Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR621656
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR621656/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Beleidsregels bijzondere bijstand voor computers aan schoolgaande kinderen Haaren 2018
Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2022
Intitulé
Beleidsregels bijzondere bijstand voor computers aan schoolgaande kinderen Haaren 2018Het college van burgemeester en wethouders;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
Beleidsregels bijzondere bijstand voor computers aan schoolgaande kinderen
Haaren 2018
Artikel 1 Begrippen
1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden
omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) of de Gemeentewet.
2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. aanvrager: de in de gemeente Haaren woonachtig persoon, ouder dan 18 jaar, die staat
ingeschreven in de Basisregistratie Personen, met ten laste komende kinderen tussen de 8 en
18 jaar om een bijdrage in aanschaf van een computer verzoekt;
b. wet: de Participatiewet;
c. college: het college van burgemeester en wethouders.
3. Computer: Waar computer staat, kan ook gelezen worden laptop.
Artikel 2 Doelstelling
Ouders met een minimum inkomen met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs ondervinden
soms problemen als het gaat om aanschaf van een computer voor hun kind(eren). Scholen gaan er in
de praktijk vanuit dat kinderen/scholieren thuis de beschikking hebben over een computer. Dat is niet
altijd het geval. Soms zijn ouders financieel niet in staat een computer te kopen.
Deze beleidsregels hebben dan ook als doel om te voorkomen dat kinderen op school achterop raken
omdat ze thuis niet kunnen beschikken over een geschikte computer.
Artikel 3 Doelgroep
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen moet de aanvrager op de dag van de aanvraag:
a. ingeschreven staan in de Basisregistratie personen (BRP) van de gemeente.
b. aanvrager heeft ten laste komende kinderen tussen 8 jaar tot 18 jaar die onderwijs volgen
c. Op deze beleidsregels zijn de beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Haaren
Participatiewet 2018 van toepassing met uitzondering op het gestelde in artikel 5 sub c.
Artikel 4 Hoogte bijdrage
a. De bijdrage bedraagt maximaal € 550,-- per ten laste komend kind tussen de 8 jaar en 18
jaar.
b. De bijdrage wordt voor een periode van 4 jaar verstrekt.
c. Aan alle kinderen in het gezin die tot de doelgroep behoren zoals beschreven in artikel 3 sub
b, kan een vergoeding voor worden verstrekt.
d. De bijdrage kan alleen gebruikt worden voor nieuwe (rand)apparatuur en noodzakelijke
software die vanuit school geëist wordt.
Artikel 5 De aanvraag
a. Een aanvraag voor bijzondere bijstand moet in beginsel worden ingediend vóórdat de kosten
zijn gemaakt.
b. De aanvraag voor bijzondere bijstand moet worden ingediend op een daartoe bestemd
aanvraagformulier, onder overlegging van de benodigde bewijsstukken, en kan, indien dit naar
het oordeel van het college doelmatiger is, ambtshalve worden opgemaakt of op een hiervoor
door het college vastgestelde werkwijze.
c. Als belanghebbende geen uitkering heeft op grond van de Participatiewet levert
belanghebbende bewijsstukken aan die aantonen wat zijn inkomen en vermogen zijn op de
datum van de aanvraag. Als belanghebbenden een uitkering hebben op grond van de
IOAW/IOAZ dan zijn bewijsstukken over het vermogen voldoende.
d. Belanghebbende levert op verzoek aanvullende bewijsstukken aan als deze noodzakelijk zijn
voor de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand.
e. Na het verstrijken van 4 jaar kan opnieuw een aanvraag ingediend worden voor het ten laste
komende kind.
Artikel 6 Uitbetaling
a. Op basis van een offerte die is toegevoegd bij de aanvraag wordt door het college een
principebesluit genomen
b. Betaling vindt plaats aan de aanvrager na het overleggen van de nota of op verzoek van de
aanvrager aan de leverancier na het overleggen van pro-forma nota
c. De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.
Artikel 7 Terugvordering
a. Indien de aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt op basis waarvan aan hem ten
onrechte de bijdrage is toegekend of indien aanvrager desgevraagd de bewijsstukken niet
overlegt waaruit blijkt dat hij de kosten waarvoor de bijdrage werd verstrekt, daadwerkelijk
heeft gemaakt, of wanneer een onverschuldigde betaling aan hem is gedaan, vordert het
college de kosten van de bijdrage geheel of gedeeltelijk terug.
b. Bij de beoordeling van de hoogte van het terug te vorderen bedrag, als bedoeld in het eerste
lid, houdt het college rekening met de ernst van het feit, de mate van verwijtbaarheid en de
persoonlijke omstandigheden van de aanvrager.
c. Alvorens tot terugvordering over te gaan, wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld
zijn zienswijze naar voren te brengen.
d. Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien:
- de vereiste spoed zich daartegen verzet;
- de belanghebbende al eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te
brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan;
- er sprake is van zeer ernstige gedragingen als bedoeld in artikel 14 van de Verordening
Handhaving Participatiewet IOAW en IOAZ 2017.
e. Terugvordering van de kosten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vindt eerst plaats
nadat het college de eerder toegekende bijdrage bij een zelfstandig besluit heeft ingetrokken.
Het college vordert bij zelfstandig besluit vervolgens de bijdrage terug op grond van het
bepaalde in artikel 6:203 Burgerlijk Wetboek.
