Regeling vervallen per 09-12-2022

Regeling gesprekscyclus jaargesprekken gemeente Hoogeveen

Geldend van 02-09-2011 t/m 08-12-2022

Intitulé

Regeling gesprekscyclus jaargesprekken gemeente Hoogeveen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen,

gelet op het bepaalde in artikel 15:1:15, eerste en tweede lid, van de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

gezien de bereikte overeenstemming in de ondernemingsraad d.d. 15 september 2010;

besluiten :

vast te stellen de volgende regeling:

Regeling gesprekscyclus jaargesprekken gemeente Hoogeveen

Artikel 1. Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    werknemer: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, met uitzondering van ambtenaren bedoeld in van artikel 1:2:1 leden 2 t/m 4 van de UWO;

  • b.

    degene op wie de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten van toepassing is;

  • c.

    leidinggevende: directie, werknemer met een managementfunctie of de werknemer die door de clustermanager is belast met de uitvoering van de HRM-taken;

  • d.

    informant: een persoon die een functionele werkrelatie met de werknemer heeft en waardevolle informatie kan verstekken aan de beoordelaar over het functioneren van de medewerker.

Artikel 2. Planning

  • 1. De leidinggevende en de werknemer voeren elk jaar een planningsgesprek.

  • 2. Naast de leidinggevende en de werknemer kunnen op verzoek van beiden andere personen bij het planningsgesprek aanwezig zijn. Dit wordt voor aanvang van het gesprek kenbaar gemaakt.

  • 3. In het planningsgesprek wordt in ieder geval aandacht besteed aan het takenpakket van de werknemer, de doelstellingen van de werkeenheid, resultaatgebieden medewerker, houding en gedrag en voorwaarden om genoemde doelen te kunnen realiseren.

  • 4. In het planningsgesprek komen leidinggevende en werknemer doelstellingen overeen voor een bepaalde periode. Daarbij gaat het om resultaatsdoelstellingen (output) en om doelstellingen met betrekking tot houding en gedrag.

  • 5. De in het vierde lid bedoelde afspraken worden vastgelegd op het formulier “verslag planningsgesprek.

  • 6. Als de leidinggevende en de werknemer het niet eens worden over de te maken afspraken beslist de leidinggevende en kan de werknemer zijn zienswijze vermelden op het formulier. In dat geval tekent de werknemer voor gezien.

  • 7. Het verslag planningsgesprek wordt vastgesteld en in tweevoud opgesteld. Eén exemplaar is voor de werknemer en één exemplaar wordt maximaal 4 jaar bewaard in het persoonsdossier.

Artikel 3. Functioneren

  • 1. De leidinggevende en de werknemer voeren elk jaar een functioneringsgesprek.

  • 2. Naast de leidinggevende en de werknemer kunnen op verzoek van beiden andere personen bij het functioneringsgesprek aanwezig zijn. Dit wordt voor aanvang van het gesprek kenbaar gemaakt.

  • 3. Het functioneringsgesprek heeft onder meer tot doel de vastgelegde afspraken uit het planningsgesprek te volgen en te ondersteunen. Zo nodig worden de afspraken nader ingevuld, aangevuld dan wel bijgesteld. Daarnaast wordt gesproken over algemene werkgerelateerde werkomstandigheden en over de persoonlijke ontwikkeling van de werknemer.

  • 4. De in het derde bedoelde afspraken worden vastgelegd op het formulier “verslag functioneringsgesprek”.

  • 5. Als de leidinggevende en de werknemer het niet eens worden over de te maken afspraken beslist de leidinggevende en kan de werknemer zijn zienswijze vermelden op het formulier. In dat geval tekent de werknemer voor gezien.

  • 6. Het verslag functioneringsgesprek wordt vastgesteld en in tweevoud opgesteld. Eén exemplaar is voor de werknemer en één exemplaar wordt maximaal 4 jaar bewaard in het persoonsdossier.

Artikel 4. Beoordeling

  • 1. Het functioneren van de werknemer wordt ten minste één keer per jaar beoordeeld conform de procedure zoals omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van deze regeling.

  • 2. Deze beoordeling vindt elk jaar plaats, bij voorkeur voor 1 december. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, wordt de beoordeling zo spoedig mogelijk na afloop van de beoordelingsperiode opgesteld.

  • 3. De duur van de beoordelingsperiode is één jaar. Hiervan kan de leidinggevende na overleg met de werknemer afwijken, bijvoorbeeld na indiensttreding, wijziging van de functie of langdurige ziekte van de werknemer.

Artikel 5. Opstellen van de voorlopige beoordeling

  • 1. Indien er consequenties voorvloeien uit de beoordeling stelt de leidinggevende tenminste twee weken voor het einde van de beoordelingsperiode een voorlopige beoordeling op. De leidinggevende gebruikt daarbij het standaardformat ‘beoordelingsformulier’, waarvan het model als bijlage 3 onderdeel uitmaakt van deze regeling.

  • 2. De leidinggevende beoordeelt het functioneren van de werknemer aan de hand van de afspraken die in het plannings- en functioneringsverslag zijn vastgelegd.

  • 3. De leidinggevende gaat daarbij uit van zijn eigen ervaringen en maakt zo mogelijk gebruik van de ervaringen van door hem aan te wijzen informanten.

  • 4. Op het formulier verslag beoordelingsgesprek wordt aangegeven van welke informanten informatie is ingewonnen.

  • 5. De voorlopige beoordeling heeft louter betrekking op het functioneren van de werknemer in de voor de beoordeling vastgestelde beoordelingsperiode.

Artikel 6. Beoordelingsgesprek

  • 1. De leidinggevende stelt na overleg met de werknemer een datum vast voor een beoordelingsgesprek.

  • 2. Indien er consequenties voorvloeien uit de beoordeling ontvangt de werknemer minimaal twee weken voor het beoordelingsgesprek een afschrift van de voorlopige beoordeling, die door de leidinggevende is opgesteld aan de hand van het standaardformat ‘beoordelingsformulier’.

  • 3. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd tussen de leidinggevende en de werknemer. Naast de leidinggevende en de werknemer kunnen op verzoek van beiden andere personen bij het beoordelingsgesprek aanwezig zijn. Dit wordt voor aanvang van het gesprek kenbaar gemaakt.

  • 4. De leidinggevende licht in het gesprek zijn voorlopige beoordeling toe.

  • 5. De werknemer krijgt in het beoordelingsgesprek de gelegenheid om zijn bedenkingen op de beoordeling kenbaar te maken en kan deze eventueel vast laten leggen op het beoordelingsformulier.

Artikel 7. Definitieve beoordeling

  • 1. Na het beoordelingsgesprek stelt de tekenbevoegde leidinggevende een definitieve beoordeling vast. Deze wordt in tweevoud opgesteld. Eén exemplaar is voor de werknemer en één exemplaar wordt maximaal 4 jaar bewaard in het persoonsdossier.

  • 2. De werknemer tekent de beoordeling voor gezien.

Artikel 8. Hardheidsclausule

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling gesprekscyclus jaargesprekken gemeente Hoogeveen ’.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking daags na publicatie op Huisnet.

Artikel 11. Overgangsrecht

Regelingen van eerdere datum inzake functioneren of beoordeling worden ingetrokken per datum van inwerkingtreding als bedoeld in artikel 10.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 19 juli 2011.
De burgemeester, De secretaris,