Regeling vervallen per 02-08-2022

Besluit van de burgemeester van de gemeente Echt-Susteren houdende Uitstallingen – en terrassenbeleid gemeente Echt-Susteren

Geldend van 31-07-2014 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van de burgemeester van de gemeente Echt-Susteren houdende Uitstallingen – en terrassenbeleid gemeente Echt-Susteren

Vastgesteld op 31 mei 2013, in werking getreden op 31 juli 2014.

Inleiding

De gemeente Echt-Susteren wil de leefbaarheid van Echt-Susteren optimaliseren, de centra economisch aantrekkelijker maken en de uitstraling van deze centra vergroten. De gemeente wil samen met de ondernemers de verblijfskwaliteit verbeteren. Door de herinrichting van het centrum in Echt is hierin al een belangrijke stap gezet.

De kwaliteit van de openbare ruimte wordt sterk beïnvloed door de wanden en de inrichting. Hierbij kan met name gedacht worden aan het plaatsen van reclames, uitstallingen, terrassen, parasols, etc. Deze kunnen het straatbeeld verlevendigen, maar ze kunnen de kwaliteit van de bebouwde omgeving ook in negatieve zin beïnvloeden. In de praktijk zijn daar genoeg voorbeelden van te zien.

Om de inrichting van met name het openbaar gebied in de centra van Echt-Susteren te verbeteren en aantrekkelijker te maken wordt in deze notitie randvoorwaarden gegeven om een zeker kwaliteitsniveau van deze openbare ruimte en het hierbij behorende leefklimaat te garanderen.

Daarnaast wordt door het opstellen van duidelijke randvoorwaarden een goed toetsingskader gecreëerd voor het verlenen van de (horecagerelateerde) vergunningen. Tevens worden er duidelijke toetsingskaders gecreëerd voor het plaatsen van uitstallingen.

1. Richtlijnen voor terrassen en overige uitstallingen

1.1 Juridische grondslag

De juridische grondslag voor het plaatsen van terrassen is binnen onze gemeente geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In artikel 2:28 van de APV is geregeld dat geen openbare inrichting mag worden geëxploiteerd zonder vergunning van de burgemeester (de zogenaamde exploitatievergunning). Bij openbare inrichtingen kan onder meer worden gedacht aan horecabedrijven, ijssalons en broodjeszaken. Op grond van de exploitatievergunning kan de burgemeester voorwaarden verbinden aan het plaatsen van een terras. Over de op te nemen voorwaarden wordt nader ingegaan in paragraaf 1.5.

Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid.

In artikel 2:10 van de APV worden regels gesteld over het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het plaatsen van reclameborden die met de activiteiten van de openbare inrichting samenhangen of het plaatsen van winkelrekken voor een winkel.

Op grond van lid 2 van het genoemd artikel kan het college in het belang van de openbare orde of de woon – en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen.

Met deze notitie worden nadere regels gesteld voor het gebruik van het openbaar gebied door inrichtingen zoals hierboven genoemd. In de praktijk gaat het hier met name om nadere regels voor het gebruik van het openbaar gebied door horecaondernemingen en winkels.

1.2 Begripsomschrijvingen

  • -

    Terras

    Een niet geheel met wanden omsloten zitgelegenheid waar tegen vergoeding dranken en/of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt. Een zitgelegenheid met een geplaatste luifel waarbij de zijkanten geheel zijn dichtgemaakt valt dus ook onder het begrip terras. In de zin van deze notitie wordt zulk terras aangeduid als een winterterras.

  • -

    Gevelterras

    Terrassen binnen de eigen gevelgrenzen, hetzij direct aansluitend aan de voorgevel hetzij met een doorloop langs de gevel of door het terras. Gevelterrassen kunnen in afzondering zijn gelegen (solitair) of aaneengesloten.

  • -

    Pleinterras

    Aaneengesloten of nagenoeg aaneengesloten terras met een visuele samenhang (ensembles) gelegen in de directe nabijheid van het aan het plein gelegen horecabedrijf.

  • -

    Skihut

    Een skihut is, in de zin van deze notitie, een overdekt terras dat zodanig is afgeschermd dat een geheel met wanden omsloten ruimte ontstaat. Het plaatsen van een tent op een terras in de zin van deze notitie wordt teven aangemerkt als een winterterras.

  • -

    Ongehinderde doorgang

    Het gedeelte van de straat of het trottoir waarvan de voetgangers, rolstoel – en rollatorgebruikers en /of hulpverleningsdiensten gebruik kunnen maken zonder gehinderd te worden door terrassen.

  • -

    Openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid.

    Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden.

