Regeling vervallen per 01-01-2020

Procedure-regeling functiebeschrijving en -waardering HR21

Geldend van 17-02-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Procedure-regeling functiebeschrijving en -waardering HR21

HR21 procedureregeling (2015)

Artikel 1 Definities

  • a

    Functie: Het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder op basis van een vastgestelde (generieke) functiebeschrijving dient uit te voeren.

  • b

    Functiebeschrijving: De generieke beschrijving die krachtens een algemeen verbindend voorschrift door het bevoegd gezag als zodanig is vastgesteld voor één of meerdere gelijkwaardige functies. De generieke beschrijving vloeit logisch voort uit de organisatiestructuur en verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de Dienst. De generieke functiebeschrijving is een resultaatgerichte weergave van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken.

  • c

    Normbeschrijving: De generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De normbeschrijving is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks).

  • d

    Lokale functiebeschrijving: De volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde normbeschrijving of toegevoegde (nieuwe) functiebeschrijving.

  • e

    Functiehouder: de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en/of Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO) of de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR, is aangegaan.

  • f

    Functiewaardering: Het bepalen van de relatieve functiewaarde van een functie-beschrijving aan de hand van de in HR21 vastgelegde waarderingsmethode.

  • g

    Bevoegd gezag: Het algemeen bestuur van de Dienst.

  • h

    Bestuurder: De bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

  • i

    Management: De directeur (en/of hoofd van de Dienst) en teamleiders.

  • j

    Externe deskundige: Een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werking van HR21.

  • k

    Gecertificeerde gebruiker: De volgens de normering van de extern deskundige opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21.

  • l

    Toetsingscommissie: De commissie die de waarderingsresultaten van de lokale functiebeschrijvingen toetst (zoals bedoeld in artikel 3, 2e lid) en die tevens het indelingsadvies toetst in geval van een organisatiebrede functiebeschrijvingsronde of bij een ingrijpende organisatorische verandering (zoals bedoeld in artikel 5, 2e lid).

  • m

    Bezwarencommissie: De adviescommissie zoals bedoeld in artikel 6 van deze regeling.

Artikel 2 Vaststelling functiebeschrijvingen

Lid 1

De bestuurder, of in opdracht het management, selecteert (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) per functie een normbeschrijving uit HR21. Indien de normbeschrijving voor de functie onvolledig is, dan wel een voor de functie dekkende normbeschrijving niet beschikbaar is, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld.

Lid 2

De geselecteerde (norm en lokale) beschrijving(en), wordt/worden besproken door het management en door of namens de bestuurder voorlopig vastgesteld. De voorlopig vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt/worden door de bestuurder ter informatie aangeboden aan de ondernemingsraad (OR).

Lid 3

Indien sprake is van een organisatiebrede functiebeschrijvingsronde, of indien sprake is van een organisatorische verandering zoals bedoeld in artikel 25 lid 1 van de WOR, dan stelt de bestuurder de OR in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van de functiebeschrijvingen. Artikel 25 lid 2 tot en met 6 en artikel 26 WOR zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.

Lid 4

Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 of 3, legt de bestuurder de functiebeschrijvingen ter vaststelling voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt de (norm- en lokale) functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.

Artikel 3 Vaststelling waardering lokale functiebeschrijvingen

Lid 1

In opdracht van het bevoegd gezag worden door de gecertificeerde gebruiker, aan de hand van de in HR21 vastgelegde functiewaarderingsmethode, alle lokale functiebeschrijvingen gewaardeerd.

Lid 2

De waarderingsresultaten van de lokale functiebeschrijvingen worden ter toetsing aangeboden aan de toetsingscommissie.

Lid 3

De waarderingsresultaten worden opgenomen in een eindadvies functiewaardering aan het bevoegd gezag. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval:

  • a

    Een motivering, gerubriceerd per invalshoek en dimensie, van de subscores en de totaalscore per lokale functiebeschrijving;

  • b

    Een overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle lokale functiebeschrijvingen;

  • c

    Een gecombineerd overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen;

  • d

    Een verslag van de toetsing als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

Lid 4

Het bevoegd gezag stelt de waarderingen vast met inachtneming van het eindadvies functiewaardering. Afwijking van het advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. Het bevoegd gezag stelt de waarderingen van de lokale functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.

Artikel 4 Vaststelling conversietabel

Lid 1

Het bevoegd gezag stelt op basis van de salarisstructuur, na verkregen overeenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg, een conversietabel vast. Wijziging van de salarisstructuur vindt niet plaats zonder overeenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg.

Lid 2

Door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel worden de waarderingen van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen omgezet naar functionele schalen.

Artikel 5 Voorbereiding indelingsadvies, indelingsbesluit, bezwaar en beroep

Lid 1

Het management adviseert het bevoegd gezag over de indeling van de functies in norm- en/of lokale functiebeschrijvingen.

