Deelverordening professionele instellingen gemeente Eijsden-Margraten

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Deelverordening professionele instellingen gemeente Eijsden-Margraten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze deelverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Accountantsrapport: een rapportage omtrent het onderzoek van een registeraccountant of een accountant administratie consulent naar de juistheid, tijdigheid, volledigheid en getrouwheid van de verstrekte informatie over de verleende subsidie.

  • b.

    Activiteit:

    de activiteit die door de instelling zal worden uitgevoerd en die door het college kan worden gesubsidieerd. De prestaties worden in meetbare termen gedefinieerd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

  • c.

    Activiteitenplan:

    naast het genoemde in artikel 4:62 Awb bevat het plan een overzicht van voorgenomen activiteiten, zo mogelijk vertaald naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid.

  • d.

    Awb:

    Algemene wet bestuursrecht.

  • e.

    Begroting:

    een raming van baten en lasten.

  • f.

    Beleidsregel:

    een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

  • g.

    Bestuursorgaan:

    de raad dan wel het college van de gemeente Eijsden-Margraten.

  • h.

    Boekjaar:

    een boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar.

  • i.

    Budgetsubsidie:

    een vooraf voor een bepaalde periode toegekende subsidie ten behoeve van de uitvoering van één of meer activiteiten die het college van belang acht. Dit kan in de vorm van een vast bedrag, vastgelegd in een beschikking en eventueel een uitvoeringsovereenkomst.

  • j.

    College:

    het college van burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten.

  • k.

    Eigen vermogen:

    het verschil tussen bezittingen en schulden.

  • l.

    Incidentele subsidie:

    een eenmalig (waarderings)subsidie die het college verstrekt voor een activiteit met een eenmalig of experimenteel karakter.

  • m.

    Prestatie:

    in meetbare eenheden omschreven resultaten.

  • n.

    Professionele instelling:

    een instelling, wier taken voornamelijk uitgevoerd worden door één of meer personen in dienst op grond van een landelijke CAO of een anderszins gereguleerde arbeids- overeenkomst, en als zodanig door het college aangewezen.

  • o.

    Raad:

    de gemeenteraad van Eijsden-Margraten.

  • p.

    Rechtspersoon:

    een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 2; titel 6 (stichtingen), die zich de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard van de inwoners van Eijsden-Margraten ten doel stelt.

  • q.

    Rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid:

    een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid conform artikel 2:27 BW en artikel 2:289 BW.

  • r.

    Reserves:

    vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die, bedrijfseconomisch gezien, vrij besteedbaar zijn. De egalisatiereserve is bedoeld om fluctuaties in de kosten op te vangen, de bestemmingsreserve is gericht op een bepaalde bestemming.

  • s.

    Subsidie:

    zoals bedoeld in artikel 4:21 Awb lid 1.

  • t.

    Subsidiebeschikking:

    een door het college genomen besluit tot:

    • .

      het verlenen van een subsidie;

    • .

      het afwijzen van een verzoek om subsidie;

    • .

      het definitief vaststellen van een subsidie;

    • .

      het intrekken of wijzigen van een besluit tot subsidieverlening of subsidievaststelling;

    • .

      het verlenen van voorschotten.

  • u.

    Subsidieperiode:

    het in de subsidiebeschikking en/of uitvoeringsovereenkomst bepaalde respectievelijk overeengekomen tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt. De subsidies van structurele aard kunnen voor één boekjaar of voor een aantal boekjaren worden verstrekt.

  • v.

    Subsidieplafond:

    zoals bedoeld in artikel 4:22 Awb.

  • w.

    Subsidieprogramma:

    het overzicht dat deel uitmaakt van de begroting waarin de financiële gegevens staan vermeld ten aanzien van de regulier te subsidiëren professionele instellingen.

  • x.

    Subsidievaststelling:

    de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en dat een onvoorwaardelijke aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.

  • y.

    Subsidieverlening:

    de beschikking die voorafgaand aan de subsidiabele activiteit wordt gegeven, waarbij een omschrijving van te leveren prestaties, de maximale hoogte van het subsidiebedrag en de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden meegedeeld.

  • z.

    Subsidieverstrekking:

    de verzamelterm voor het toekennen van subsidie wat zowel subsidieverlening als subsidievaststelling omvat.

  • aa.

    Uitvoeringsovereenkomst (subsidieovereenkomst):

    de overeenkomst die door de subsidieontvanger en het college kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking. Daarin wordt in elk geval aangegeven:

    • .

      de looptijd van de subsidie;

    • .

      de maximale hoogte van het subsidiebedrag;

    • .

      de te verrichten activiteiten;

    • .

      de doelgroep met betrekking tot de te leveren activiteiten;

    • .

      de wijze waarop deze verantwoord moeten worden.

  • ab.

