Bezoldigingsregeling

Geldend van 02-04-2014 t/m heden

Intitulé

Bezoldigingsregeling

Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • b

    salaris: het bedrag van de schaal hetwelk aan de ambtenaar is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag

  • c

    salaris per uur: het 1/156e deel van het salaris bij een gemiddeld 36-urige werkweek;

  • d

    schaal: de voor een betrekking of voor een aantal betrekkingen tezamen ter bepaling van het salaris geldende opklimmende reeks van bedragen, daaronder mede begrepen de bedragen welke gelden ter verhoging van het salaris als gevolg van diensttijduitloop;

  • e

    salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en getal dat in een schaal voor een salaris is vermeld;

  • f

    maximum salaris: het salarisbedrag dat staat vermeld achter het hoogste salarisnummer nummer van een schaal;

  • g

    bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in deze regeling, alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en de waarnemingstoelage

  • h

    functie: het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht;

  • i

    ingeschatte salarisschaal: het salaris voor een functie waarvoor nog geen functiewaarderingsonderzoek is gebeurd; reden waarom de hoogte van de schaal wordt geschat aan de hand van de globale functie-eisen;

  • j

    functiewaarderingsonderzoek: het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • k

    conversietabel: tabel die weergeeft de relatie tussen de verkregen rangorde van de functies naar zwaarte en de in bijlage IIa, behorende bij de Arbeidsvoorwaardenregeling vermelde salarisschalen, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders;

  • l

    volledige betrek king: een betrekking zoals genoemd in artikel 1:1, lid c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 2 Recht op bezoldiging

Lid 1

Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op bezoldiging aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Lid 2

Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Schaal

Het salaris van de ambtenaar dat niet bij of krachtens de wet, verordening of andere wettelijke regeling is gere¬geld, wordt vastgesteld op het bedrag van een schaal.

Artikel 5 Functiewaardering

De voor de functie van de ambtenaar geldende schaal wordt vastgesteld door middel van de uitkomsten van een methodische functiewaardering. Burgemeester en wethouders bepalen na instemming van de Ondernemingsraad welke methode van functiewaardering wordt gebruikt en stellen de daarbij behorende conversietabel vast in overeenstemming met de commissie voor georganiseerd overleg.

Artikel 6 Geen andere schaal

Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen schaal gaan gelden met een lager maximum salaris dan dat van de reeds voor hem geldende schaal.

Artikel 7 Salaris bij aanstelling

Lid 1

Bij aanstelling kennen burgemeester en wethouders het salaris toe overeenkomstig de voor de functie van de ambtenaar vastgestelde of ingeschatte functionele schaal.

Lid 2

Van het bepaalde in het vorige lid kan alleen worden afgeweken:

  • a

    als de functie nog niet geheel of op onvoldoende niveau zal worden vervuld, in welk geval aanstelling plaatsvindt één schaal lager (aanloopschaal) dan wel in bijzondere omstandigheden meer dan één schaal lager (vooraanloopschaal), totdat de functie geheel en op voldoende niveau wordt vervuld;

  • b

    als de functie wel volledig en op voldoende niveau zal worden vervuld en indien bijzondere omstandigheden daartoe gemotiveerd aanleiding vormen, kan aanstelling plaatsvinden één schaal hoger (uitloopschaal).

Artikel 8 Periodieke verhoging/personeelsbeoordeling

Tenzij de uitkomst van de personeelsbeoordeling zich daartegen verzet wordt het salaris van de ambtenaar op 1 januari van elk jaar verhoogd tot het naasthogere bedrag van de voor hem geldende schaal, voor zover het maximum van die schaal nog niet is bereikt.Is de uitkomst onvoldoende dan blijft salarisverhoging achterwege.Overige richtlijnen met betrekking tot beloningsdifferentiatie in relatie tot de uitkomsten van de personeelsbeoordelingen zijn vastgelegd in de regeling “Bewust belonen, een Must” van 2010. Wijzigingen worden vastgesteld in overeenstemming met de commissie voor Georganiseerd Overleg.

Artikel 9 Inschaling bij bevordering

Wanneer een ambtenaar wordt bevorderd naar een schaal met een hoger maximum salaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal geniet, c.q. zou hebben genoten op de datum van bevordering.Echter, in het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

Artikel 10 Toekennen (tijdelijke) toelage

Lid 1

Aan de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 3:7:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling, die het maximum van de uitloopschaal heeft bereikt, kan door de directie een toelage worden toegekend tot maximaal het verschil tussen het maximum van de uitloopschaal en een bedrag dat drie regels hoger ligt in de daaropvolgende schaal.

Lid 2

Aan de ambtenaar aan wie, naar het oordeel van de directie, in verband met tijdelijke andere werkzaamheden, bijzondere eisen worden gesteld, kan door de directie een toelage worden toegekend tot een bedrag van maximaal drie hogere regels in de eigen schaal c.q., indien het maximum van de betreffende schaal al is bereikt, drie hogere regels in de daaropvolgende schaal. Deze toelage vervalt als de gronden waarop de toelage is toegekend niet meer aanwezig zijn.

Lid 3

Wanneer de situatie op de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft kan aan de ambtenaar een toelage worden toegekend tot ten hoogste het verschil tussen het maximum van de voor zijn functie vastgestelde uitloopschaal en het maximum van de daarop volgende schaal. De toelage kan worden ingetrokken als de situatie op de arbeidsmarkt zodanig is gewijzigd dat er geen reden meer is voor een toelage.

Artikel 11 Onvolledige betrekking

Het salaris van een ambtenaar met een niet volledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 12 Minimumloon

Lid 1

Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het minimumloon dat krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) geldt voor werknemers, wordt hem een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.

