Regeling vervallen per 01-01-2020

Legesverordening Rijnland 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2019

Intitulé

Legesverordening Rijnland 2014

Nr. 13.61159

De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland;

Gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 15 oktober 2013, nr. 13.61161;

Gelet op artikel 110 en 115 van de Waterschapswet;

Besluit:

vast te stellen de Legesverordening Rijnland 2014

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven voor het behandelen van aanvragen door het hoogheemraadschap tot het verlenen van watervergunningen, genoemd in de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de watervergunning dan wel degene ten behoeve van wie de watervergunning is aangevraagd.

Artikel 3 Maatstaf en tarief

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaf en het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van de in de Tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een aanslag.

Artikel 5 Betalingstermijnen

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van de Invorderingswet 1990, is de legesaanslag invorderbaar één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 6 Teruggave

  • 1. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges wordt verleend, zoals aangegeven in artikel 2 van de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

  • 2. Bij het verlenen van gehele of gedeeltelijke teruggaaf als bedoeld in het eerste lid is invorderingsrente verschuldigd op basis van artikel 28, leden 4 en 5 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 7 Kwijtschelding

Van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 9 Intrekking, inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    Met ingang van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde datum vervalt de Legesverordening Rijnland 2011 met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening Rijnland 2014".

Ondertekening

Leiden, 27 november 2013.
De Verenigde Vergadering,
G.J. Doornbos,
dijkgraaf
ir. A. Haitjema,
secretaris

Tarieventabel behorende bij de legesverordening

Artikel 1 Behandeling aanvragen tot watervergunning

Legestabel behandeling aanvragen tot watervergunning

Nr

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een watervergunning voor:

Bedrag

1

Het onttrekken van grondwater, indien de hoeveelheid te onttrekken water meer bedraagt dan 150 m³ per uur of 12.000 m³ per jaar, ten behoeve van bouwputten, sleufbemalingen en industriële doeleinden

€ 1.250

2

Grote uitbreidingsplannen waarvan het waterhuishoudkundig opnieuw in te richten gebied groter is dan 2 hectare. Bij de berekening wordt het aantal hectares naar beneden afgerond op hele hectares.

(0 tot 2 hectare €0)

2 tot 5 hectare € 750

5 tot 10 hectare € 1250

10 tot 15 hectare € 2500

15 tot 20 hectare € 3750

20 tot 25 hectare € 5000

25 tot 30 hectare € 6250

30 tot 35 hectare € 7500

35 tot 40 hectare € 8750

45 tot 50 hectare € 10.000

50 tot 55 hectare € 11.250

55 en meer hectare € 12.500

3

Profiel- en aswijziging waterkering, waarbij een reconstructie van de waterkering plaatsvindt.

€ 1.250

4

Grote infrastructurele werken (wegen, spoorlijnen, tunnels, hoofdtransportleidingen voor gas, vloeistoffen of elektriciteit die door de kern- en beschermingszones van waterkeringen lopen, e.d.) en bouwprojecten (deels) binnen de kern- en beschermingszone van waterkeringen.

Op basis van de oppervlakte van het werk of de bebouwing, voor zover gelegen binnen de kern- en/of beschermingszone, naar beneden afgerond op hele honderdtallen.

Tot 500 m² € 0

Vanaf 500 m² € 1000

plus voor elke 100 m² extra een bedrag van € 500, tot een maximum van € 30.000

5

Toeslag voor de complexiteit van een werk voor zover voor dat werk een contra-expertise vereist is

Volgens raming

Artikel 2 Niet berekenen van leges

  • 1.

    Indien de aanvraag, bedoeld in artikel 1, niet-ontvankelijk wordt verklaard, buiten behandeling gesteld of de aanvraag door de aanvrager wordt ingetrokken voor de besluitdatum, worden geen leges in rekening gebracht.

  • 2.

    Indien de aangevraagde watervergunning in beroep wordt vernietigd, wordt het hele bedrag van de geheven leges gerestitueerd.

