Ontheffingenbeleid paracommercie 2014

Geldend van 01-04-2014 t/m heden

Intitulé

Ontheffingenbeleid paracommercie 2014

Ontheffingenbeleid paracommercie

Inleiding

Op 17 december 2013 besloot de raad tot het vaststellen van ‘Regels paracommercie Drank- en Horecawet’ door het invoegen van afdeling 8A in hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Heusden (hierna: APV). Deze regels zijn met ingang van 1 januari 2014 in werking getreden.

De Drank- en Horecawet biedt een rechtstreekse ontheffingsmogelijkheid voor de regels zoals deze in de APV zijn opgenomen. Dit is geregeld in artikel 4, lid 4: “De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit artikel gestelde regels”.

Doel van ontheffingenbeleid

Dit ontheffingenbeleid geeft aan in welke gevallen ontheffing wordt verleend van de vastgestelde regels. Hierdoor wordt voorkomen dat in elk individueel geval een eigen afweging moet worden gemaakt. Bovendien geeft het beleidskader helderheid aan de betrokken paracommerciële rechtspersonen, horecaondernemers en voor de behandelend ambtenaar.

Inhoud regels paracommercie

De regeling paracommercie bevat voorschriften over:

  • -

    De tijden, waarop de paracommerciële rechtspersonen alcohol mogen schenken:

  • -

    maandag tot en met zaterdag tussen 13.00 uur en 24.00 uur;

  • -

    zondag tussen 11.00 uur en 24.00 uur;

  • -

    De aard van de bijeenkomsten, waarbij de paracommerciële rechtspersonen alcohol mogen schenken:

  • -

    niet bij feesten van persoonlijke aard, bijvoorbeeld tijdens feesten en partijen;

  • -

    niet bij bijeenkomsten, die gericht zijn op personen die niet betrokken zijn bij de paracommerciële rechtspersoon. Er mag wel alcohol worden geschonken bij:

t oegestane activiteiten die genoemd zijn in artikel 2:34bb van de regeling, zoals een feestavond, clubkampioenschap, toernooien.

Uitgangspunten ontheffingenbeleid

Bij de totstandkoming van de regels paracommercie Drank- en Horecawet is te kennen gegeven dat zeer terughoudend ontheffing zal worden verleend op basis van artikel 4, lid 4, Drank- en Horecawet. Het uitgangspunt is nee, tenzij.

1.Alcohol tijdens feesten van persoonlijke aard

Er worden geen ontheffingen verleend voor het schenken van alcohol tijdens feesten van persoonlijke aard.

2.Alcohol tijdens bijeenkomsten die (mede) zijn gericht tot personen, die niet rechtstreeks bij de activiteiten van de rechtspersoon zijn betrokken

In de regels paracommercie staan activiteiten, waarbij alcohol geschonken mag worden: de toegestane activiteiten. De betrokken lijst is bedoeld om een limitatieve opsomming te geven van activiteiten die zijn toegestaan, ook al hebben ze niet rechtstreeks te maken met de eigenlijke doelstellingen van de paracommerciële rechtspersoon of richten ze zich tot personen, die niet rechtstreeks betrokken zijn bij de rechtspersoon. Hierdoor hebben de paracommerciële rechtspersonen mogelijkheden hun eigen feesten en bijzondere activiteiten te vieren.

Voor de genoemde activiteiten is geen ontheffing vereist, omdat ze rechtstreeks op grond van de regeling toegestaan zijn. In principe wordt geen ontheffing verleend voor andere activiteiten (ander soort activiteit of groter in aantal) dan die in de regeling zelf zijn genoemd. Dit uitgangspunt is echter niet zo absoluut als dat over de feesten van persoonlijke aard. In bijzondere gevallen kan ontheffing worden verleend voor een activiteit, die niet in de lijst van toegestane activiteiten is opgenomen. Het gaat dan om de volgende situatie:

  • -

    de specifieke voorzieningen van de instelling dragen bij aan het karakter van de bijeenkomst. Bijvoorbeeld als het gebruik van sportvelden nodig is voor de activiteit.

3. Schenktijden

De reguliere schenktijden liggen vast op grond van de regels paracommercie. Bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (geen feesten van persoonlijke aard) is het mogelijk ontheffing te krijgen van de reguliere schenktijden. Op deze manier is het mogelijk dat de paracommerciële rechtspersonen niet alleen alcohol kunnen schenken bij bijzondere activiteiten, maar daarbij ook langer kunnen schenken dan tijdens hun normale activiteiten. Voorwaarde is wel dat dit niet langer duurt dan een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen. Deze voorwaarde volgt rechtstreeks uit de wet.

Er is voor gekozen om verruiming van schenktijden via het ontheffingenbeleid te regelen, omdat:

  • -

    door het verlenen van ontheffing maatwerk mogelijk is;

  • -

    wordt voorkomen dat het om structurele schenktijden gaat;

  • -

    in de praktijk inzichtelijk is, wanneer een paracommercieel horecabedrijf later open mag zijn. Het is immers niet van alle paracommerciële instellingen op voorhand bekend, wanneer zij hun feesten, toernooien etcetera hebben.

Uiterste tijden

Bij het verlenen van ontheffing van de schenktijden geldt:

  • -

    in het weekend tot maximaal 02.00 uur. De reden is dat het met twee uur tijdsverschil nog interessant is om aansluitend de reguliere horeca te bezoeken. Dit tijdstip sluit aan bij bestaand horecabeleid;

  • -

    op doordeweekse dagen: tot maximaal 01.00 uur;

  • -

    de starttijd zal per aanvraag worden beoordeeld, omdat deze sterk afhankelijk is van de aard van de activiteiten.

4. Sluitingstijden

De regelgeving maakt onderscheid in sluitings- en schenktijden. Op basis van artikel 2:29 APV is het sluitingsuur voor paracommerciële rechtspersonen de hele week 24.00 uur. Het is wenselijk om, samen met verlenging van de schenktijden vanwege bijzondere activiteiten, ook de verlenging van de sluitingstijden te regelen. Dat kan op basis van artikel 2:30 APV. Dit is ook meegenomen in de bijgevoegde beleidsregel. Als uitgangspunt geldt:

-wanneer ontheffing wordt verleend van de schenktijden, wordt dezelfde ontheffing verleend van de sluitingstijd. Daarmee is ook bij bijzondere gelegenheden de schenktijd gelijk aan de sluitingstijd.

Inherente afwijkingsbevoegdheid

Bij de beoordeling van verzoeken om ontheffing zijn de hier opgenomen beleidsregels uitgangspunt. Afwijking hiervan is alleen mogelijk, wanneer sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, waarmee in het beleid geen rekening is gehouden en waarbij het vasthouden aan het beleid tot onevenredige benadeling van betrokkenen leidt. Als daarvan sprake is, zal in de desbetreffende ontheffing worden gemotiveerd, waarom wordt afgeweken van de algemene uitgangspunten.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met ingang van 1 april 2014 in werking.