Lid 2

Voor een ambtenaar met een niet volledige betrekking wordt het voor werknemers geldende minimumloon geacht te zijn vastgesteld op een evenredig deel van het minimumloon bij een volledige betrekking.

Artikel 13 Toelage overwerk

Onder verwijzing naar artikel 3:2:1, lid 6, van de Arbeidsvoorwaardenregeling, komen ambtenaren die zijn ingedeeld in functieschaal 11 of hoger niet in aanmerking voor de overwerktoeslag. Het overwerkpercentage voor de zondag geldt ook voor de plaatselijk aangewezen kerkelijke of nationale, landelijke, regionale of plaatslijk erkende feest- of gedenkdagen, zoals bedoeld in artikel 4:5, lid 4, van de Arbeidsvoorwaardenregeling. In de gemeente Gorinchem betreft dit Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag.

Artikel 14 Onregelmatige dienst

Lid 1

Behoudens het bepaalde in de volgende leden wordt aan de ambtenaar die anders dan bij wijze van overwerk geregeld of vrij geregeld arbeid verricht op andere tijden dan op de werkdagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur, een toelage verleend.

Lid 2

De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur.

Dit percentage bedraagt:

  • a

    20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b

    40 voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur;

  • c

    40 voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

  • d

    65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1:1, lid 3, van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

met dien verstande, dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris per maand van schaal 6.

Lid 3

Voor de in het vorige lid onder a. genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage alleen toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

Lid 4

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een regeling treffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 15 Afbouwregeling toelage onregelmatige dienst

Lid 1

Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 14 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid en derde lid, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a

    die blijvende toelage tenminste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage als bedoeld in artikel 14;

  • b

    de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 14, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

Lid 2

De uitkeringsperiode van de toelage als genoemd in het eerste lid is gelijk aan het naar boven op een maand afgeronde één vierde gedeelte van de tijd, gedurende welke de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 14, direct voorafgaande aan het tijdstip van het beëindigen c.q. verminderen, heeft genoten. Het maximum van de uitkeringsperiode bedraagt drie jaar.

Lid 3

De hoogte van de toelage als bedoeld in lid 1 wordt bepaald door de uitkeringsperiode in drie gelijke delen te splitsen, waarbij te beginnen met het eerste deel, afronding naar boven plaatsvindt op een hele maand, met dien verstande, dat hierdoor de in lid twee berekende uitkeringsperiode niet mag worden overschreden. Gedurende de drie deelperioden bedraagt de toelage achtereenvolgens 75%, 50% en 25% van de voor de desbetreffende maand(en) van toepassing zijnde berekeningsbasis.

Lid 4

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of vermindering van een toelage, als bedoeld in artikel 14, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 14 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

Lid 5

Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan, een onderbreking van langer dan twee maanden.

Artikel 16 Algemene salarismaatregelen

Indien op centraal niveau tussen het College voor Arbeidszaken en de centrales van overheidspersoneel overeenstemming wordt bereikt over een wijziging van de salarissen, welke een algemeen karakter draagt, wordt door burgemeester en wethouders met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.

Artikel 17 Wacht- en waakdiensten

Lid 1

De ambtenaar die wordt aangewezen voor het verrichten van wacht- en waakdiensten geniet boven zijn bezoldiging een toelage per dag. De hoogte van deze toelage is afhankelijk van de mate waarin men ingevolge opdracht aan het verblijven van het woonadres is gebonden, dan wel of er sprake is van dienstverrichting op werkdagen, of op zaterdagen, zondagen, c.q. algemeen erkende christelijke feestdagen.

Lid 2

  • a

    Er is sprake van een hoge mate van gebondenheid als de ambtenaar die voor het verrichten van wacht- en waakdiensten is aangewezen voor de bereikbaarheid strikt is gebonden aan het verblijf in of in de directe nabijheid van zijn woning.

  • b

    Een lage mate van gebondenheid wordt aanwezig geacht als de bewegingsvrijheid van de betrokken ambtenaar minder is beperkt dan onder letter a. is aangegeven.

Lid 3

De berekening van deze toelage vindt plaats per dag en de omvang daarvan bedraagt:

  • 1
    • a

      per werkdag, 8 uur;

    • b

      per zaterdag, zondag of algemeen erkende christelijke feestdagen, 16 uur.

  • 2

    Het uurloon waarover deze toelage wordt berekend wordt afgeleid van het maximum salarisbedrag van schaal 5 van bijlage IIa van deze regeling en bedraagt ingeval van:

    • -

      de hoge mate van gebondenheid 25% van het uurloon en

    • -

      de lage mate van gebondenheid 16 2/3% van het uurloon.

Lid 4

De hiervoor genoemde toelage wordt slechts genoten indien de aanwijzing geschiedt volgens rooster en schriftelijk door of namens de directeur, afdelingshoofd of teamleider.

Artikel 18 Diplomatoelage EHBO e.d.

Aan de ambtenaar die in het bezit is van een geldig E.H.B.O.-diploma en door burgemeester en wethouders is aangewezen voor het verrichten van voorkomende E.H.B.O.-werkzaamheden, wordt een toelage verleend. Dezelfde toelage wordt toegekend aan degene die is aangewezen als bedrijfshulpverlener en degene die lid is van het Interventieteam. De maandelijkse bruto toelage is gelijk aan het uurloon dat is afgeleid van het schaalbedrag behorende bij schaal 5, periodiek 1.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet meer naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 20 Slotbepalingen

Lid 1

Deze regeling treedt met ingang van 2 april 2014 in werking onder gelijktijdige intrekking van de bezoldigingsverordening 1996, vastgesteld d.d. d.d. 1 november 1996 en nadien gewijzigd.

Lid 2

Deze regeling kan worden aangehaald als "Bezoldigingsregeling 2014".