Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR630884
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR630884/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent nautisch beheer (Nadere regels Nautisch beheer Flevoland)
Geldend van 17-12-2019 t/m 31-12-2023
Intitulé
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent nautisch beheer (Nadere regels Nautisch beheer Flevoland)Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 136 van de Provinciewet dat zij op 3 december 2019 onder nummer 2465906 hebben besloten de nadere regels Nautisch beheer Flevoland vast te stellen.
Dit besluit treedt in werking op 17 december 2019 en luidt als volgt;
NADERE REGELS NAUTISCH BEHEER FLEVOLAND
Gedeputeerde Staten van Flevoland
Overwegende dat met het besluit van 3 december 2019 de nadere regels nautisch beheer Flevoland zijn vastgesteld.
Overwegende dat het doel van deze nadere regels om de voorwaarden voor het gebruik van de provinciale vaarten en objecten in één kader nader vast te stellen.
Gelet op artikel 4.81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht
BESLUITEN:
Vast te stellen de nadere regels (en bijlage)
NAUTISCH BEHEER FLEVOLAND
Samenvatting:
Het nautisch beheer richt zich op de zorg voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer. De provincie Flevoland is nautisch beheerder van ongeveer 169 kilometer vaarweg. Het betreft de vaarwegen die voor de beroepsvaart van belang zijn. Daarnaast voert de provincie nautische taken uit op enkele recreatieve vaarwegen die niet in eigendom van de provincie zijn. In de vaarwegen liggen ook diverse bruggen en sluizen. Het provinciale vaarwegennet met haar oevers wordt gebruikt door de beroepsvaart en de recreatievaart (zeil- en motorboten, kano’s en roeiboten). Daarnaast is er recreatief medegebruik van de oevers (vissen) en particulier gebruik van de oevers (aanwonenden).
De provincie is als nautisch beheerder verantwoordelijk voor een goede regulering van het gebruik van haar vaarwegen en objecten. Deze verantwoordelijkheid omvat onder andere:
- -
het aangeven van maximale afmetingen voor het passeren van de objecten en bedieningstijden;
- -
het aangeven welke regels er zijn over het gebruik van de vaarwegen;
- -
het plaatsen van borden;
- -
het reguleren van het gebruik van de vaarwegen en de oevers door middel van het verlenen van ontheffingen.
Daarnaast speelt het toezicht op het gebruik van de vaarweg en indien nodig ook handhaving van de regels hierbij een rol.
Het doel van deze nadere regels is het eenduidig en in één document vastleggen van de aspecten met betrekking tot het nautisch beheer van de provincie Flevoland.
Het nautisch beheer moet niet worden verward met het vaarwegbeheer. Het vaarwegbeheer omvat alle maatregelen die nodig zijn om een vaarweg in stand te houden. Het nautisch beheer richt zich op de zorg voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer.
De voorliggende nadere regels nautisch beheer geeft een overzicht van het nautisch beleid zoals de provincie dit toepast op de vaarten, waar de provincie het nautisch beheer uitvoert. Tevens vormt het de basis voor het toezicht en de handhaving.
Inwerkingtreding:
Dit besluit treedt in werking op 17 december 2019
Citeertitel:
Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels nautisch beheer Flevoland
LEESWIJZER
De notitie is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 beschrijft het juridische en wettelijke kader van het vaarwegbeheer. Hoofdstuk 2 beschrijft de regels en geeft een toelichting op de regels op de provinciale vaarwegen. Hoofdstuk 3 beschrijft de regels en geeft een toelichting op de regels over de provinciale bruggen en sluizen. Hoofdstuk 4 bevat de regels met betrekking tot het gebruik van de oevers. Hoofdstuk 5 beschrijft het toepassingskader van het nautisch beleid en hoofdstuk 6 beschrijft het toezicht en de handhaving van het nautisch beheer op de provinciale vaarwegen.
Onderdeel |
Hoofdstuk |
Item |
Sub-item |
Kaders
|
H1 Juridisch en Beleidsmatig kader
|
Juridisch kader
|
|
Beleidsmatig kader
|
|||
Nadere regels
|
H2 Vaarwegen
|
Toegelaten afmetingen scheepvaart |
|
Vaarsnelheid |
|||
Tijdelijke maatregelen
|
bij extreem weer |
||
bij calamiteiten |
|||
bij aanleg- en onderhoudswerkzaamheden |
|||
bij evenementen |
|||
Specifieke maatregelen
|
verbod ankeren |
||
verbod Watersport zonder schip |
|||
verbod op varend ontgassen |
|||
H3 Objecten (bruggen en sluizen)
|
Toegelaten afmetingen scheepvaart |
schutlengten |
|
Bediening bruggen en sluizen
|
bedientijden |
||
afwijkingen bedientijden |
|||
algemene voorwaarden |
|||
Tijdelijke maatregelen
|
bij extreem weer |
||
bij calamiteiten |
|||
bij aanleg- en onderhoudswerkzaamheden |
|||
bij evenementen |
|||
Specifieke maatregelen
|
vervallen passerverbod kano’s |
||
gebruik wachtsteigers |
|||
H 4 Oevers
|
Recreatieve passantensteigers
|
provinciaal |
|
gemeentelijk |
|||
particulier |
|||
Afmeervoorzieningen beroepsvaart |
|||
Overige voorzieningen |
|||
Toepassing
|
H 5 Nautisch beheer
|
Uitvoeringstrategie Vaarwegen |
|
Typering beroepsvaart |
|||
Indeling CEMT-klasse en BRTN-klasse |
|||
Markering |
|||
Calamiteiten |
|||
Voorzieningen |
|||
H 6 Toezicht en Handhaving |
Toezicht |
||
Handhaving |
1 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE KADERS
1.1 Juridische kaders
Het doel van het nautisch beheer is in de eerste plaats een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer en het gebruik van de oevers. Om deze regels te borgen is een juridisch kader nodig. Dit kader is neergelegd in diverse landelijke wetten en regels. Als nautisch beheerder is de provincie gehouden om aan deze wetten te voldoen.
Gedeputeerde Staten heeft, mede op basis van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR), aanvullend enkele nadere regels opgesteld. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste wetgeving die op de provinciale vaarwegen van kracht zijn. De inhoudelijke tekst van deze wetten is na te lezen op www.wetten.overheid.nl.
Scheepvaartverkeerswet
De Scheepvaartverkeerswet (SVW) is een raamwet. In de SVW staan algemene regels voor het veilige en vlotte verloop van het scheepvaartverkeer. Deze regels zijn verder uitgewerkt in scheepvaartreglementen. De wet is van toepassing op het verkeer van alle type schepen en andere vaartuigen, inclusief de recreatievaart. De SVW regelt onder meer de veiligheid en de doorstroming van het scheepvaartverkeer, het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan onder andere oevers, dijken, bruggen en sluizen, het voorkomen of beperken van verontreiniging door scheepvaart. Verder vormt de wet ook de basis voor het aanbrengen van verkeerstekens en stelt regels voor de bevoegdheidstoedeling voor het nautisch beheer en de bevoegdheid tot toezicht en opsporing.
Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer
Voor het plaatsen van een verkeersteken moet op grond van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (BABS) een verkeersbesluit worden genomen. Het BABS stelt onder meer regels voor de totstandkoming van het verkeersbesluit, de bekendmaking en bezwaar en beroep.
Binnenvaart Politiereglement
Het Binnenvaart Politiereglement (BPR) bevat de verkeersregels over het gebruik van de binnenwateren. Er staan o.a. regels in over:
- -
uitvoeringsvereisten van boten (bijvoorbeeld plaatsingseisen radar en verplichte tekens);
- -
de verkeersregels op het water;
- -
toe te passen bebording;
- -
regels bij bijzondere transporten of evenementen;
- -
regels over het passeren van sluizen en bruggen;
- -
regels over bijzondere ligplaatsen;.
Het BPR is van kracht op alle binnenwateren in het Rijk dus ook alle provinciale wateren.
Binnenvaartwet, Binnenvaartbesluit en de regeling
Hierin worden eisen gesteld aan de bouw, de inrichting en de uitrusting van een (vracht)schip. Ook regelt de wet de eisen die aan de vakbekwaamheid van een schipper worden gesteld, bijvoorbeeld wanneer een groot vaarbewijs is vereist.
Wrakkenwet
De wrakkenwet regelt dat een vaarwegbeheerder voorwerpen zoals vaartuigen, overblijfselen van vaartuigen en alle andere voorwerpen die in openbare wateren zijn gezonken of aan de grond zijn geraakt kan verwijderen, zonder dat deze door belanghebbenden van het vaartuig aansprakelijk kan worden gesteld voor door die opruiming aan hen toegebrachte schade. Tevens mag de vaarwegbeheerder onder voorwaarden het geborgene verkopen, als vergoeding van de kosten van de berging.
Waterwet
De Waterwet regelt onder meer de toedeling van het vaarwegbeheer door provincies. In het kader van deze wet hebben provincies rond de invoering ervan in 2009 een traject doorlopen, waarbij ze hebben vastgesteld welke wateren vaarwegen zijn en wie de beheerder van dat vaarwater is. Dit als gevolg van een omissie van de wet, waarin de mogelijkheid dat ook provincies vaarwegbeheerder zijn onvoldoende was opgenomen.
Wet Basisnet Water
Sinds 1 april 2015 is het Basisnet water in werking getreden. Hierin zijn risicoplafonds voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water vastgesteld. Het beleid is er opgericht om voldoende afstand te houden naar risicobronnen en kwetsbare objecten. Het basisnet ligt in Flevoland op het Markermeer, IJsselmeer en Ketelmeer, dus buiten de provinciale vaarten. Voor bedrijven langs de provinciale vaarroutes zijn de gemeente in eerste instantie verantwoordelijk om er op toe te zien dat er geen situaties ontstaan die vanuit externe veiligheidsrisico’s onwenselijk zijn. Er is geen specifiek provinciaal beleid hierover.
Omgevingsverordening Flevoland
In de omgevingsverordening Flevoland staat in artikel 6.4 dat de provincie Flevoland is belast met het vaarwegbeheer van een aantal nadere genoemde provinciale wateren
(zie bijlage 1). Hoofdstuk 15 stelt regels ter instandhouding van de bij de provincie Flevoland in beheer zijnde vaarwegen en ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik van die vaarwegen (art. 15.1). De basis is dat het is verboden gebruik te maken van een openbare weg of vaarweg, anders dan waartoe deze is bestemd (art. 15.3). Het college van gedeputeerde Staten (GS) zijn bevoegd om ontheffingen te verlenen en nadere regels op te stellen indien de belangen bedoeld in artikel 15.1 zich daar niet tegen verzetten.
In dit kader zijn er nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen opgesteld.
Het doel van de nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen is om vast te leggen of en zo ja waar de oevers van de provinciale vaarten gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld schepen af te meren. Daarbij gaat het om drie aspecten:
- 1)
het aangeven van de locaties die niet zijn bestemd en bedoeld als ligplaats en het handhaven in situaties als wordt afgeweken van de geformuleerde bepalingen;
- 2)
het aangeven van locaties waar onder voorwaarden bestaande voorzieningen gebruikt kunnen blijven worden voor het afmeren van schepen en waar zo nodig nieuwe voorzieningen kunnen worden aangelegd om de doorgaande scheepvaart te faciliteren.
- 3)
het aan de bewoners toestaan om de beheerstrook die grenst aan hun achtertuin in medegebruik te nemen.
Keur Waterschap Zuiderzeeland
De Keur van het waterschap Zuiderzeeland is een wettelijke regeling die o.a. van toepassing is op de schouw, veranderingen in het watersysteem, het aanleggen van duikers, dammen of werkzaamheden bij de dijken. Hierdoor heeft deze ook invloed op de provinciale sluizen en vaarwegen. De provinciale vaarwegen spelen een grote rol in het waterkwantiteitsbeheer van Flevoland. Voor het waterkwantiteitsbeheer heeft het waterschap middels de legger de vereiste profielen van de watergangen vastgelegd.
Diverse besluiten provincie Flevoland
De provincie heeft als vaarwegbeheerder in de loop der jaren diverse besluiten genomen over het gebruik van de vaarwegen. In deze notitie zijn alle besluiten over het gebruik van de vaarwegen bij elkaar gebracht, zodat er één overzicht wordt geboden van de regels en voorwaarden van het gebruik van de provinciale vaarten en bruggen en sluizen.
1.2 Beleidsmatige kaders
Naast de juridische kaders zijn er ook beleidsmatige kaders die invloed hebben op het nautisch beheer.
Mobiliteitsvisie 2016
De mobiliteitsvisie geeft een doorkijk naar de ontwikkeling van de mobiliteit met als horizon 2030. Ten aanzien van de vaarwegen is beschreven dat:
- -
De provinciale vaarwegen weinig worden gebruikt voor het vervoer van goederen, met uitzondering van een aantal trajecten naar natte bedrijventerreinen.
