Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een rekenkamercommissie

Geldend van 06-10-2011 t/m heden

Intitulé

De raad van de gemeente Drechterland

overwegende dat als gevolg van de gemeentelijke herindeling Medemblik per 1 januari 2011 de samenwerking met de gemeenten Wervershoof en Andijk, voor wat betreft de instandhouding van een gemeenschappelijke rekenkamercommissie, is komen te vervallen;

dat de resterende gemeenten Drechterland en Enkhuizen, tezamen met Stede Broec de intentie hebben uitgesproken opnieuw te voorzien in het instellen en instandhouden van  een lokale rekenkamercommissie;

gelezen het voorstel van de voorzitter en griffier van 18 juli 2011;

gehoord het presidium dd. 25 juli 2011;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

I.  de Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een rekenkamercommissie vast te stellen;

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gemeente: gemeente Drechterland;

  • 2.

    Deelnemende gemeenten: gemeenten Enkhuizen en Stede Broec of andere gemeenten, ieder voorzover dezelfde verordening is vastgesteld.

  • 3.

    Gemeenteraad: dit betreft de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten.

  • 4.

    Rekenkamercommissie: de organisatie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, evenals de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de deelnemende gemeenten;

  • 5.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • 6.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • 7.

    Gemeentelijk bestuursorgaan: van de deelnemende gemeenten de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders, de burgemeester, evenals gemeentelijke commissies waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of van burgemeester en wethouders zijn gedelegeerd;

  • 8.

    Onderdeel: een gemeentelijke afdeling, kostenplaats of fonds;

  • 9.

    Ambtenaar: eenieder die in dienst van een de deelnemende gemeenten werkzaam is.

  • 10.

    Secretaris: een persoon die ter beschikking staat van de rekenkamercommissie.

HOOFDSTUK 2 TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De gemeentelijke rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijke beleid, alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De gemeentelijke rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 maart een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag wordt ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

  • 4. De gemeentelijke rekenkamercommissie dient op uitnodiging van de gemeenteraad zich te verantwoorden ten overstaan van de raad of de gezamenlijke raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De gemeentelijke rekenkamercommissie bestaat uit een extern voorzitter en twee externe leden die door elke gemeenteraad van de deelnemende gemeenten worden benoemd.

  • 2. De in lid 1 bedoelde personen vormen tezamen de gezamenlijke rekenkamer-commissie van de deelnemende gemeenten.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingstermijn van de gemeenteraad en kunnen maximaal twee keer worden herbenoemd.

Artikel 4 Eed of belofte

  • 1. Ten aanzien van de externe voorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Bij een gezamenlijke rekenkamercommissie kan worden volstaan met het afleggen van de eed of belofte in de raad van de penvoerende gemeente.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1. De gemeenteraad ontslaat de voorzitter en de leden of stelt hen op non-actief overeenkomstig hetgeen daarover in lid 2 van dit artikel is bepaald.

  • 2. Het lidmaatschap van de voorzitter en de leden eindigt:

    a. op eigen verzoek;

    b. Bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap / voorzitterschap van de rekenkamercommissie;

    c. Wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    d. Indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    e. Door tijdsverloop van vier jaar, behoudens herbenoeming.

  • 3. De leden kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en de externe leden van rekenkamercommissie

  • 1. De leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding per bijgewoonde vergadering. Deze is gelijk aan twee maal de geldende vergoeding voor raads- en commissie-leden volgens het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld.

  • 2. De voorzitter van de rekenkamercommissie ontvangt een vaste vergoeding per maand voor de werkzaamheden t.b.v. de commissie.

  • 3. De door de leden gemaakte reiskosten worden vergoed volgens de bij de gemeente gebruikelijke regeling.   

  • 4. Ingeval door de voorzitter en  leden van de commissie feitelijke onderzoekswerk-zaamheden worden verricht, wordt daarvoor een (uurloon)vergoeding toegekend.

