Opname van kortdurende vakantie (snipperuren of -dagen) is mogelijk van minimaal 1 uur tot maximaal 8,5 uren per werkdag (zie ook artikel 8, lid 2 van deze regeling).

Indien na afloop van een kalenderjaar tot 50 uren vakantieverlof resteren, dan worden deze uren toegevoegd aan het vakantieverlof van het daarop volgende kalenderjaar.

Indien na afloop van een kalenderjaar meer dan 50 uren vakantieverlof resteren, kan een medewerker jaarlijks vóór 1 november aan het bevoegd gezag verzoeken om dit restant toe te voegen aan het vakantieverlof van het volgende kalenderjaar.*

Artikel 7 Overige vormen van verlof

Ziek geworden in de vakantie Indien de medewerker in de vakantie ziek is geworden, worden vakantiedagen als niet verleend beschouwd, indien de medewerker:

  • a

    zich ziek heeft gemeld bij zijn leidinggevende en

  • b

    aannemelijk kan maken middels een verklaring van een arts ter plaatse, dat hij, indien hem geen vakantie was verleend, op die dag verhinderd zou zijn geweest zijn betrekking te vervullen.

Opname vakantie tijdens ziekte* Bij een verzoek voor opname van vakantie terwijl de medewerker ziek is dient toestemming van de leidinggevende en de bedrijfsarts te worden verkregen. De vakantie dient in het belang van het herstel te zijn, dan wel het herstel niet in de weg te staan. Indien geen toestemming wordt gegeven, wordt geen vakantie verleend.

Bezoek artsen en medisch specialisten Bezoek aan (huis)arts, tandarts of specialist e.d. komt in principe voor eigen rekening van de medewerker. De medewerker dient het bezoek zo veel mogelijk te regelen in eigen tijd. Hierbij is het toegestaan af te wijken van het werkrooster en/of gebruik te maken van variabele werktijden. Alleen in het geval hiervan geen gebruik kan worden gemaakt, kan na toestemming van de leidinggevende een afwijkende afspraak worden gemaakt.

Huwelijk/geregistreerd partnerschap*De medewerker krijgt op de dag dat zijn of haar huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt voltrokken een dag buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging, conform artikel 6:4:1 CAR-UWO.

Calamiteitenverlof, kortdurend zorgverlof, langdurend zorgverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, ouderschapsverlof en adoptieverlofVoor opname van dergelijk verlof wordt verwezen naar de notitie “Wet Arbeid en Zorg” van de Dienst alsmede naar hoofdstuk 6 van CAR-UWO.

Levensloopverlof en onbetaald verlof Voor opname van levensloopverlof wordt verwezen naar de bepalingen omtrent deelname aan deze regeling alsmede hoofdstuk 6a van CAR-UWO. Voor opname van onbetaald verlof wordt verwezen naar artikel 6:9 CAR-UWO.

Artikel 8 Arbeidsduur en werkrooster

Per werkdag wordt gedurende 7,2 uren (7 uren en 12 minuten) gewerkt gedurende en een werkweek 36 uur, tenzij in overleg een andere werktijd in een werkrooster is vastgelegd.

Dagelijks is een maximale ingeroosterde werktijd toegestaan van 8,5 uren per dag. *

In afwijking van het bepaalde in lid 2 mag een medewerker met een salarisschaal beneden schaal 10 op een (werk)dag waarop cursus of scholing wordt gevolgd maximaal 9 uren registreren, niet zijnde overwerk, conform het bepaalde in de regeling Studiefaciliteiten.

De werkdag begint voor elke medewerker uiterlijk 09.00 uur ’s ochtends.

De bloktijd wordt bepaald van 09.00 uur tot 12.00 uur.

De medewerker heeft recht op pauze na uiterlijk 5,5 uren arbeid. De minimumduur van de pauze is dertig minuten.

De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld zijn middagpauze variabel op te nemen tussen 12.00 uur en 14.00 uur.

Artikel 9 Variabele werktijden

Met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, is het mogelijk om op variabele tijden te beginnen en te eindigen met het werk.

De mogelijkheid tot variabel werken mag niet worden gebruikt om structureel af te wijken van hetgeen is bepaald in artikel 8 van deze regeling.

Bedrijfstijd waarbinnen een medewerker kan werken is afhankelijk van de openstelling van het gebouw waarin de medewerker zijn werkzaamheden verricht.

Alleen in incidentele gevallen mag per dag maximaal 11 uren worden gewerkt en per week maximaal 50 uren.

Indien de medewerker variabel werkt, wordt dit niet beschouwd als onregelmatige dienst zoals bedoeld in artikel 3:3 CAR-UWO, overwerk zoals bedoeld in artikel 3:2:1 CAR-UWO of verschuiving zoals bedoeld in artikel 3:4 CAR-UWO.

Artikel 10 Registratie werktijden/urenverantwoording

De registratie van gewerkte uren geschiedt via automaten/systeem.

De medewerker dient zorg te dragen voor registratie van zijn gewerkte uren. Hiervoor is het noodzakelijk dat wordt geregistreerd: aanvang van de werkdag, aanvang van de middagpauze, einde van de middagpauze en einde van de werkdag.

De medewerker is verantwoordelijk voor de juiste invoer van gewerkte uren (uren-verantwoording), ziekte en verlof in het daarvoor aangewezen systeem.

