Regeling vervallen per 25-02-2020

Regeling Informatiebeheer Hoogheemraadschap Delfland 2011

Geldend van 27-10-2011 t/m 24-02-2020

Intitulé

Regeling Informatiebeheer Hoogheemraadschap Delfland 2011

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1.

  • 1.

    Deze regeling verstaat onder:

  • a

    de wet De Archiefwet 1995

  • b

    archiefverordening de in de artikelen 35 eerste lid en 37 tweede lid van de wet bedoelde verordening, vastgesteld bij besluit van de verenigde vergadering d.d. 27 oktober 2011;

  • c.

    documenten de in de wet in artikel 1, onder c, bedoelde archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats;

  • d

    beheer van documenten het treffen van maatregelen en het aanbrengen van voorzieningen, die nodig zijn om documenten in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren;

  • e

    beheereenheid een door het dagelijks bestuur als zodanig aan te wijzen organisatieonderdeel1;

  • f

    informatiebestand documenten, waarin een bepaalde fysieke of logische ordening gebracht is, of met een bestaand hulpmiddel gebracht kan worden;

  • g

    informatiebeheer het geheel van handelingen, samenhangend met de voorzieningen inrichting en beheer van informatiesystemen en documenten;

  • h

    de Archiefregeling Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2009, nr. WJZ/178205 (8189), met betrekking tot de duurzaamheid en de geordende en toegankelijke staat van archiefbescheiden en de bouw en inrichting van archiefruimten en archiefbewaarplaatsen (Staatscourant 2010, nr. 70);

  • i

    i. de archiefbewaarplaats de door het algemeen bestuur overeenkomstig artikel 36 van de wet aangewezen archiefbewaarplaats ten behoeve van het roerend cultureel historisch erfgoed.

  • 2

    Deze regeling is mede van toepassing op documenten die ingevolge de voor het waterschap geldende selectielijst voor vernietiging in aanmerking komen, tenzij in deze regeling anders is bepaald.

Hoofdstuk II Verantwoordelijkheid

Artikel 2.

Als verantwoordelijke eenheid in de zin van deze regeling wordt aangewezen een door secretaris-directeur gemandateerd organisatieonderdeel wat zich geheel of gedeeltelijk bezighoudt met het beheer van de documenten.

Artikel 3.

De verantwoordelijke eenheid is belast met het beheer van de documenten van het hoogheemraadschap, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

HOOFDSTUK III ARCHIEFVORMING EN –ORDENING

Productie van documenten

Artikel 4.

De verantwoordelijke eenheid draagt er zorg voor, dat de vervaardiging van documenten op zodanige wijze en met zodanige materialen geschiedt dat hun houdbaarheid tenminste in overeenstemming is met de bij of krachtens de wet gestelde eisen.

Artikel 5.

De verantwoordelijke eenheid draagt er zorg voor dat bij het wijzigen, verwijderen of vernietigen van documenten, of onderdelen daarvan, de bij of krachtens de wet gegeven regels betreffende selectie en vernietiging worden toegepast.

Artikel 6.

Van documenten, waarvan een exemplaar wordt verzonden, wordt een kopie bewaard als archiefstuk.

Artikel 7.

De verantwoordelijke eenheid draagt – voor zover van toepassing – zorg voor de opstelling van procedures voor documentenverkeer en de behandeling van ingekomen, uitgaande en interne documenten, rekening houdend met de bij en krachtens de wet gestelde eisen.

IDENTIFICERING VAN DOCUMENTEN

Artikel 8.

  • 1.

    De verantwoordelijke eenheid draagt er zorg voor, dat uit ieder document, dan wel uit daarbij behorende informatie, blijkt wanneer het document is ontvangen of opgemaakt, wie de afzender of vervaardiger is, op welke taak het document betrekking heeft, wat de status en het ontwikkelingsstadium van het document is, en wanneer en aan wie een exemplaar ervan is verzonden.

  • 2.

    Ten aanzien van documenten dienen kenmerken zodanig te worden vastgelegd, dat ze met behulp daarvan op eenvoudige wijze kunnen worden teruggevonden.

  • 3.

