Regeling vervallen per 01-01-2020

Organieke functiebeschrijving en -waardering, regeling (1999)

Geldend van 04-04-2012 t/m 31-12-2019

Intitulé

Organieke functiebeschrijving en -waardering, regeling (1999)

Organieke functiebeschrijving en -waardering, regeling (1999)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Ambtenaar: degene op wie de Arbeidsvoorwaardenregeling Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân van toepassing is;

  • b

    Hoofd van de dienst: de ambtenaar die als zo danig door het Dagelijks Bestuur is benoemd en die primair verantwoordelijk is voor de leiding van de ambtelijke organisatie;

  • c

    Leidinggevende: de ambtenaar die als zodanig door het hoofd van de dienst is benoemd en die primair verantwoordelijk is voor de leiding van een afdeling of locatie;

  • d

    Medewerker: degene die de organieke functie bekleedt;

  • e

    Organieke functie: een taak of een groep van taken, zoals die binnen de voor de Dienst geldende regelingen door of namens het Dagelijks Bestuur is vastgesteld om door een ambtenaar te worden vervuld;

  • f

    Functiebeschrijving: de beschrijving van een organieke functie;

  • g

    Functiedeskundige: degene die belast is met het opstellen van de functiebeschrijving en/of het opstellen van de waarderingsadviezen op basis van deze regeling;

  • h

    Conversietabel: de tabel die een koppeling legt tussen de resultaten van de waardering en de salarisschalen;

  • i

    Toetsingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 6

  • j

    Bezwarencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10

Artikel 2

Het functiewaarderingsniveau van alle bij de Dienst voorkomende en organiek beschreven functies, zal worden vastgesteld volgens het systeem van functiewaardering dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

Het bepaalde in het eerste lid geldt slechts voor functies waarvoor een bezoldiging van dienstwege is of wordt vastgesteld.

Artikel 3 De functiebeschrijving

Functiebeschrijvingen worden opgemaakt:

  • a

    voor nieuwe functies welke duurzaam vervuld moeten worden;

  • b

    bij wijziging van de organisatorische inrichting van de gehele organisatie;

  • c

    bij wijziging van de organisatorische inrichting van afzonderlijke organisatorische eenheden;

  • d

    bij ingrijpende wijziging van de taakinhoud van één of meer functies.

Eénmaal per jaar worden de leidinggevenden, het hoofd van de dienst en het Dagelijks Bestuur in de gelegenheid gesteld nieuwe of gewijzigde functiebeschrijvingen in te dienen conform artikel 4.

Een medewerker, die van mening is dat de functie die hij/zij vervult niet meer (geheel of gedeeltelijk) op hem/haar van toepassing is, kan, na overleg met zijn/haar leidinggevende, het Dagelijks Bestuur schriftelijk verzoeken een nieuwe functiebeschrijving te laten opstellen en vaststellen.

Indien het Dagelijks Bestuur op een verzoek als bedoeld in lid 3 van dit artikel geen of naar het oordeel van een medewerker een onjuiste beslissing neemt, zal een daartegen door de medewerker ingediend bezwaar behandeld worden door de commissie als bedoeld in artikel 10.

Voor de behandeling van de in dit artikel bedoelde nieuwe of aangepaste functiebeschrijvingen zijn alle bepalingen van deze regeling van toepassing.

Artikel 4

Onder eindverantwoordelijkheid van het hoofd van dienst, wordt door het hoofd van de dienst, resp. de leidinggevende, ondersteund door de functiedeskundige een nieuwe of gewijzigde concept-functiebeschrijving opgesteld. Indien het een nieuwe of een wijziging van een functiebeschrijving van het hoofd dienstverlening, het hoofd middelen of het hoofd van de dienst betreft, wordt op initiatief van het hoofd van de dienst respectievelijk het Dagelijks Bestuur een nieuwe of gewijzigde conceptfunctiebeschrijving opgesteld.

Het hoofd van de dienst, resp. de leidinggevende bespreekt zijn visie op de functie-inhoud en functie-eisen met de medewerker. Indien de ambtenaar van mening is dat de concept-functiebeschrijving overeenstemt met de functie zoals hij die in de praktijk uitvoert, tekent het hoofd van de dienst, resp. de leidinggevende de concept-functiebeschijving en tekent de ambtenaar voor accoord. Bovengenoemde functionarissen zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de functie van de medewerker.

Indien de ambtenaar van mening is dat er verschil bestaat tussen de concept-functiebeschrijving en de taken zoals hij die in de praktijk uitvoert, wordt hij in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van twee weken de concept-functiebeschrijving in een bijlage te voorzien van een aanvulling. Deze aanvulling wordt door de leidinggevende en de ambtenaar besproken. Indien overeenstemming bestaat over de concept-functiebeschrijving met de aanvulling, worden beide door de leidinggevende getekend.

Indien geen overeenstemming bestaat over de aanvulling, wordt dit met vermelding van standpunten door de betrokkenen op de bijlage verklaard en ter beslissing voorgelegd aan het hoofd van de dienst, c.q. dagelijks bestuur. Het hoofd van de dienst, c.q. in geval van bezwaar het dagelijks bestuur stelt de leidinggevende en de ambtenaar in kennis van zijn beslissing, welke gemotiveerd aan de beschrijving en de bijlage wordt toegevoegd.

De concept-functiebeschrijving van het hoofd dienstverlening, het hoofd middelen en het hoofd van de dienst worden opgesteld door respectievelijk het hoofd van de dienst en het Dagelijks Bestuur eveneens ondersteund door de functiedeskundige. Voor de inhoud van de functie van hoofd van de dienst is het Dagelijks Bestuur verantwoordelijk.

