Beleidsregels Deelfietsen Dordrecht

Geldend van 16-11-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Deelfietsen Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op de artikelen 125 en 149 van de Gemeentewet, artikel 5 van de Wegenwet en artikel 5.21 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de volgende artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht:

• artikel 1:1 tot en met 1:8;

• artikel 2:10A en 2:10B;

• artikel 2:19;

• artikel 2:51;

• artikel 2:52;

• artikel 4:13;

• artikel 5:12;

overwegende dat het wenselijk is om eenduidig te bepalen op welke wijze deelfietssystemen in de openbare ruimte van de gemeente Dordrecht geplaatst mogen worden;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Beleidsregels Deelfietsen Dordrecht

Afdeling I ALGEMEEN

1. Begripsbepalingen

  • a.

    De in artikel 1 van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht opgenomen begrippen en omschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregels. Voorts wordt voor de toepassing van deze beleidsregels verstaan onder:

    • aanvrager:

      de aanbieder/exploitant van deelfietsen;

      APV:

      de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht;

      deelfiets:

      een leenfiets die door eenieder gratis of tegen een (geringe) vergoeding kan worden gebruikt;

      deelfietsstation:

      de haltevoorziening/het dockingstation voor de deelfietsen en aanverwante infrastructuur, inclusief de plaatsen voor de deelfietsen, exclusief het bord dat het deelfietsstation aanduidt;

      legesverordening:

      de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening) van de gemeente Dordrecht;

      vergunning:

      een vergunning als bedoeld in artikel 2:10A van de APV voor het plaatsen van een of meerdere deelfietsstations.

  • b.

    Deze begrippen kunnen zonder verlies van de inhoudelijke betekenis in zowel enkelvoud als meervoud in deze beleidsregels worden gebruikt.

  • c.

    Tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald, geldt dat:

    • I.

      elke verwijzing naar artikelen en bijlagen de verwijzing inhoudt naar de artikelen en bijlagen van deze beleidsregels;

    • II.

      elke verwijzing naar wet- en regelgeving de verwijzing inhoudt naar wet- en regelgeving die daarvoor in de plaats treedt;

    • III.

      kopjes bij artikelen en bijlagen slechts het gemak dienen en geen enkele werking ten aanzien van uitleg van deze beleidsregels hebben.

  • d.

    De bijlagen maken onlosmakelijk deel uit van deze beleidsregels en hebben dezelfde rechtskracht als ware zij expliciet opgenomen in het lichaam van deze beleidsregels zelf.

Afdeling II BELEIDSREGELS VERGUNNINGVERLENING

2. Behandeling aanvraag

  • a.

    Het college besluit over de aanvraag. Op grond van artikel 1:8 van de APV kan het college een aanvraag weigeren. Het college beoordeelt of sprake is van de in artikel 1:8 van de APV vermelde weigeringsgronden aan de hand van de volgende vragen:

    • 1.

      Is er behoefte aan een deelfietsstation bij andere bij het college bekende (potentiële) gebruikers binnen een straal van hemelsbreed 200 meter van de aangevraagde locatie?

    • 2.

      Is er met het oog op clustering sprake van bestaande deelfietsstations binnen de genoemde straal van 200 meter?

    • 3.

      Is de grond van de beoogde locatie in eigendom van de gemeente?

    • 4.

      Is de locatie van het deelfietsstation voldoende eenduidig herkenbaar, vindbaar en zichtbaar?

    • 5.

      Is het aannemelijk dat de locatie door meerdere gebruikers gedeeld kan worden?

    • 6.

      Kan het deelfietsstation worden voorzien van uitbreidingsmogelijkheden wanneer dit gewenst is?

    • 7.

      Laat de parkeerdruk de plaatsing toe?

    • 8.

      Blijft de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) gewaarborgd?

    • 9.

      Zijn er belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair, kabels en leidingen en/of (openbaar) groen?

    • 10.

      Past het deelfietsstation in het straatbeeld?

    • 11.

      Is het deelfietsstation niet hoger dan 1,8 meter?

    • 12.

      Is een en ander in overeenstemming met het gemeentelijk reclamebeleid?

    • 13.

      Is er sprake van geplande (weg)reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen?

  • b.

