Dienst- en werkkledingreglement

Geldend van 02-05-1992 t/m heden

Intitulé

Dienst- en werkkledingreglement

Dienst- en werkkledingreglement

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    belanghebbende: de ambtenaar in de zin van het Ambtenarenreglement 1990 alsmede de werknemer in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit die een functie vervult als omschreven in de bij deze regeling behorende en door burgemeester en wethouders vastgestelde verstrekkingslijst dienst- en werkkleding;

  • b

    dienst- en werkkleding: kleding en/of schoeisel die/dat voor voortdurend gebruik tijdens de werktijd van gemeentewege aan belanghebbende wordt/worden verstrekt.

Artikel 2

Voor het verstrekken van dienst- en werkkleding komt in aanmerking de belanghebbende die in optreden herkenbaar dient te zijn alsmede de belanghebbende die voor de uitoefening van werkzaamheden aan bijzondere eisen van hygiëne en veiligheid moet voldoen dan wel wiens werkzaamheden een bijzondere slijtage of bevuiling van de eigen kleding veroorzaken.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders stellen een verstrekkingslijst vast waarin de functies staan vermeld en de daarbij te verstrekken dienst- en werkkleding alsmede de minimumdraagtijd voor elk dienst- en werkkledingstuk afzonderlijk zonodig aangegeven met het maximumbedrag dat bij de aanschaf mag worden besteed.

Artikel 4

Wanneer een dienst- of werkkledingstuk buiten schuld of nalatigheid van de belanghebbende voor het verstrijken van de vastgestelde minimumdraagtijd niet meer kan worden gedragen, kan een nieuw dienst- of werkkledingstuk worden verstrekt.

Ingeval de belanghebbende zich schuldig maakt aan grove verwaarlozing van dienst- of werkkleding waardoor deze niet meer kan worden gedragen of niet meer in behoorlijke staat kan worden gebracht, kan belanghebbende worden verplicht een vergoeding te betalen welke overeenkomstig het volgende lid wordt vastgesteld.

De in het voorgaande lid bedoelde vergoeding is ten hoogste gelijk aan het bedrag dat wordt verkregen door de kosten van aanschaf van het niet meer bruikbare dienst- of werkkledingstuk te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het aantal volle maanden dat ontbreekt aan de voor het dienst- en werkkledingstuk minimum vastgestelde draagtijd en de noemer door het aantal maanden dat voor het dienst- of werkkledingstuk als minimumdraagtijd is vastgesteld.

De door de belanghebbende te betalen vergoeding wordt door inhouding op de bezoldiging voldaan.

Artikel 5

De tijd gedurende welke belanghebbende wegens ziekte of andere omstandigheden geen gebruik maakt van dienst- of werkkleding, blijft voor de toepassing van de minimumdraagtijd buiten beschouwing tenzij deze ziekte of andere omstandigheden zich in enig kalenderjaar gedurende tenminste een (1) maand onafgebroken of gedurende tenminste twee maanden met onderbreking voordoen. Genoten verlofdagen blijven hierbij buiten beschouwing.

Artikel 6

De belanghebbende is verplicht tot onderhoud en reiniging van de aan hem van gemeentewege verstrekte dienst- of werkkleding en dat deze zich steeds in een behoorlijke staat bevindt.

Voor dienst- en werkkleding die aan buitengewoon sterke bevuiling is blootgesteld kan door burgemeester en wethouders worden bepaald dat de reiniging voor rekening van de gemeente wordt genomen.

Artikel 7

Het gebruik van dienst- en werkkleding buiten werktijd is verboden.

Artikel 8

De dienst- en werkkleding blijft eigendom van de gemeente Helmond.

Bij het verstrijken van de minimumdraagtijd wordt slechts tegen inlevering van de oude dienst- en werkkleding nieuwe dienst- en werkkleding verstrekt.

Bij ontslag uit gemeentedienst of bij wijziging van de functie van de belanghebbende, kan de dienst- en werkkleding worden ingenomen.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders kunnen voor zover nodig in afwijking van de bij of krachtens deze verordening gestelde regelen beslissen in individuele gevallen of bepaalde groepen van gevallen waarin deze regelen naar hun oordeel niet of niet naar redelijkheid voorzien.

Artikel 10

Bij het in werking treden van deze verordening vervalt het Dienstkledingreglement, zoals dat is vastgesteld bij raadsbesluit van 13 juni 1951.

Artikel 11

Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Dienst- en Werkkledingreglement" treedt in werking met ingang van 1 mei 1992.