- -
De vaarwegen in Flevoland in toenemende mate worden gebruikt door de recreatietoervaart.
Als hoofddoel voor de vaarwegen is gedefinieerd het ontwikkelen van aantrekkelijke vaarwegen die bijdragen aan recreatieve ontwikkelingen in Flevoland.
Als uitwerking op de mobiliteitsvisie is een programma mobiliteit en ruimte gemaakt waarin de volgende doelstellingen voor de vaarwegen zijn opgenomen:
- -
Onze vaarwegen zien er aantrekkelijk uit en passen in de omgeving;
- -
Het vaarwegnetwerk beter verbinden met andere netwerken/modaliteiten en voorzieningen;
- -
Goede betrouwbaarheid en bevaarbaarheid van het provinciale vaarwegnet.
De nota nautisch beleid voorziet in een behoefte om de regels over het gebruik van de provinciale vaarwegen zoveel mogelijk in één nota te verzamelen en hiermee een duidelijk kader te stellen voor het gebruik van de provinciale vaarwegen, passend binnen de huidige kaders en indien nodig in de toekomst aan te passen indien de uitwerking van het programma hiertoe aanleiding toe geeft.
Richtlijnen Vaarwegen 2017 (RVW 2017)
Een landelijk kader voor de inrichting van bruggen, sluizen en vaarwegen zijn de Richtlijnen Vaarwegen 2017. Deze Richtlijnen zijn uitgegeven door Rijkswaterstaat en gelden als richtlijn voor de uitgangspunten die aan (nieuwe) bruggen, sluizen en vaarwegen worden gesteld. Doel van de richtlijnen zijn een kader te bieden voor uniforme en veilige voorwaarden voor de vaarwegen.
Beleidsafspraken Nautisch beheer
De provincie voert naast het nautische beheer op haar watergangen in eigendom, ook nautisch beheer op de volgende trajecten (zie bijlage 1):
Hoge Dwarsvaart (4,2 km)
De Hoge Dwarsvaart is de verbinding tussen de provinciale sluis De Blauwe Dromer en de Hoge Vaart. Deze vaart is in beheer en eigendom van het Waterschap. De behoefte aan nautisch beheer is ontstaan nadat de provincie met de aanleg van de sluis de Blauwe Dromer een vaarverbinding heeft gecreëerd tussen de Hoge Vaart en het Veluwemeer.
Larservaart (10,3 km)
De Larservaart is de verbinding tussen de Hoge en Lage Vaart. Deze vaart is in beheer en eigendom van het Waterschap. De behoefte aan nautisch beheer is ontstaan nadat de provincie met de aanleg van de Larsersluis een recreatieve vaarverbinding heeft gecreëerd tussen de Hoge en de Lage Vaart.
Blauwe Diamant (3,5 km gerealiseerd, 2,8 km nog aan te leggen)
De Blauwe Diamant bestaat uit twee recreatieve vaarverbindingen tussen de Hoge Vaart en het Wolderwijd. Van deze verbinding is de sluis bij Zeewolde en een vaart nog in aanleg. Voor de vaarverbinding Hoge Vaart – Blauwe Diamant (tot aan het viaduct met de Spiekweg) is in 2007 door GS besloten dat de provincie het nautisch beheer uitvoert, zijnde:
- •
Het inspecteren van de route op bevaarbaarheid voor de recreatievaart;
- •
Het nemen van de benodigde verkeersbesluiten in het kader van de Scheepvaart- verkeerswet en/of het Binnenvaartpolitiereglement.
Deze vaart is in beheer en eigendom van het Waterschap.
Een volgende stap in het nautisch beheer is de afstemming met de eigenaren van andere vaarwateren om te komen tot duidelijkere en uniforme regels voor de vaarweggebruiker op de Flevolandse wateren.
2 NADERE REGELS NAUTISCH BEHEER PROVINCIALE VAARWEGEN
2.1 Besluit nadere regels provinciale vaarwegen
Artikel 1 Toepasselijkheid Dit besluit is van toepassing op alle provinciale vaarwegen, zoals opgenomen in tabel 2.1. Artikel 2 Vaarverbod wegens te grote afmetingen of diepgang
Artikel 3 Vaarverbod wegens het overschrijden van de maximum snelheid
Artikel 4 Tijdelijke maatregelen
Artikel 5 Specifieke maatregelen
Artikel 6 Strafbepaling
Artikel 7 Aanwijzing ambtenaren Het college van gedeputeerde staten wijst de ambtenaren aan die belast zijn met het toezicht en de handhaving op de naleving van hetgeen bij of krachtens dit besluit is bepaald. Artikel 8 Inwerkingtreding Het college van Gedeputeerde Staten heeft bepaald dat de datum van inwerkingtreding van dit besluit is op 17 december 2019. |
2.2 Toelichting op de nadere regels provinciale vaarwegen
2.2.1 Toelichting op artikel 1 Toepasselijkheid
De provincie is eigenaar van acht provinciale vaarwegen met in totaal 168,8 kilometer lengte (zie bijlage 1). Een overzicht van deze vaarwegen met kenmerken staat in tabel 2.1. De nadere regels provinciale vaarwegen hebben betrekking op deze vaarwegen. In bijlage 2 is een kaart met toegestane maten voor de scheepvaart per vaart opgenomen.
Vaarweg |
Lengte waterlichaam |
Breedte waterlichaam |
Maximale doorvaarthoogte (1 |
|
1. |
Hoge Vaart |
61.500 m |
29-46 m |
5,40 m (2 |
2. |
Lage Vaart |
45.750 m |
29-42 m |
6,50 m |
3. |
Lage Dwarsvaart |
5.400 m |
29 m |
6,50 m |
4. |
Oostervaart |
4.350 m |
29 m |
6,50 m |
5. |
Urkervaart |
15.530 m |
12-32 m |
6,50 m |
6. |
Zwolse Vaart |
13.050 m |
12-20 m |
6,50 m |
7. |
Lemstervaart |
12.750 m |
14-32 m |
6,50 m |
8. |
Vollenhoverkanaal (3 |
10.500 m |
50 m |
- |
|
Tabel 2.1 Overzicht provinciale vaarwegen
2.2.2 Toelichting op artikel 2 Vaarverbod wegens te grote afmetingen of diepgang
De maximale afmetingen van de schepen op de provinciale vaarten gelijk aan de maximaal toegelaten afmetingen van de sluizen. Alleen via de provinciale sluizen kunnen de provinciale vaarten bereikt worden. Uitzondering hierop is het Vollenhoverkanaal, hiervoor wordt als enige een nieuwe maximale scheepsafmeting voorgesteld.
In bijlage 2 is een kaart met toegestane maten voor de scheepvaart per vaart opgenomen.
Vaarweg |
Maximale afmetingen schip |
|||
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
||
1. |
Hoge Vaart |
63,00 m |
8,20 m |
2,40 m |
2a. |
Lage Vaart 0.0 - 1.6 (1 |
63,00 m |
8,20 m |
2,50 m |
2b. |
Lage Vaart 1.6 - 45.3 |
63,00 m |
8,20 m |
2,40 m |
2c. |
Lage Vaart 45.3 - 45.6 (2 |
63,00 m |
7,20 m |
2,40 m |
3. |
Lage Dwarsvaart |
63,00 m |
8,20 m |
2,40 m |
4. |
Oostervaart |
63,00 m |
8,20 m |
2,40 m |
5. |
Urkervaart |
49,50 m |
6,70 m |
2,40 m |
6. |
Zwolse Vaart |
49,50 m |
6,70 m |
2,40 m |
7. |
Lemstervaart |
49,50 m |
6,70 m |
2,40 m |
8a. |
Vollenhoverkanaal (3 |
85,00 m (4 |
10,40 m (5 |
2,50 m |
8b. |
Vollenhoverkanaal |
55,00 m (4 |
6,70 m |
1,90 m (6 |
|
Tabel 2.2 Maximale afmetingen scheepvaart per vaart.
2.2.2.1 Ontheffing voor het afwijken van de maximaal toelaatbare afmetingen
- -
Het college van GS kan een ontheffing verlenen voor het afwijken van de maximaal toelaatbare afmetingen op de vaarwegen. Het gaat hierbij over een incidenteel bijzonder transport over de provinciale vaarten. Aan een ontheffing worden specifieke voorwaarden gesteld, die per ontheffing kunnen verschillen. De procedure staat beschreven in bijlage 3.
- -
Een ontheffing dient minimaal 8 weken voor een gewenste vaart te worden aangevraagd;
2.2.3 Toelichting op artikel 3 Vaarverbod wegens overschrijden maximale snelheid
Volgens artikel 6.20 van het BPR moet een schip zijn snelheid zodanig regelen, dat hinderlijke waterbeweging waardoor schade aan een varend of een stilliggend schip of drijvend voorwerp of aan een werk (of oevers) zou kunnen worden veroorzaakt wordt vermeden. Daarnaast bepaalt artikel 8.06 BPR, dat een snel varend schip niet sneller mag varen dan 20 km per uur. Het college van GS heeft echter besloten om de maximale vaarsnelheid van 20 km/u uit het BPR (artikel 8.06) te verlagen naar 12 km per uur. Het college van GS kan ook trajecten benoemen waar een andere vaarsnelheid toegestaan is. Op dit moment zijn die nog niet toegewezen. Een overzicht van de maximum snelheden staat aangegeven in tabel 2.4 en op de kaart in bijlage 4 .
De toegelaten vaarsnelheden voor schepen zijn:
|
Tabel 2.4 Toegestane maximumsnelheden
2.2.3.1 Ontheffing voor het afwijken van de maximaal toelaatbare snelheid
Het college van GS kan een ontheffing verlenen voor het afwijken van de maximaal toelaatbare snelheid. Aan een ontheffing worden specifieke voorwaarden gesteld, die per ontheffing kunnen verschillen. De ontheffingsmogelijkheid is met name bedoeld voor handhavings- en hulpdiensten.
De procedure staat beschreven in bijlage 3.
2.2.4 Toelichting op Artikel 4 Tijdelijke maatregelen
Het college van GS kan in geval van bijzondere omstandigheden de doorvaart tijdelijk beperken of nader regelen.
2.2.4.1 Tijdelijke maatregelen ten aanzien van stremmingen door extreem weer e.d.
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een (tijdelijk) vaarverbod bij de extreme weersomstandigheden. Hierbij kan gedacht worden aan bijv. ijsvorming:
Stremming door ijsvorming
|
Een stremming door ijsvorming wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt middels een melding aan de Waterkamer van RWS. De Waterkamer plaatst alle meldingen op de site http://vaarweginformatie.nl en verstuurt alle meldingen naar geregistreerde gebruikers.
De ontwikkeling van de ijsgroei wordt periodiek doorgegeven aan RWS, waarbij op http://vaarweginformatie.nl de actuele ijsinformatie wordt weergegeven. De procedure staat in bijlage 5 uitgewerkt.
2.2.4.2 Stremmingen bij calamiteiten
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een vaarverbod bij calamiteiten. Bij een ernstige calamiteit kan het nodig zijn om een vaarverbod op het desbetreffende vaarwegdeel uit te vaardigen. Dit vaarverbod zal duren zolang als dit voor het afhandelen van de calamiteit, eventueel nader onderzoek en/of het repareren van schade nodig is.
Stremming door calamiteiten
|
2.2.4.3. Stremmingen bij aanleg- en onderhoudswerkzaamheden
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent stremmingen bij werkzaamheden in haar vaarwegen. In het kader van aanleg- en onderhoudswerkzaamheden kan een gedeelte van een vaarweg worden gestremd. De meeste onderhoudswerkzaamheden kunnen zonder stremmingen worden uitgevoerd, maar in het geval van bijzondere werkzaamheden waarbij de scheepvaart niet meer mogelijk is, kan er een scheepvaartverbod worden afgekondigd voor een bepaalde periode.
Stremmingen bij aanleg- en onderhoudswerkzaamheden
|
|||
Duur van de stremming |
Aanmelding bij de vaarwegbeheerder |
Publicatie voor de scheepvaart (minimaal) |
|
Geen hinder |
1 week voor uitvoering |
geen bericht |
|
Maximaal 2 uur |
2 weken voor uitvoering |
1 week voor uitvoering |
|
Maximaal 2 dagen |
6 weken voor uitvoering |
4 weken voor uitvoering |
|
Maximaal 7 dagen |
8 weken voor uitvoering |
6 weken voor uitvoering |
|
Maximaal 4 weken |
26 weken voor uitvoering |
13 weken voor uitvoering |
|
Meer dan 4 weken |
52 weken voor uitvoering |
39 weken voor uitvoering |
|
|
2.2.4.4 Stremmingen bij evenementen
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent tijdelijke afsluitingen of gebruik van de vaarwegen ten behoeve van evenementen. Voor het houden van een evenement op of langs het water dient, 8 weken voor het evenement, een ontheffing te worden aangevraagd, waarin specifieke voorwaarden kunnen worden gesteld. Uitgangspunt is dat de provincie geen werkzaamheden uitvoert of voorzieningen treft ten behoeve van het evenement.