Toelichting Legesverordening Rijnland

De bevoegdheid van waterschappen om leges te heffen vloeit voort uit artikel 115, eerste lid, onderdeel c, van de Waterschapswet.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Het legesplichtig feit is het in behandeling nemen van de aanvraag voor een watervergunning en niet de verlening daarvan. Leges worden dan ook geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag en niet voor het honoreren van een aanvraag. De reden is dat ook bij een niet gehonoreerde aanvraag aanmerkelijke kosten kunnen zijn gemaakt voor de behandeling van de aanvraag. De tarieventabel bepaalt echter dat in bepaalde gevallen gedeeltelijke teruggave van leges mogelijk is als een dienst niet wordt verleend, maar een aanvraag wel in behandeling is genomen. Voor een melding kunnen geen leges worden geheven. Algemeen geldt dat een dienst moet zijn aangevraagd. Bij ongevraagde diensten, zoals ambtshalve verlening van watervergunningen, worden geen leges geheven.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de watervergunning, ook als de aanvrager van de watervergunning een ander is dan degene voor wie de watervergunning wordt aangevraagd. Door het gebruik van de woorden "dan wel" is bedoeld te voorkomen dat voor dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, de aanvrager en degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan, leges zullen worden geheven. In eerste instantie zal de indiener van de aanvraag in de heffing worden betrokken. Als dat niet mogelijk is dan kan degene ten behoeve van wie de aanvraag is gedaan als legesplichtige worden aangemerkt.

Artikel 3 Maatstaf en tarief

De bij de verordening behorende tabel geeft aan naar welke maatstaf de leges worden geheven en volgens welk tarief. De Waterschapswet bepaalt dat de geraamde baten niet mogen uitgaan boven de voor de watervergunning gemaakte kosten. Er hoeft niet in ieder individueel geval een rechtstreeks verband te zijn tussen de hoogte van de leges en de omvang van de verleende dienst, maar wel moet in het algemeen enig verband bestaan tussen de hoogte van de leges en de kosten van dienstverlening. De tariefstructuur mag niet leiden tot onredelijke en onwillekeurige inning van leges.

Artikel 4 Wijze van heffing

Bij de heffing door middel van een aanslag is het volgende van belang. Het belastbare feit voor de leges is het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een watervergunning. Op het moment van het in behandeling nemen van deze aanvraag, zal de volle omvang van de werken in sommige gevallen nog niet definitief vaststaan. Als de ambtenaar belast met de heffing van de leges op dat moment de aanslag reeds vaststelt, is het niet ondenkbaar dat dit tot een te laag bedrag gebeurt. De ambtenaar kan deze aanslag echter niet zondermeer laten volgen door een of meer nadere aanslagen. Dit laatste kan alleen indien sprake zou zijn van een feit, waarmee de ambtenaar belast met de heffing bij het opleggen van de eerste aanslag niet bekend was en redelijkerwijs ook niet bekend had kunnen zijn (de eis van het zogenaamde nieuw feit), behoudens in het geval waarin de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw zou zijn.

Artikel 5 Betalingstermijnen

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van de Invorderingswet 1990, geldt bij de heffing van de leges de volgende betalingstermijn:

a.de leges dienen te worden betaald binnen een maand na dagtekening van het aanslagbiljet. Artikel 139 lid 1 van de Waterwet biedt hiertoe de mogelijkheid.

Artikel 6 Teruggave

De tarieventabel bepaalt in artikel 2 in welke gevallen teruggave van leges mogelijk is en wanneer geen leges in rekening worden gebracht.

Toelichting op de tarieventabel

Artikel 1 nummer 1 (grondwater):

In tegenstelling tot de vorige legesverordening worden voor de behandeling van aanvragen tot watervergunning voor brandputten geen leges opgelegd. Het betreft hier relatief kleinschalige werken.

Artikel 1 nummer 2 (grote bouwplannen):

Het aantal hectare vanaf waar leges moeten worden betaald is verlaagd. Vanaf 2 hectare zijn bouwplannen in de praktijk al relatief ingrijpend. Tevens worden voor grote bouwplannen nog al eens per realisatiefase een aanvraag voor vergunning gedaan. Alle legesdrempels zijn uitgeschreven voor de eenvoud.

Artikel 1 nummer 4 (grote infrastructurele werken en bouwprojecten)

:

Als de omvang van het infrastructurele werk of het bouwproject de 500 m² overschrijdt worden leges in rekening gebracht. Voor elke 100 m² extra wordt een bedrag van €500 gerekend. Als het project dus een oppervlakte heeft van 1100 m², dan bedragen de leges € 4000 (basisbedrag van € 1000 plus een bedrag van 6 keer € 500 voor de 600 m² extra).

Artikel 1 nummer 5 (toeslag voor de complexiteit van het werk)

Indien sprake is van een aanvraag van een watervergunning voor een werk waarvoor een contra-expertise vereist is, wordt een toeslag berekend op de leges.

Er komen situaties voor waar bij de aanvraag wordt geconstateerd dat een contra-expertise nodig is om te kunnen besluiten. In een dergelijk geval worden op basis van offertes de kosten voor de contra-expertise geraamd. Deze raming wordt voorafgaand aan de behandeling van de aanvraag, bekend gemaakt aan de aanvrager en diens opdrachtgever.