Tarieventabel 2018 behorende bij de Verordening Lijkbezorgingrechten

Hoofdstuk 1 Graven

Voor het verlenen van een uitsluitend recht tot het doen begraven c.q. doen bijzetten

en bijgezet houden in een eigen graf wordt een recht geheven van:

• 1.

  voor zandgraven:

• 1.1.1.

  voor ten hoogste één overledene voor een periode van 20 jaar € 1.861,75

• 1.1.2.

  voor kinderen van 0 t/m 11 jaar bedraagt het tarief € 1.167,20

• 1.1.3.

  voor ten hoogste twee overledenen voor een periode van 20 jaar € 2.684,25

• 1.1.4.

  voor ten hoogste één overledene uitgegeven voor het tijdstip waarop

  deze verordening in werking treedt en voor zover betaling daarvan

  jaarlijks geschiedt, per belastingjaar € 166,65

• 1.1.5.

  voor ten hoogste twee overledenen uitgegeven voor het tijdstip, waarop deze verordening in werking treedt en voor zover betaling daarvan jaarlijks geschiedt, per belastingjaar € 230,15

• 1.2.

  voor keldergraven voor ten hoogste twee overledenen voor een periode van 20 jaar (incl. kelder) € 6.593,70

• 1.3.

  voor zandgraven:

1.3.1 voor ten hoogste één overledene voor een periode van 30 jaar € 2.513,35

1.3.2 voor ten hoogste twee overledenen voor een periode van 30 jaar € 3.626,90

1.3.3 voor kinderen van 0 t/m 11 jaar bedraagt het tarief € 1.575,75

1.4.voor keldergraven voor ten hoogste twee overledenen voor een periode

van 30 jaar (incl. kelder) € 7.494,95

Hoofdstuk 2 Urnennissen etc.

2.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het plaatsen in een graen het geplaatst houden c.q. doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen wordt geheven:

2.1.1 in een urnengraf:

• a.

  voor ten hoogste één overledene voor een periode van 20 jaar € 1.605,00

• b.

  voor ten hoogste twee overledenen voor een periode van 20 jaar € 2.293,75

2.1.2 in een urnengraf - voor ten hoogste één overledene - uitgegeven voor

het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt en voor zover

betaling daarvan jaarlijks geschiedt, per belastingjaar € 141,85

2.1.3 in een urnengraf - voor ten hoogste twee overledenen - uitgegeven

voor het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt en voor

zover betaling daarvan jaarlijks geschiedt, per belastingjaar € 203,00

2.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen engeplaatst houden c.q. doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen wordt geheven:

2.2.1 in een urnennis:

• a.

  voor ten hoogste één overledene voor een periode van 20 jaar € 1.552,75

• b.

  voor ten hoogste twee overledenen voor een periode van 20 jaar € 2.214,90

2.2.2 in een urnennis - voor ten hoogste één overledene - uitgegeven voor

het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt en voor zover

betaling daarvan jaarlijks geschiedt, per belastingjaar € 136,15

2.2.3 in een urnennis - voor ten hoogste twee overledenen - uitgegeven

voor het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt en voor

zover betaling daarvan jaarlijks geschiedt, per belastingjaar € 196,15

2.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsenen geplaatst houden c.q. doen bijzetten en bijgezet houden vanasbussen wordt geheven:

2.3.1 in een urnennis in een columbarium:

• a.

  voor ten hoogste één overledene voor een periode van 20 jaar € 1.552,75

• b.

  voor ten hoogste twee overledenen voor een periode van 20 jaar € 2.214,60

2.3.2 in een urnennis in een columbarium uitgegeven voor het tijdstip

waarop deze verordening in werking treedt en voor zover betaling

daarvan jaarlijks geschiedt;

• a.

  voor ten hoogste één overledene per belastingjaar € 136,15

• b.

  voor ten hoogste twee overledenen per belastingjaar € 196,15

  • 2.4

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht voor een periode van ten hoogste 20 jaar wordt voor elk jaar van verlenging, met een minimum van 5 jaar, geheven 1/20 van de in hoofdstuk 1 en 2 van deze tabel vermelde tarieven.

Hoofdstuk 3 Begraven

3.1 Voor het begraven van een stoffelijk overschot op de gewone uren vanbegraving wordt geheven:

3.1.1 in zandgraven waarvoor een recht is verleend van een persoon € 966,65

3.1.2 In zandgraven waarvoor een recht is verleend van een kind € 679,80

3.1.3 in keldergraven waarvoor een recht is verleend van een persoon € 679,80

3.1.4 in algemene graven van een persoon (voor een periode van 10 jaar) € 1.664,85

• 3.2

  Voor het begraven van een stoffelijk overschot buiten de gewone uren,

  zoals aangegeven in artikel 6, tweede lid, van de Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Leerdam wordt, behoudens het bepaalde in 3.3 van deze tarieventabel boven het in 3.1 van deze tarieventabel vastgestelde recht een recht geheven van € 606,90

• 3.3

  Voor het begraven van een stoffelijk overschot op zondagen of op

  algemeen erkende feestdagen, zoals bedoeld in artikel 3 van de

  Algemene termijnenwet, wordt boven het in 3.1 en 3.2 van deze tarieventabel vastgestelde recht een recht geheven van € 606,90