  • -

    Rijloper

    Verhard oppervlak binnen een verblijfsgebied of van een weg dat vrij is van obstakels en kan worden bereden door hulpverleningsdiensten.

  • -

    Terrasafscheiding

    Een wegneembare en verplaatsbare afscheiding in de vorm van schermen, schotten of plantenbakken.

  • -

    Uitstallingen

    Uitstallingen anders dan een terras, parasol, windschermen die rechtstreeks verband houden met de activiteiten van de inrichting.

  • -

    Winkelondersteunende horeca

    Openbare inrichting die qua exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij en die ondergeschikt zijn aan de detailhandel in de foodsector.

1.3 Plaatsen skihut

Een skihut mag alleen geplaatst worden bij de volgende activiteiten:

  • -

    Carnaval van carnavalszaterdag tot en met aswoensdag;

  • -

    Kermis binnen de kern waar de kermis wordt gehouden;

  • -

    Tussen Kerstmis en Nieuwjaar.

Een skihut wordt 1werkdag, uiterlijk 2 werkdagen voor de genoemde activiteiten opgebouwd. De skihut wordt afgebroken 1 werkdag, uiterlijk 2 werkdagen na de genoemde activiteiten.

Voor het plaatsen van een skihut wordt bij de gemeente een evenementenvergunning aangevraagd.

Een skihut mag alleen geplaatst worden indien aan alle aspecten met betrekking tot brandveiligheid en overige wet- en regelgeving is voldaan.

Bij zeer bijzondere maatschappelijke activiteiten (denk bijvoorbeeld aan het EK en WK – voetbal) kan worden afgeweken van de hoofdregel dat een skihut alleen geplaatst mag worden tijdens de genoemde activiteiten. Indien een horecaondernemer van deze uitzonderingsregel gebruik wenst te maken dient dit tijdig middels een aanvraag evenementenvergunning bij de gemeente te worden aangevraagd. De gemeente beoordeelt vervolgens of van de uitzonderingsregel gebruik kan worden gemaakt. Een skihut mag nooit langer dan 31 dagen worden geplaatst.

1.4 Beoordelingscriteria

Voor het plaatsen van terrassen en overige uitstallingen behorende bij een openbare inrichting worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • a.

    Geschiktheid locaties

    Voor de beoordeling van de geschiktheid van de locatie spelen de onderstaande zaken een belangrijke rol:

    • -

      De stedenbouwkundige omgeving c.q. de ruimtelijke kwaliteit van de locatie;

    • -

      De openbare functie van de locatie;

    • -

      De openbare orde;

    • -

      De veiligheid en;

    • -

      De ongehinderde doorgang.

Daar waar nodig dient maatwerk tot plaatsing van een terras te worden geleverd om de aantrekkelijkheid en functie van de openbare ruimte te waarborgen. Bij de invulling van het maatwerk dient een duidelijke relatie te worden gelegd met de aanwezige drukte. De beoordeling hiervan ligt bij de gemeente.

Pleinterrassen zijn toegestaan op:

  • -

    Door de burgemeester aangewezen locaties. De aanwijzing van een pleinterras vindt plaats via een uitvoeringsbesluit. In dit besluit worden voorwaarden opgenomen waaraan ingebruikname van een pleinterras moet voldoen.

Vergunningen voor terrassen worden slechts verstrekt aan openbare inrichtingen die aan alle onderstaande voorwaarden voldoen:

  • 1.

    de terraslocatie bij gevelterrassen ligt binnen de grens van de eigen gevel en mag niet worden geplaatst op een groenstrook, parkeerplaats of een soortgelijke voorziening, met uitzondering van een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen pleinterras;

  • 2.

    De terraslocatie bij pleinterrassen ligt in de onmiddellijke nabijheid van de openbare inrichting;

  • 3.

    Vanuit het horecabedrijf is ongehinderd zicht op de gang van zaken op het betreffende terras;

  • 4.

    de bediening op het terras vindt plaats via een zo kort mogelijke, logische route;

  • 5.

    verkeersonveilige situaties worden voorkomen.

  • b.

    Ongehinderde doorgang

    • 1.

      Een ongehinderde doorgang moet gegarandeerd zijn voor hulpverleningsdiensten. Ter plaatse van een rijloper dient deze vrij te blijven van terrassen en uitstallingen.

    • 2.

      Buiten de rijloper moet een ongehinderde doorgang gegarandeerd zijn van tenminste 1.20 meter voor voetgangers, rolstoel – en rollatorgebruikers, tenzij de rijloper is gelegen binnen een voetgangerszone;

    • 3.

      Brandkranen moeten vrij toegankelijk zijn;

    • 4.