De concept-functiebeschrijvingen worden door het hoofd van de dienst en de leiding-gevende beoordeeld op volledigheid en consistentie en uniformiteit. De Ondernemingsraad ontvangt een totaaloverzicht ter advisering.

Het Dagelijks Bestuur stelt de concept-functiebeschrijvingen vast.

De ambtenaar ontvangt een exemplaar van de voor zijn functie vastgestelde functiebeschrijving. Indien deze afwijkt van de onder lid 2 tm lid 4 vastgelegde gegevens of motiveringen, wordt dit met redenen omkleed vermeld.

Indien de ambtenaar niet accoord gaat met de functiebeschrijving zoals vastgesteld conform lid 7 , kan hij hiertegen binnen zes weken bezwaar indienen bij de bezwarencommissie als bedoeld in artikel 10.

Artikel 5 De functiewaardering

De functiedeskundige vervaardigt aan de hand van door de leidinggevende, het hoofd van de dienst / het Dagelijks Bestuur geaccordeerde functiebeschrijving en volgens het vastgestelde systeem van functiewaardering, een concept-functiewaarderingsrapport. Zonodig kan de functiedeskundige nadere toelichting vragen bij de desbetreffende leidinggevende.

De functiedeskundige legt vervolgens de concept-functiewaarderingsrapporten voor aan de toetsingscommissie.

Artikel 6

Het Dagelijks Bestuur stelt een toetsingscommissie in, waarvan:

  • a

    één lid wordt voorgedragen door de vertegenwoordiging van de vakorganisaties van overheidspersoneel;

  • b

    één lid wordt voorgedragen door de werkgever;

  • c

    een voorzitter die in overleg wordt aangewezen door de leden onder a en b.

De toetsingscommissie wordt benoemd voor een periode van 4 jaar, met de mogelijkheid van éénmalige herbenoeming.

De leden genoemd in lid 1 zijn niet werkzaam bij de Dienst en/of vervullen geen functie bij de Dienst.

Als secretaris wordt toegevoegd een functionaris van de afdeling personeelszaken.

De functiedeskundige treedt op als adviseur van de toetsingscommissie.

De taak van de toetsingscommissie, bestaat uit het toetsen van en adviseren omtrent het concept-waarderingsrapport en de ingangsdatum van de wijziging van de functiebeschrijving van de functie, alsmede het toetsen van de uit de concept-waarderingsrapporten voortvloeiende rangordening.

Het advies van de toetsingscommissie, waarin ook minderheidsstandpunten zijn verwoord, wordt tezamen met het concept-waarderingsadvies en bijbehorende stukken door personeelszaken ter vaststelling aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd.

Artikel 7

Het Dagelijks Bestuur stelt de waardering van de functie vast, rekening houdend met het advies als bedoeld in artikel 6, lid 6 en 7.

Gelijktijdig stelt het Dagelijks Bestuur de ingangsdatum van de (gewijzigde) functie vast.

Artikel 8 De conversie

Het Dagelijks Bestuur stelt de conversietabel vast na overleg en overeenstemming met de vertegenwoordiging van de vakorganisaties van overheidspersoneel.

De door het Dagelijks Bestuur vastgestelde waardering conform het in artikel 2, lid 1 bedoelde systeem van functiewaardering, wordt omgezet in salarisschalen middels toepassing van de vastgestelde conversietabel.

Artikel 9 Bekendmaking van de uitslag van de functiewaardering

De door het Dagelijks Bestuur vastgestelde functiebeschrijving en de uitslag van de functiewaardering wordt aan de medewerker aan wie de functie is of wordt opgedragen, schriftelijke en gemotiveerd meegedeeld.

De vaststelling van de, ingevolge de conversietabel, aan de functiewaardering verbonden salarisschaal wordt tegelijk met de uitslag van de functiewaardering en de vastgestelde ingangsdatum meegedeeld aan de medewerker.

Artikel 10 Bezwaren

De medewerker die het niet eens is met de besluiten als genoemd in artikel 3, 4 en 9, kan binnen zes weken na de schriftelijke bekendmaking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Dagelijks Bestuur.

Het Dagelijks Bestuur stelt het bezwaarschriftschrift onverwijld in handen van de commissie als bedoeld in lid 4 van dit artikel.

De medewerker heeft op diens verzoek voor het indienen van het bezwaarschrift recht op inzage in de onderliggende stukken die hebben geleid tot de beslissing van het Dagelijks Bestuur.

Het Dagelijks Bestuur stelt een bezwarencommissie in, waarvan:

  • a

    één lid, aangewezen door de vertegenwoordiging van de vakorganisaties van overheidspersoneel;

  • b

    één lid wordt aangewezen door de werkgever;

  • c

    een lid, tevens voorzitter, die wordt aangewezen door de onder a. en b. genoemde leden;

  • d

    als secretaris, zonder stemrecht, wordt toegevoegd een functionaris van de afdeling personeelszaken.

De bezwarencommissie wordt benoemd voor een periode van 4 jaar, met de mogelijkheid van eenmalige herbenoeming.

De leden als bedoeld in het vierde lid onder a., b. en c. mogen geen deel hebben uitgemaakt van de toetsingscommissie.

De werkzaamheden en termijnen van de bezwarencommissie vinden plaats conform de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht.

Het gemotiveerd advies van de bezwarencommissie wordt aan het Dagelijks Bestuur voorgelegd.

Het Dagelijks Bestuur neemt een beslissing na kennisname van het advies van de bezwarencommissie. Van deze beslissing wordt de medewerker schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.

Artikel 11 Slot- en overgangsbepalingen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur in de geest van deze regeling, gehoord de de vertegenwoordiging van de vakorganisaties van overheidspersoneel.

Deze regeling kan worden aangehaald als “regeling organieke functiebeschrijving en –waardering Dienst SoZaWe Noardwest Fryslân”.

De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 1999.