Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Ermelo

Geldend van 11-08-2008 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Ermelo

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Ermelo

Hoofdstuk 2 Gebruiksinstructie verblijfsontzegging

Artikel 2.1 Administratieve afhandeling

De afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving is verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling van een verblijfsontzegging.

Artikel 2.2 Aangewezen gebied

  • 1. Een persoon wordt een verblijfsontzegging opgelegd binnen het door de burgemeester aangewezen gebied.

  • 2. Het aangewezen gebied is conform het aanwijzingsbesluit.

Artikel 2.3 Opleggen verblijfsontzegging bij derde overtreding

Een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging kan niet eerder worden genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 2.9 genoemde delicten, blijkend uit de omstandigheid dat de overtreder voor de tweede maal een proces-verbaal is aangezegd, binnen een periode van zes maanden.

Artikel 2.4 Waarschuwingsbrief

  • 1. Na de eerste geconstateerde overtreding wordt de persoon schriftelijk gewaarschuwd, dat bij een volgende overtreding de burgemeester kan overgaan tot een verblijfsontzegging.

  • 2. De politie levert na de geconstateerde overtreding deze informatie aan bij de burgemeester.

  • 3. De brief wordt uitgereikt door de politie of indien dit niet mogelijk is per aangetekende post verzonden.

Artikel 2.5 Voornemen opleggen verblijfsontzegging

  • 1. Bij de tweede geconstateerde overtreding levert de politie de benodigde informatie aan bij de burgemeester.

  • 2. De betrokken persoon wordt in kennisgesteld van het voornemen van de burgemeester tot het nemen van een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging.

  • 3. De kennisgeving wordt door de politie uitgereikt of indien dit niet mogelijk is per aangetekende post verzonden.

  • 4. Alvorens een besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging wordt genomen wordt de persoon in de gelegenheid gesteld om, binnen vijf dagen na bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een verblijfsontzegging, zijn of haar zienswijze naar voren te brengen. Van deze termijn kan in spoedeisende situaties worden afgeweken.

  • 5. Het eventueel horen van de persoon geschiedt door of namens de teamchef van de politie en een medewerker van de afdeling Veiligheid, Vergunning en Handhaving.

  • 6. De in het vorige lid vermelde zienswijze wordt meegenomen in het uiteindelijk door de burgemeester te nemen besluit.

Artikel 2.6 Besluit opleggen verblijfsontzegging

  • 1. Het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging wordt door de burgemeester, na een zorgvuldige afweging, genomen en ondertekend.

  • 2. De verblijfsontzegging wordt, zo mogelijk in persoon. door de politie uitgereikt of indien dit niet mogelijk is per aangetekende post verzonden.

Artikel 2.7 Motivering besluit opleggen verblijfsontzegging

Het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging dient gemotiveerd te zijn. In de motivatie wordt aangegeven:

  • a.

    aantal processen-verbaal en de relatie met het aan te wijzen gebied;

  • b.

    eventuele eerdere verblijfsontzeggingen;

  • c.

    vermelding van de waarschuwingsbrief;

  • d.

    eventueel kenbaar gemaakte zienswijze;

  • e.

    verzenddatum of datum van uitreiking waarschuwingsbrief;

  • f.

    overige feiten en omstandigheden welke van belang kunnen zijn;

  • g.

    welk gebied het betreft en voor welk tijdvak het verbod geldt.

Artikel 2.8 Persoon woonachtig in ontzeggingsgebied

Indien de persoon aan wie het besluit tot verblijfsontzegging wordt opgelegd, woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft van en naar zijn woning of werklocatie naar de middelen van openbaar vervoer, niet zijnde een taxi.

Artikel 2.9 Geconstateerde feiten welke in aanmerking komen voor verblijfsontzegging

Bij de volgende geconstateerde feiten, waarvoor een proces-verbaal is aangezegd, en mits er een relatie bestaat met het aangewezen gebied, wordt een verblijfsontzegging gegeven voor een tijdvak van:

Feiten waarvoor ontzegging wordt opgelegd (Termijnontzegging)

Categorie 1 (2 weken)

  • ·

    samenscholing en ongeregeldheden, art. 2.1.1.1APV

  • ·

    hinderlijk gedrag, art. 2.4.7en 2.4.9APV

  • ·

    hinderlijk drankgebruik, art. 2.4.8APV

  • ·

    openbare dronkenschap, art.453Sr en 426Sr

  • ·

    baldadigheid, art. 424Sr

  • ·

    fietsendiefstal, art. 310Sr

Categorie 2 (6 weken)