      De openstelling van het terras dient zodanig te zijn dat de ontvluchting vanuit de (nood) uitgangen niet gehinderd wordt.

  • c.

    Inrichting terrassen

    De inrichting van terrassen moet aan een aantal regels voldoen. In het navolgende zijn regels gesteld met betrekking tot meubilair, terrasafscheidingen, parasols, tappunten, vlonders, verlichting, verwarming en muziek.

De inrichting van de terrassen wordt beoordeeld aan de hand van:

  • -

    Oppervlakte van terrassen

    • o

      Het aantal m2 in gebruik te nemen terras is begrensd in de verleende exploitatievergunning.

  • -

    Terrasmeubilair

    • o

      Sta- tafels zijn in beginsel niet toegestaan, behoudens tijdens evenementen waarvoor op grond van artikel 2:25 van de APV een vergunning is verleend.

  • -

    Terrasafscheidingen

    • o

      Terrasafscheidingen moeten wegneembaar en verplaatsbaar zijn;

    • o

      Behoudens het bepaalde in paragraaf 1.3 is het niet toegestaan een terras zodanig af te schermen dat daardoor een met wanden omsloten ruimte (skihut) ontstaat;

    • o

      Voorzieningen ten behoeve de plaatsing c.q. verankering van de terrasafscheidingen in de bestrating worden voor rekening van de uitbater en door de uitbater uitgevoerd na overleg met de afdeling Beheer van de gemeente.

  • -

    Uitstallingen

    • o

      Uitstallingen mogen alleen geplaatst worden binnen de begrenzing van het terras.

    • o

      Voor zover geen terras wordt geëxploiteerd mogen uitstallingen alleen binnen een strook van 1,5 meter vanuit de gevel worden geplaatst. Burgemeester en wethouders kunnen van deze regeling afwijken indien er geen ruimte is voor uitstallingen c.q. de uitstalling op die plaats niet het beoogde rendement heeft.

  • -

    Parasols

    • o

      Parasols hebben een semi – permanent karakter. De staanders mogen niet in de grond zijn verankerd, tenzij hiervoor voorzieningen zijn getroffen;

    • o

      Voorzieningen ten behoeve de plaatsing van parasols c.q. verankering van de parasols in de bestrating worden voor rekening van de uitbater en door de uitbater uitgevoerd na overleg met de afdeling Beheer.

  • -

    Tappunten

    • o

      Op een terras zijn geen tappunten toegestaan, behoudens tijdens evenementen waarvoor op grond van artikel 2:25 van de APV een vergunning is verleend.

  • -

    Vlonders

    • o

      Gebruik van vlonders is niet toegestaan.

  • -

    Verlichting en verwarming

    • o

      Bij een terras dat direct grenst aan een pand mag verlichting, dan wel verwarming aan de gevel worden aangebracht indien dit past bij het betreffende pand in die omgeving;

    • o

      Verlichting in de vorm van slingerverlichting is niet toegestaan.

  • -

    Muziek

    • o

      Bij het (af)spelen van muziek op een terras dienen de regels van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer in acht te worden genomen.

1.5 Voorschriften en beperkingen verbonden aan een exploitatievergunning voor een openbare inrichting

Voor het plaatsen van een terras en overige uitstallingen worden aan de exploitatievergunning in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • -

    Opruimen terrasmeubilair

    Indien het terras langer dan 14 dagen niet wordt gebruikt dient het terrasmeubilair, afscheidingen etc. geheel opgeruimd en verwijderd te worden. Aangebrachte voorzieningen voor het monteren van terrasmeubilair, afscheiding, etc. dienen dan gelijkvloers en vlak afgewerkt te zijn met de bestrating en mogen ook anderszins geen gevaar of hinder voor de weggebruikers opleveren.

  • -

    Terrastijden

    • o

      Tijdens het terrasseizoen mag een terras slechts staan opengesteld gedurende de opstellingstijden. Na de opstellingstijden dient het terras zodanig opgesteld te worden zodat vernieling en vandalisme zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • o

      In de regel zijn de opstellingstijden gelegen tussen 09:00 uur en 01:00 uur, met uitzondering van terrassen bij winkelondersteunende horeca. Deze terrassen mogen tot uiterlijk 22.00 uur ’s avonds worden geplaatst, een en ander in overeenstemming met de Winkeltijdenwet.

  • -

    Ongehinderde doorgang voor voetgangers, rolstoel – en rollatorgebruikers

    • o

      De voor de concrete situatie geldende ongehinderde doorgang voor voetgangers, rolstoel – en rollatorgebruikers wordt als voorschrift aan de vergunning verbonden.