    Voorziening:

    een voorziening als bedoeld in artikel 374, lid 1 Boek 2 BW, voor zover deze als zodanig door het college als redelijk is aangemerkt. Het college kan ter zake beleidsregels vaststellen.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze deelverordening is van toepassing op alle subsidiebesluiten ten behoeve van activiteiten uitgevoerd door professionele instellingen werkzaam binnen de gemeente Eijsden-Margraten verricht op alle gemeentelijke beleidsterreinen.

  • 2. Als soorten subsidies onderscheidt deze deelverordening budgetsubsidies en incidentele subsidies.

  • 3. Bij budgetsubsidies kan het college direct tot subsidievaststelling besluiten, tenzij de raad anders bepaalt.

  • 4. Het college bepaalt welke professionele instellingen in aanmerking komen voor Subsidieverlening op grond van budgetsubsidiëring;

  • 5. Bij incidentele subsidies vindt eerst subsidieverlening plaats. Pas na goedkeuring van de overgelegde financiële verantwoording vindt de subsidievaststelling plaats.

Artikel 3 Bevoegdheidsverdeling

  • 1. Binnen de door de raad vastgestelde begroting kan het college een of meer subsidieplafonds vaststellen en bepalen hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. Het college, belast met de uitvoering van deze verordening, is bevoegd te beschikken omtrent subsidies.

  • 3. Het college kan voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens aanvraagformulieren vaststellen ten behoeve van de subsidieverlening en subsidievaststelling.

Artikel 4 Subsidievormen

  • 1. Subsidies worden in de vorm van een budgetsubsidie of in de vorm van een incidentele subsidie verstrekt.

  • 2. Een budgetsubsidie wordt verstrekt voor jaarlijks terugkerende activiteiten.

  • 3. Een incidentele subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      activiteiten met een eenmalig of bijzonder karakter. Deze subsidie kan voor ten hoogste vier aaneensluitende kalenderjaren worden verstrekt;

    • b.

      buitengewone kosten ten aanzien van huisvestingskosten.

  • 6. Het college kan voor incidentele subsidies één of meer beleidsregels vaststellen.

  • 7. Subsidies kunnen voor één kalenderjaar of voor meerdere jaren worden verstrekt.

Artikel 5 Subsidiegerechtigden

  • 1. Subsidie wordt alleen verstrekt ten behoeve van activiteiten georganiseerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die zich ten doel stelt activiteiten te verrichten die passen binnen het beleid van de gemeente Eijsden-Margraten.

  • 2. Het college is bevoegd een subsidie te verstrekken aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid in oprichting indien de aard van de te verrichten activiteiten daartoe aanleiding geeft. De in deze verordening opgenomen bepalingen zijn, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Maximale subsidieduur

  • 1. Subsidie wordt in beginsel verstrekt voor een tijdvak van maximaal één boekjaar.

  • 2. Het college kan een meerjarige subsidie verstrekken, doch de maximale duur van een subsidieperiode is vier boekjaren.

  • 3. Indien een meerjarige subsidie wordt verstrekt, wordt in de beschikking aangegeven op welk bedrag de subsidieaanvrager elk boekjaar recht heeft.

  • 4. Indien een meerjarige subsidie wordt verstrekt, kan aan de subsidie de verplichting verbonden worden tot het periodiek aan het college verstrekken van gegevens.

  • 5. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar tenzij bij de beschikking anders is bepaald.

Artikel 7 Criteria voor subsidieverstrekking

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een gemeentelijk belang dienen en in voldoende mate overeenstemmen met de door de raad en het college geformuleerde beleidsdoelstellingen en prioriteiten.

  • 2. De aanvrager dient te kunnen aantonen dat de verwachting gerechtvaardigd is dat de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met de ter beschikking staande financiële middelen met inbegrip van de te verstrekken subsidie.

  • 3. Subsidies kunnen uitsluitend worden verstrekt ten behoeve van activiteiten waarvan niemand op grond van ras, godsdienst, geslacht, afkomst, seksuele voorkeur of anderszins wordt uitgesloten, tenzij dit geschiedt met het doel een bestaande achterstand te verminderen.

  • 4. Doelstelling en werkwijze van de subsidieontvanger mogen niet strijdig zijn met het recht, het algemeen belang en/of openbare orde.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met het recht, het algemeen belang en/of de openbare orde.

  • 2. Een subsidieverlening kan worden geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten reeds plaatsgevonden hebben alvorens een aanvraag om subsidie is ingediend;

    • b.

      de aanvrager niet staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel gedurende een bepaalde periode, voor zover dat door het college is bepaald.

  • 3. Een subsidieverlening kan worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op het gemeentelijk belang of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Eijsden-Margraten;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden kan beschikken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden om de kosten van de activiteiten te dekken. Onder eigen middelen wordt verstaan: deelnemersbijdragen, donaties, erfstellingen, legaten en gelden in reserves en voorzieningen;

    • d.

      het subsidieverzoek niet past binnen het beleid van de gemeente Eijsden-Margraten.