    Het college heeft op voorhand enkele potentiële locaties aangewezen die in aanmerking komen voor het plaatsen van deelfietsstations. Deze locaties staan vermeld in Bijlage A. Indien de aanvraag betrekking heeft op een potentiële locatie als vermeld in Bijlage A wordt de aanvraag in beginsel toegewezen op voorwaarde dat aan alle andere vergunningsvereisten is voldaan.

  • c.

    Indien de beoogde locatie buiten een straal van 200 meter van een in Bijlage A vermelde potentiële locatie ligt, toetst het college de aanvraag aan de onder a. vermelde vragen.

  • d.

    Ligt een beoogde locatie binnen een straal van 200 meter gemeten vanaf een in Bijlage A vermelde potentiële locatie, maar komt de aanvraag niet overeen met de in Bijlage A aangewezen locatie of voldoet de aanvraag anderszins in de ogen van het college niet aan een of meer in dit artikel gestelde criteria, dan wijst het college de aanvraag af onder motivering van het genomen besluit.

  • e.

    In beginsel wordt op een nieuwe locatie één deelfietsstation met tien stallingsplaatsen vergund. Bij voldoende (onderbouwde) behoefte op de betreffende locatie kan het college besluiten ook een tweede deelfietsstation te vergunnen.

  • f.

    In geval van een aanvraag tot uitbreiding dient de aanvrager bij de aanvraag aannemelijk te maken dat er behoefte bestaat aan een tweede deelfietsstation aan de hand van het aantal uren dat het reeds bestaande deelfietsstation en de deelfietsen effectief in gebruik zijn geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers.

3. Intrekken/wijzigen vergunning

  • a.

    Op grond van artikel 1:6 van de APV kan het college de vergunning intrekken.

  • b.

    Het college kan de vergunning intrekken op grond van artikel 1:6 van de APV ingeval van gewijzigde omstandigheden. Van gewijzigde omstandigheden kan onder meer sprake zijn indien in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van het deelfietsstation. Indien zich deze situatie voordoet heeft de aanvrager de plicht het deelfietsstation en de deelfietsen binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de aanvrager.

  • c.

    Van gewijzigde omstandigheden kan eveneens sprake zijn indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen plaatsen zullen verdwijnen. Indien zich een dergelijke situatie voordoet zal de gemeente samen met de aanvrager bezien of er een alternatieve locatie voor een deelfietsstation in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten voor het verwijderen of verplaatsen van het deelfietsstation komen enkel voor rekening van de gemeente als de wegreconstructie plaatsvindt binnen vijf jaar na afgifte van de vergunning. Kosten voor het verwijderen of verplaatsen van het deelfietsstation komen voor rekening van de aanvrager als de wegreconstructie later dan vijf jaar na afgifte van de vergunning plaatsvindt.

Afdeling III SLOTBEPALINGEN

4. Bijlagen

Bij deze beleidsregels behoren de volgende bijlagen:

  • A.

    Potentiële toekomstige locaties deelfietsen gemeente Dordrecht.

  • B.

    Voorbeeld APV-vergunning.

  • C.

    Voorbeeld aanvraagformulier APV-vergunning.

  • D.

    Voorbeeld vrijwaringsovereenkomst.

5. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 oktober 2017.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels Deelfietsen Dordrecht".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 augustus 2017.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris de burgemeester

M.M. van der Kraan P.A.C.M. van der Velden

Bijlage A Potentiële toekomstige locaties deelfietsen gemeente Dordrecht

Als potentiële toekomstige locaties zijn aangewezen:

Locatie

  • 1.

    Busstation NS-Station Dordrecht

1 fysiek station met max 15 deelfietsen

  • 2.

    Halte Biesbosch (eind halte lijn 4)

1 fysiek station met max 15 deelfietsen

  • 3.

    Waterbushalte Merwekade

1 fysiek station met max 15 deelfietsen

  • 4.

    P+R Weeskinderendijk (Mijlweg/Dokweg)

1 fysiek station met max 15 deelfietsen

  • 5.

    Parkeergarage Energiehuis

1 fysiek station met max 15 deelfietsen

  • 6.

    Fietsenstalling Achterom (virtueel)

1 virtueel station

  • 7.

    Fietsenstaling Kolfstraat (virtueel)

1 virtueel station

  • 8.