Stremmingen bij evenementen Het stremmen van de vaarweg voor een evenement kan slechts op zeer beperkte schaal plaatsvinden indien: Categorie 1 evenement:
Categorie 2 evenement:
Categorie 3 evenement:
Een stremming voor een evenement wordt door de provincie van te voren bekend gemaakt middels een melding aan de Waterkamer. De Waterkamer plaatst alle meldingen op de site http://vaarweginformatie.nl en verstuurt alle meldingen naar geregistreerde gebruikers. Voor een publicatie gelden de volgende termijnen:
|
2.2.5 Toelichting op Artikel 5 Specifieke maatregelen
Het college van GS kan op basis van artikel 15.13 van de Omgevingsverordening Flevoland nadere regels stellen, indien de belangen bedoeld in artikel 15.1 van de Omgevingsverordening Flevoland zich daar niet tegen verzetten. Artikel 15.1 stelt dat regels ten doel moeten hebben ‘de instandhouding van de bij de provincie Flevoland in beheer zijnde wegen en vaarwegen en ‘ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik van die openbare wegen en vaarwegen moeten zijn’.
Daarnaast biedt het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) mogelijkheden om als bevoegd gezag van een vaarweg specifieke maatregelen te treffen.
Het college van GS heeft de volgende specifieke maatregelen vastgesteld:
2.2.5.1 Ankeren
Het is niet gewenst dat schepen kunnen ankeren in de provinciale vaarten, omdat dit gevaarlijke situaties kan opleveren en het gewenst is dat er dan direct kan worden opgetreden. Derhalve is dit verboden.
|
2.2.5.1.1 Ontheffing voor het af te mogen wijken van het ankerverbod
Het college van GS heeft de afdeling infrastructuur gemachtigd om middels een werkopdracht (eigen werkzaamheden) of een ontheffing voor een werk (uitvoering werken derden) een tijdelijke ontheffing van dit verbod op te nemen in de voorwaarden van de ontheffing, indien het ankeren voor de uitvoering van de werkzaamheden nodig is. Hieraan zullen voorwaarden worden verbonden ten aanzien van veiligheid en het voorkomen van schade. Aan een ontheffing worden specifieke voorwaarden gesteld, die per ontheffing kunnen verschillen. De procedure staat beschreven in bijlage 3.
2.2.5.2 Watersport zonder schip
Conform het Binnenvaartpolitiereglement (artikel 8.08 BPR) is het zwemmen, watersport zonder gebruik te maken van een schip en onderwatersport verboden:
a. op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid van een brug, een sluis of een stuw;
b. in gedeelten van de vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart;
c. in routes van veerponten;
d. in havens en nabij de ingangen daarvan;
e. in de nabijheid van meergelegenheden;
f. in gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën;
g. in de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden.
Conform artikel 8.08 sub g BPR kan het college van GS aanvullende locaties aanwijzen waar zwemmen c.q. watersport zonder gebruik te maken van een schip en onderwatersport verboden is. Rondom bruggen en sluizen is een vaste afstand gewenst de gevaarzetting van het zwemmen e.d. vanaf of rondom een brug of sluizen te voorkomen. Daarnaast maakt de Oostervaart deel uit van de relatief intensief gebruikte vaarroute voor de beroepsvaart Noordersluis-Industrieterrein Oostervaart. De Oostervaart is in deze vaarroute het smalste gedeelte, waarbij het vanuit veiligheidsoogpunt niet gewenst is dat er wordt gezwommen of watersport zonder schip wordt beoefend.
Het college van GS stelt in het kader van dit artikel vast dat:
|
2.2.5.3 Verbod op varend ontgassen
Provinciale staten hebben op 18 april 2018 middels de 6e wijziging van de verordening voor de fysieke leefomgeving besloten op een verbod op het zgn. varend ontgassen.
Hoofdstuk 11 Ontgassen binnenvaart Artikel 11.4 Verbodsbepaling
Artikel 11.5 Vrijstelling
Artikel 11.6 Minimumconcentratie restladingsdampen
Artikel 11.7 Voorafgaande belading Het verbod, bedoeld in artikel 11.4, eerste lid, is niet van toepassing indien kan worden aangetoond dat de drie voorafgaande ladingen in de desbetreffende ladingtank niet bestonden uit stoffen als genoemd in artikel 11.4, eerste lid, of aangewezen krachtens het tweede lid van dat artikel, dan wel indien kan worden aangetoond dat de desbetreffende ladingtank bij de voorafgaande belading voor meer dan 95% gevuld was met een andere stof dan vermeld in artikel 116, eerste lid, of aangewezen krachtens het tweede lid van dat artikel. Artikel 11.4 Veiligheidsredenen Het verbod, bedoeld in artikel 11.4, eerste lid, is niet van toepassing, wanneer het ontgassen plaatsvindt:
Artikel 11.9 Ontheffing Gedeputeerde Staten kunnen met inachtneming van artikel 11.5 ontheffing verlenen van het verbod gesteld in artikel 11.4, eerste lid. Artikel 11.10 Nadere regels Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de in dit hoofdstuk geregelde onderwerpen. |
3 NADERE REGELS NAUTISCH BEHEER PROVINCIALE BRUGGEN EN SLUIZEN
3.1 Besluit nadere regels provinciale bruggen en sluizen
Artikel 1 Toepasselijkheid Dit besluit is van toepassing op alle provinciale bruggen en sluizen, zoals opgenomen in tabel 3.1 en 3.2. Artikel 2 Vaarverbod wegens te grote afmetingen of diepgang
Artikel 3 Bediening van bruggen en sluizen voor de scheepvaart
Artikel 4 Tijdelijke maatregelen Het college van Gedeputeerde Staten kan in geval van bijzondere omstandigheden het schutten of de doorvaart tijdelijk beperken of nader regelen. Artikel 5 Specifieke maatregelen Het college van Gedeputeerde Staten kan op basis van de Omgevingsverordening Flevoland op basis van artikel 15.13 nadere regels stellen, indien de belangen bedoeld in artikel 15.1 zich daar niet tegen verzetten. Artikel 15.1 stelt dat regels ten doel moeten hebben ‘de instandhouding van de bij de provincie Flevoland in beheer zijnde wegen en vaarwegen en ‘ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik van die openbare wegen en vaarwegen moeten zijn’. Daarnaast kan het college van GS op basis van het Binnenvaartpolitiereglement als bevoegd gezag nadere regels stellen. Artikel 6 Strafbepaling
Artikel 7 Aanwijzing ambtenaren Het college van gedeputeerde staten wijst de ambtenaren aan die belast zijn met het toezicht en de handhaving op de naleving van hetgeen bij of krachtens dit besluit is bepaald. Artikel 8 Inwerkingtreding Het college van Gedeputeerde Staten heeft bepaald dat de datum van inwerkingtreding van dit besluit is op 17 december 2019. |
3.2Toelichting op de nadere regels provinciale bruggen en sluizen
3.2.1 Toelichting op artikel 1 Toepasselijkheid
De provincie is eigenaar van 14 beweegbare objecten in de provinciale vaarten. Een overzicht van deze objecten staat in tabel 3.1. De nadere regels provinciale bruggen en sluizen hebben betrekking op deze objecten. Daarnaast bedient de provincie een aantal objecten voor andere overheden. Deze staan vermeld in tabel 3.2. De nadere regels provinciale bruggen en sluizen hebben ook betrekking op deze objecten.
Niet alle bruggen in de provinciale vaarwegen worden bediend door de provincie. De bruggen die worden bediend door de gemeenten vallen niet onder de voorwaarden zoals beschreven in deze notitie. Per gemeente kunnen de voorwaarden en regels verschillen. In tabel 3.3 staat een overzicht van deze bruggen.
Noordoostpolder |
Voorziening |
Bouwjaar |
Verval |
|
1. |
Urkersluis |
Sluis en brug |
1940 |
6,00 meter |
2. |
Friese Sluis |
Sluis en brug |
1940 |
6,00 meter |
3. |
Voorsterlsuis |
Sluis en brug |
1940 |
4,50 meter |
4. |
Marknessersluis |
Sluis en brug |
1945 |
1,50 meter |
5. |
Vollenhoverbrug |
Brug |
2012 |
- |
6. |
Tollenbekerbrug |
Brug |
1956 |
- |
Oostelijk Flevoland |
||||
7. |
Kampersluis |
Sluis en brug |
1960 |
1,00 meter |
8. |
Ketelsluis |
Sluis en brug |
1956 |
5,20 meter |
9. |
Larsersluis |
Sluis |
1995 |
1,00 meter |
10. |
Sluis Blauwe Dromer |
Sluis |
2002 |
5,20 meter |
11. |
Elburgerbrug |
Brug |
1956 |
- |
12. |
Noordersluis |
Sluis en Brug |
1956 |
6,20 meter |
Zuidelijk Flevoland |
||||
13. |
Zuidersluis |
Sluis en brug |
1965 |
5,20 meter |
14. |
Vaartsluis |
Sluis en fietsbrug |
1970 |
1,00 meter |
Tabel 3.1 Objecten in provinciaal beheer en eigendom
15. |
Gemeente Urk |
Brug |
Arie de Witbrug |
16. |
Gemeente Urk |
Fietsbrug |
Zwolsebrug |
Tabel 3.2 Gemeentelijk object door de provincie bediend
Gemeente Noordoostpolder |
Brug |
Nagelerbrug |
(Urkervaart x Nagelerweg) |
Gemeente Noordoostpolder |
Fietsbrug |
De Overstap |
(Urkervaart) |
Gemeente Noordoostpolder |
Brug |
Marknesserbrug |
(Lemstervaart x Marknesserweg) |
Gemeente Noordoostpolder |
Brug |
Kamperbrug |
(Zwolse Vaart x Kamperweg) |
Gemeente Noordoostpolder |
Brug |
Kadoelerbrug |
(Vollenhoverkan. x Kadoelerweg) |
Gemeente Dronten |
Fietsbrug |
De Knip |
(Lage Vaart) |
Tabel 3.3 Gemeentelijke beweegbare bruggen niet in provinciaal beheer
3.2.2 Toelichting op Artikel 2 Vaarverbod wegens te grote afmetingen of diepgang
Per object zijn de maximale afmetingen van een te passeren schip vastgelegd. In tabel 3.4 staan de maten per object vermeld. Indien een schip niet voldoet aan de in tabel 3.4 gestelde afmetingen mag het niet de sluis of brug passeren, tenzij er sprake is van een ontheffing.
Locatie
|
Maximale toegestane lengte schip
|
Brug open bij scheeps-lengte (1 |
Breedte
|
Doorvaarthoogte hoogte |
Toegestane diepgang |
|
Gesloten brug |
Open brug |
|
||||
Vaargebied Noordoostpolder |
||||||
Urkersluis (sluis/brug)
|
47,00 m 49,50 m |
>37,30 m >37,30 m |
6,70 m |
6,20 m |
6,20 m |
2,40 m |
Friese Sluis (sluis/brug)
|
38,30 m 46,80 m |
X >38,30 m |
6,70 m |
6,50 m |
Geen beperking |
2,40 m |
Voorstersluis(sluis/brug)
|
39,00 m 47,30 m |
X >38,70 m |
6,70 m |
5,50 m |
11,20 m |
2,40 m |
Marknessersluis (sluis/brug)
|
48,00 m |
>38,00 m |
6,70 m |
2,40 m |
Geen Beperking
|
2,40 m |
Vollenhoverbrug (brug)
|
- |
- |
11,00 m |
3,10 m |
Geen Beperking
|
2,50 m |
Tollebekerbrug (brug)
|
- |
-
|
7,30 m
|
2,40 m |
Geen Beperking
|
2,40 m |
Arie de Witbrug (brug) |
- |
- |
6,80 m |
2,40 m |
Geen Beperking |
2,40 m |
Zwolsebrug (fietsbrug) |
- |
- |
6,80 m |
2,40 m |
Geen Beperking |
2,40 m |
Noten:
|
||||||
Locatie
|
Maximale toegestane lengte schip
|
Brug open bij scheeps-lengte (1 |
Breedte
|
Doorvaarthoogte hoogte |
Toegestane diepgang
|
|
Gesloten brug |
Open brug |
|||||
Vaargebied Flevoland |
||||||
Ketelsluis (sluis en brug) - buiten>binnen - binnen>buiten
|
42,60 m 53,40 m |
X >42,60 m |
6,40 m |
5,60 m |
Geen Beperking
|
2,40 m |
Kampersluis (sluis en brug)
|
66,00 m |
- |
7,20 m |
2,70 m |
Geen Beperking |
2,40 m |
Larsersluis (sluis)
|
20,10 m |
- |
4,70 m |
3,00 m |
X |
1,40 m |
Sluis Blauwe Dromer (sluis)
|
19,50 m |
- |
4,70 m |
6,70 m |
X |
1,40 m |
Elburgerbrug (brug)
|
- |
- |
11,0 m |
5,50 m |
Geen Beperking
|
2,50 m
|
Noordersluis (sluis en brug)
|
63,00 m |
X |
8,20 m |
6,70 m |
Geen Beperking
|
2,40 m |
Zuidersluis (sluis en brug)
|
63,00 m |
X |
8,20 m |
6,20 m |
Geen Beperking
|
2,40 m (4
|
Vaartsluis (sluis)
|
63,00 m |
- |
8,20 m |
Geen brug |
Geen Brug
|
2,40 m (4
|
Noten:
|
Tabel 3.4 Maximale afmetingen scheepvaart per sluis of brug
Algemene voorwaarden:
- •
Het is de verantwoordelijkheid van de schipper om zich te houden aan de voorgeschreven afmetingen.