Hoofdstuk 4 Plaatsen c.q. bijzetten van asbussen

4.1 Voor het bijzetten van een asbus in een urnengraf waarvoor reeds

een recht is verleend, wordt een recht geheven van € 394,55

4.1.1 Voor het bijzetten van een asbus in een zandgraf waarvoor reeds

een recht is verleend, wordt een recht geheven van € 446,60

4.1.2 Voor het bijzetten van een asbus in een keldergraf waarvoor reeds

een recht is verleend, wordt een recht geheven van € 446,60

• 4.2

  Voor het bijzetten van een asbus in een urnengraf waarvoor reeds

  een recht is verleend, buiten de gewone uren, zoals aangegeven in

  artikel 6, tweede lid, van de Verordening op het beheer van de

  gemeentelijke begraafplaatsen Leerdam wordt, behoudens

  het bepaalde in 4.3 van deze tarieventabel boven het in 4.1

  van deze tarieventabel vast gestelde recht een recht geheven van € 203,00

• 4.3

  Voor het bijzetten van een asbus in een urnengraf waarvoor reeds

  een recht is verleend, op algemeen erkende feestdagen, zoals

  bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet, wordt boven

  het in 4.1 en 4.2 van deze tarieventabel vastgestelde recht

  een recht geheven van € 203,00

• 4.4

  Voor het plaatsen c.q. bijzetten van een asbus in een urnennis

  waarvoor reeds een recht is verleend wordt een recht geheven van € 161,70

• 4.5

  Voor het plaatsen c.q. bijzetten van een asbus in algemene nissen

  van een persoon wordt een recht geheven van (voor een periode van 10 jaar) € 1.092,55

• 4.6

  Voor het bijzetten van een asbus in een urnennis buiten de

  gewone uren, zoals aangegeven in artikel 6, tweede lid, van de

  Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Leerdam

  wordt, behoudens het bepaalde in 4.7 boven het in 4.4 vastgestelde

  recht een recht geheven van € 203,00

• 4.7

  Voor het bijzetten van een asbus in een urnennis op algemeen

  erkende feestdagen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene

  termijnenwet, wordt boven het in 4.4 en 4.6 van deze tarieventabel

  vastgestelde recht een recht geheven van € 195,50

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

• 5.1

  Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijk lijkschouwer,

  inclusief het afgeven van een verklaring van overlijden en het

  onder zijn verantwoordelijkheid sluiten van de kist wordt een recht

  geheven van € 100,30

• 5.2

  Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijk lijkschouwer,

  zoals aangegeven in artikel 6, tweede lid, van de Verordening op het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Leerdam op buitengewone uren, waaronder wordt verstaan:

  • a.

    zaterdag tussen 0.00 en 8.00 uur of 13.00 en 24.00 uur;

  • b.

    zondag en algemeen erkende feestdagen, zoals bedoeld in artikel 3

    van de Algemene termijnenwet;

  • c.

    een andere dag, als hiervoor omschreven, tussen 0.00 en 8.00 uur

    of 20.00 en 24.00 uur, wordt een recht geheven van € 201,05

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnengraven

• 6.1

  Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe

  bestemd register wordt een recht geheven van € 102,40

• 6.2

  Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een

  daartoe bestemd register wordt een recht geheven van € 102,40

Hoofdstuk 7 Opgraven, lichten, ruimen, verstrooien

• 7.1

  Voor het opgraven van een stoffelijk overschot uit een grafruimte

  wordt een recht geheven van € 1.342,05

• 7.2

  Voor het na opgraven weer opnieuw begraven van een stoffelijk

  overschot in een zandgraf wordt hetzelfde recht geheven, zoals

  vermeld in hoofdstuk 2 van deze tarieventabel

• 7.3

  Voor het lichten van een stoffelijk overschot uit een grafkelder

  wordt een recht geheven van € 802,65

• 7.4

  Voor het na opgraven c.q. lichten begraven of weer opnieuw

  begraven van een stoffelijk overschot in een keldergraf wordt

  hetzelfde recht geheven, zoals vermeld in hoofdstuk 2

  van deze tarieventabel

• 7.5

  Voor het lichten van een asbus uit een eigen urnennis wordt een

  recht geheven van € 152,65

• 7.6

  Voor het na lichten opnieuw plaatsen c.q. bijzetten van een asbus

  in een urnennis wordt hetzelfde recht geheven, zoals vermeld

  in hoofdstuk 3 van deze tarieventabel

• 7.7

  Voor het ruimen van een zandgraf op verzoek van de rechthebbende,

  alsmede het verzamelen en het herbegraven van de daarin aanwezige

  overblijfselen wordt per te ruimen stoffelijk overschot een recht

  geheven van € 1.341,50

• 7.8

  Voor het ruimen van een grafkelder op verzoek van de rechthebbende,

  alsmede het verzamelen en herbegraven van de daarin aanwezige

  overblijfselen wordt per te ruimen stoffelijk overschot een recht

  geheven van € 1.341,50

• 7.9

  Voor het ruimen van een zandgraf op verzoek van de rechthebbende

  wordt per te ruimen asbus een recht geheven van € 281,80

  Voor het verstrooien van as op een verstrooiveld wordt per asbus

  een recht geheven van € 305,40

Hoofdstuk 8 Overige heffingen

• 8.1

  Voor het luiden van de klok wordt een recht geheven van € 129,50

  8.2 Voor de vergunning voor het aanbrengen van gedenktekens en voorwerpen op grafruimten wordt een recht geheven van:

  • a.

    voor een algemeen graf € 102,40

  • b.

    voor een eigen graf € 203,85

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van 21 december 2017,

de griffier, de voorzitter,