Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 20-02-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2020

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 oktober 2019;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2020 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

jaar

:

een kalenderjaar;

b.

maand

:

een kalendermaand;

c.

week

:

een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

d.

dag

:

een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

e.

tabel

:

de bij deze verordening behorende tabel;

f.

bouwmaterialen

:

door bouwmaterialen, grond of zand, keten, loodsen, bouwwerktuigen (waaronder begrepen rails en kraanbanen) en stellingen ingenomen of door schuttingen en omheiningen afgesloten oppervlakte;

g.

vergunning

:

een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

h.

gebied A

:

het gebied dat wordt omsloten door Verbindingskanaal, Zuiderhaven, A-diep (de A), Spilsluizen, Turfsingel, Schuitendiep, Winschoterkade en Oosterhaven (incl. beide zijden van de diepenring);

i.

gebied B

:

het gebied dat wordt omsloten door Weg der Verenigde Naties, Beneluxweg, Noordzeeweg, Plataanlaan, Friesestraatweg en Laan 1940-1945, uitgezonderd gebied A;

j.

gebied C

:

de delen van de gemeente die niet behoren tot de gebieden A en B.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:

    • a.

      voorwerpen, aangebracht of geplaatst door de gemeente, de provincie, het rijk of de waterschappen, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

    • b.

      voorwerpen, aangebracht of geplaatst door de ANWB of een andere overeenkomstige instelling, voor zover deze voorwerpen uitsluitend een openbaar belang dienen of een verkeersaanwijzing bevatten;

    • c.

      voorwerpen ten behoeve van de afvoer van regen- of grondwater;

    • d.

      voorwerpen aan of in de onmiddellijke nabijheid van een perceel, bestaande uit rolluiken, alarminstallaties, televisiecamera's, lampen en dergelijke, die uitsluitend ten behoeve van de veiligheid zijn aangebracht;

    • e.

      vlaggenstokken, vlaggenstokhouders, vlaggen, spionnetjes, bloembakken, lampen, feestverlichting, spandoeken en zonneschermen;

    • f.

      bouwmaterialen aangebracht of geplaatst door derden ter uitvoering van een opdracht van de gemeente, verstrekt in het kader van de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak;

    • g.

      billboards, mupi’s, abri’s en reclameobjecten rond lichtmasten;

    • h.

      oplaadpunten voor elektrische voertuigen (e-laadpalen).

  • 2. De precariobelasting wordt niet geheven indien en voor zover ter zake daarvan al uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst of een andere gemeentelijke belasting-verordening een bedrag wordt gevorderd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak

  • 1. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien het belastingtijdvak een jaar is en het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 in de loop van dat jaar aanvangt, wordt de belasting geheven naar evenredigheid van het aantal volle maanden dat na aanvang van de belastingplicht in het jaar nog overblijft.

  • 3. Indien het belastingtijdvak een jaar is en het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 in de loop van dat jaar eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend naar evenredigheid van het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht in het jaar nog overblijft.

Artikel 10 Termijn van betaling

Een aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening precariobelasting 2019' van de gemeente Groningen van 31 oktober 2018, nr. 5h, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2020'.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in openbare raadsvergadering van 13 november 2019.

De voorzitter,

Koen Schuiling

De griffier,

Toon Dashorst

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2020

Nr.

Omschrijving

Eenheid

Tarief

0.

Algemeen tarief

0.1

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond en voor het gebruik van gemeentebezittingen, waarbij het verkeer wordt vrijgelaten en voor zover voor het hebben van deze voorwerpen of dit gebruik in deze tabel niet in een bijzonder tarief is voorzien per m2 per jaar

per m2 per jaar

58,69

0.2

Idem

per m2 per maand

6,13

0.3

Idem

per m2 per week

1,92

0.4

Idem

per m2 per dag

0,55

0.5

Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond en voor het gebruik van gemeentebezittingen, waarbij het verkeer wordt belemmerd of versperd en voor zover voor het hebben van deze voorwerpen of dit gebruik in deze tabel niet in een bijzonder tarief is voorzien

4,93

1.

Groenstroken en dergelijke

Groenstroken, kelderingangen of stoepen bij een perceel per groenstrook, kelderingang of stoep per jaar

6,20

2.

Bouwmaterialen

2.1

Bouwmaterialen, voor zover de gemeentegrond is voorzien van een wegbedekking of op andere wijze geschikt is gemaakt voor bestemd doel

per m2 per maand

6,53

2.2

Idem

per m2 per week

2,08

2.3

Bouwmaterialen, voor zover de gemeentegrond niet is voorzien van een wegbedekking of op andere wijze geschikt is gemaakt voor bestemd doel

per m2 per maand

0,64548

2.4

Idem

per m2 per week

0,19

3.

Kabels, leidingen, buizen, kokers en dergelijke

3.1

Kabels

per m per jaar

1,93

3.2

Leidingen, buizen, kokers e.d.

per m per jaar

5,95

4.

Terrassen

4.1

Terrassen in gebied A

per m2 per jaar

76,65

4.2

Terrassen in gebied B

per m2 per jaar

48,30

4.3

Terrassen in gebied C

nihil

5.

Uithangborden en dergelijke

Uithangborden, lichtbakken, neonlichtreclames e.d.

per m2 per jaar

132,30

6.

Containers en steigers

6.1

Open afvalcontainers met een inhoud minder dan 10 m3

per plaatsing

12,97

6.2

Open afvalcontainers met een inhoud van 10 m3 of meer

per plaatsing

32,04

6.3

Zeecontainers

per m2 per maand

6,35

6.4

Idem

per m2 per week

2,08

6.5

Rolsteigers

per plaatsing

25,70

6.6

Vaste steigers

per m2 per maand

6,35

6.7

Idem

per m2 per week

2,08