Regeling vervallen per 04-05-2017

Verordening tot bestrijding van heling

Geldend van 20-01-1994 t/m 03-05-2017

Intitulé

Verordening tot bestrijding van heling

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 december 1993;

overwegende dat het gewenst is regels te stellen ter bestrijding van heling;

gelet op de artikelen 437 van het Wetboek van Strafrecht en 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

  • I.

    in te trekken zijn besluit van 7 juli 1993, nr. 93.3700;

  • II.

    vast te stellen de

Verordening tot bestrijding van heling

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  • b.

    verkoopregister: het aantekening houden van het verkopen of op andere wijze overdragen van alle gebruikte en ongeregelde goederen door de handelaar.

Artikel 2 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

  • 1. De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte en ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld:

    • a.

      het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    • b.

      de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    • c.

      een omschrijving van het goed, daaronder begrepen -voorzover dat mogelijk is- soort, merk en nummer van het goed;

    • d.

      de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;

    • e.

      de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

  • 2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de verplichtingen genoemd in het eerste lid.

Artikel 3 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

  • a.

    wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 437 ter, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht de burgemeester of de door hem aangewezen ambtenaar er schriftelijk van in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt, daarbij tevens schriftelijke opgave te doen van zijn woonadres en van het volledige adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen;

  • b.

    de onder a. genoemde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld, doch in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres, het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijnde lokaliteit;

  • c.

    aan de hoofdingang van elke vestiging of nevenvestiging, aan elk perceel, aan elke kraam of voertuig, waarin of waarop het verhandelen plaatsvindt, een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model-kenteken te hebben, waarop zijn naam, de aard van zijn onderneming en het politieregistratienummer duidelijk zichtbaar voorkomen;

  • d.

    indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen, waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan, hiervan onverwijld kennis te geven aan de burgemeester of de door hem aangewezen ambtenaar;

  • e.

    wanneer hij heeft opgehouden van het opkopen een beroep of gewoonte te maken, onderscheidenlijk het beroep van de handelaar niet langer uitoefent, de burgemeester of de door hem aangewezen hiervan onverwijld, doch in ieder geval binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen.

Artikel 4 Vervreemding van de door opkoop verkregen goederen

Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen dat het onder zijn berusting is over te dragen of daarin enige wijzigingen aan te brengen, tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.

Artikel 5 Handel in horeca-inrichtingen

  • 1. Het is de houder van een inrichting verboden toe te laten dat een handelaar of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor openbare verkopingen en veilingen.

  • 3. In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      inrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1 van de Algemene Politieverordening gemeente Hellendoorn;

    • b.

      houder: de houder als bedoeld in artikel 2.3.1.1 van de Algemene Politieverordening gemeente Hellendoorn.

Artikel 6 Betreden dan wel binnentreden woningen, andere gebouwen en terreinen

  • 1. Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen -woningen en vaartuigen daaronder mede verstaan-, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden:

    • a.

      aan hen, die en voorzover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      aan hen, die en voorzover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • c.

      aan de opsporingsambtenaren, die en voorzover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde last is te allen tijde uitvoerbaar.

  • 3. Voor zoveel de in het eerste lid bedoelde last woningen betreft wordt deze verstrekt met inachtneming van de wet van 31 augustus 1853, Staatsblad 83.

  • 4. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet ten aanzien van de ruimten waarvan het betreden danwel binnentreden, buiten het geval van ontdekking op heterdaad, voor het opsporen van een strafbaar feit ingevolge het bepaalde in artikel 123 van het Wetboek van Strafvordering niet is toegelaten.

Artikel 7 Aanhalingstitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Helingverordening".

III. te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 20 januari 1994.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,