Instructie burgemeester t.a.v. het toepassen van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet

Geldend van 20-07-1996 t/m heden

Intitulé

Instructie burgemeester t.a.v. het toepassen van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet

Individuele gebiedsontzeggingen, welke gelden voor het door de Burgemeester in de "Beleidsregels inzake het toepassen door de Burgemeester van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet" aangewezen "overlastgebied" worden slechts dan opgelegd, indien wordt voldaan aan de drie volgende voorwaarden:

  • 1

    De geadresseerde moet bij de politie bekend zijn als veroorzaker van overlast in relatie tot dealer of gebruiker van verdovende middelen als bedoeld in de Opiumwet. Dit kunnen zowel harddrugs als soft-drugs zijn. Dit 'bekend zijn' kan blijken uit een opgemaakt proces-verbaal i.v.m. overtredingen van de Opiumwet/APV. Dit 'bekend zijn' kan ook blijken ·uit persoonlijke waarnemingen van een politiefunctionaris. In het laatste geval wordt bij een voorgenomen oplegging van een gebiedsontzegging een rapport van deze waarneming opgemaakt.

  • 2

    Tegen de geadresseerde dient, na de openbaarmaking van het hier boven bedoelde besluit van de Burgemeester, een proces-verbaal te zijn opgemaakt terzake van overtreding van de Opiumwet, danwel overtreding van een openbare orde bepaling uit de APV, voor zover verband houdend met het gebruik van en/of handel in verdovende middelen en de daarmee samenhangende overlast (o.a. art. 2.4.7, 2.4.24, etc.).

  • 3

    De geadresseerde dient te worden gehoord omtrent zijn belang aangaande zijn aanwezigheid in het aangewezen gebied. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 4

    Indien een persoon voor de eerste maal in strijd met de eerste tegen hem uitgevaardigde gebiedsontzegging, zonder aantoonbaar redelijk belang, in het betreffende gebied wordt aangetroffen, wordt hij, gelet op het bepaalde in de artikelen 2 en 12 van de Politiewet, feitelijk uit het betreffende gebied verwijderd.

De Burgemeester van Maastricht,

Mr. Ph.J.I.M. Houben

Toelichting bij de Instructie van de Burgemeester

Ad.l. Het criterium van 'bekend zijn bij de politie' is een goed hanteerbaar criterium als het gaat am de identificering van overlast veroorzakende individuen. De politie is in staat diverse persoonlijke ervaringen met het gedrag van de betrokkenen in de identificering te betrekken. Deze bekendheid blijkt formeel uit o.a. aanhoudingen bij drugspanden, opgemaakte processen verbaal en uit verklaringen die zijn afgelegd tegen dealers.

Ad. 2. Dit criterium is bedoeld ter versteviging van de formele juridische basis van de identificering van het individu aan wie een gebiedsontzegging zal worden aangezegd. Het is controleerbaar en bezit voldoende hardheid.

Ad. 3. Indien en voor zover iemand kan aantonen dat hij een redelijk belang heeft am zich in het gebied op te houden , kan hem geen gebiedsontzegging worden aangezegd. Met het oog op mogelijke procedures dient de verklaring van betrokkene schriftelijk te worden vastgelegd. Afhankelijk van de aard van het opgegeven belang, zou dit kunnen leiden tot een naar tijd en dag(en) beperkte gebiedsontzegging.