Regeling vervallen per 01-01-2023

Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Kompas houdende regels omtrent terug- en invordering participatiewet Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2022

Intitulé

Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Kompas houdende regels omtrent terug- en invordering participatiewet Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing om de regeling op overheid.nl te kunnen plaatsen. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op papier plaatsgevonden.]

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, IOAW, IOAZ, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      bruteren: het verhogen van de vordering met de loonbelasting en premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de uitkering verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtig is, voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen;

    • b.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

    • c.

      fraudevordering: vordering in verband met ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende uitkering als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht;

    • d.

      inlichtingenplicht: verplichting genoemd in artikel 17, eerste lid van de Participatiewet, artikel 13, eerste lid van de IOAW, artikel 13, eerste lid van de IOAZ en artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    • e.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • f.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • g.

      uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet en de uitkering in het kader van de IOAW en IOAZ;

    • h.

      Invordering: alle handelingen, inclusief dwanginvordering, die de ISD verricht om de vordering te innen;

    • i.

      Dwanginvordering: tenuitvoerlegging van een executoriale titel

Artikel 2 Algemene bepaling met betrekking tot de bevoegdheid tot herziening, intrekking, terugvordering, verrekening en brutering

Het dagelijks bestuur acht zich verplicht tot de aanpak van fraude. In dit kader:

  • a.

    herziet dan wel trekt het dagelijks bestuur het recht op uitkering in, indien de uitkering tot een te hoog bedrag dan wel ten onrechte is verleend;

  • b.

    maakt het dagelijks bestuur ten volle gebruik van de bevoegdheid tot terugvordering zoals deze haar op grond van artikel 58, tweede lid en artikel 59 van de Participatiewet alsmede artikel 25, tweede lid en artikel 26 van de IOAW en IOAZ toekomt; en

  • c.

    maakt het dagelijks bestuur ten volle gebruik van de in de Participatiewet, de IOAW en IOAZ genoemde mogelijkheden tot verrekening.

  • d.

    bruteert het dagelijks bestuur de vordering, welke zijn ontstaan door gebruik te maken van de onder b genoemde bevoegdheden, bij gebreke van tijdige betaling.

Artikel 3 Dringende redenen

Het dagelijks bestuur kan, indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.

Artikel 4 Afzien van dwanginvordering

  • 1. Het dagelijks bestuur ziet af van dwanginvordering voor zover het geen vordering betreft als genoemd in artikel 58 eerste lid Participatiewet en het terug te vorderen bedrag lager is dan € 50,- netto op jaarbasis.

Artikel 5 De betalingsverplichting / betalingsregeling

  • 1. Het bedrag, zoals medegedeeld in het terugvorderings-, invorderings- of boetebesluit, geldt als een opgelegde betalingsverplichting.

  • 2. De belanghebbende kan een schriftelijk verzoek indienen tot gespreide betaling, tot verlaging van de maandelijks vastgestelde betalingsverplichting of tot tijdelijk uitstel van de opgelegde betalingsverplichting, omdat hij niet in staat is deze schuld ineens of volgens de vastgestelde termijnen te voldoen.

  • 3. Een ingediend bezwaar tegen het terugvorderings- of boetebedrag en/of de vastgestelde betalingsregeling heeft geen schorsende werking.

Artikel 6 Bepaling van de hoogte van de betalingsverplichting

  • 1. Bij het vaststellen van de aflossingsverplichting wordt er naar gestreefd dat de vordering zo snel mogelijk wordt afgelost.

  • 2. Aflossing van teruggevorderde bedragen vindt plaats met in achtneming van de beslagvrije voet als genoemd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 3. Uitgangspunt is dat het inkomen boven de beslagvrije voet volledig (voorbeeld: 10% van de bijstandsnorm) als betalingsverplichting wordt opgelegd bij fraudevorderingen en boeten en 6% van de bijstandsnorm per maand exclusief vakantiegeld voor overige vorderingen.

Artikel 7 Invordering

  • 1. Indien de belanghebbende een betalingsverplichting niet (meer) nakomt, wordt hij tenminste eenmalig gemaand tot betaling.

  • 2. Indien de belanghebbende, aan wie door ISD Kompas een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, IOAZ of Bbz 2004 wordt verleend, binnen twee weken na bekendmaking van de aanmaning, zijn betalingsverplichting nog steeds niet (volledig) is nagekomen, wordt de (resterende) vordering op grond van artikel 4:93 Awb verrekend met de maandelijkse uitkering met uitzondering van fraudevorderingen.