    Bezoekerscentrum Biesbosch (virtueel)

1 virtueel station

  • 9.

    Movies aan de Nieuwstraat (virtueel)

1 virtueel station

  • 10.

    Stadskantoor gemeente Dordrecht Spuiboulevard 300 (virtueel)

1 virtueel station

  • 11.

    VVV Entree Dordrecht, Spuiboulevard 99 (virtueel)

1 virtueel station

  • 12.

    Dordtse Kil III

1 fysiek station met max. 15 deelfietsen

  • 13.

    Rijksstraatweg/Motel (nabij Postilionhotel)

1 fysiek station met max. 15 deelfietsen

  • 14.

    Laan van Europa (nabij Van der Valk Hotel)

1 fysiek station met max. 15 deelfietsen

Bijlage B APV-vergunning plaatsing deelfietsstation Dordrecht (voorbeeld)

Datum: ……….

Onderwerp: Vergunning voor het plaatsen van één of meerdere deelfietsstations in de openbare ruimte op ……..(locatie)

Geachte …….,

Op …….…..(datum) heeft u bij de gemeente Dordrecht een vergunning aangevraagd op grond van artikel 2:10A van de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) ten behoeve van het plaatsen van een deelfietsstation in de openbare ruimte.

Hieronder volgt de beoordeling van uw aanvraag.

Besluit:

Wij verlenen u vergunning tot het plaatsen van een deelfietsstation in de openbare ruimte aan …………….. (straatnaam) ter hoogte van … (huisnummer of ander referentiepunt).

Wettelijk kader

Op grond van artikel 2:10A, eerste lid van de APV is het verboden zonder voorafgaande vergunning van het college een openbare plaats of openbaar water anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie daarvan.

Op grond van artikel 2:10A, tweede lid van de APV kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid worden geweigerd:

  • a.

    indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

  • b.

    indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • c.

    in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaken;

  • d.

    indien voor ondergrondse infrastructuur onvoldoende ruimte is;

  • e.

    indien het gebruik van ondergrondse infrastructuur een belemmering vormt voor toekomstige ontwikkelingen.

Dit wettelijk kader is nader uitgewerkt in de Beleidsregels Deelfietsen Dordrecht.

Overwegende dat:

  • .

    uw aanvraag is getoetst aan de ‘Nadere regels en Beleidsregels Deelfietsen Dordrecht’, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 29 augustus 2017;

  • .

    u als aanvrager voldoende heeft aangetoond dat er ter plaatse behoefte bestaat aan een deelfietsstation in de openbare ruimte voor …..(aantal) deelfietsen;

  • .

    het deelfietsstation voldoende vindbaar en zichtbaar wordt geplaatst, zodat deze door alle (potentiële) gebruikers kan worden gebruikt;

  • .

    de situering van het deelfietsstation niet leidt tot belemmeringen voor het verkeer of in het gebruik van straatmeubilair of openbaar groen;

  • .

    het deelfietsstation qua uiterlijk en omvang past in het straatbeeld;

  • .

    de parkeerdruk de plaatsing van een deelfietsstation toe laat.

Gelet op het voorgaande wordt de vergunning verleend, met in achtneming van de onderstaande voorschriften.

Voorschriften

Aan dit besluit tot verlening van de APV-vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    Plaatsing van het deelfietsstation vindt plaats eerst nadat deze vergunning onherroepelijk is geworden en de aanvrager rechtsgeldig een vrijwaringsovereenkomst met de gemeente is aangegaan.

  • b.

    De aanvrager van de ontheffing is tevens de beheerder van het deelfietsstation. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van zowel het deelfietsstation als van de deelfietsen zelf en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van het station (hekjes, biggenruggen e.d.), inclusief het onderhoud van de directe omgeving, komen ook voor rekening van de beheerder. De aanvrager stemt de plaatsing van het deelfietsstation en de aanpassingen aan de directe omgeving als gevolg daarvan af met de gemeente.

  • c.

    De beheerder van het deelfietsstation is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op het deelfietsstation en op de deelfietsen zelf.

  • d.

    Het deelfietsstation is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is. De beheerder zorgt zoveel mogelijk voor actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het deelfietsstation via algemeen beschikbare kanalen zoals deze gebruikelijk zijn in de markt voor deelfietsen.

  • e.