Artikel 8 Hardheidsclausule
Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste
van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien van
toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.
Artikel 9 Uitvoering
Het college kan ten behoeve van de uitvoering en controle nadere regels vaststellen.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2018
2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bijzondere bijstand voor computers
aan schoolgaande kinderen Haaren 2018
3. De huidige beleidsregels “Bijzondere bijstand voor computers aan schoolgaande kinderen”
wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in zijn vergadering op 16 januari 2018
De secretaris,
Joan van den Akker
De burgemeester,
Jeannette Zwijnenburg-van der Vliet
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begrippen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2 Doelstelling
Aanschaf van een computer is een flinke investering. Zeker voor ouders die een laag inkomen
hebben. Met deze regeling wordt beoogd dat kinderen op school volwaardig mee kunnen doen. Het
onderwijs verandert. Zo wordt het gebruik van een computer of vergelijkbaar device steeds meer
geïntegreerd in het onderwijs. Om die reden zal ieder kind tussen de 8 jaar en 18 jaar moeten kunnen
beschikken over een computer om onnodige achterstand op school te voorkomen.
Artikel 3 Doelgroep
Het is van belang dat het ten laste komende kind onderwijs volgt en tussen de 8 jaar en 18 jaar is. Om
vast te stellen of aanvrager voldoet aan de inkomenscriteria zijn de beleidsregels Draagkracht
Minimaregelingen Gemeente Haarenipatiewet 2018 van toepassing, met
uitzondering op het gestelde in artikel 5 sub c.
Wanneer de aanvrager een inkomen heeft boven 120% van het sociaal minimum en artikel 7 lid 3 is
niet van toepassing, kan er geen bijzondere bijstand voor aanschaf van een computer worden
verstrekt.
Artikel 4 Hoogte bijdrage
De hoogte van deze bijzondere bijstand is vastgesteld op maximaal € 550,--. Per ten laste komend
kind kan slechts 1 keer per 4 jaar een beroep op deze bijdrage worden gedaan. Dat wil zeggen,
wanneer er binnen een gezin meerdere kinderen zijn in de leeftijd van 8 jaar tot 18 jaar, er ook
meerdere computers verstrekt kunnen worden.
De computer moet aangeschaft worden bij een officiële leverancier. Het moet gaan om nieuwe
(rand)apparatuur en software. Voor andere software pakketten dan Office dient vanuit school
bevestigd te worden of deze software noodzakelijk is voor het volgen van de opleiding. De computer
moet 4 jaar meegaan. Gelet op de snelle ontwikkelingen in deze sector moet uitgegaan worden van
nieuwe apparatuur. Tweedehands apparatuur komt derhalve niet in aanmerking voor een bijdrage.
In uitzonderlijke situaties kan deze bijdrage ook aangewend worden voor een tablet. Het moet dan wel
duidelijk zijn dat deze tablet noodzakelijk is om het onderwijs te kunnen volgen. Een bewijsstuk
hiervan moet overlegd worden.
Artikel 5 De aanvraag
Met het genoemde onder b en c wordt bedoeld dat aanvrager op verzoek alle benodigde
bewijsstukken dient te overleggen die noodzakelijk zijn om een inkomens- en vermogenstoets te
houden.
Met het gestelde onder d kan bijvoorbeeld gedacht worden aan bewijs van inschrijving voor school.
Artikel 6 Uitbetaling
Aanschaf van een computer is een flinke kostenpost, zeker van mensen met een laag inkomen. Om
teleurstelling te voorkomen dient klant bij aanvraag een offerte toe te voegen. Aan de hand van de
offerte kan dan een principebesluit worden genomen. Nadat klant een factuur heeft overlegd kan de
daadwerkelijke betaling plaatsvinden. De betaling wordt in principe gedaan aan de aanvrager. Indien
gewenst kan na overleggen van een pro-forma factuur een betaling rechtstreeks aan de leverancier
plaatsvinden.
De bijdrage kan gebruikt worden voor een computer/laptop, randapparatuur zoals printer,
toetsenbord etc, software (bv office-pakket) en eventuele benodigdheden die vanuit school worden
opgelegd aan een computer.
De maximale bijdrage bedraagt € 550,-- per 4 jaar. Mocht blijken dat de aanschaf van een computer
lager is, dan zal het feitelijke bedrag worden uitgekeerd.
Artikel 7 Terugvordering
1. Wanneer achteraf wordt geconstateerd dat een bijdrage is toegekend op basis van door de
cliënt verstrekte onjuiste informatie, wordt de bijdrage teruggevorderd indien de bijdrage niet
zou zijn verstrekt wanneer de juiste informatie zou hebben geleid tot een afwijzing.
2. Terugvordering kan ook plaatsvinden wanneer de gemeente onverschuldigd betalingen heeft
gedaan. Bij de terugvordering wordt rekening gehouden met de ernst van het feit, de mate
van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de cliënt. De cliënt dient hierover
te worden gehoord, tenzij er sprake is van omstandigheden als bedoeld onder d.
3. Omdat besluiten in het kader van deze regeling geen besluiten zijn krachtens een wet, dient
terugvordering plaats te vinden op grond van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 8 Hardheidsclausule
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 9 Uitvoering
Het college kan ten behoeve van de uitvoering en controle nadere regels vaststellen.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl