Regeling vervallen per 02-02-2022

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Landerd 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 01-02-2022

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Landerd 2016

De raad van de gemeente Landerd;

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

gelezen het advies van het presidium van de raad van de gemeente Landerd;

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Landerd 2016:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • ·

    - amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • ·

    - griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • ·

    - initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • ·

    - motie: een verklaring van de raad waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken, alsmede –in de vorm van een motie- een uitspraak of besluit van de raad, al dan niet met rechtsgevolgen;

  • ·

    - subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • ·

    - voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Het presidium

  • 1.

    Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 3.

    Elk lid van het presidium heeft één stem in de presidiumvergadering

  • 4.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen; de gemeentesecretaris heeft een permanente uitnodiging.

  • 5.

    Het presidium heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      Het doen van aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en de Voorbereidende Vergaderingen;

    • b.

      Het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s respectievelijk agenda’s voor raadsvergaderingen en voor Voorbereidende Vergaderingen van de raad;

    • c.

      Het vaststellen van de vergadercyclus van de raad;

    • d.

      Het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet.

  • 6.

    De vergaderingen van het presidium zijn niet openbaar

Artikel 3. De griffier

  • · 1. De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen, Voorbereidende Vergaderingen en vergaderingen van het presidium.

  • · 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • · 3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen, Voorbereidende Vergaderingen en presidiumvergaderingen deelnemen.

    Artikel 4. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

    • ·

      1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

    • ·

      2. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

    • ·

      3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

    • ·

      4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

    • ·

      5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

    Artikel 5. Benoeming wethouders

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a  , 36b  , 41b, eerste, derde en vierde lid  , en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet  en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

    Artikel 6. Fracties

    • ·

      1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

    • ·

      2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

    • ·

      3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

    • ·

      4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

    • ·

      5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet  en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 7. Oproep en voorlopige agenda

  • · 1. De voorzitter zendt ten minste 28 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden digitaal een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet  bedoelde stukken.

  • · 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering digitaal aan de leden gezonden.

Artikel 8. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • · 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • · 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet  geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

  • · 3. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken

  • · 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • · 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • · 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet  geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging op de “gemeentepagina” in een ter plaatse verschijnend weekblad, alsmede door vermelding op de gemeentelijke website.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 11. Presentielijst

  • · 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • · 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 12. Aantal spreektermijnen

  • · 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • · 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • · 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • · 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • · 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 13. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet  kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 14. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Artikel 15. Spreekrecht

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers vanaf de spreekplaats het woord voeren over al dan niet geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

  • a. over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter open staat of heeft opengestaan;

  • b. over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c. indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de griffier.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Voor het spreekrecht wordt in totaal 30 minuten uitgetrokken. Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Paragraaf 3. Stemmingen

Artikel 16. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 17. Beslissing

  • · 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • · 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 18. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • · 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • · 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet  niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • · 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • · 4. Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter (of de griffier) de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid, waarna de stemming vervolgd wordt door het raadslid gezeten aan de linkerzijde van het betreffende raadslid.

  • · 5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet  niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • · 6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • · 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 19. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • · 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • · 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • · 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • · 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel.

Artikel 20. Stemming over personen

  • · 1. Bij stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • · 2. Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet  niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • · 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • · 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 21. Besluitenlijst

  • · 1. De griffier draagt zorg voor besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • · 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • o

      a. de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • o

      b. een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • o

      c. een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest, alsmede de dienaangaande genomen besluiten, gedane toezeggingen en gemaakte afspraken;

    • o

      d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met, bij hoofdelijke stemming, vermelding van de namen van de raadsleden die, al dan niet met stemverklaring, voor of tegen stemden, en met vermelding van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet  van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • o

      e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • o

      f. bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 13 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • · 3. De deelnemers aan de vergadering hebben het recht een voorstel tot verandering van de besluitenlijst aan de raad te doen indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient uiterlijk 24 uur voor de vergadering waarin de besluitenlijst wordt vastgesteld schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.

  • · 4. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

  • · 5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • · 6. De besluitenlijst wordt op de website van de gemeente geplaatst, inclusief de geluidfragmenten van de betreffende vergadering.

Artikel 22. Ingekomen stukken, rondvraag en mededelingen

  • · 1. Bij de raad ingekomen stukken, waaronder de schriftelijke mededelingen (raadsinformatiebrieven) van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst die aan de agenda van de raadsvergadering wordt gekoppeld.

  • · 2. De raad stelt op voorstel van de voorzitter de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

  • · 3. In de Voorbereidende Vergaderingen bestaat gelegenheid de ingekomen stukken inhoudelijk te bespreken, en tevens over allerlei onderwerpen vragen te stellen aan het college of de betreffende portefeuillehouder; die gelegenheid bestaat tijdens de raadsvergaderingen slechts in dringende gevallen.

  • · 4. Raadsleden hebben tijdens de rondvraag gelegenheid vragen aan elkaar te stellen.

  • · 5. Slechts in de gevallen waarin het voor het college in alle redelijkheid niet mogelijk is geweest tijdig een schriftelijke mededeling aan de raad te doen kunnen door het college tijdens de raadsvergadering mondelinge mededelingen worden gedaan. het

Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 23. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24. Besluitenlijst besloten vergadering

  • · 1. Concept-besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • · 2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.

  • · 3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 25. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid  , 55, tweede en derde lid  , of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet  voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 26. Toehoorders en pers

  • · 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • · 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 28. Amendementen en subamendementen

  • · 1. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • · 2. Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 29. Moties

  • · 1. Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.

  • · 2.Moties over niet op de agenda opgenomen onderwerpen (“vreemd aan de orde van de dag”)die financiële en overige (aanmerkelijke) rechtsgevolgen hebben dienen ten minste 48 uur voor de vergadering schriftelijk bij de voorzitter te worden aangemeld; de voorzitter brengt de aangemelde moties onverwijld ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • · 3. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • · 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • · 5. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 30. Initiatiefvoorstellen

  • · 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter.

  • · 2. Deze voorstellen worden op de (voorlopige) agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de (voorlopige) agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 31. Collegevoorstel

  • · 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • · 2. Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 32. Interpellatie

  • · 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • · 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • · 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • · 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 33. Schriftelijke vragen

  • · 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester digitaal in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • · 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • · 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, en het antwoord wordt door tussenkomst van de griffier digitaal aan de raadsleden toegezonden.

  • · 4. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn alsnog schriftelijke beantwoording zal plaatsvinden.

  • · 6. De vragensteller kan in de raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord.

Artikel 34. Inlichtingen

  • · 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid  , en 180, derde lid, van de Gemeentewet  (digitaal) schriftelijk in bij de griffier .

  • · 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • · 3. De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft.

Artikel 35. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36. Intrekken oude reglement

Het Reglement van orde voor de Besluitvormende Raadsvergadering van Landerd, zoals het luidt na de 3e wijziging, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2004, wordt per 1 januari 2016 ingetrokken.

Artikel 37. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2016.

Dit reglement wordt aangehaald als: “Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Landerd 2016”

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landerd

d.d. 10 december 2015

De griffier, De voorzitter,

J.A.G. Huijs M.C. Bakermans.