    Het deelfietsstation en de deelfietsen zelf zijn interoperabel en laagdrempelig in gebruik conform de landelijke en internationale afspraken op dit gebied, waaronder de uitwisselbaarheid van abonnements- en toegangsassen en het aan- en afmelden voor het gebruik van de deelfietsen.

  • f.

    De beheerder van het deelfietsstation mag ten behoeve van zowel het deelfietsstation als de deelfietsen zelf alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren of opwekken.

  • g.

    Het deelfietsstation en de deelfietsen zelf voldoen aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen.

  • h.

    Indien de beheerder van het deelfietsstation zich niet houdt aan de voorschriften verbonden aan de vergunning, kan het college de vergunning intrekken.

  • i.

    Het college kan de vergunning tevens intrekken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van het deelfietsstation ten behoeve van deelfietsen. Indien het college de vergunning op grond van het voorgaande intrekt, heeft de beheerder de plicht het deelfietsstation binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de beheerder.

  • j.

    Het college kan de vergunning ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen plaatsen zullen verdwijnen. De kosten hiervoor komen voor rekening van de gemeente, wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen vijf jaar na afgifte van deze vergunning. De kosten komen voor rekening van de beheerder, wanneer de wegreconstructie later dan vijf jaar na afgifte van deze vergunning plaatsvindt.

  • k.

    De beheerder van het deelfietsstation geeft op ieder verzoek van het college inzicht in het feitelijke gebruik hiervan (aantal malen gebruik per deelfietsstation en deelfiets alsmede de gebruiksuren per deelfiets).

  • l.

    Het deelfietsstation is niet hoger dan 1,8 meter. Het deelfietsstation mag niet gebruikt worden voor reclamedoeleinden. Een vermelding van de naam en het logo van de exploitant is toegestaan, alsmede een vermelding die de aard van het deelfietsstation karakteriseert (bijvoorbeeld vermelding van de term 'deelfiets' of iets vergelijkbaars).

  • m

    De bestrating wordt aangepast en hersteld door of namens de gemeente op kosten van de aanvrager.

In bijzondere omstandigheden kan het college, na overleg met aanvrager, besluiten tot wijziging van deze voorschriften.

Geldigheid vergunning

Deze vergunning is geldig vanaf de dagtekening ervan tot aan het moment dat het college van burgemeester en wethouders de vergunning intrekt of tot aan het moment dat de vergunninghouder schriftelijk meedeelt geen gebruik meer te willen maken van deze vergunning. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning wordt de openbare ruimte op kosten van de gewezen vergunninghouder hersteld in de oorspronkelijke staat.

Bezwaar

Indien u het met dit besluit niet eens bent, kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na verzending van deze brief bezwaar maken bij het college van burgemeester en wethouders, Postbus 8, 3300 AA Dordrecht. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

Hoogachtend,

Het college van Burgemeester en Wethouders namens dezen,

functie tekenbevoegde ambtenaar

 

naam tekenbevoegde ambtenaar

Bijlage C Aanvraagformulier voor plaatsen van een deelfietsstation op grond van artikel 2:10A van de APV

Een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van één of meerdere deelfietsstations in de openbare ruimte kan alleen worden ingediend door een aanbieder (tevens exploitant) van deelfietsen. Conform de legesverordening1 zijn voor het in behandeling nemen van deze aanvraag leges verschuldigd. De aanvrager ontvangt hiervoor een rekening van de gemeente Dordrecht. Wanneer de vergunning wordt verleend, zal dit zijn onder de voorwaarde dat de aanvrager een vrijwaring van gemeentelijke aansprakelijkheid rechtsgeldig overeenkomt.1 Zie: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Dordrecht/CVDR601107/CVDR601107_5.html

Gegevens aanvrager

Bedrijfsnaam ____________________________

Naam en voorletters contactpersoon ____________________________________________

Straatnaam en huisnummer ____________________________________________

Postcode en woonplaats ____________________________________________

Telefoonnummer ____________________________________________

E-mailadres _________________________________________

KvK-nummer ____________________________________________

Is binnen een straal van 200 meter vanaf de locatie waarvoor een vergunning wordt aangevraagd al een deelfietsstation aanwezig?

ja / nee

Gegevens voorgestelde locatie deelfietsstation

Straatnaam ___________________________________________________

Ter hoogte van nummer / ___________________________________________________

referentiepunt

Potentiële gebruikers of gebruiksgegevens deelfietsen

De aanvrager dient zijn aanvraag te onderbouwen. In deze onderbouwing zijn gebruiksgegevens of gebruiksverwachtingen van de deelfietsen opgenomen die het potentieel aan (nieuwe) gebruikers kunnen verantwoorden.