Lid 2

In geval van een organisatiebrede functiebeschrijvingsronde, of indien sprake is van een ingrijpende organisatorische verandering, wordt het indelingsadvies ter toetsing voorgelegd aan de toetsingscommissie. De toetsingscommissie bestaat uit:

  • a

    een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag, niet zijnde een bestuurder van de bij de Dienst aangesloten gemeenten of anderszins werkzaam voor of bij die gemeenten of de Dienst;

  • b

    een lid aan te wijzen door de vertegenwoordiging van de vakorganisaties van overheidspersoneel, niet werkzaam bij of voor de bij de Dienst aangesloten gemeenten of als vaste adviseur van de werknemersdelegatie in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

  • c

    een voorzitter, aan te wijzen door de leden onder a en b.

Lid 3

Het bevoegd gezag maakt aan de functiehouder schriftelijk bekend welke (norm- of lokale) functiebeschrijving zij voornemens is op de functie van toepassing te verklaren (indelingsbesluit). In het voorgenomen indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging.

Lid 4

De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de indeling aan de norm- of lokale functiebeschrijving kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt twee weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag legt de zienswijze ter advisering voor aan het management.

Lid 5

Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 4, maakt het bevoegd gezag, indien van toepassing na kennisneming van de ingediende zienswijze(n) van de functiehouder(s) en het advies van het management, schriftelijk en gemotiveerd aan de functiehouder bekend in welke functiebeschrijving de functie van de functiehouder is ingedeeld en wat de gevolgen zijn voor de inschaling, het salaris en/of bezoldiging. Deze mededeling is een besluit als bedoeld in artikel 7:3 van de Awb. Tegen dit besluit kan de functiehouder schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij het bevoegd gezag.

Artikel 6 Bezwarencommissie

Lid 1

Er is een onafhankelijke commissie van bezwaar en beroep inpassing ingesteld ingevolge artikel 7:13 Awb.

Lid 2

De bezwarencommissie bestaat uit:

  • a

    een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag, niet zijnde een bestuurder van de bij de Dienst aangesloten gemeenten of anderszins werkzaam voor of bij die gemeenten of de Dienst;

  • b

    een lid aan te wijzen door de vertegenwoordiging van de vakorganisaties van overheidspersoneel, niet werkzaam bij of voor de bij de Dienst aangesloten gemeenten of als vaste adviseur van de werknemersdelegatie in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

  • c

    een voorzitter, aan te wijzen door de leden onder a en b.

Lid 3

Aan de bezwarencommissie wordt een door het bevoegd gezag aan te wijzen functionaris als secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.

Lid 4

De bezwarencommissie adviseert het bevoegd gezag over de ontvankelijkheid en inhoud van bezwaren voortvloeiende uit de besluitvorming ex artikel 5 van deze regeling.

Lid 5

De bezwarencommissie hoort de bezwaarde in tegenwoordigheid van de werkgever. De bezwaarde kan zich laten bijstaan door een adviseur.

Lid 6

Het staat de bezwarencommissie vrij bij de behandeling van het bezwaarschrift informanten te raadplegen. De commissie krijgt alle informatie die zij nodig acht om haar werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten.

Lid 7

De bezwarencommissie dient bij elke vergadering voltallig tot besluitvorming te komen. Minderheidsstandpunten kunnen worden ingenomen. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en bevat tenminste een verslag van het horen.

Artikel 7 Nieuwe en gewijzigde taken

Lid 1

Indien aan een functiehouder, door of namens het management, nieuwe of gewijzigde taken worden opgedragen, dan heroverweegt het bevoegd gezag, na en met inachtneming van het advies van het management, de indeling in de functiebeschrijving.

Lid 2

Indien aan een functiehouder, door of namens het management, nieuwe of gewijzigde taken worden opgedragen, dan kan de functiehouder verzoeken tot heroverweging van de indeling in de functiebeschrijving.

Lid 3

Indien de heroverweging leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan is het bepaalde in artikel 5 (met uitzondering van lid 2) van overeenkomstige toepassing. In het geval de heroverweging niet leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan wordt de functiehouder hiervan onverwijld in kennis gesteld.

Artikel 8 Wijziging functiebeschrijvingen

Lid 1

Bij wijziging van de structuur, taken of doelstellingen van de organisatie wordt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, door of namens de bestuurder bezien of de vastgestelde functiebeschrijvingen volledig en/of toereikend zijn. Het selecteren, wijzigen of opstellen van nieuwe functiebeschrijvingen verloopt volgens de procedure als beschreven in artikel 2.

Lid 2

Een verzoek tot heroverweging van de bestaande functiebeschrijvingen kan ook worden ingediend door de OR.

Lid 3

Een verzoek tot heroverweging van de bestaande functiebeschrijving kan ook worden ingediend door de functiehouder.

Artikel 9 Overgangs- en slotbepalingen

Lid 1

Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedureregeling is neergelegd voor zover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzet. Indien en voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de ondernemingsraad. Het bepaalde in artikel 27 lid 2 t/m 7 WOR is van overeenkomstige toepassing.

Lid 2

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bevoegd gezag.

Lid 3

Deze regeling, welke kan worden aangehaald als ‘Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering’, treedt in werking op 1 januari 2015 en vervangt de voorgaande regeling organieke functiebeschrijving en –waardering en alle functiebeschrijvingen die op basis van de voorgaande regeling zijn vastgesteld.