    Het vorige lid heeft geen betrekking op documenten, die niet benodigd zijn in het kader van uitvoering van taken en de verantwoording daarover, of die niet in verband met enig wettelijk voorschrift worden opgemaakt, ontvangen of bewaard, dan wel geen verband houden met de communicatie met de burger.

Artikel 9.

Vervallen.

ORDENING EN TOEGANKELIJKHEID VAN DOCUMENTEN

Artikel 10.

De verantwoordelijke eenheid draagt er zorg voor, dat de onder zijn beheer staande documenten in goede, geordende en toegankelijke staat zijn of worden gebracht en dat de ordening van de documenten geschiedt volgens een doelmatige en doeltreffende systematiek, overeenkomstig een ordeningsstructuur als bedoeld in artikel 18 van de Archiefregeling.

Artikel 11.

  • 1.

    De verantwoordelijke eenheid ziet erop toe, dat van informatiebestanden in overeenstemming met artikel 18 van de Archiefregeling een overzicht wordt aangelegd en bijgehouden, waarin de informatiebestanden worden beschreven en in verband kunnen worden gebracht met de verschillende programma’s, werkprocessen en taken.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in de toelichting van artikel 18 van de Archiefregeling worden ook van op termijn vernietigbare digitale documenten op zijn minst de volgende gegevens vastgelegd: een beschrijving van de bestanden die Delfland heeft opgemaakt en ontvangen, het betreffende werkproces, begin- en einddatum en indien van toepassing de relatie met voor blijvende bewaring in aanmerking komende bestanden.

  • 3.

    Van vernietigbare digitale documenten worden de in artikel 17 van de Archiefregeling opgesomde gegevens geregistreerd indien de toepassingsprogrammatuur, het platform of de besturingsprogrammatuur wordt vervangen voordat de bewaartermijn verstrijkt.

  • 4.

    De verantwoordelijke eenheid doet zodra nodig opgave van de noodzaak tot conversie, migratie of emulatie van informatiebestanden bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    Verantwoordelijk voor tijdige en daadwerkelijke uitvoering van de in het vierde lid bedoelde conversie, migratie of emulatie zijn:

    • a

      de beheereenheid als bedoeld in Artikel 21 van de Archiefverordening Delfland waar de betreffende digitale documenten of informatiebestanden zijn opgemaakt of ontvangen;

    • b

      de beheereenheid als bedoeld in Artikel 21 van de Archiefverordening Delfland waaraan bij een reorganisatie of opheffing rechten of functies zijn overgegaan, voor de daarbij aan hen overdragen digitale documenten of informatiebestanden;

Artikel 12.

Uit het in het vorige artikel beschreven overzicht blijkt te allen tijde, waar de informatiebestanden en hun onderdelen zich bevinden of wanneer onderscheidenlijk aan wie ze zijn overgebracht, overgedragen, vernietigd of vervreemd.

HOOFDSTUK IV BEHEER VAN DOCUMENTEN

BEWARIG VAN DOCUMENTEN

Artikel 13.

De verantwoordelijke eenheid draagt er zorg voor, dat de onder zijn beheer staande documenten in goede, geordende en toegankelijke staat worden bewaard.

Artikel 14.

De verantwoordelijke eenheid draagt er zorg voor, dat ten aanzien van het beheer van de archiefruimten, wordt voldaan aan de bij of krachtens de wet gestelde eisen.

BEVEILIGING EN RAADPLEGING VAN DOCUMENTEN

Artikel 15.

De verantwoordelijke eenheid draagt zorg voor de nodige informatiebeveiliging, welke mede omvat de nodige procedurele en technische voorzieningen voor het tegengaan van wijziging, verwijdering, kopiëring of vernietiging van documenten die daarvoor gezien hun aard en status niet in aanmerking komen.

Artikel 16.

Uitlening of inzien van documenten is slechts toegestaan aan functionarissen van de eenheid, die ambtelijk zijn belast met behandeling van de betreffende aangelegenheid, en aan andere functionarissen na verkregen toestemming van het hoofd van de beheereenheid.

Artikel 17.

Het is verboden documenten uit informatiebestanden te verwijderen, tenzij ingevolge bij of krachtens de wet gegeven regels.

Artikel 18.

  • 1.

    De verantwoordelijke eenheid draagt zorg voor de geheimhouding van daarvoor in aanmerking komende documenten.