- •
Tijdens schutten dient het schip zich tussen de stopstrepen te bevinden. Indien het schip niet tussen de stopstrepen past wordt het niet geschut. Uitzondering hierop zijn:
- -
Bij het schutten met open brug: Indien het object met open brug mag worden geschut is het toegestaan om het schip tussen de extra stopstreep onder de (open) brug en de achterste stopstreep te positioneren.
- -
In de sluis in Urk is het onder nader genoemde voorwaarden toegestaan om voor schepen tussen 47,0 en 49,5 meter buiten de stopstrepen te positioneren.
- -
- •
Bij bruggen:
- -
Ingevolge artikel 6.26 BPR mag de bevoegde autoriteit, teneinde de veiligheid of de goede orde van de scheepvaart dan wel het zonder oponthoud doorvaren van de doorvaartopening van een beweegbare brug te verzekeren, wanneer een schip de brug nadert of de doorvaartopening daarvan doorvaart, aan de schipper een verkeersaanwijzing geven.
- -
- •
Bij sluizen
- -
Artikel 6.28 lid 15 BPR: de bevoegde autoriteit kan, teneinde de veiligheid of de goede orde van de scheepvaart, dan wel het zonder oponthoud doorvaren van de sluis en het doelmatig gebruik daarvan, te verzekeren, wanneer een schip zich in een sluis of op een wachtplaats daarvan bevindt, aan de schipper een verkeersaanwijzing geven. Daarbij kan dit artikel worden aangevuld, dan wel daarvan worden afgeweken. De schipper is verplicht aan deze verkeersaanwijzing gevolg te geven.
- -
3.2.2.1 Ontheffing voor het afwijken van de maximaal toelaatbare afmetingen.
Het college van GS kan een ontheffing verlenen voor het afwijken van de maximaal toelaatbare afmetingen. Aan een ontheffing worden specifieke voorwaarden gesteld, die per ontheffing kunnen verschillen.
In dit kader heeft het college van GS de volgende besluiten vastgesteld:
|
3.2.3 Toelichting op Artikel 3 Bediening van sluizen en bruggen voor de scheepvaart
Het college van GS heeft bedieningstijden van provinciale sluizen en bruggen vastgesteld. Deze staan vermeld in tabel 3.6.
Dag |
Van 1 april tot 31 oktober (zomerperiode) |
van 1 november tot 31 maart (winterperiode) |
Maandag t/m vrijdag |
6:00 – 22:00 uur |
6:00 - 22:00 uur |
Zaterdag |
7:00 - 22:00 uur |
7:00 - 12:00 uur |
Zondag en feestdagen (1 |
9:00 - 22:00 uur |
Geen bediening |
Als feestdagen zijn gedefinieerd: Nieuwjaarsdag (1 jan), 1e en 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 1e en 2e Pinksterdag, Koningsdag (27 apr), 1e en 2e Kerstdag. |
Tabel 3.6 Bedientijden Bruggen en Sluizen
3.2.3.1 Vastgestelde afwijkingen op bedientijden bruggen en sluizen
Het college van GS kan in geval van bijzondere omstandigheden het schutten of de doorvaart op bepaalde tijdstippen beperken of nader regelen. Vastgestelde uitzonderingen op de bedientijden staan in tabel 3.7.
Vastgestelde afwijkingen op bedientijden bruggen en sluizen 1. Arie de Witbrug (Urkervaart) De Arie de Witbrug op Urk is dicht voor de scheepvaart op werkdagen tussen 12.45 en 13.15 uur en tussen 13:45 en 14:15 uur in verband met het woon-werkverkeer tussen de middag op Urk. 2. Brug in de Urkersluis (Urkervaart) De brug in de Urkersluis op Urk is dicht voor de scheepvaart op werkdagen tussen 12.45 en 13.15 uur en tussen 13:45 en 14:15 uur in verband met het woon-werkverkeer tussen de middag op Urk. De sluis wordt wel bediend, mits de brug niet open hoeft. 3. De brug van de Marknessersluis De brug van de Marknessersluis in Marknesse is dicht voor de scheepvaart op werkdagen tussen 11:45 en 12:15 uur en tussen 12:45 en 13:15 uur, met uitzondering van de schoolvakanties in het basisonderwijs (www.schoolvakanties.nl) in verband met de schoolgaande jeugd. 4. Vollenhoverbrug De Vollenhoverbrug gaat op werkdagen tussen 16:00 en 18:00 uur twee keer open (om 16.30 en 17.30 uur) voor de beroepsscheepvaart in verband met de verkeersdrukte op de Vollenhoverweg. Indien de brug opent mag recreatief verkeer meevaren. 5. Noordersluis (brug) De brug van de Noordersluis gaat op werkdagen tussen 16:00 en 18:00 uur twee keer open (om 16.30 en 17.30 uur) voor de beroepsscheepvaart in verband met de verkeersdrukte op de Oostvaarderdijk. Indien de brug opent mag recreatief verkeer meevaren. 6. Elburgerbrug (1) De Elburgerbrug gaat op werkdagen tussen 16:00 en 18:00 uur twee keer open (om 16.30 en 17.30 uur) voor de beroepsscheepvaart in verband met de verkeersdrukte op de Elburgerweg. Indien de brug opent mag recreatief verkeer meevaren. 7. Elburgerbrug (2) Voor de Elburgerbrug geldt ook een beperkte bediening van de brug voor de scheepvaart bij grote evenementen, waarbij de doorstroomcapaciteit van de weg noodzakelijk is (bijv. een evenement zoals Lowlands). Het gaat hier dan om een beperking van de bediening om de brug zo te bedienen dat de piek van het wegverkeer goed kan doorstromen. De provincie zal dit conform de termijnen in paragraaf 2.2.4.3 bekend maken. 8.Kerstavond en oudejaarssluiting Op 24 december en 31 december worden alle objecten op werkdagen tot 18.00 uur bediend in plaats van 22.00 uur. Als deze dagen op een zaterdag vallen wordt er normaal tot 12.00 uur bediend. Op zondag vindt er geen bediening plaats. |
Tabel 3.7 Vastgestelde uitzonderingen op de bedientijden Bruggen en Sluizen
3.2.3.2 Vaststelling afwijkingen op bedientijden bruggen en sluizen
3.2.3.2.1 Ontheffing voor het schutten buiten de bedientijden.
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent het incidenteel schutten buiten de reguliere bedieningstijden in geval van een bijzondere noodzaak. Om een ontheffing te kunnen krijgen moet een verzoek hiertoe worden gericht aan de provincie Flevoland.
1. De provincie toetst of een ontheffing mogelijk is en onder welke voorwaarden;
2. Eventuele meerkosten van de schutting zijn voor kosten van de aanvrager;
3. Een ontheffing dient minimaal 8 weken voor een passage te worden aangevraagd.
3.2.3.2.2 Ontheffing voor het schutten met extra capaciteit
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent het inzetten van extra capaciteit om op een specifieke locatie continu bediening te garanderen bijvoorbeeld de doorvaart bij een bijzonder evenement te garanderen. Om een schriftelijke ontheffing te kunnen krijgen moet een verzoek hiertoe worden gericht aan de provincie Flevoland.
1. De provincie toetst of een ontheffing mogelijk is en onder welke voorwaarden;
2. Eventuele meerkosten van de schutting zijn voor kosten van de aanvrager;
3. Een ontheffing dient minimaal 8weken voor een passage te worden aangevraagd.
Algemene voorwaarden passeren bruggen en sluizen Het is niet toegestaan om zich op een sluiscomplex te bevinden tenzij:
Deze informatie wordt verwerkt in het landelijke IVS systeem van Rijkswaterstaat. Algemene informatie over het bedienen van bruggen en sluizen
|
3.2.4 Toelichting op Artikel 4 Tijdelijke maatregelen
Het college van GS kan in geval van bijzondere omstandigheden het schutten of de doorvaart tijdelijk beperken of nader regelen.
3.2.4.1 Tijdelijke maatregelen ten aanzien van stremmingen door extreem weer e.d.
Het college van GS heeft besloten dat onder de volgende weersomstandigheden tijdelijk niet meer wordt bediend:
Stremming door wind
Bij windsnelheden boven de 6 bft voor bruggen (windsnelheid > 14,0 m/s) en boven de 8 bft voor sluizen (windsnelheid > 20 m/s) wordt er niet meer bediend.
Stremming door slecht zicht
Indien het zicht op een object minder is dan 50 meter door mist of andere extreme weersomstandigheden wordt er niet meer bediend.
Stremming door hoogwater
Indien er op de site waterinfo.rws.nl een bepaalde waterstand verwacht wordt, dan dienen de puntdeuren van het bovenhoofd gesloten te worden en de bediening te worden gestaakt. Indien de puntdeuren van het bovenhoofd door een technisch mankement op dat moment niet kunnen sluiten, dient de noodkering of waaierdeuren gesloten te worden. De waterstanden verschillen per object. In onderstaande tabel staan de betreffende waterstanden per object.
Object
|
Moment |
Maatregel |
Gevolg |
Urkersluis Friese Sluis Voorstersluis
|
+ 0,50 m NAP voordat windkracht vier wordt bereikt. |
Puntdeuren sluiten, anders noodkering plaatsen. |
Stremming |
Ketelsluis
|
+ 0,73 m NAP |
Puntdeuren sluiten, anders waaierdeuren sluiten |
Stemming |
Blauwe Dromer
|
+ 0,80 m NAP |
Punt deuren sluiten |
Stemming |
Noordersluis |
+ 0,50 m NAP |
Puntdeuren sluiten, anders waaierdeuren sluiten.
|
Stemming |
Zuidersluis |
+ 1,10 m NAP |
Puntdeuren sluiten, anders waaierdeuren sluiten.
|
Stemming |
Stremming door laagwater
Indien er in tijden van droogte een lage waterstand aanwezig is kan de provincie besluiten om de bediening van de objecten te staken in verband met het risico aan schade aan de drempel van de sluis. Dit gebeurd bij een minimale beschikbare waterstand van 2,70 m (maximale diepgang 2,40 m en 0,30 cm marge) boven de drempel. Voor de recreatiesluis de Blauwe Dromer wordt een beschikbare waterstand van minimaal 1,60 m (maximale diepgang 1,40 en marge 20 cm) boven de drempel gehanteerd.
Object
|
Moment Waterstand boven drempel |
Maatregel |
Gevolg |
Urkersluis Friese Sluis Voorstersluis
|
- 0,40 m NAP |
Staken bediening |
Stremming |
Ketelsluis
|
- 0,80 m NAP |
Staken bediening |
Stremming |
Blauwe Dromer
|
- 0,60 m NAP |
Staken bediening |
Stremming |
Noordersluis
|
- 1,00 m NAP |
Staken bediening |
Stemming |
Zuidersluis
|
- 1,00 m NAP |
Staken bediening |
Stremming |
Stremming door ijsvorming
Er vindt geen ijsbestrijding ten behoeve van de doorgang van de scheepvaart plaats. Het college kan besluiten om bij strenge vorst de bediening van de objecten te stoppen ter voorkoming van schade aan de provinciale eigendommen.
De beschikbaarheid van de objecten wordt periodiek doorgegeven aan RWS, waarbij op http://vaarweginformatie.nl de actuele informatie wordt weergegeven. De interne procedure staat in bijlage 6 uitgewerkt.