  • 3. Bij fraudevorderingen onmiddellijk na het terugvorderings- en/of boetebesluit overgaan tot verrekening met de lopende uitkering.

  • 4. Het dagelijks bestuur maakt bij de invordering gebruik van alle vormen van verrekening welke in de Participatiewet, IOAW en IOAZ genoemd staan.

  • 5. Ingeval verrekening met een door Kompas verstrekte uitkering niet mogelijk is, wordt er zo spoedig mogelijk na bekendmaking van de aanmaning een dwangbevel uitgevaardigd t.a.v. belanghebbende.

  • 6. Het dwangbevel wordt aan belanghebbende betekend per (aangetekende) brief of door een deurwaarder.

  • 7. Het dwangbevel wordt ten uitvoer gelegd door vereenvoudigd derdenbeslag overeenkomstig de het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 8. Indien verrekening of vereenvoudigd derdenbeslag niet mogelijk is wordt beoordeeld of inschakeling ven een derde voor de invordering wenselijk is.

  • 9. Indien moet worden overgegaan tot verrekening of vereenvoudigd derdenbeslag, wordt de vordering niet verhoogd met de wettelijke rente en kosten tot de dag der algehele voldoening

  • 10. Het voorgaande lid is niet van toepassing in het geval het dagelijks bestuur de invordering overdraagt aan een derde. In dat geval worden de door deze derde met de invordering verband houdende kosten en de wettelijke rente doorberekend aan de belanghebbende.

Artikel 8 Schuldregeling

  • 1. Het dagelijks bestuur kan op verzoek van de belanghebbende die een schuldregeling (niet zijnde WSNP) wil opstarten besluiten mee te werken aan een schuldregeling indien er geen sprake is van een fraudevordering. Fraudevorderingen zijn immers uitgesloten van een schuldregeling.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan akkoord gaan met de schuldregeling indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden; en

    • b.

      redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen; en

    • c.

      de vordering van de Kompas wegens teruggevorderde bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang; en

    • d.

      er geen sprake is van vorderingen als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels.

  • 3. De schuldregeling als bedoeld in het eerste lid treedt niet in werking voordat een besluit of overeenkomst tot schuldregeling tot stand is gekomen.

Artikel 9 Intrekking- en wijziging van de schuldregeling

  • 1. Het besluit tot akkoordverklaring met een schuldregeling als bedoeld in artikel 8 wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

    • a.

      niet binnen 12 maanden nadat het besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen; of

    • b.

      de belanghebbende zijn schuld aan het dagelijks bestuur niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

    • c.

      onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 10 Kwijtschelden of buiten invordering stellen van de vordering in overige gevallen

  • 1. Het dagelijks bestuur kan besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien de persoon van wie de kosten van bijstand worden teruggevorderd:

    • a.

      gedurende tien jaar volledig aan de betalingsverplichtingen is voldaan;

    • b.

      gedurende tien jaar niet volledig aan de betalingsverplichtingen is voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog is betaald;

    • c.

      gedurende tien jaar geen betalingen zijn verricht en niet aannemelijk is dat deze op enig moment verricht zullen gaan worden; of

    • d.

      een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom, in één keer aflost.

  • 2. Besluiten als bedoeld in het eerste lid worden individueel beoordeeld.

  • 3. Ten aanzien van terugvorderingbesluiten van vóór 01.03.2013 geldt het oude regime. Dit wil zeggen dezelfde criteria als genoemd in het eerste lid, maar dan gedurende een periode van vijf jaar in plaats van tien jaar.

Artikel 11 Pand of hypotheek

In afwijking van artikel 8, 9 en 10 van deze beleidsregels vindt er geen kwijtschelding/schuldregeling plaats indien het een vordering betreft die door pand of hypotheek is gedekt, behoudens voor zover deze niet op die goederen verhaald kan worden.

Artikel 12 (Her)onderzoeken

Het dagelijks bestuur voert, voor zover nodig, ieder jaar een onderzoek uit ter bewaking van de terug- en invordering van vorderingen.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015”.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 3. Met ingang van 1 januari 2015 vervallen de "Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ”.

Ondertekening

Aldus besloten tijdens de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Kompas,

gehouden d.d.

De voorzitter,

De secretaris,