Victoriabeleid woningen en niet-publieke lokalen artikel 174a Gemeentewet

Geldend van 23-11-2009 t/m heden

Intitulé

Victoriabeleid woningen en niet-publieke lokalen artikel 174a Gemeentewet

De Burgemeester van de gemeente Maastricht;

Overwegende,

dat artikelen 174a Gemeentewet de burgemeester de bevoegdheid geeft om een woning of niet-publiek lokaal te sluiten indien door gedragingen in de woning of dat lokaal de openbare orde rond de woning of het lokaal wordt verstoord;

dat op 23 september 1997 op grond van dat artikel beleidsregels zijn vastgesteld inzake de toepassing van artikel 174a Gemeentewet (bekendgemaakt 8 oktober 1997);

dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet (zoals dit luidde tot 1 november 2007) de burgemeester de bevoegdheid gaf om bestuursdwang toe te passen indien in lokalen of daarbij behorende erven soft- of harddrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn;

dat er op 1 november 2007 een wijziging van de Opiumwet in werking is getreden waarmee ook woningen onder de reikwijdte van artikel 13b van de Opiumwet zijn gebracht;

dat derhalve toepassing van artikel 174a Gemeentewet voor uitsluitend overlastgevende drugspanden niet meer noodzakelijk is en daarom op 11 september 2009 de vastgestelde beleidsregels zijn ingetrokken;

dat naast drugsgerelateerde overlast ook sprake kan zijn van andere vormen van ernstige overlast, welke overlast maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen kan hebben;

dat het evenwel noodzakelijk is de overlast en ernstige aantasting van de openbare orde ten gevolge daarvan te stoppen, althans tot een voor omwonenden aanvaardbaar niveau terug te dringen;

dat de bestrijding van deze overlast vraagt om het nemen van passende maatregelen;

BESLUIT:

vast te stellen het Victoriabeleid Woningen en niet-publieke Lokalen

  • 1.

    Dit beleid ziet op het sluiten van woningen of niet voor publiek toegankelijk lokalen door de burgemeester bij verstoring van de openbare orde en verdere vrees voor het voortduren van deze verstoring.

  • 2.

    De sluiting zal worden opgelegd indien kan worden aangetoond dat er sprake is van verstoring van openbare orde en verdere vrees voor het voortduren daarvan.

  • 3.

    Als begunstigingstermijn wordt een periode van 48 uur aangehouden waarbinnen de overtreder maatregelen kan treffen om de verstoring van de openbare orde te beëindigen en/of te voorkomen.

  • 4.

    Indien er feitelijk tot sluiting wordt overgegaan zal de woning/het niet-publieke lokaal voor publiek ontoegankelijk worden gemaakt.

  • 5.

    De duur van de sluiting is afhankelijk van de vraag of de woning/het niet-publieke lokaal reeds eerder gesloten is geweest en varieert van een sluiting voor drie maanden tot een sluiting voor zes maanden.

  • 6.

    Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan worden afgeweken van de hieronder geformuleerde regels.

  • 7.

    Na afloop van de sluitingstermijn bekijkt de burgemeester of er aanleiding bestaat de sluitingstermijn te verlengen. Hiervan kan sprake zijn indien er ernstige vrees is voor herhaling van de verstoring van de openbare orde.

  • 8.

    Na afloop van de sluitingstermijn en indien er geen verlenging van de sluiting aan de orde is, vindt in overleg met de eigenaar en bewoners een overdracht van de woning/het niet-publieke lokaal plaats.

  • 9.

    Indien er sprake is van gedragingen die de openbare orde verstoren wordt de woning/het niet-publieke lokaal gesloten voor de duur van 3 maanden.

  • 10.

    Indien binnen 3 jaar opnieuw sprake is van gedragingen die de openbare orde verstoren wordt de woning/het niet-publieke lokaal gesloten voor 6 maanden.

Maastricht, 12 november 2009

De Burgemeester van Maastricht,

Drs. G.B.M. Leers