Specifieke weersomstandigheden
In bijzondere weersomstandigheden, waarbij de bedienmedewerkers aangeven niet verantwoord te kunnen bedienen, kan de bediening, met opgaaf van reden gestaakt worden.
Een stremming door extreem weer wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt middels een melding aan de Waterkamer. De Waterkamer plaatst alle meldingen op de site http://vaarweginformatie.nl en verstuurt alle meldingen naar geregistreerden.
3.2.4.2 Stremmingen bij calamiteiten
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een stremming bij calamiteiten.
|
3.2.4.3 Stremmingen bij aanleg- en onderhoudswerkzaamheden
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent onderhoudswerkzaamheden aan haar objecten. Hierbij worden dezelfde termijnen gehanteerd als bij de provinciale vaarten (par. 2.2.4.3).
Voor een stremming voor aanleg- en onderhoudswerkzaamheden wordt van te voren een ontheffing aangevraagd bij de vaarwegbeheerder en indien deze ontheffing is verleend, plaatst de vaarwegbeheerder een melding aan de Waterkamer. De Waterkamer plaatst alle meldingen op de site http://vaarweginformatie.nl en verstuurt alle meldingen naar geregistreerden. Voor een publicatie gelden dezelfde termijnen als bij de provinciale vaarten (par 2.2.4.3). Voor onderhoudswerkzaamheden met een spoedeisend karakter geldt de publicatietermijn niet.
2.2.4.4 Stremmingen bij evenementen
Het college van GS heeft de afdeling Infrastructuur gemachtigd tot het nemen van besluiten omtrent tijdelijke afsluiting van de doorvaart ten behoeve van evenementen. Bij de bruggen en sluizen worden dezelfde voorwaarden gehanteerd als bij de afsluiting van een provinciale vaarweg (par 2.2.4.4). Alleen het aantal afsluitingen is per object gedefinieerd.
Stremmingen bij evenementen Het stremmen van de brug of sluis voor een evenement kan slechts op zeer beperkte schaal plaatsvinden indien: Categorie 1 evenement:
Categorie 2 evenement:
Categorie 3 evenement:
|
3.2.5 Toelichting op Artikel 5 Specifieke maatregelen
Het college van GS kan op basis van artikel 15.13 van de Omgevingsverordening Flevoland nadere regels stellen, indien de belangen bedoeld in artikel 15.1 van de VFL zich daar niet tegen verzetten. Artikel 15.1 stelt dat regels ten doel moeten hebben ‘de instandhouding van de bij de provincie Flevoland in beheer zijnde wegen en vaarwegen en ‘ter verzekering van het doelmatig en veilig gebruik van die openbare wegen en vaarwegen moeten zijn’.
Daarnaast biedt het Binnenvaartpolitiereglement mogelijkheden om als bevoegd gezag van een vaarweg specifieke maatregelen te treffen.
Het college van GS heeft de volgende specifieke maatregelen vastgesteld:
3.2.5.1 Kano, roeiboten en andere niet aangedreven voertuigen
Het passeren van de Flevolandse hoogvervalsluizen is af te raden voor niet-ervaren kanoërs. Voor ervaren kanoërs geldt dat het passeren is toegestaan, maar dat dit te allen tijde geschied op eigen risico.
• Geen specifieke maatregelen Het bestaande passeerverbod van de sluis Blauwe Dromer komt hiermee te vervallen. |
3.2.5.2 Gebruik voorzieningen nabij de objecten
In de door het college van GS vastgestelde nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen is opgenomen dat:
|
4 NADERE REGELS NAUTISCH BEHEER PROVINCIALE OEVERS
Het college van GS heeft nadere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen in provinciale vaarwegen van Flevoland vastgesteld. Dit hoofdstuk beschrijft een samenvatting van deze regels om zo een compleet beeld te geven van het nautisch beheer van de provinciale vaarwegen.
Het is niet toegestaan om langs de provinciale vaarwegen af te meren anders dan aan daartoe ingerichte afmeervoorzieningen. Daartoe ingerichte afmeervoorzieningen zijn:
|
4.1 Provinciale passantensteigers voor de recreatietoervaart
De provincie heeft een aantal passantensteigers (zie tabel 4.1) aangelegd waar afgemeerd mag
worden. Hiervoor geldt dat er niet langer dan een periode van 3 x 24 uur mag worden afgemeerd. Deze beperkte ligduur is gekozen om zo veel mogelijk passanten de gelegenheid te geven daar af te kunnen meren. Deze regeling is gebruikelijk in Nederland voor passantensteigers.
Overzicht provinciale passantsteigers met een 3x 24 uurs regime |
||||
Naam |
Vaarweg |
Hm |
Ter hoogte van |
|
1. |
Vollenhover stenen |
Vollenhoverkanaal |
t.o. uitwateringskanaal |
|
2. |
Rode Zand |
Lemstervaart |
12,5 |
Benzinestation A6 |
3. |
Lemsterhoek |
Lemstervaart |
11 |
|
4. |
Binnenweek |
Lemstervaart |
8,5 |
|
5. |
Buitenweek |
Lemstervaart |
3 |
|
6. |
Gat van Ens |
Zwolse vaart |
2,5 |
Benzinestation Marknesserweg |
7. |
Bank van de Ketel |
Hoge Vaart |
61 |
Ketelhaven |
8 . |
De Nabbert |
Hoge Vaart |
53,2 |
Elburgerweg |
9. |
De Hoop |
Hoge Vaart |
39 |
Nonnetjesweg |
10. |
Spiek |
Hoge Vaart |
23,3 |
Bosruiterweg |
11. |
Maaserhard |
Hoge Vaart |
19,5 |
Adelaarsweg |
12. |
De Binnenzee |
Hoge Vaart |
12,5 |
Groene Kathedraal |
13. |
Gooierhard |
Hoge Vaart |
9,2 |
Golfbaan Almere |
14. |
Staart van de Barg |
Lage Vaart |
3,5 |
Faunabuurt, Almere |
15. |
Brede hard |
Lage Vaart |
5,5 |
Bloemenbuurt, Almere |
16. |
’t Diep |
Lage Vaart |
10 |
Buitenring, Almere |
17. |
Kamperveert |
Lage Vaart |
16,5 |
Hajé Restaurant A6 |
18. |
Knar |
Lage Vaart |
17,8 |
Lage Knarsluis |
19. |
De Kant |
Lage Vaart |
30,9 |
Dronterweg / Zeeasterpad |
20. |
Biesel |
Lage Vaart |
35,5 |
Mechanisch Erfgoed Centrum |
21. |
’t Gat van Doornspiek |
Lage Vaart |
38,7 |
Wisentbos, Dronten |
22. |
Brejenbarg |
Lage Vaart |
39 |
Gildepenningdreef, Dronten |
23. |
Lemmerse veert |
Larservaart |
- |
Natuurpark, Lelystad |
24. |
Het Harde |
Larservaart |
- |
Aviodrome, Lelystad |
25. |
De Geldersman |
Larservaart |
- |
Larserbos, Dronten |
26. |
De Olst |
Hoge Dwarsvaart |
- |
Karekietweg, Dronten |
27 . |
Het Allingsgat |
Hoge Vaart |
45,5 |
Kom Biddinghuizen |
Tabel 4.1 Overzicht provinciale passantensteigers
Medegebruik door bijvoorbeeld te vissen is toegestaan, maar de functie voor de recreatievaart gaat boven andere gebruiksmogelijkheden. Gebruik door een recreatievaartuig van de steiger gaat dus voor overig gebruik.
4.2 Gemeentelijke passantensteigers voor de recreatietoervaart
Binnen de bebouwde kom mag worden aangelegd aan openbare afmeervoorzieningen. Deze kunnen zowel van de gemeente als van de provincie zijn. De gemeenten hebben een aantal passantensteigers in deze zones aangelegd waar afgemeerd mag worden (zie tabel 4.2). Hiervoor geldt dat er niet langer mag worden afgemeerd dan een periode van 3 x 24 uur.
Overzicht gemeentelijke passantensteigers met 3 keer 24 uur regime |
|||
Gemeente Noordoostpolder (1 |
|||
1. |
Urkervaart |
hm 6.90 RB |
Tollenbeek - loswal |
2. |
Urkervaart |
hm 0.67 RB |
Emmeloord - Zuiderkade steiger |
3. |
Urkervaart |
hm 1.30 RB |
Emmeloord - Zuiderkade loswal |
4. |
Zwolse Vaart |
hm 6.10 LB |
Marknesse steiger (beneden) |
5. |
Zwolse Vaart |
hm 6.40 LB |
Marknesse steiger (boven) |
Tabel 4.2 Overzicht gemeentelijke passantensteigers
4.3 Nabij recreatieve voorzieningen voor de recreatievaart
Grootschalige recreatieve functies worden ook gezien als economische bedrijvigheid, zoals musea en campings. Dit betekent dat onder genoemde voorwaarden ook daar afmeervoorzieningen zijn toegestaan. Maar ook daar gaat het dan om het tijdelijk afmeren van schepen en niet om permanente ligplaatsen; deze steigers staan aangegeven in tabel 4.3.
Overzicht steigers nabij recreatieve voorzieningen voor de recreatievaart
|
Tabel 4.3 Steiger met vergunning in provinciaal water
4.4Particuliere (recreatieve) aanlegvoorzieningen binnen de bebouwde kom
Het afmeren van een eigen boot achter het eigen huis (in geval de achtertuin grenst aan de provinciale vaart of beheerstrook) is verboden, tenzij er een ontheffing is verleend.
De voorwaarden voor de verlening van een ontheffing zijn:
In de ontheffing zijn de volgende voorwaarden opgenomen:
|
Tabel 4.5 Voorwaarden voor een ontheffing particuliere aanlegvoorziening
4.5 Langs bedrijfsterreinen voor de beroepsscheepvaart
De bestaande afmeervoorzieningen bij bedrijventerreinen zijn alleen bedoeld als tijdelijke ligplaats voor de beroepsvaart, gekoppeld aan de naastgelegen bedrijvigheid. De vastgestelde zones met bedrijventerrein staan vermeld in tabel 4.6.
Bestaande afmeervoorzieningen voor de beroepsvaart |
||||
Lemstervaart |
links (west) |
6.50 - |
6.60 |
Bant |
rechts (oost) |
14.50 - |
15.20 |
Lemmer |
|
Urkervaart |
links (zuid) |
1.00 - |
2.00 |
Emmeloord |
links (zuid) |
10.80 - |
12.60 |
Urk |
|
Zwolse vaart |
links (noord) |
0.30 - |
0.80 |
Emmeloord |
Hoge Vaart |
links (west) |
46.00 - |
46.80 |
Biddinghuizen |
links (west) |
60.90 - |
61.10 |
Ketelhaven |
|
rechts (oost) |
26.20 - |
27.70 |
Zeewolde Trekkersveld |
|
rechts (oost) |
45.70 - |
46.80 |
Biddinghuizen |
|
Lage Vaart |
links (noord) |
0.60 – |
1.70 |
Almere |
links(west) |
22.50 - |
23.80 |
Lelystad |
|
links(west) |
40.30 – |
41.20 |
Dronten |
|
links (west) |
45.00 - |
45.20 |
Dronten Ketelhaven |
|
links (west) |
45.50 - |
45.60 |
Dronten Ketelhaven |
|
rechts (oost) |
21.50 - |
23.80 |
Lelystad |
|
rechts (oost) |
39.80 - |
41.20 |
Dronten |
|
Lage Dwarsvaart |
rechts (noord) |
4.30 - |
5.10 |
Lelystad Noordersluis |
Oostervaart |
links (west) |
3.20 - |
4.50 |
Lelystad Oostervaart |
rechts (oost) |
3.20 - |
4.50 |
Lelystad Oostervaart |
Tabel 4.6 Vastgestelde zones met bedrijventerrein
4.6Overige voorzieningen in de provinciale oever
De provinciale vaarten bieden ook ruimte voor het gebruik door de watersport in de vorm van bijv. roeien, kanoën en vissen. Indien de gemeenten (of vertegenwoordigers van watersportbeoefening) de nut en noodzaak kunnen aantonen, kan er onder nadere voorwaarden een verzoek worden gedaan tot het aanleggen van kleine bouwwerken (als steigers, vlonders etc.). De kosten voor aanleg en voor het beheer en onderhoud komen voor rekening van de eigenaar. In tabel 4.7 staat een overzicht van aanwezige voorzieningen op dit gebied.