  • 2.

    Raadpleging en uitlening van documenten, die aan enige bijzondere vorm van geheimhouding zijn onderworpen, is behoudens toestemming van de secretaris-directeur slechts toegestaan aan die functionarissen van een eenheid, die ambtelijk zijn belast met de behandeling van de betreffende aangelegenheid.

  • 3.

    Het hoofd van de beheereenheid draagt er zorg voor, dat de in het tweede lid genoemde functionarissen aan degenen aan wie de uitvoering van deze regeling is opgedragen, meedelen welke documenten aan enige bijzondere vorm van geheimhouding zijn onderworpen. Zij bepalen ten minste eenmaal per jaar gezamenlijk of verlenging van geheimhouding van de betreffende documenten noodzakelijk is.

  • 4.

    Aan het verlenen van toestemming als bedoeld in het tweede lid kan de secretaris-directeur voorwaarden verbinden.

VERVREEMDING EN OVERDRACHT VAN DOCUMENTEN

Artikel 19.

Overdracht van documenten aan andere beheereenheden, waarbij het bepaalde in Artikel 22 van deze regeling niet van toepassing is, behoeft de goedkeuring van het dagelijks bestuur.

SELECTIE EN VERNIETIGING VAN DOCUMENTEN

Artikel 20.

  • 1.

    De verantwoordelijke eenheid zorgt voor het in een zo vroeg mogelijk stadium selecteren van documenten en informatiebestanden voor bewaring en vernietiging overeenkomstig de daarvoor bij en krachtens de wet gegeven voorschriften.

  • 2.

    Ingeval van selectie voor vernietiging worden de documenten en informatiebestanden voorzien van een kenmerk, dat de bewaartermijn aangeeft.

  • 3.

    Van deze bewaartermijn wordt tevens aantekening gehouden in het in Artikel 11 van deze regeling bedoelde overzicht.

Artikel 21.

De verantwoordelijke eenheid stelt alvorens tot vernietiging van documenten over te gaan een lijst op van vernietigbare documenten met inachtneming van de geldende selectielijst.

OVERBRENGING VAN DOCUMENTEN

Artikel 22.

Bij overbrenging van documenten als bedoeld in artikel 12 van de wet wordt, in het geval het in een informatiesysteem opgenomen documenten en informatiebestanden betreft, het informatiesysteem, voor zover onmisbaar voor raadpleging, overgebracht.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 23.

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling vervalt het Besluit Informatiebeheer 2004.

Artikel 24.

Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling Informatiebeheer van het hoogheemraadschap Delfland 2011.

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Delfland.

, voorzitter

, secretaris

Regeling Informatiebeheer hoogheemraadschap Delfland

Memorie van toelichting

Deze regeling Informatiebeheer is gebaseerd op artikel 7 van de Archiefverordening hoogheemraadschap Delfland 2011. Met deze regeling wordt beoogd de ambtelijke verantwoordelijkheid voor het archiefbeheer van documenten, het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en bewaren van documenten te regelen. De regeling is daarbij zowel van toepassing op digitale documenten als op papieren documenten. Het begrip documenten is gerelateerd aan het archiefrechtelijk begrip archiefbescheiden.

Het besluit bevat bepalingen inzake de verantwoordelijkheid voor het beheer, de archiefvorming- en ordening en inzake het beheer van overige archiefdocumenten, zoals e-mail. Het houdt nadrukkelijk rekening met het beheer van digitale informatiebronnen. In verband met de noodzaak de bepalingen van deze regeling te kunnen bespreken met personen, die niet werkzaam zijn in de documentaire informatievoorziening – bijvoorbeeld automatiseerders en systeembeheerders – is de terminologie van het besluit daarop aangepast. Het gebruik van het begrip ‘document’ is daarvan een voorbeeld.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 eerste lid

Onder d en e, informatiebestand en informatievoorziening: definitie van deze begrippen is vooral opgenomen om ten aanzien van specifieke aspecten van digitale documenten regels te kunnen stellen.