Artikel 7 Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 8 Budget rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd, binnen een aan haar bij de gemeentebe-groting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de voorzitter en leden;

    • b.

      de vergoeding van de secretaris/onderzoeker van de commissie;

    • c.

      eventuele onderzoeksmedewerkers en/of externe deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verant-woording verschuldigd aan de gemeenteraad. Deze verantwoording wordt opgenomen in het verslag zoals bedoeld in artikel 2 lid 3.

  • 4. De kosten van de rekenkamercommissie worden naar rato van het aantal inwoners verdeeld over de deelnemende gemeenten.

  • 5. Betreft het een onderwerp dat op uitdrukkelijk verzoek van één van de deelnemende gemeenten wordt onderzocht en waarvan de onderzoeksresultaten uitsluitend ten dienste staan van die gemeente, dan komen de hiermee gepaard gaande kosten in zijn totaliteit ten laste van die gemeente.   

Artikel 9 Reglement van orde en plaatsvervangend voorzitter

  • 1. De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

  • 2. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

  • 3. De commissie benoemt één van de twee externe leden tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur van de deelnemende gemeenten.

  • 2. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten zowel gezamenlijk als afzonderlijk. De commissie informeert de raad over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 3. Het jaarplan van de rekenkamercommissie wordt ter kennis gebracht van de gemeenteraad en voorziet in een evenwichtige verdeling van te plegen onderzoeken in de deelnemende gemeenten.

  • 4. De rekenkamercommissie beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 5. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen.

  • 6. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de gemeente tenminste 50% van het aandelenkapitaal houdt;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 8. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

  • 9. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen, de zienswijze van betrokkenen en de reactie van de rekenkamercommissie op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en de overige betrokkenen, aan de gemeenteraad aangeboden.

HOOFDSTUK 4 ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 12 Secretaris/onderzoeker

  • 1. De raad van de penvoerende gemeente  benoemt op voordracht van de rekenkamercommissie een secretaris/onderzoeker van de commissie.

  • 2. De secretaris/onderzoeker staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris/onderzoeker draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging de vorming van dossiers en is tevens belast met het verrichten van onderzoeken.

  • 4. De secretaris/onderzoeker ontvangt een door de commissie vast te stellen vergoeding voor zijn werkzaamheden.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Voorziening en verdere uitwerking

  • 1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord hebbende.

  • 2. Ter verdere uitwerking van de afspraken ten aanzien van de gezamenlijke rekenkamercommissie kan een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie gemeente Drechterland 2011”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 26 september 2011
 
De raad voornoemd,
 
De griffier,                                                                 De voorzitter,

Toelichting op de Verordening betreffende het instellen en instandhouden van een gezamenlijke lokale rekenkamercommissie voor de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland (2011-38)

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

 

Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie.

 

Artikel 3

Uitgegaan wordt van een rekenkamercommissie met uitsluitend externe leden.

 

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

 

Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Bij de beoordeling van onverenigbaar zijn van functies worden de artikelen 13 en 15 van de Gemeentewet als uitgangspunt genomen.

 

Artikel 6

In dit artikel is vastgelegd dat de externe leden en de voorzitter voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. Om jaarlijkse discussie over indexering te voorkomen is voor de leden gekozen voor een technische koppeling aan het Rechtspositiebesluit, gebaseerd op het gezamenlijk aantal inwoners van de drie gemeenten. De voorzitter ontvangt een vaste vergoeding van bruto € 450 per maand.

 

Artikel 7

De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

 

Artikel 8

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat beschikbaar is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

 

Artikel 9

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als vergaderfrequentie, agendering, stemmingen, de verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

 

Artikel 10

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren van beide gemeenten.

 

Artikel 11

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen.

Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Ook kan de rekenkamercommissie variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.

 

Artikel 12

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris/onderzoeker. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren.

 

Artikel 13 en 14

Deze artikelen behoeven geen toelichting.