Naam |
Vaart |
Hm |
Locatie |
Beheerder |
Kanosteigers: |
||||
De Binnenzee (12) |
Hoge Vaart |
12,5 |
Groene Kathedraal |
Provincie |
Brejenbarg (22) |
Lage Vaart |
39.2 |
Gildepenningdreef, Dronten |
Provincie |
Gemeente Lelystad |
Lage Dwarsvaart |
3.5 |
Nabij Bovenwater |
Gemeente |
Vissteigers: |
||||
De snoekbaars |
Hoge Vaart |
53.4 |
Elburgerweg |
Staatsbosbeheer |
Gemeente Noordoostpolder |
||||
Vissteiger |
Lemstervaart |
0.5 |
Verhagenlaan |
Gemeente NOP |
Vissteiger |
Lemstervaart |
6.4 |
Loswal Bant |
Gemeente NOP |
Vissteiger |
Urkervaart |
3.1 |
Urkerweg-Hannie Schaftweg |
Gemeente NOP |
Gemeente Almere |
||||
Vissteiger |
Lage Vaart |
2.2 |
Johnsonpad |
Gemeente Almere |
Vissteiger |
Lage Vaart |
2.4 |
Johnsonpad |
Gemeente Almere |
Vissteiger |
Lage Vaart |
4.4 |
Johnsonpad |
Gemeente Almere |
Tabel 4.7 Overzicht overige openbare voorzieningen langs of in de provinciale oevers
5 TOEPASSINGSKADER NAUTISCH BEHEER VAARWEGEN
In dit hoofdstuk wordt de toepassing van het nautisch beheer door de provincie beschreven. Dit is gebaseerd op de vastgestelde kaders uit de uitvoeringsstrategie Vaarwegen en op technische richtlijnen uit de RVW 2017.
5.1 Uitvoeringsstrategie vaarwegen
In 2013 is het ambitieniveau voor het onderhoud aan de vaarwegen vastgesteld door PS. Uitgangspunten in de uitvoeringstrategie Vaarwegen zijn een kosteneffectief onderhoud gericht op de instandhouding van de vaarten waarbij veiligheid en de economische functie van de vaarten is geborgd. De economische functie omvat de beroeps- en de recreatievaart. Medegebruik van de vaarten en oevers door bijvoorbeeld vissers is toegestaan, maar de beroeps- en recreatievaart heeft de prioriteit. Tevens vervullen de vaarten een belangrijke functie voor waterberging en natuur. Relevante onderdelen die in de uitvoeringstrategie zijn vastgesteld zijn:
Vaardiepte vaarwegen
De provincie houdt als maximale diepgang voor de scheepvaart 2.40 meter. De vaarten hebben doorgaans een diepte van 2.80 m of meer. Het waterschap is verantwoordelijke voor het op diepte houden van de provinciale vaarwegen in verband met de functie voor de waterberging. De provincie meet jaarlijks de waterdiepte en bij kleine plaatselijke ondieptes neemt zij zelf maatregelen om deze te verwijderen.
Bescherming oevers
De oevers worden door de provincie instant gehouden, zodat er geen onveilige situaties voor de scheepvaart ontstaan en erosie aan de oever wordt tegengegaan. Dit gebeurt door oeverbescherming aan te brengen in de vorm van blokkenmatten, damwanden en natuurvriendelijke oevers.
Afmeervoorzieningen
De aanwezige provinciale passantensteigers worden in stand gehouden als aanlegplaats voor de recreatievaart. De maximale ligduur is 3 x 24 uur. Vissen vanaf een passantensteiger is alleen toegestaan, als het gebruik door de recreatieve scheepvaart niet wordt gehinderd.
Aanbieden voorzieningen
De provincie biedt geen voorzieningen aan op het gebied van bijv. drinkwater, elektriciteit of stortpunten voor een chemisch toilet en ziet dit primair als taak voor de jachthavens. Alleen op de sluizen zijn afvalcontainers geplaatst. Op de Friese Sluis, Urkersluis, Noordersluis, Vaartsluis en op de Zuidersluis is het mogelijk om een auto af te zetten door de beroepsvaart.
Nautisch beheer
In de uitvoeringstrategie worden ten aanzien van het nautisch beheer de volgende taken genoemd:
- -
Het schouwen van de vaarwegen ten behoeve van de instandhouding (technische veiligheid);
- -
Het toezien op het correcte gebruik van de vaarwegen;
- -
Het handelen bij calamiteiten.
5.2 Typering beroepsvaart
Bij de bediening van de bruggen en sluizen wordt onderscheid gemaakt in beroepsvaart en recreatievaart.
De provincie hanteert onder de term beroepsvaart de volgende schepen:
|
Recreatievaartuigen zoals botters en andere zeilschepen, al dan niet verhuurd met bemanning worden niet tot de beroepsvaart gerekend.
5.3 Indeling vaarwegen in landelijke klassen (CEMT klasse)
De vaarwegen zijn voor de binnenvaart ingedeeld in zgn. CEMT klassen. Per klasse zijn de maximale afmetingen van het schip vastgelegd. De CEMT-klasse indeling van een vaarweg geeft inzicht of een bepaald schip geschikt is om op deze vaarweg te varen. Ook worden de voorzieningen op de CEMT-klasse afgestemd. Hiermee wordt duidelijk welke bruggen al dan niet onder vaarbaar zijn en kanalen en rivieren al dan niet bevaarbaar zijn vanwege diepgang en manoeuvreerbaarheid. Er zijn 7 klassen (0= klein en 7 = groot). Maatgevende schepen voor de klasse 1, 2 en 3 zijn:
Klasse |
Lengte |
Breedte |
Diepgang |
Hoogte |
Laadvermogen |
I |
38,50 m |
5,05 m |
2,5 m |
4,25 m |
250 - 400 ton |
II |
50-55 m |
6,60 m |
2,6 m |
5,25 m |
400 - 650 ton |
III |
67-85 m |
8,20 m |
2,7 m |
5,35 m |
900 - 1.250 ton |
IV |
80-105 m |
9,20 m |
3,0 m |
6,40 m |
1.370 - 2.040 ton |
Op basis van de afmetingen van de sluizen (doorgaans beperkende factor) kan voor iedere provinciale vaarweg een CEMT-klasse worden bepaald. De indeling naar klasse per provinciale vaart staat weergeven in tabel 5.2.
Vaarweg |
Binnenvaart CEMT-klasse |
Belang |
|
1. |
Hoge Vaart |
II (1 |
Regionaal |
2. |
Lage Vaart |
II (1 |
Regionaal |
3. |
Lage Dwarsvaart |
II (1 |
Regionaal |
4. |
Oostervaart |
II (1 |
Regionaal |
5. |
Urkervaart |
I (2 |
Regionaal |
6. |
Zwolse Vaart |
I (2 |
Regionaal |
7. |
Lemstervaart |
I (2 |
Regionaal |
8. |
Vollenhoverkanaal |
IV/II (3 en (4 |
Lokaal |
|
Tabel 5.2 Indeling provinciale vaarten in CEMT-klassen binnenvaart
5.4 Typering vaarwegen op basis van vaarwegprofiel conform Richtlijnen vaarwegen2017 voor de binnenvaart
Op basis van de richtlijnen Vaarwegen 2017 kan worden bepaald welk inrichtingsprofiel de provinciale vaarten hebben. De breedte van de vaart en het daarbij horende profiel kunnen eisen aan de inrichting van de vaart generen. Daarnaast vormt het vaarwegprofiel een uitgangspunt bij de aanleg van nieuwe voorzieningen en dienen nieuwe ontwikkelingen hieraan getoetst te worden.
Profiel beroepsvaart
De richtlijnen vaarweg onderscheid een indeling in een normaal, een krap en een enkelstrooksprofiel. De richtlijn geeft aan dat bij minder dan 5.000 beroepsvaartuigen (situatie van de provinciale watergangen in Flevoland) over de volle lengte van een vaarweg een krap profiel mag worden toegepast. Voor een enkelstrooksprofiel dienen maatregelen getroffen te worden, omdat de maatgevende schepen elkaar niet kunnen passeren.
Voor het bepalen van het profiel is uitgegaan van het toegelaten schip. Daar zijn enkele kanttekeningen bij te plaatsen:
- -
In Flevoland is er een discrepantie tussen het maatgevende schip van de CEMT-klasse en de toegelaten schepen. Voor de profielindeling is uitgegaan van het toegelaten schip.
- -
Voor alle vaarten (m.u.v. het Vollenhoverkanaal) geldt een maximale diepte van 2,40 meter. Dit is een beperking ten opzichte van de CEMT I (2,5m) en CEMT II (2,6m).
- -
Voor het Vollenhoverkanaal tussen Kadoelen en Vollenhove geldt een maximale diepte van 2,5 meter, dit is een beperking ten opzichte van de CEMT IV (2,9 m).
- -
Voor het Vollenhoverkanaal tussen Vollenhove en Blokzijl geldt een maximale diepte van 1,9 meter (zomerpeil), dit is een beperking ten opzichte van de CEMT II (2,6 m).
Door deze maten toe te passen op de specifieke vaarten kan het beschikbare profiel worden bepaald voor de beroepsvaart. In bijlage 8 staat een overzicht per vaart.
Krap profiel
De richtlijnen Vaarwegen stelt dat bij een krap profiel met een maximale intensiteit van minder dan 5.000 schepen per jaar er geen aanvullende maatregelen nodig zijn. In de provincie Flevoland geldt dit voor alle krap profielen.
Enkelstrooksprofiel
De richtlijnen Vaarwegen stelt dat bij lage intensiteiten (minder dan 5.000 schepen per jaar) op een afstand van maximaal 2 kilometer een profiel kan worden toegepast, waarbij maatvoerende schepen elkaar niet kunnen passeren. Hierbij dient een vorm van verkeersregeling plaats te vinden.
In Flevoland komen de volgende enkelstrooksprofielen voor:
Oostervaart De Oostervaart (4.0 km) heeft een enkelstrooksprofiel. Hiertoe is op de Oostervaart een verkeersregeling ingesteld waarbij via de marifoon wordt gecommuniceerd of het traject vrij is. Ook is er een uitwijkplaats in de Oostervaart opgenomen. In de praktijk leidt deze regeling, mede door de beperkte hoeveelheid beroepsscheepvaart tot een goede afwikkeling van de beroepsvaart op dit gedeelte. |
Hoge Vaart (gedeelte Adelaarsweg-Trekkersveld) Dit gedeelte wordt door de beroepsvaart gebruikt om van Almere/Markermeer naar industrieterrein Trekkersveld in Zeewolde te komen. Het huidige gebruik is zeer laag en het instellen van een specifieke verkeersregeling wordt niet nodig geacht. |
Hoge Vaart (gedeelte Trekkersveld- Ketelsluis) Dit gedeelte wordt door de beroepsvaart gebruikt om van Almere/Zeewolde naar de Ketelsluis te varen. De doorvaartbreedte van de Ketelsluis is 6,40 m. Het huidige gebruik is zeer laag en het instellen van een specifieke verkeersregeling wordt niet nodig geacht. |
Lage vaart (gedeelte Oostervaart-Dronterringweg) Dit gedeelte wordt door de beroepsvaart gebruikt om van het Markermeer/Lelystad via Dronten naar de Ketelsluis te varen. De doorvaartbreedte van de Ketelsluis is 6,40 m. Het huidige gebruik ook naar Dronten is zeer laag en het instellen van een specifieke verkeersregeling wordt niet nodig geacht. |
Lage Vaart (gedeelte Dronterringweg – Ketelsluis) Dit gedeelte wordt door de beroepsvaart gebruikt om van Dronten naar de Ketelsluis te varen. De doorvaartbreedte van de Ketelsluis is 6,40 m. Het huidige gebruik is zeer laag en het instellen van een specifieke verkeersregeling wordt niet nodig geacht. |
Vollenhoverkanaal (gedeelte Vollenhovermeer – Blokzijl) Dit gedeelte van het Vollenhoverkanaal is vooral van recreatief belang. Voor beroepsscheepvaart is alleen het traject Zwarte Water- Zwolse Vaart (CEMT I) en Zwarte Water – Vollenhove (CEMT IV) in gebruik. Het CEMT IV gebruik van deze vaarweg bestaat alleen uit het vervoeren van grote schepen vanuit een Scheepswerf in Vollenhove naar het Zwarte Water. Hiervoor is geen specifieke verkeersregeling nodig. |
5.5 Indeling recreatievaart in landelijke klassen (BRTN klasse).
Voor de recreatievaart is een landelijke indeling opgesteld volgens de Beleidsvisie Recreatie Toervaart in Nederland (BRTN) om meer inzicht te geven in de toegankelijkheid van verschillende vaarwegen voor de recreatievaart. De provinciale vaarwegen vallen onder de zgn. ontsluitingswateren, welke de afzonderlijke grote vaargebieden (Markermeer, IJsselmeer, Randmeren, Friesland en Noordwest Overijssel ontsluiten. Er wordt onderscheid gemaakt in zeil- en motorbootroutes (ZM) en motorbootroutes (M). De provinciale wateren maken geen deel uit van de (landelijke) staande mast hoofdroutes. De indeling naar klasse per provinciale vaart staat weergeven in tabel 5.3.