Artikel 9 Intrekking en wijziging subsidieverlening/vaststelling

  • 1. Conform het bepaalde in artikel 4:48 Awb kan het college zolang de subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen.

  • 2. Conform het bepaalde in artikel 4:49 Awb kan het college een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen.

  • 3. Naast het bepaalde in artikel 4:50 Awb kan het college, zolang de subsidie niet is vastgesteld, een lopende subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen, indien de werkelijke kosten voor uitvoering van de activiteit(en) lager zijn uitgevallen dan de kosten die zijn opgenomen in de bij de subsidieaanvraag bijgevoegde begroting.

  • 4. Conform het bepaalde in artikel 4:51 Awb kan het college de voortzetting van de subsidie weigeren.

Artikel 10 Betaling, bevoorschotting en terugvordering

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald.

  • 3. Het college kan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.

  • 4. De beschikking vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald, alsmede de data waarop de voorschotten werden betaald.

  • 5. Tenzij in de beschikking anders is bepaald, bedraagt het voorschot bij incidentele subsidies 90% van het te verstrekken subsidiebedrag.

  • 6. Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of voorschot kan worden teruggevorderd.

Artikel 11 Begrotingsvoorwaarde

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd kan in de beschikking tot verstrekking van de subsidie het voorbehoud worden gemaakt dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 12 Andere financiële bepalingen

  • 1. Reserves en voorzieningen, voor zover niet genoemd in deze verordening, kunnen alleen gevormd worden op verzoek van of met toestemming van het college.

  • 2. Voor zover het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger aan het college een vergoeding verschuldigd overeenkomstig artikel 4:41 Awb.

  • 3. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 4. Als het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige.

Hoofdstuk 2 Budgetsubsidies

Artikel 13 Afdeling 4.2.8 Awb

Op de verstrekking van budgetsubsidies is Afdeling 4.2.8 Awb van toepassing. Het college kan bepalingen uit Afdeling 4.2.8 Awb ook op incidentele subsidies van toepassing verklaren.

Artikel 14 Aanvraag tot subsidieverlening

In afwijking van artikel 4:60 Awb wordt een schriftelijke aanvraag voor een budgetsubsidie ingediend bij het college vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 Awb kan het college besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, mits de aanvrager in de gelegenheid is gesteld, binnen een door het college gestelde termijn de aanvraag alsnog in te dienen.

Artikel 15 Vereisten aanvraag

  • 1. Het college kan bepalen dat een aanvraag voor een budgetsubsidie naast de formele vereisten conform artikel 4:2 Awb en gegevens conform de artikelen 4:61 tot en met 4:63 Awb en artikel 4:65 Awb de volgende gegevens bevat:

    • a.

      een beschrijving van de doelgroep en het beoogde resultaat van de activiteiten in relatie tot de gestelde doelen, indien mogelijk uitgedrukt in meetbare resultaten;

    • b.

      voorgenomen en doorgevoerde wijzigingen van het bestuur c.q. van de statuten;

    • c.

      een opgave van de met de instelling gelieerde rechtspersonen en de aard van betrekking met die rechtspersoon;

    • d.

      een overzicht van de ruimtelijke voorziening(en), waar de activiteit(en word(t)(en) uitgevoerd.

  • 2. Bij een eerste aanvraag worden door de aanvrager, naast het bepaalde in het eerste lid en artikel 4:64 Awb de volgende gegevens verschaft:

    • -

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • -

      een opgave van de bestuurssamenstelling.

Artikel 16 Beschikking tot subsidieverlening

De beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening wordt gegeven uiterlijk 31 december voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie is aangevraagd.

De beschikking tot subsidieverlening bevat naast het bepaalde in de artikelen 4:30 tot en met 4:32 Awb de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

In de beschikking tot subsidieverlening kan worden opgenomen:

  • -

    een begrotingsvoorwaarde conform artikel 4:34 Awb;

  • -

    dat ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening een uitvoeringsovereenkomst wordt gesloten conform artikel 4:36 Awb;

  • -

    een vergoedingsplicht bij vermogensvorming conform artikel 4:41 Awb, waarin tevens wordt aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald;

  • -

    de wijze van (tussentijdse) rapportage: de gegevensverstrekking over de voortgang van de realisering van de activiteiten, indien mogelijk, geformuleerd in prestatie-indicatoren;

  • -

    de betalingstermijn;

  • -

    de wijze van bevoorschotting;

  • -

    de vereiste reikwijdte en intensiteit van de accountantscontrole.