  • ·

    1° recidive van hinderlijk gedrag, hinderlijk drankgebruik of openbare dronkenschap, art. 2.4.7t/m 2.4.9APV

  • ·

    1° recidive fietsendiefstal, art. 310Sr

  • ·

    overtreding verbod zich op de weg te begeven om drugs te verhandelen, art. 2.7.1APV

  • ·

    overtreding Wet wapens en munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

  • ·

    vernieling of beschadiging, art. 350Sr en openlijke geweldpleging,

    uitsluitend tegen goederen. art. 141Sr

  • ·

    eenvoudige mishandeling, art. 300Sr

  • ·

    diefstal met braak in een auto, art. 311, lid 5, Sr

  • ·

    belediging ambtenaar in functie, art. 267Sr

  • ·

    bedreiging, art. 285Sr

  • ·

    negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 184Sr

  • ·

    wederspannigheid, art. 180, 181. 182Sr

  • ·

    overtreding Verblijfsontzegging, art 2.10.1APV

Categorie 3 (12 weken)

  • ·

    2°recidive van hinderlijk gedrag, hinderlijk drankgebruik of openbare dronkenschap, art. 2.4.7t/m 2.4.9APV

  • ·

    2'°recidive fietsendiefstal, art. 310Sr

  • ·

    overtreding Wet wapen en munitie: vuurwapens/schietwapens

  • ·

    verkopen en verstrekken van harddrugs. art. 2Opiumwet

  • ·

    diefstal met geweld, art. 312Sr

  • ·

    zware geweldsmisdrijven: zware mishandeling, art. 302Sr. (poging tot) doodslag, art. 287Sr

  • ·

    openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen, art. 141Sr. afpersing, art. 317Sr; afdreiging, art 318Sr

En als uren te noemen waarvoor de verblijfsontzegging geldt:

  • ·

    Van vrijdag 15.00uur tot maandag 07.00uur.

  • ·

    Van maandag t/m donderdag van 15.00uur tot 07.00uur.

Artikel 2.10 Duur verblijfsontzegging

  • 1. De verblijfsontzegging wordt opgelegd na constatering van het tweede strafbare feit, gepleegd binnen de periode van zes maanden.

  • 2. De duur van de verblijfsontzegging wordt gerelateerd aan het tweede strafbare feit.

  • 3. Begaat degene die een verblijfsontzegging heeft gekregen binnen 6maanden na de ontzegging. de delictdatum, wederom een strafbaar feit zoals genoemd in artikel 2.9,dan volgt in verband met recidive wederom en direct een verblijfsontzegging.

Hoofdstuk 3 Citeertitel

Artikel 3.1 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels verblijfsontzegging gemeente Ermelo".

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 17 juni 2008.

Artikelgewijze toelichting

Nadat hiervoor een algemene toelichting is gegeven volgt nu een artikelsgewijze toelichting.

 

Artikel 1.1

In dit artikel is de begripsomschrijving opgenomen.

 

Artikel 2.1

Artikel 2.1 regelt de verantwoordelijkheid van de administratieve afhandeling van de verblijfsontzegging.

 

Artikel 2.2

Dit artikel gaat in op de aangewezen gebieden. (zie ook de kaarten in de bijlage) Voor deze gebieden is gekozen omdat de overlast en de daarmee samenhangende aantasting van de openbare orde en veiligheid zich concentreert in deze gebieden van Ermelo.

 

Artikel 2.3

In dit artikel is geregeld dat het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging pas wordt genomen na de tweede geconstateerde overtreding. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de persoon de gelegenheid heeft gehad om zijn of haar gedrag aan te passen waardoor er geen sprake meer is van de aantasting van de openbare orde en veiligheid, welke veroorzaakt wordt door het gedrag van de betrokken persoon. Met andere woorden de persoon heeft hierdoor de gelegenheid gehad om een verblijfsontzegging te voorkomen. Als wordt geconstateerd dat de persoon zich voor de tweede maal binnen een periode van 6 maanden zich schuldig maakt aan een overtreding van de in artikel 2.9 genoemde delicten en dat dit blijkt uit een proces-verbaal, dan kan worden overgegaan tot het besluit om een verblijfsontzegging op te leggen.