Vaarweg |
BRTN- klasse |
Bijbehorende diepgang schip |
Diepgang Vaarweg |
Minimale brughoogte (1 |
|
1. |
Hoge Vaart |
BM |
1,50 m |
1,80 m |
3,00 m |
2. |
Lage Vaart |
BM |
1,50 m |
1,80 m |
3,00 m |
3. |
Lage Dwarsvaart |
BM |
1,50 m |
1,80 m |
3,00 m |
4. |
Oostervaart |
- |
- |
||
5. |
Urkervaart |
BM |
1,50 m |
1,80 m |
3,00 m |
6. |
Zwolse Vaart |
BM |
1,50 m |
1,80 m |
3,00 m |
7. |
Lemstervaart |
BM |
1,50 m |
1,80 m |
3,00 m |
8. |
Vollenhoverkanaal |
BZM |
1,90 m |
2,30 m |
30,00 m |
Verklaring BRTN klasse: A = verbinding, B= ontsluiting M = voor motorboten, ZM = voor zeil- en motorboten |
|||||
(1 Voor de hoogte geldt dit als minimum, uitgangspunt van de BRTN is behouden wat je aan hoogte hebt. |
Tabel 5.3 Indeling vaarten in klassen recreatievaart
5.6 Bebording
Langs de vaarwegen dient er bebording geplaatst te worden indien dit voor een goede regulering van de scheepvaart nodig is. In principe worden hiervoor de richtlijnen Scheepvaarttekens (RST 2008) gehanteerd. Vaste standaardconfiguraties staan aangegeven in tabel 5.4 en bijlage 8.
Vaste standaardconfiguraties bebording:
De afbeeldingen van de standaardconfiguraties staan weergegeven in bijlage 9. |
Tabel 5.4 Vaste configuratie bebording
5.7 Markering
In specifieke situaties kan het gewenst zijn dat het verloop van de vaarweg nader wordt geaccentueerd. Bij de provinciale vaarwegen is dit slechts op enkele specifieke locaties. Daar waar de oeverbeschoeiing zich onder water bevindt en achter deze oeverbeschoeiing open water aanwezig is, worden markeringspalen geplaatst om de 100 meter. In het Vollenhoverkanaal wordt de vaargeul (die alleen in beheer is bij de provincie) aangeduid, aangezien het buiten de vaargeul erg ondiep is.
De locaties staan in tabel 5.5 en bijlage 10.
Plaatsing markeringspalen: Zwolse vaart (links): 7.1 - 7.6 Lage Vaart (links): 26.7 – 38.5 diverse gedeelten Lage Vaart (rechts) 21.3 – 39.9 diverse gedeelten Hoge Vaart (links): 9.0 - 9.05 Hoge Vaart (rechts): 18.5 - 21.7 Betonning: Vollenhoverkanaal: een betonning ter markering van de vaargeul |
Tabel 5.5 Locaties waar de ligging van de vaarweg of vaargeul nader is aangegeven.
5.8 Calamiteiten
Indien zich er een calamiteit voordoet op een vaarweg en/of sluizencomplex beschikt de provincie over het calamiteitenplan ‘Afhandelen calamiteiten Vaarwegen, bruggen en sluizen’. Daarnaast dient er bij (bijna) ongelukken een formulier ingevuld te worden (zie bijlage 7).
Een formulier scheepvaartongelukken dient, conform van de landelijke SOS richtlijn Scheepsongevallen te worden ingevuld bij scheepsongevallen met schade en/of gewonden.
5.9 Voorzieningen
De provincie biedt een beperkt aantal voorzieningen aan op de sluiscomplexen. De voorzieningen die de provincie aanbiedt zijn vermeld in tabel 5.6.
Overzicht aangeboden voorzieningen
|
Tabel 5.6 Overzicht voorzieningen
6 TOEZICHT EN HANDHAVING NAUTISCH BEHEER
Het gebruik van de vaarwegen en objecten is bestemd voor beroeps- en recreatievaart. Daarnaast vindt medegebruik door vissers e.d. plaats. Om het gebruik van de vaarwegen te reguleren vindt er nautisch toezicht plaats door de provincie. Het toezicht op de vaarwegen gebeurt door provinciale toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA).
Het toezicht van de provincie omvat:
- 1.
Het periodiek schouwen van de provinciale watergangen om het functioneren van deze watergangen voor de beroepsvaart en de recreatievaart te borgen;
- 2.
Het toezien op het correcte gebruik van de provinciale watergangen, objecten en oevers door beroepsvaart, recreatievaart, overige gebruikers en aangelanden;
- 3.
Het handhavend optreden indien de voorschriften niet worden nageleefd;
- 4.
Het assisteren bij calamiteiten.
1.Het periodiek schouwen van de provinciale watergangen om het functioneren van deze watergangen voor de beroepsvaart en de recreatievaart te borgen De provinciale toezichthouders varen periodiek met inspectieboten door alle vaarten van de provincie. Hierbij wordt geschouwd of de vaarweg veilig is. Aspecten waarop geschouwd wordt:
Tijdens de schouw kunnen afhankelijk van de ernst van de situatie direct vervolgacties worden ingezet of de melding wordt geregistreerd zodat deze in een later stadium kan worden afgehandeld. |
2.Het toezien op het correcte gebruik van de provinciale watergangen, objecten en oevers door beroepsvaart, recreatievaart, overige gebruikers en aangelanden Inzet toezichthouders/inspectievaartuig: Tijdens de schouw en tijdens het recreatieve vaarseizoen wordt er toegezien op het correcte gebruik van de vaarweg en de voorzieningen. Indien nodig worden vaarweggebruikers op hun gedrag aangesproken. Aspecten waarop wordt toegezien:
|
3. Het handhavend optreden indien de voorschriften niet worden nageleefd Indien de voorschriften niet worden nageleefd gaat de provincie over tot handhaving. Hiervoor wordt een BOA (Buitengewoon Opsporingsambtenaar) of toezichthouder ingezet. Deze kan indien nodig beschikken over een snelle boot. |
4. Het assisteren bij calamiteiten Zowel de BOA als de toezichthouders kunnen worden ingezet om te assisteren bij een calamiteit op het water. Het gaat hierbij niet om meldingen met prioriteit. Deze zijn voor de hulpdiensten. De provincie kan wel assisteren bij een calamiteit. Hierbij kan gedacht worden aan:
|
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 3 december 2019.
Gedeputeerde Staten van Flevoland
de secretaris,
de voorzitter
De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Bijlage 1: Overzicht vaarwegen waarop vaarwegbeheer en of nautisch beheer door de provincie van toepassing is
Bijlage 2: Overzicht vaarwegen met maximaal toegestane maten scheepvaart
Bijlage 3: Procedure ontheffingsaanvraag
Procedure
|
A Ontheffingen Provinciale Vaarwegen
A1 Ontheffing voor het afwijken van de maximaal toelaatbare afmetingen (par. 2.2.2.1)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Afmetingen van het schip;
- -
Geplande route;
- -
Datum/periode wanneer gevaren wordt.
A2 Ontheffing voor het afwijken van de maximaal toelaatbare snelheid (par 2.2.3.1)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Geplande route;
- -
Datum/periode wanneer gevaren wordt.
A3 Ontheffing voor het uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden (par 2.2.4.3)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Locatie werkzaamheden;
- -
Bebordingsplan;
- -
Datum/periode wanneer werkzaamheden uitgevoerd worden.
Er kunnen door de vaarwegbeheerder nadere voorwaarden worden gesteld aan de uitvoering van de werkzaamheden en bij complexe werkzaamheden kan de vaarwegbeheerder besluiten dat er toch een ontheffing moet worden aangevraagd.
A4 Stremmingen bij evenementen (par 2.2.4.4)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Aard van het evenement;
- -
Locatie;
- -
Datum en periode(s) dat er gestremd wordt;
- -
Te treffen veiligheidsmaatregelen ten behoeve van het vaarverkeer.
A5 Ontheffing voor af te mogen wijken van het ankerverbod (par 2.2.5.1.2)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Locatie;
- -
Datum en periode(s) dat de werkzaamheden worden uitgevoerd;
- -
Te treffen veiligheidsmaatregelen ten behoeve van het vaarverkeer en maatregelen ter beperking van schade.
B Ontheffingen provinciale bruggen en Sluizen
B1 Ontheffingen voor afwijken van de maximaal toelaatbare afmetingen (par 3.2.2.1)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Object;
- -
Datum en tijd dat de schutting plaats zou moeten vinden;
- -
Te treffen maatregelen ten behoeve van het vaarverkeer en maatregelen ter beperking van schade.
B2 Ontheffing voor het eenmalig afwijken van de reguliere bedieningstijden (par 3.2.3.2.1).
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Object;
- -
Datum en tijd dat de schutting plaats zou moeten vinden;
- -
Motivatie voor de afwijking van de bedientijden.
B3 Ontheffing voor het schutten met extra capaciteit( 3.2.3.2.2)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Object;
- -
Datum en tijd dat de schutting plaats zou moeten vinden;
- -
Motivatie voor de inzet van specifieke bediening en de gevolgen voor het doorgaande verkeer.
B4 Stremmingen bij evenementen (par 3.2.4.4)
De aanvraag voor de ontheffing omvat:
- -
Reden aanvraag ontheffing;
- -
Aard van het evenement;
- -
Locatie;
- -
Datum en periodes dat er gestremd wordt;
- -
Te treffen veiligheidsmaatregelen ten behoeve van het vaarverkeer.
