Regeling vervallen per 20-11-2014

BEVEL EN NOODVERORDENING

Geldend van 22-08-2012 t/m 19-11-2014

Intitulé

BEVEL EN NOODVERORDENING

Dat op de locatie aan de St. Anthoniusstraat 15 te Panheel op 8 augustus 2012 door toezichthouders van de provincie Limburg, vergezeld door medewerkers van Van Gansewinkel, een onderzoek is uitgevoerd ter inventarisatie van de huidige situatie op het vlak van bodem en milieu; Dat de bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport van Van Gansewinkel d.d. 13 augustus 2012 en een rapport van bevindingen van de toezichthouders van de provincie Limburg d.d. 14 augustus 2012; Dat ik kennis heb genomen van de inhoud van beide rapportages; Dat mij daaruit is gebleken van een zodanige situatie dat de kans op calamiteiten met acuut gevaar voor mens en milieu groot is, hetgeen direct ingrijpen noodzakelijk maakt; Dat de verpakkingen van een aantal gevaarlijke afvalstoffen zich in een dusdanig slechte staat bevinden dat ter plaatse aanwezige personen aan deze stoffen kunnen worden blootgesteld, althans dat de kans bestaat dat de ter plaatse aanwezige personen daarmee in aanraking komen; Dat een aantal van de op het terrein aanwezige bekkens vrij toegankelijk is; Dat er op meerdere plaatsen op het terrein een sterk chemische geur is waargenomen;  Dat het terrein vrij toegankelijk is doordat het aanwezige hekwerk op meerdere plaatsen is opengeknipt; Dat op grond van de feitelijke situatie (sporen van vernieling, aangebrachte graffiti en meldingen van koperdiefstal) vast is komen te staan dat het terrein ook daadwerkelijk door onbevoegden wordt betreden; Dat het gevaar bestaat dat onbevoegden het terrein betreden en daardoor in aanraking komen met de ter plaatse aanwezige gevaarlijke stoffen en kunnen worden blootgesteld aan de gevaarlijke effecten daarvan; Dat het gevaar bestaat dat onbevoegden het terrein betreden en al dan niet opzettelijk (bijvoorbeeld door vandalisme of vernieling) door een onjuist gebruik van de ter plaatse aanwezige afvalstoffen een calamiteit veroorzaken; Dat het gevaar bestaat dat onbevoegden het terrein betreden en het aldaar aanwezige afval van het terrein verwijderen; Dat door de combinatie van de in bovengenoemde overwegingen genoemde feiten bij mij de ernstige vrees is ontstaan voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden en/of van rampen en/of een verstoring van de openbare orde, zoals ernstige bedreiging van de veiligheid en gezondheid van degenen die het terrein betreden;   Dat per direct voorkomen moet worden dat onbevoegden het terrein nog langer betreden totdat afdoende maatregelen zijn genomen waarbij voornoemde gevaren in voldoende mate zijn weggenomen; Dat in het verleden het terrein van overheidswege gesloten en verzegeld is geweest en dus niet toegankelijk is geweest, doch dat dit er niet aan in de weg heeft gestaan dat derden het terrein hebben betreden; Dat het is aangewezen dat toezicht wordt uitgeoefend om er verzekerd van te zijn dat onbevoegden het terrein niet zullen betreden en om te bezien of de bestaande situatie niet verslechtert; Dat de betreding van het terrein door onbevoegden slechts effectief kan worden voorkomen door het instellen van een verbod voor onbevoegden om het terrein te betreden gecombineerd met een fysieke afsluiting van het terrein en het instellen van toezicht op het terrein; Dat mij ter zake geen andere wettelijke bevoegdheden toekomen dan de hierna genoemde bevoegdheden; Dat het in verband met het bovenstaande noodzakelijk is ter handhaving van openbare orde en ter beperking van het gevaar voor personen na te noemen bevel en na te noemen algemeen verbindende voorschriften te geven; Gelet op het bepaalde in artikel 172, derde lid, artikel 175 en 176 Gemeentewet; Besluit: I Het navolgende (nood)bevel te geven: De percelen, gelegen aan de Sint Antoniusstraat 15 te Heel, kadastraal bekend gemeente Heel en Panheel sectie D, nummers 696, 697, 698, 1580, 2094, 2128, 2379, 2380, 2381, 2382, 2383, 2384, 2094 en 2095,  dienen zodanig te worden afgesloten en te worden beveiligd dat onbevoegden het terrein niet kunnen betreden; Ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 wordt er op mijn bevel rondom de percelen genoemd in het eerste lid een hekwerk geplaatst en geplaatst gehouden, zodanig dat de percelen niet meer toegankelijk zijn voor onbevoegden; Ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 worden de percelen genoemd in lid 1 op mijn bevel tot nader order bewaakt ten einde toegang tot het terrein door onbevoegden te voorkomen en om te kunnen vaststellen dat de situatie ter plaatse niet verslechtert; Onder bewaking als bedoeld in het derde lid wordt in ieder geval begrepen: a. het plaatsen en in werking hebben van camera’s op en in de directe nabijheid van de percelen als bedoeld in het eerste lid, waaronder doch niet uitsluitend het bevestigen en in werking hebben van camera’s op, aan of in de nabijheid van het hekwerk als bedoeld in het tweede lid  b. het fysiek bewaken van de percelen als bedoeld in het eerste lid door de aanwezigheid van daartoe door mij aan te wijzen personen op of in de nabijheid van de percelen als bedoeld in het eerste lid;      Zakelijk of persoonlijk gerechtigden met betrekking tot de percelen zoals genoemd onder 1 dienen te hengen en te gedogen dat de onder 2 tot en met 4 omschreven handelingen worden verricht en dienen zich te onthouden van iedere handeling die een belemmering zou kunnen opleveren voor de onder 2 tot en met 4 omschreven handelingen.     II Vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1

Het is een ieder, voor zover niet rechtstreeks betrokken bij het houden van toezicht op de naleving en/of de handhaving en/of de uitvoering van bij of krachtens wet gegeven voorschriften, besluiten, bevelen of andere maatregelen, verboden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening het in deze verordening bedoelde gebied te betreden of zich daar op te houden. Onder het gebied als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 2

De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod in artikel 1 voor personen die kunnen aantonen recht en belang te hebben bij toegang tot het in artikel 1 bedoelde gebied of een gedeelte daarvan. De burgemeester verleent een ontheffing als bedoeld in het eerste lid slechts indien aan de voorwaarden uit het eerste lid is voldaan en voldoende is verzekerd dat door het verlenen van een ontheffing geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen die tot het vaststellen van deze verordening hebben geleid, waaronder begrepen de belangen van bescherming van de veiligheid en de gezondheid van personen die het gebied betreden of zich daar ophouden. De burgemeester kan aan een ontheffing voorwaarden verbinden. Bij overtreding van de aan een ontheffing verbonden voorwaarden kan de burgemeester de ontheffing intrekken.

Ondertekening

III De onder I en II genoemde besluiten treden in werking met onmiddellijke ingang na de bekendmaking daarvan. Maasgouw 17 augustus 2012, De burgemeester, S.H.M. Strous