Artikel 17 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de uit de wet voortvloeiende verplichtingen in artikel 4:69 en artikel 4:70 Awb kan het college de subsidieontvanger een toestemmingsvereiste opleggen voor de in artikel 4:71 lid 1 Awb genoemde (rechts)handelingen.

Het college kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen conform artikel 4:38 lid 1 Awb die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. Deze doelgebonden verplichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op:

  • -

    de kennis en ervaring van personeel voor zover dat personeel betrokken is bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten;

  • -

    de wijze waarop gebruikers, vrijwilligers en beroepskrachten worden betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid van de subsidieontvanger;

  • -

    aard, deugdelijkheid, inrichting, beheer en toegankelijkheid van voorzieningen.

Het college kan tevens niet doelgebonden verplichtingen opleggen conform artikel 4:39 lid 1 Awb met het oog op onder meer:

  • -

    milieubelangen;

  • -

    bescherming van minderheden;

  • -

    emancipatorische aangelegenheden;

  • -

    publicatie van de door de gemeente Eijsden-Margraten verstrekte subsidie.

De subsidieontvanger is verplicht alle medewerking te verlenen aan een toezichthouder die belast wordt met het houden van toezicht op de naleving van de aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen conform artikel 4:59 Awb en is tevens verplicht mee te werken aan eventuele onderzoeken van de rekenkamercommissie.

Artikel 18 Subsidievaststelling

De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.

Indien geen beschikking tot subsidieverlening is afgegeven, is op de beschikking tot vaststelling het bepaalde in artikel 17 van overeenkomstige toepassing.

Het college kan direct tot vaststelling besluiten.

In afwijking van artikel 4:74 Awb dient de subsidieontvanger die een beschikking tot verlening van een budgetsubsidie heeft ontvangen vóór 1 juli volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij het college.

Indien de aanvraag na afloop van genoemde termijn niet is ingediend, stelt het college de subsidieontvanger een termijn van vier weken binnen welke de aanvraag alsnog moet zijn ingediend.

Indien na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn geen aanvraag tot vaststelling is ingediend, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 19 Beschikking tot subsidievaststelling

De beschikking tot subsidievaststelling wordt binnen drie maanden na ontvangst van alle vereiste bescheiden, doch uiterlijk 31 december van het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, gegeven, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening zoals bedoeld in artikel 16 anders is bepaald.

Indien de beschikking niet binnen drie maanden gegeven kan worden, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Indien geen beschikking tot subsidieverlening is afgegeven, is op de beschikking tot vaststelling het bepaalde in artikel 16 lid 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Jaarrapportage

De subsidieontvanger dient jaarlijks een financieel verslag te overleggen aan het college.

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:75 en 4:76 Awb bevat het financieel verslag een specificatie ter verantwoording over hoe de door de gemeente Eijsden-Margraten verstrekte subsidiegelden specifiek zijn aangewend ter verwezenlijking van de gestelde doelen ingeval de subsidieaanvrager subsidie en/of financiële middelen ontvangt van respectievelijk bestuursorganen van andere overheden en/of additionele financiers.

Artikel 4:76 Awb is van overeenkomstige toepassing indien de subsidieontvanger zijn inkomsten in overwegende mate ontleent aan de subsidie.

De gecontroleerde jaarrekening dient uiterlijk op 1 juli te worden overlegd. Het college bepaalt per professionele instelling in de subsidiebeschikking of de gecontroleerde jaarrekening van een accountantsrapport dan wel enige andere beoordeling moet zijn voorzien. In de subsidiebeschikking dan wel de uitwerkingsovereenkomst bij de subsidiebeschikking kan het college nadere verplichtingen opnemen waaraan de accountantscontrole moet voldoen.

Het college legt per instelling de verplichting op om een (jaar)rapportage in te dienen. Bij uitwerkingsovereenkomst of subsidiebeschikking kunnen nadere regels worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze deelverordening afwijken, voor zover toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheid en kennelijke hardheid.

Artikel 22 Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze deelverordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.

Artikel 23 Overgangsbepalingen

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze deelverordening zijn verleend of vastgesteld blijven de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Subsidieverordening Welzijn en Sport gemeente Eijsden 2002 dan wel de Subsidieverordening welzijnswerk gemeente Margraten van toepassing.

Verleende subsidies die nog niet zijn vastgesteld vallen onder de werking van deze verordening. Daar waar bij de vaststelling sprake is van gewijzigde voorwaarden zal de voor de instelling meest gunstige voorwaarde voor de vaststelling van de subsidie worden genomen. Deze verordening is voor de structurele subsidieverlening voor het eerst van toepassing op de subsidieperiode 2013-2016.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze deelverordening treedt per 1 januari 2015 in werking onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieverordening Welzijn en Sport gemeente Eijsden 2002 en de Subsidieverordening welzijnswerk gemeente Margraten.

Ondertekening

Versie 2, December 2014.
Raadsbesluit 16 december 2014