Deze vergunningsaanvraag wordt niet in behandeling genomen wanneer één of meer van de volgende bijlagen bij de aanvraag ontbreekt:

Bijlage 1:

Foto en topografische tekening van de voorgestelde locatie, waarop de exacte plek van de gewenste deelfietsstation is aangegeven.

Bijlage 2:

Foto(s) en afmetingen van het deelfietsstation, inclusief toebehoren. Op de foto(s) moet tevens duidelijk waarneembaar zijn de geplande kleur en omvang van de naam en/of het logo van de exploitant, alsmede de geplande kleur en omvang van overige uitingen die de aard van het object karakteriseren (zoals, indien gewenst, bijvoorbeeld de term 'deelfiets'); overige (reclame)uitingen zijn niet toegestaan.

Bijlage 3:

Onderbouwing van behoefte van potentiële gebruikers met vermelding van soort behoefte (bewoner, bedrijf) en gegevens omtrent het bestaande of verwachte gebruik van de deelfietsen.

Ondergetekende verklaart de gestelde vragen naar waarheid te hebben ingevuld, verklaart dat de meegezonden bijlagen een waarheidsgetrouw beeld schetsen van het beoogde deelfietsstation en de beoogde deelfietsen.

Plaats _________________________________ Datum ___________________________

Handtekening ___________________________________________________________

Bijlage D Vrijwaringsovereenkomst t.b.v. exploitatie deelfietsstation

ONDERGETEKENDEN:

De publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Dordrecht, zetelend te Dordrecht aan de Spuiboulevard 300, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door <naam bevoegde ambtenaar>, <functie bevoegde ambtenaar>, hierna te noemen: "Gemeente",

En

<Naam en rechtsvorm Aanvrager>, zetelend te <plaats, adres>, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door <naam>, <functie>, hierna te noemen "Exploitant",

OVERWEGENDE DAT

  • a.

    de Exploitant bij de Gemeente een vergunning heeft aangevraagd voor het plaatsen en exploiteren van een deelfietsstation;

  • b.

    dit deelfietsstation geplaatst zal worden op gemeentelijke grond;

  • c.

    hierdoor de Gemeente als formeel juridisch eigenaar van de opstal in principe aansprakelijk is voor het deelfietsstation;

  • d.

    de Exploitant voor eigen rekening en risico het deelfietsstation inricht, plaatst (of doet plaatsen), beheert en onderhoudt, alsmede voor eigen rekening en risico het deelfietsstation en de deelfietsen exploiteert;

  • e.

    de Gemeente voor de ter beschikking stelling van de gemeentegrond, behoudens de éénmalig bij het in behandeling nemen van de vergunningsaanvraag te ontvangen leges, geen huurpenningen of andere financiële revenuen of compensatie ontvangt;

  • f.

    de Gemeente onder de voorwaarde van ondertekening van deze vrijwaringsovereenkomst de onder a. bedoelde vergunning heeft verleend;

KOMEN OVEREEN

  • I.

    dat de Exploitant de aansprakelijkheid op zich neemt voor alle schade die door het gebruik van het deelfietsstation en door het gebruik van de deelfietsen aan de Gemeente en aan derden wordt veroorzaakt;

  • II.

    dat de Gemeente op geen enkele manier enige aansprakelijkheid draagt voor eventuele schade die door (het gebruik van) het deelfietsstation of (het gebruik van) de deelfietsen wordt veroorzaakt, ook niet voor schade die ontstaat bij de gebruikers van het deelfietsstation of van de deelfietsen;

  • III.

    dat de Exploitant de Gemeente vrijwaart voor alle onder I. en II. bedoelde schade.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te <plaatsnaam> op <datum>, _________________ _________________

Namens de Gemeente

<naam tekenbevoegde ambtenaar>

Namens de Exploitant

<naam tekenbevoegde vertegenwoordiger>