Artikel 1 Tweede lid

De uitvoering van vele overheidstaken ligt vast in uiteindelijk vernietigbare documenten. Deze dienen ter verantwoording van het beleid en de democratische controle daarop, alsmede in het belang van de rechtszekerheid van het hoogheemraadschap, de andere overheidsorganen en de burger gedurende de bewaartermijn in geordende en toegankelijke staat te worden gehouden. Dit geldt zowel voor de klassieke papieren documenten als voor de digitale. Het is daarom van het grootste belang dat ook uiteindelijk voor vernietiging in aanmerking komende documenten en informatiebestanden gedurende hun termijn van bewaring onder dezelfde regels vallen als de voor blijvende bewaring in aanmerking komende. Andere medewerkers dan die van de documentaire informatievoorziening zijn niet op de hoogte van de wettelijke regels omtrent het beheer van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden. Voorts is niet altijd vooraf duidelijk welk gedeelte van de documenten en informatiebestanden voor blijvende bewaring dan wel voor vernietiging in aanmerking komt. Ook om deze reden dienen deze bescheiden onder de werking van deze regeling te vallen. Aangezien voor vernietiging in aanmerking komende documenten, en vooral digitale documenten niet werkelijk aan alle eisen van de digitale duurzaamheid zoals omschreven in de Archiefregeling behoeven te beantwoorden, zijn daarvoor op de terzake doende plaatsen in deze regeling uitzonderingen gemaakt, vooral in Artikel 11 van deze regeling.

Artikel 2

Deze eenheid is belast met de zelfstandige uitvoering van taken, zodanig dat de daarvoor in aanmerkingen komende documenten in goede, geordende en toegankelijk staat kunnen worden beheerd. Deze eenheid stelt (gedrags)eisen aan of spelregels voor de wijze waarop met documenten in de organisatie wordt omgegaan en stelt regels voor documentgerelateerde informatiesystemen, zodat documenten op de juiste wijze in het archiefsysteem kunnen worden opgenomen.

Artikel 4

Tot die bij of krachtens de wet gestelde eisen behoort de in artikel 11, tweede lid, Archiefbesluit 1995 bedoelde Archiefregeling.

Artikel 5

De bepaling in dit artikel heeft een algemene strekking, maar is specifiek van belang voor digitale informatiesystemen, waarin selectie en vernietiging dikwijls in de systemen is ingebouwd, zonder met de wettelijke voorschriften inzake selectie en vernietiging rekening te houden.

Artikel 6

Deze bepaling is van algemene strekking en zorgt ervoor dat van ieder uitgaand document, dat een archieffunctie heeft, een identieke kopie in het archief wordt vastgelegd.

Artikel 7

De verantwoordelijke eenheid zorgt voor de opstelling van regels die zorgen voor een juiste archivering en relateren deze archivering aan de Delflandse werkprocessen. Bij het voornemen werkprocessen of informatiesystemen te veranderen zal de verantwoordelijke eenheid betrokken moeten worden, zodat ook het archiefbeheer op de juiste wijze blijvend kan worden uitgevoerd.

Artikel 8

In tegenstelling tot traditionele registratiebepalingen schrijft dit artikel niet voor hoe registratie van documenten dient plaats te vinden. Voorgeschreven wordt alleen het resultaat. Voortschrijdende technische ontwikkelingen leiden daarom niet automatisch tot de noodzaak dit artikel te wijzigen. Gezien het arbeidsintensieve karakter van registratie worden in het derde lid belangrijke uitzonderingen gemaakt op de plicht tot registratie.

De regeling vereist niet dat ook de functionarissen betrokken bij de behandeling van een zaak of werkproces worden geregistreerd. Om de behandelingen en werkprocessen te reconstrueren en aan andere wettelijke bepalingen te voldoen is dat echter wel noodzakelijk.

Artikel 9

Het is niet nodig rappellering en signalering door de verantwoordelijke eenheid te laten regelen. Het is wel van belang dat de betreffende taakuitvoerder de regels voor metadatering en archivering juist toepast.

Dit artikel is daarom vervallen.