Ter registratie van variabele werktijden worden de gewerkte uren gesaldeerd. Daarbij geldt als uitgangspunt, dat een saldo aan het eind van een kwartaal nooit meer mag bedragen dan 8 uren. Bij een positief saldo van meer dan 8 uren vervalt het meerdere. Bij een negatief saldo van meer dan 8 uren wordt het meerdere als ongeoorloofde afwezigheid beschouwd.

Het opsparen van positieve saldi voor het opnemen van vrije dagen is niet toegestaan, tenzij daarvoor door het bevoegd gezag toestemming is verleend.

Artikel 10a Registratie bijzondere werktijden

Personeelsdag (PV-dag) De medewerker die lid is van de personeelsvereniging en deelneemt aan de jaarlijkse dagactiviteit, mag alléén in het geval het voor hem een reguliere werkdag betreft, hiervoor maximaal de roostertijd van die werkdag registreren.

Dienstactiviteiten* Hieronder worden alle activiteiten verstaan die door de Dienst of team worden georganiseerd. De tijd van de activiteit wordt beschouwd als werktijd. Op de dag van de activiteit mag echter maximaal de roostertijd van die werkdag worden geregistreerd.

Teamactiviteit/teamuitje* Hieronder worden activiteiten ten behoeve van de bevordering van teambuilding verstaan. Dit betreft geen werktijd. Op de dag van de activiteit mag maximaal de roostertijd van die werkdag worden geregistreerd.

Artikel 11 Overwerk

Van overwerk is sprake indien hiertoe van tevoren door de leidinggevende expliciet opdracht is gegeven, het overwerk een incidenteel karakter heeft en het overwerk buiten de roostertijd valt.

Bij overwerk heeft de medewerker recht op een vergoeding. De vergoeding bestaat uit evenveel uren verlof als dat er volle uren is overgewerkt (‘tijd voor tijd’) plus een toeslag voor elk overgewerkt uur, conform CAR-UWO artikel 3:2:1.

Voor 1 november van elk kalenderjaar mag de medewerker een verzoek indienen om de verlofuren als gevolg van overwerk om te zetten in vakantieverlof.

Het maximale saldo om te zetten vakantie-uren mag (inclusief het saldo als gevolg van extra werk voor opbouwen van vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 lid 2 CAR-UWO) niet meer bedragen dan 50,4 uren per kalenderjaar.

De medewerker declareert overwerk uiterlijk in de maand volgende op die waarin het overwerk plaatsvond, via het daartoe bestemde formulier. *

Artikel 12 Handhaving

De controle op de juiste naleving van deze regeling berust bij de leidinggevende.

Het bevoegd gezag kan een medewerker die bewust en in strijd handelt met het bepaalde in deze regeling een sanctie opleggen in de vorm van een disciplinaire straf, zoals bepaald in artikel 16:1:2 CAR-UWO.

Artikel 13 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling dan wel het daarover bepaalde in de hoofdstukken 3, 4, 6 en 7 van CAR-UWO niet of niet in redelijkheid voorziet, kan naar oordeel van het bevoegde gezag in individuele gevallen of ten aanzien van een aan te wijzen groep van medewerkers afgeweken worden van deze regeling.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als de “Regeling variabele werktijden en verlof” en treedt in werking op 1 januari 2012. De Werktijdenregeling en de Regeling Vakantieverlof, zoals die voorheen luidden, worden hierbij ingetrokken.

Ondertekening


Noot
*

Voortvloeiend uit bepaling over minimum vakantie (artikel 4a:1 lid 2 CAR UWO) die bedoeld is voor recuperatie.

Noot
*

Indien de medewerker zijn vakantie niet (geheel) heeft opgenomen op eigen verzoek of wegens ziekte wordt de vakantie verleend in het daarop volgend jaar, volgens de bepalingen die daarover in CAR-UWO zijn opgenomen.

Noot
*

Afschrijving van vakantiedagen is geregeld in CAR-UWO en het Ziekteverzuimprotocol.

Noot
*

Dit is exclusief pauze. Overgangsregeling: medewerkers die ten tijde van inwerkingtreding van deze regeling een ander rooster kennen (bijv. 4 x 9) mogen dit rooster aanhouden. Zij ontvangen een brief waarin expliciet toestemming wordt gegeven af te wijken van de regeling vanwege eerder gemaakte afspraken.

Noot
*

Dit is exclusief pauze. Overgangsregeling: medewerkers die ten tijde van inwerkingtreding van deze regeling een ander rooster kennen (bijv. 4 x 9) mogen dit rooster aanhouden. Zij ontvangen een brief waarin expliciet toestemming wordt gegeven af te wijken van de regeling vanwege eerder gemaakte afspraken.

Noot
*

Dienstactiviteiten zijn activiteiten t.b.v. alle medewerkers: communicatiedagen, nieuwjaarsbijeenkomst en eindejaarsbijeenkomst. Voorbeeld: eindejaarsbijeenkomst die tot 21.30 uur duurt. Is men die dag normaliter ingeroosterd tot 17.30, mag tot uiterlijk die tijd worden geschreven. Daarna is het eigen tijd.

Noot
*

Dit zijn activiteiten die vaak op de middag beginnen en doorgaan na werktijd. Het deel op de middag mag worden geregistreerd tot het maximum van de roostertijd die dag. Daarna is het eigen tijd.

Noot
*

Een voorbeeldformulier is als bijlage bij deze regeling gevoegd.