Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalorganisaties

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Peuterspeelzaalorganisatie:een instelling die zich ten doel stelt één of meer ruimtelijke voorzieningen in stand te houden, waarin geregeld, gedurende een gedeelte van de dag onderdak, toezicht en verzorging gepaard gaande met begeleiding gericht op de ontwikkeling van het kind, wordt geboden aan kinderen in de leeftijd vanaf 2 jaar tot de leeftijd waarop zij normaliter de basisschool bezoeken;

• b.

  Peuterspeelzaakwerk:het bevorderen van de ontwikkeling van het jongere kind, door middel van spelvormen en omgang met leeftijdgenootjes;

• c.

  Deelnemer:natuurlijke persoon die op de peildatum van 1 maart de leeftijd van 4 jaar nog niet heeft bereikt doch niet jonger is dan 2 jaar, waarvoor de ouders een bijdrage betalen en daardoor het recht heeft om aan de aktiviteiten van een instelling deel te nemen;

• d.

  Dagdeel:een gedeelte van een dag, waarop, minimaal twee aaneengesloten uren, peuterspeelzaakwerk uitgevoerd wordt;

• e.

  Groep:een aantal deelnemers dat gezamenlijk op één dagdeel aan de aktiviteiten deelneemt.

• f.

  Huisvestingslasten:1. kosten van groot onderhoud die voortvloeien uit door de burgemeester en wethouders goedgekeurde meerjarenonderhoudsplanningen; 2. het gebruiker- en eigenaardeel onroerende zaak belasting;3. premies die voortvloeien uit een afgesloten opstalverzekering;4. de aan derden verschuldigde huursom;5. de kosten van het gebruik van gas, water en elektriciteit.

Artikel 2 Toelating

De gemeenteraad bepaalt of een instelling op grond van deze beleidsregels in aanmerking komt voor subsidie. In ieder geval dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

• a.

  de peuterspeelzaal dient minimaal 2 dagen per week tenminste 2 aaneengesloten uren en maximaal 9 dagdelen per week geopend te zijn;

• b.

  het aantal weken per jaar, dat de peuterspeelzaal geopend is, is minimaal 40 weken;

• c.

  het aantal deelnemers dat per groep op eenzelfde tijdstip van de peuterspeelzaal gebruik maakt is tenminste 10;

• d.

  tijdens de openingsuren dient per groep tenminste één gediplomeerd peuterleidster aanwezig te zijn;

• e.

  voor deelname aan de activiteiten dient de peuterspeelzaalorganisatie een vergoeding te laten betalen door de betreffende verantwoordelijken (ouders of voogd).

Artikel 3 Subsidieaanvraag

Een aanvraag tot subsidievaststelling dient voor 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend te worden en omvat de volgende gegevens:

• a.

  een opgave van het aantal deelnemers per 1 maart van het jaar van indiening van de subsidieaanvraag met vermelding van woonadres en leeftijd en het aantal dagdelen waarop men de peuterspeelzaal bezoekt;

• b.

  een begroting van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij aangegeven is: - de totale kosten per dagdeel;- de totale baten per dagdeel;- de te ontvangen vergoeding per deelnemer;

• c.

  een balans per 1 januari van het jaar van indiening van de subsidieaanvraag;

• d.

  een jaarrekening van het jaar voorafgaand aan het jaar van indiening van de subsidieaanvraag;

• e.

  een specificatie van de huisvestingslasten van het jaar voorafgaand aan het jaar van indiening van de subsidieaanvraag;

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking 8 dagen na bekendmaking.

Artikel 6 Vervallen

Per 17 oktober 2003 komen de "Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalorganisaties" d.d. 23 juli 1998 te vervallen.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen aangehaald worden als "Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaal-organisaties".