Artikel 10

In tegenstelling tot traditionele ordeningsvoorschriften schrijft dit artikel geen specifieke ordeningssystematiek voor. Verandering van opvatting ten aanzien van ordeningsmethoden en de voortschrijdende technische ontwikkelingen maken dit weinig zinvol. Op grond van artikel 18 van de Archiefregeling is de vastlegging van de gebruikte ordeningssystemen vereist. De toetsing van ordeningssystemen als doelmatig en doeltreffend dient te geschieden door de toezichthouder(s). Het huidige document managementsysteem biedt de mogelijkheid een ordening te tonen op basis van een uitgevoerde querie en is daarmee flexibel in de keuze van een ordening. Een van de queries toont een systematische structuur overeenkomstig het geadviseerde in de norm NEN-ISO15489.

Artikel 11 en Artikel 12

Deze artikelen hebben een algemene strekking, maar zijn specifiek van belang ten aanzien van digitale informatiebestanden. Papieren informatiebestanden worden traditioneel al opgenomen in een dossierinventaris. De verplichting geldt ook voor niet centraal bewaarde informatiebestanden.

Artikel 11, vierde tot en met vijfde lid

Met dit artikel wordt beoogd het probleem het hoofd te bieden van het (niet) digitaal duurzaam zijn van informatie die uitsluitend digitaal is te benaderen en die blijvend moet worden bewaard. Door tijdig te signaleren voor welke documenten conversie, migratie of emulatie nodig is, kan de informatie die deze documenten bevatten, worden behouden voor de organisatie. Men dient de conversie, migratie of emulatie tijdig en daadwerkelijk uit te voeren en er financiële middelen voor beschikbaar te hebben. Dit soort conversies, migraties of emulaties is wettelijk verplicht. Artikel 14 van de Archiefregeling regelt dat archiefbescheiden op optische schijven of elektromagnetische dragers worden overgezet op of in nieuwe dragers, zodra het gevaar dreigt dat de informatie verloren gaat door veroudering van de drager of de leesapparatuur.

De identificatie van dergelijke informatiebestanden zal een gemeenschappelijke inspanning vereisen van een eenheid die belast is met technische voorzieningen (automatisering) en de verantwoordelijke eenheid.

Artikel 14

Tot deze bij of krachtens de wet gestelde eisen behoort de in artikel 13, vierde lid, Archiefbesluit 1995 bedoelde Archiefregeling.

Artikel 15

De opstelling van de procedures wordt aan de verantwoordelijke eenheid overgelaten, omdat deze het best in staat is de relaties met de verschillende werkprocessen te leggen. Wijziging in die werkprocessen of in de technische ondersteuning daarvan door middel van informatiesystemen kan op deze wijze leiden tot snelle en eenvoudige aanpassing van de procedures.

Artikel 16

In dit geval bepaalt de secretaris-directeur of specifieke documenten openbaar, dan wel geautoriseerd ingezien mogen worden.

Artikel 17

Archiefrechtelijke regels maken verwijdering mogelijk, bijvoorbeeld ingeval vervanging, vernietiging, vervreemding of uitlening plaatsvindt. De Wet Bescherming Persoonsgegevens bepaalt in welke gevallen persoonsgegevens uit registraties verwijderd dienen te worden. Vervolgens dienen de archiefrechtelijke regels inzake selectie en vernietiging te worden toegepast.

Artikel 18

Dit artikel beoogt te voorkomen, dat documenten, ten aanzien waarvan uitzonderingsgronden van de Wet openbaarheid van bestuur worden gehanteerd, in strijd daarmee openbaar gemaakt worden of door ondeskundig beheer verloren gaan.

Artikel 20

De bepaling, dat de selectie in een zo vroeg mogelijk stadium dient plaats te hebben, is van algemene strekking. De bepaling is echter specifiek van belang ten aanzien van digitale informatiesystemen.

Wanneer in de conceptiefase daarvan geen rekening wordt gehouden met de selectie-eisen, kan dit tot onherstelbaar verlies van informatie leiden.

Artikel 21

Deze lijst is enerzijds noodzakelijk als onderdeel van de in artikel 8 van het Archiefbesluit 1995 bedoelde verklaring, en dient anderzijds om de toezichthouder een toetsingsinstrument te verschaffen voor het correct toepassen van de selectielijst.

Artikel 22

Voor het op lange termijn toegankelijk houden van vooral digitale informatie, zijn naast de gegevens ook de programmatuur, documentatie en apparatuur noodzakelijk. Wanneer dit nodig is, dienen ook deze te worden overgebracht. Van toepassing is ook de Archiefregeling.