  • -

    Duur van de vergunning

    • o

      Een vergunning wordt in beginsel verleend voor onbepaalde tijd. Indien de horecaonderneming wordt overgenomen door een nieuwe horecaondernemer of er een wijziging plaatsvindt in de feitelijke situatie wordt een nieuwe vergunning verleend. Verder kan indien naar oordeel van de burgemeester bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de vergunning voor kortere tijd worden verleend.

  • -

    Schoonhouden omgeving

    • o

      De vergunninghouder dient er voor te zorgen dat er geen papier, glas of ander materiaal op de weg of weggedeelten terecht komt. Indien dit toch gebeurt dient dit onmiddellijk door de vergunninghouder te worden verwijderd.

  • -

    Aansprakelijkheid

    • o

      De vergunninghouder dient maatregelen te nemen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn, teneinde te voorkomen dat de gemeente of derden tengevolge van het plaatsen of de aanwezigheid van objecten schade lijden. Eventuele schade aan gemeente- eigendom dient op eerste aanzegging binnen de daarbij te stellen termijn aan de gemeente te worden vergoed.

1.6 Vergunningprocedure exploitatievergunning

  • -

    Aanvragen voor exploitatievergunningen worden behandeld ingevolge het bepaalde in de Awb en de APV. Een vergunningaanvraag geschiedt door middel van een door het bevoegd gezag vastgesteld aanvraagformulier en moet vergezeld gaan van de volgende bescheiden:

    • nauwkeurige plattegrond van de gehele horeca- onderneming (inclusief het daarbij behorende terras), schaal tenminste 1:100, met vermelding van de verschillende ruimten in m2;

    • een situatietekening van het terras waarbij duidelijk vermeld zijn de afmetingen van het terras, de indeling van het terras en eventueel geplaatste terrasafscheidingen en parasols.

    • kopie inschrijving Kamer van Koophandel (niet ouder dan 1 maand);

    • legitimatiebewijs van alle personen die op de vergunning komen te staan;

  • -

    Een aanvraag voor een exploitatievergunning (onderdeel terrasvergunning) wordt beoordeeld door de behandelend ambtenaar. Indien een aanvraag wordt ingediend die qua locatie, oppervlakte of inrichting afwijkt van het bepaalde in deze beleidsregels kan advies worden gevraagd aan de welstandscommissie en verkeersdeskundige van de gemeente alsmede aan de politie en brandweer.

  • -

    Een aanvraag drank –en horecawetvergunning wordt tevens beschouwd als een aanvraag exploitatievergunning voor de inrichting en het terras;

  • -

    Overeenkomstig de legesverordening zijn voor het verkrijgen van een exploitatievergunning leges verschuldigd. Naast de legeskosten is, indien een terras is gesitueerd op openbare gemeentegrond, overeenkomstig de precarioverordening een bedrag aan precario verschuldigd. De van toepassing zijnde bedragen worden jaarlijks, eventueel aangepast, door de gemeenteraad vastgesteld.

1.7 Voorschriften voor overige inrichtingen

Voor het plaatsen van uitstallingen bij inrichtingen die niet onder het begrip openbare inrichting vallen worden de volgende regels gehanteerd:

  • o

    Voor het plaatsen van uitstallingen is geen vergunning vereist;

  • o

    Uitstallingen mogen alleen geplaatst worden binnen een strook van 1,5 meter vanuit de gevelgrenzen, waarbij buiten de rijloper een ongehinderde doorgang gegarandeerd is van tenminste 1.20 meter voor voetgangers, rolstoel – en rollatorgebruikers. De ongehinderde doorgang van 1.20 meter is niet van toepassing indien de rijloper is gelegen binnen een voetgangerszone;

  • o

    Brandkranen moeten vrij toegankelijk zijn;

  • o

    de uitstallingen mogen alleen gedurende de openingstijden als bedoeld in de Winkeltijdenwet in het openbaar gebied aanwezig zijn.

1.8 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Een bestaande openbare inrichting met een geldige exploitatievergunning op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels heeft het recht op voortzetting van de exploitatie van dat terras op de wijze zoals die in de vergunning is vastgesteld.

Vanaf het moment dat dit nieuwe beleid is vastgesteld en volgens de daartoe geldende regels is gepubliceerd en in werking is getreden, zijn deze nieuwe regels van toepassing voor aanvragen voor nieuwe exploitatievergunningen of verleningen van bestaande en/of wijzigingen van exploitatievergunningen.

Voor situaties waarin deze notitie niet voorziet, kunnen burgemeester en wethouders op verzoek passende regels stellen.

Ondertekening

Burgemeester van Echt-Susteren,

J.W.M.M.J. Hessels