 

Artikel 2.4

Uit voorgaande is duidelijk geworden dat er door diverse actoren veel waarde wordt gehecht aan het zorgvuldig omgaan met het instrument verblijfsontzegging. Dit is een van de redenen om te komen tot deze beleidsregels. Daarom is in dit artikel de waarschuwingsbrief opgenomen. Het doel is, om door het opnemen van deze waarborg in de beleidsregels, dat er bij alle betrokkenen duidelijkheid ontstaat over de stand van zaken. De betrokken persoon weet dat er een "laatste" waarschuwing is. De politie is op de hoogte van de stand van zaken en ook de burgemeester weet dat in een voorkomende situatie na een tweede overtreding een handhavingsprocedure zal worden opgestart.

 

Alvorens over te gaan tot het uitreiken c.q. verzenden van de waarschuwingsbrief wordt de burgemeester door de politie, bijvoorbeeld door middel van het regulier overleg tussen de burgemeester en de teamchef van de politie Ermelo, geïnformeerd. Voor het uitreiken van de brief door de politie c.q. het aangetekend versturen is gekozen om daarmee te bewerkstelligen dat de brief ook wordt ontvangen door de betrokken persoon. Tevens wordt daarmee het belang van de waarschuwingsbrief nogmaals duidelijk benadrukt.

 

Artikelen 2.5,2.6, 2.7 en 2.8

Een verblijfsontzegging is een beschikking en de burgemeester dient derhalve de eisen voor zorgvuldige besluitvorming die de Awb stelt in acht te nemen. Daarom zijn de artikelen 2.5, 2.6 en 2.7 opgenomen in de beleidsregels.

 

Artikel 2.5 regelt, conform artikel 4.8 Awb, de gelegenheid voor de betrokken persoon om zijn of haar zienswijze te geven op het voornemen van de burgemeester tot het nemen van het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging. De betrokken persoon kan (art. 4.9 Awb) kiezen om zijn of haar zienswijze schriftelijk of mondeling kenbaar te maken. In het geval de persoon kiest voor het mondeling kenbaar maken van een zienswijze dan zal de persoon worden gehoord door de teamchef c.q. een plaatsvervanger en een medewerker van de afdeling Veiligheid, Vergunning en Handhaving.

 

In artikel 2.6 wordt het besluit tot het opleggen van een verblijfsontzegging door de burgemeester geregeld. Hierbij houdt de burgemeester ook rekening met de kenbaar gemaakte zienswijze van de betrokken persoon. Vervolgens wordt het besluit uitgereikt door de politie c.q. per aangetekende post verzonden.

 

In artikel 2.7 opgenomen welke onderwerpen in het besluit tot oplegging van een verblijfsontzegging dienen te zijn opgenomen om het besluit te motiveren.

 

Tot slot is in artikel 2.8 opgenomen hoe te handelen als de persoon woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt.

 

Artikel 2.9

In artikel 2.9 zijn de feiten opgenomen die bij een herhaaldelijke overtreding een verblijfsontzegging tot gevolg kan hebben. Tevens is in het overzicht de duur van de verblijfsontzegging aangegeven.

 

Bij het samenstellen van de lijst van feiten is rekening gehouden met overtredingen die zich voor kunnen doen op of aan de openbare weg. Tevens is bij het samenstellen van de lijst gekeken naar voorvallen die zich de laatste jaren in Ermelo hebben voorgedaan en waarbij er sprake was van een aantasting of dreigende aantasting van de openbare orde en veiligheid.

 

Tevens zijn de uren benoemd waarvoor de verblijfsontzegging geldt. Dit omdat de gebieden een duidelijke publieke functie hebben.

 

Artikel 2.10

In dit artikel is de duur van de verblijfsontzegging geregeld. Duidelijk is dat na constatering van het tweede strafbare feit, gepleegd binnen de periode van zes maanden, een verblijfsontzegging wordt opgelegd. Tevens geeft dit artikel aan dat de duur van de verblijfsontzegging samenhangt met het tweede strafbare feit. Dus als een persoon voor de eerste maal een overtreding begaat zoals bijvoorbeeld hinderlijk drankgebruik en voor de tweede maal een overtreding begaat zoals bedreiging, dan geldt de duur van de verblijfsontzegging die verbonden is aan het tweede geconstateerde feit. In voornoemd voorbeeld is dat bedreiging, dus een verblijfsontzegging voor de duur van 4 weken.

 

Tot slot is geregeld dat in geval een persoon een verblijfsontzegging opgelegd heeft gekregen en deze persoon begaat binnen 6 maanden na de ontzegging opnieuw een strafbaar feit, zoals opgenomen in artikel 2.9, dan volgt in verband met recidive wederom en direct een verblijfsontzegging.