Bijlage 4: Kaart met maximale snelheden in de provinciale vaarwegen
Bijlage 5: IJsprotocol Vaarwegen (voor intern gebruik)
IJsprotocol vaarwegen Voor het bepalen van de ijsdikte en het afkondigen van een vaarverbod door ijsvorming wordt volgens het IJsberichtgevingsprotocol van Rijkswaterstaat gewerkt. IJsberichtgevingsseizoen 1 november – 31 maart Stappen 1.Voorbereiding voor 1 november
2.Na 1 november
3.Bij IJsvorming:
4.31 maart
|
Trajecten
Vaargebied Noordoostpolder en Vollenhoverkanaal |
||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
1 |
01-00 |
Lemstervaart |
2 |
01-02 |
Urkervaart |
3 |
01-03 |
Zwolse Vaart |
4 |
03-04 |
Voorstersluis-Zwarte Meer |
Vaargebied Flevoland |
||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
5 |
05-06 |
Lage Vaart (Ketelsluis - Dronten) |
6 |
06-09 |
Lage Vaart (Dronten - Lage Dwarsvaart) |
7 |
09-11 |
Lage Vaart (Lage Dwarsvaart - De Vaart) |
8 |
07-08 |
Oostervaart |
9 |
09-10 |
Lage Dwarsvaart |
10 |
05-12 |
Hoge vaart (OF) |
11 |
12-13 |
Hoge Vaart (ZF) |
12 |
11-13 |
De Vaart- Zuidersluis |
Bijlage 5: IJsprotocol Vaarwegen (vervolg)
Codering
IJscode 1
|
IJscode 2 |
Dikte 0-4 cm |
|
A = Blank water B = Licht verspreid ijs C = Licht drijfijs D = Licht vast ijs |
A Scheepvaart normaal B Scheepvaart ondervind nog geen hinder C Vaart mogelijk voor motorschepen vanaf 1 pk/2 ton D Vaart mogelijk voor motorschepen vanaf 1 pk/ton E Huidige vaarwegmogelijkheid blijft hetzelfde F Scheepvaart gering G Vaarmogelijkheid kan snel verslechteren H Geen vaart, niet gestremd K Varen in konvooi of sleep mogelijk L Geen vaart indien niet wordt gebroken M Scheepvaart met ijsbrekers mogelijk P Binnenhavens nauwelijks bereikbaar T Vaarmogelijkheid kan snel verbeteren X Varen in konvooi verplicht V Vaarverbod |
Dikte 4-8 cm |
|
E = Middelzwaar verspreid drijfijs (tot 40% bedekt) F = Middelzwaar verspreid drijfijs (tot 75% bedekt) G = Middelzwaar drijfijs meer dan 75% in de geul, heden gebroken H= Middelzwaar vast ijs |
|
Dikte 8-12 cm |
|
K = Zwaar verspreid drijfijs tot 40% bedekt L = Zwaar verspreid drijfijs tot 75 % bedekt M = Zwaar verspreid drijfijs meer dan 75% bedekt P = Zwaar drijfijs meer dan 75% in geul, heden gebroken geul R = Zwaar vast ijs |
|
Dikte meer dan 12 cm |
IJscode 3 |
S = Zeer vast drijfijs of pakijs bijna 100% bedekt |
S Zolang de toestand niet veranderd wordt er geen bericht verzonden |
Dikte meer dan 40 cm |
R Situatie ongewijzigd |
U = IJsdam of kruiend ijs O = Verdwijnende papijs, niet meer hinderlijk |
Z Laatste bericht |
Invulformulier
Vaargebied Noordoostpolder en Vollenhoverkanaal |
Code 1 |
Code 2 |
Code 3 |
Opmerkingen |
||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
|
|
|
|
1 |
01-00 |
Lemstervaart |
|
|
|
|
2 |
01-02 |
Urkervaart |
|
|
|
|
3 |
01-03 |
Zwolse Vaart |
|
|
|
|
4 |
03-04 |
Voorstersluis-Zwarte Meer |
|
|
|
|
Vaargebied Flevoland |
||||||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
|
|
|
|
5 |
05-06 |
Lage Vaart (Ketelsluis - Dronten) |
|
|
|
|
6 |
06-09 |
Lage Vaart (Dronten - Lage Dwarsvaart) |
|
|
|
|
7 |
09-11 |
Lage Vaart (Lage Dwarsvaart - De Vaart) |
|
|
|
|
8 |
07-08 |
Oostervaart |
|
|
|
|
9 |
09-10 |
Lage Dwarsvaart |
|
|
|
|
10 |
05-12 |
Hoge vaart (OF) |
|
|
|
|
11 |
12-13 |
Hoge Vaart (ZF) |
|
|
|
|
12 |
11-13 |
De Vaart- Zuidersluis |
|
|
|
|
Bijlage 6: IJsprotocol objecten (voor intern gebruik)
IJsberichtgevingsseizoen 1 november – 31 maart Stappen 1.Voorbereiding voor 1 november
2.Na 1 november
3.Bij matige ijsvorming (bediening objecten mogelijk):
4.Bij strenge ijsvorming (bediening objecten is gestaakt):
5.31 maart
|
Bijlage 6: IJsprotocol objecten (vervolg)
Objecten
Vaargebied Noordoostpolder |
||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
1 |
00-01 |
Friese Sluis |
2 |
01-02 |
Urkersluis |
3 |
01-03 |
Marknessersluis |
4 |
03-04 |
Voorstersluis |
Vaargebied Flevoland |
||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
5 |
05-06/12 |
Ketelsluis |
6 |
05-06 |
Kampersluis |
7 |
09-10 |
Noordersluis |
8 |
11-13 |
Vaartsluis |
9 |
11-13 |
Zuidersluis |
10 |
- |
Sluis Blauwe Dromer |
11 |
- |
Larsersluis |
Codering
IJscode 1
|
IJscode 2 |
Dikte 0-4 cm |
A Bediening normaal |
A = Blank water B = Licht verspreid ijs C = Licht drijfijs D = Licht vast ijs |
B Geen bediening / stremming
|
Dikte meer dan 4 cm |
IJscode 3 |
E= Middelzwaar drijfijs of vast ijs |
S Zolang de toestand niet veranderd wordt er geen bericht verzonden |
|
R Situatie ongewijzigd |
|
Z Laatste bericht |
Invulformulier
Vaargebied Noordoostpolder |
Code 1 |
Code 2 |
Code 3 |
Opmerkingen |
||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
|
|
|
|
1 |
00-01 |
Friese Sluis |
|
|
|
|
2 |
01-02 |
Urkersluis |
|
|
|
|
3 |
01-03 |
Marknessersluis |
|
|
|
|
4 |
01-03 |
Voorstersluis |
|
|
|
|
Vaargebied Flevoland
|
||||||
Nr. |
Trajectnr. |
Naam |
|
|
|
|
5 |
05-06/12 |
Ketelsluis |
|
|
|
|
6 |
05-06 |
Kampersluis |
|
|
|
|
7 |
09-10 |
Noordersluis |
|
|
|
|
8 |
11-13 |
Vaartsluis |
|
|
|
|
9 |
11-13 |
Zuidersluis |
|
|
|
|
10 |
|
Sluis Blauwe Dromer |
|
|
|
|
11 |
|
Larsersluis |
|
|
|
|
Bijlage 7: Formulier scheepvaartongvallen
Incidentenformulier Vaarwegen Provincie Flevoland
Dit formulier is bestemd voor incidenten op de provinciale objecten en vaarwegen. Het formulier dient te worden ongevuld bij onderstaande incidenten door een bedienaar van de bediencentrale of in geval van een incident op de vaarweg door een toezichthouder of de OVD-er. Het formulier moet worden opgestuurd naar de Vaarwegbeheerder (Steven.Koning@flevoland.nl ) en is digitaal beschikbaar in edocs onder nummer 2373961. |
Algemeen |
Datum incident : |
Tijdstip: |
Naam medewerker/functie: |
Naam object of vaarweg (+ hm): |
Plaatsnaam: |
Soort incident (aankruisen) |
|
|
Scheepsongevallen met minimaal lichte schade en/of licht gewonden;
|
|
Scheepsongevallen met overtredingen (bijv. alcoholgebruik);
|
|
Aanvaringen tussen twee schepen of een schip met een object;
|
|
Milieuschade, of schade door brand, ontploffing, zinken of als er een technisch gebrek heeft plaatsgevonden; |
|
Schade met een overheidsvaartuig/ambtenaar in functie;
|
|
Schade, waarbij geen melding van de schade is gedaan;
|
|
Overig (bijv. agressie) zijnde: ………………………………………………………………
|
Beschrijving incident |
Incident:
|
Contact gehad met (bijv. OVD):
|
Ingeschakelde instanties: (bijv. politie - graag met naam en telefoonnr.) |
Weersomstandigheden: |
Windkracht en windrichting: |
Zicht: |
Waterstand: |
Overige bijzonderheden: |
Gegevens veroorzaker |
Veroorzaker bekend: Ja/Nee |
Naam: |
Kenteken of Europanummer: |
Telefoonnummer |
Emailadres
|
Overige opmerkingen |
|
Bijlage 8: Bepaling vaarkarakteristiek vaarwegen provincie
Vaargebied Noordoostpolder |
|||
Naam |
Km |
Breedte Vaart |
Profiel |
Urkervaart 0.0 Lemstervaart – 2.0 Emmeloord 2.0 Emmeloord – 7.0 Tollenbeek 7.0 Tollenbeek / 12.8 Urkersluis |
- 2.0 - 7.0 7.0 - 12.8 |
38,0 - 45,0 m 30,0 m 37,0 – 45,0 m |
Krap (deels normaal) profiel Normaal Krap Normaal |
Lemstervaart 0.0 Urkervaart - 11.0 Ruttense Vaart 11.0 Ruttense Vaart - 14.5 Lemmer 14.5 Lemmer - 15.4 Friese Sluis |
0.0 - 11.0 11.0 - 14.5 14.5 - 15.4 |
30,0 - 32,0 m 37,0 m 43,0 m |
Krap (deels normaal) profiel Krap Normaal Normaal |
Zwolse Vaart 0.0-13.2 Gehele vaart |
0.0 – 13.2 |
26,0 - 30,0 m |
Krap profiel Krap |
Vaargebied Vollenhoverkanaal |
|||
Naam |
Km |
Breedte Vaart |
Profiel |
Vollenhoverkanaal 0.0 Zwarte Water – 6.2 Vollenhove 6.2 Vollenhove - 10.6 Blokzijl |
0.0 - 6.2 6.2 – 10.6 |
38,0 m 15,0 m |
Enkelstrooks profiel Enkelstrooks (CEMT IV) Enkelstrooks (CEMT II) |
Vaargebied Flevopolder |
|||
Naam: |
Km |
Breedte Vaart |
Profiel |
Hoge Vaart 0.0 Zuidersluis – 18.0 Afbuiging N305 18.0 Afbuiging N305 - Adelaarsweg 20.8 Adelaarweg – 28.0 Trekkersveld Trekkersveld - 61.4 Ketelsluis |
0.0 – 18.0 - 20.8 20.8 – 28.0 28.0 - 61.4 |
44,0-48.0 m 34.0 m 27.0 – 30.0 m 26.0 - 28.0 m |
Divers profiel Normaal Krap Enkelstrooks Krap (op basis afmetingen Ketelsluis) Enkelstrooks (afmetingen Noordersl.) |
Lage Vaart Zuidersluis – 21.0 Lage Dwarsvaart 21.0 Lage Dwarsvaart - 26.5 Oostervaart 26.5 Oostervaart – 41.5 Dronterringweg 41.5 Dronterringweg - 45.6 Kampersluis |
0.0 – 21.0 21.0 - 26.5 26.5 – 41.5 41.5 - 45.6 |
44-,0 47,0 m 39,0 - 42,0 m 29,0 - 33,0 m 28,0 m |
Divers profiel Normaal Krap Enkelstrooks Krap (op basis afmetingen Ketelsluis) Enkelstrooks (afmetingen Noordersl.) |
Lage Dwarsvaart Gehele vaart |
0.0 -5.5 |
48,0 m |
Normaal profiel Normaal |
Oostervaart Gehele vaart |
0.0 – 4.5 |
28,8 m |
Enkelstrooks profiel Enkelstrooks |
(1 De maximale toegang is gebaseerd op de afmeting van de grootste sluis in het vaargebied.
Bijlage 9: Bepaling standaardconfiguratie bebording
De bebording langs de vaarwegen wordt in principe geplaatst conform de RWS-richtlijn Scheepvaarttekens (RST 2008) Daarnaast zijn er lokale borden of configuraties voor:
|
A. Hectometering
Nader te detailleren
Naam vaart en hm bijv. Hoge Vaart 20.0 of Hoge Vaart 20.5
B. Informatieborden op bruggen en sluizen (huidig)
Borden per locatie nader te specificeren
C.Passantensteigers (3 keer 24 uursregime)
D. Wachtsteigers (alleen wachten)
E.Marifoonkanalen
Urkersluis 22 Friese Sluis 85
Voorstersluis 85 Ketelsluis 26
Noordersluis 84 Zuidersluis 85
Blauwe Dromer 86 Elburgerbrug 85
F. Naamgeving vaarten en zijvaarten
Nader te detailleren
Bijlage 10: Overzicht markering vaarwegen
Vaart |
Hectometrering |
Aantal |
Zwolse Vaart - links |
7.1 - 7.6 |
|
Lage Vaart – rechts (90 st.) |
21.3 - 23.7 26.7 - 26.8 27.7 - 27-8 28.0 - 28.5 29.7 - 29.8 29.9 - 30.0 31.0 -31.1 36.7 - 36.8 37.0 - 37.1 37.4 - 37.5 37.7 - 39.9 |
21 st. 5 st. 2 st. 7 st. 4 st. 4 st. 6 st. 7 st. 5 st. 6 st. 17 st. |
Lage Vaart – links (55 st.) |
26.7 - 26.8 34.8 - 34.9 35.0 - 35.1 37.6 - 37.7 37.9 - 38.0 38.2 – 38.3 38.4 - 38.5 |
12 st. 9 st. 5 st. 6 st. 5 st. 9 st. 9 st. |
Hoge Vaart – Links (7 st.) |
9.0 - 9.05 |
7 st. |
Hoge Vaart – rechts (20 st.) |
18.5 – 21.7 |
20 st. |
Bijlage 11: Overzicht locaties zichthoeken
Noordoostpolder
- 1.
Urkervaart x Lemstervaart
- 2.
Urkervaart x Nagelervaart
- 3.
Urkervaart x Espelervaart
- 4.
Zwolse Vaart x Luttelgeestervaart
- 5.
Zwolse Vaart x Marknesservaart
- 6.
Zwolse Vaart x Enservaart
- 7.
Lemstervaart x Creilervaart
- 8.
Lemstervaart x Ruttense tocht
Flevoland
- 9.
Hoge Vaart x Lage Vaart (nabij Vaartsluis)
- 10.
Hoge vaart x Noorderplassen
- 11.
Hoge Vaart x Leegwaterplas
- 12.
Hoge vaart x Lange Wetering
- 13.
Hoge Vaart x Blauwe Diamant
- 14.
Hoge vaart x Larservaart
- 15.
Hoge vaart x Hoge Dwarsvaart
- 16.
Hoge Vaart x Lage Vaart (nabij Ketelsluis)
- 17.
Lage Vaart x Insteekhaven
- 18.
Lage Vaart x Vaartplas
- 19.
Lage Vaart x Lepelaarstocht
- 20.
Lage Vaart x Lage Dwarsvaart
- 21.
Lage Vaart x Larservaart x
- 22.
Lage Vaart x Oostervaart x Gelders diep
- 23.
Lage Vaart x Havenkommen Dronten (3)
- 24.
Lage Vaart x Swiftervaart
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl